Baltsvoeren over het tuinhek
maandag 24 oktober 2016
Laatst, op een warme zomeravond, stond ik het grasveldje dat mijn voortuin sinds kort is te harken toen mijn overbuurman plotseling bij het hek bleek te staan. Hij schraapte zijn keel en vroeg: “Er moet hier een oudere vrouw wonen, is zij thuis?” Diep in gedachten was ik. Pas gemaaid gras ruikt lekker - en mét de geur adem ik herinneringen in, en fantasieën. Mijn grasveldje heeft de omlijsting van oost indische kers nodig om weer een voortuin te worden. Stokrozen tegen de muur. Ooit was dit een tuin vol wilde rozen, akeleien en klimop. De wilde rozen geurden zoals de wilde rozen op Vlieland geuren. Vlieland, mijn eiland van verlangen, het eiland waar ik ooit een dag ging wandelen met een nog onwennige nieuwe liefde. Een dag waarop ik mij, want bekend op Vlieland, verantwoordelijk voelde voor het halen van de laatste boot terug, terwijl hij alles deed om die boot te missen. Ik won, stommeling die ik was.
Terug naar de overbuurman. Hij vertelde dat hij eten aan het koken was, en hij wilde die ‘oudere vrouw’, mij dus, af en toe een pannetje eten brengen. Chili con carne, vandaag. Mijn associatie was even bizar als zijn vraag: Hij en ik wonen ruim veertien jaar tegenover elkaar, en we hebben elkaar al die tijd vriendelijk gegroet, zonder ook maar een spoor van nieuwsgierigheid. Nu stond hij daar als een reiger die zijn favoriete reigervrouwtje een vis aanbood.
Hoe makkelijk kan het zijn in de liefde: Laat het beest in je los en versier de levensgezel van je dromen met een smakelijke maaltijd. Doe aan baltsvoeren. Het is functioneel en niet voor misverstanden vatbaar. Helaas: Is het in het dierenrijk de vrouw die zich prettig laat verleiden met eten, in het mensenrijk is dat de man. Dat maakt het ritueel gevoelig voor scheve machtsverhoudingen en manipulatie. Wat het baltsvoeren betreft heb ik een mannelijk kantje: Hoewel ik goed ben in pompoensoep met gember en haverpannenkoekjes, vind ik het juist heerlijk als een man voor mij kookt. En dan wil ik best een scherp mes ter hand nemen om zijn snijslaafje te zijn.
Met het proces van versieren door middel van een pannetje eten in gedachten, gluur ik in de supermarkt onopvallend in de mandjes van aantrekkelijke mannen. Alleen in de mandjes, niet in de karretjes. Met een karretje vol melk en chips heeft hij al een gezin te voeden. Zou ik mijn match kunnen vinden aan de hand van het eten dat hij kookt? Die man daar: lang, sterk, zelfbewust, heldere ogen, goeie kop met haar. Met in zijn mandje: een blisterverpakking onduidelijke worstjes, twee witte puntbroodjes, twee hamburgers, een zakje voorgesneden uien, een fles barbecuesaus en zes blikjes bier. Nee, geen match. Goed eten voor hem, maar niet voor mij. Het beest in hem op mij loslaten met dit eten zal niet succesvol zijn. En andersom, zou ik het beest in mij succesvol op hem kunnen loslaten met mijn eten? In mijn mandje ziet hij: een rode biet, een doos diepvrieszalm, walnoten, een pak biologische yoghurt, glutenvrije muesli en een fles rode wijn. Goed eten voor mij, maar niet voor hem. Ik zal nog een keer naar de supermarkt moeten, wil ik deze man kunnen behagen...
En de overbuurman met zijn chili con carne? Die wilde mijn auto lenen. Maar ik heb geen auto. Geen pannetje eten dus voor mij.
geplaatst door RodeJas - 7876 keer gelezen
Vorige berichten
Soepel Bewegen
Bewegen is zo’n mooi woord, want het kan zoveel betekenen. Er is uiteraard letterlijk bewegen, maar ook figuurlijk.
Hoe je je door het leven beweegt, maar eigenlijk kan ook dat op meerdere manieren uitgelegd worden.
In beide gevallen kan het soepeltjes zijn, of niet.
De reden dat ik hieraan moest denken is dat ik de laatste tijd bezig ben met een nieuwe manier van bewegen. Letterlijk bedoel ik dan. Ik zet dan altijd op laag niveau in, eerst eens kijken hoe het uitpakt. En toen ik ontdekte dat het alsnog best tegenviel, overviel me de vraag, “wanneer is dat eigenlijk begonnen en hoe is dat gekomen?”
Eigenlijk wist ik niet echt een duidelijk antwoord. Het is iets wat erin geslopen is. En de oorzaak bestaat uit meerdere dingen. Eén ervan is een ongeval waarbij ik nekletsel opliep. Ik had jaren geleden al nekletsel opgelopen met een whiplash, dus het was beetje dubbelop.
Ik ontdekte dat ik een automatisme had ontwikkeld om mijn nek en hoofd zo min mogelijk te draaien. Als ik om moest kijken, deed ik dat dus meer vanuit mijn taille. Er zat een diepe angst op dat ik mijn nek en hoofd moest beschermen en dat ik dat kon doen door het zo min mogelijk te bewegen. Toen ik daar bewust van was, ben ik langzaamaan over die angst heen gekomen en nu speelt het me geen parten meer.
Maar omdat ik jaren beperkt ben geweest met bewegen en trainen omdat mijn schouders en nek zo snel op tilt sloegen bij de minste geringste belasting, is dat nog altijd een dingetje als ik wil sporten.
Anderzijds is er hypermobiliteit wat vroeger altijd handig was. Met Taekwondo kon ik daardoor heel hoog trappen, en hard ook, en bewegen was nooit een probleem.
Maar ergens is dat leuke van hypermobiel zijn omgedraaid en is het een probleem gaan worden. Gewrichtsbandjes zijn dan los waardoor je makkelijk last kunt krijgen. En als een gewricht per ongeluk een keer een tik heeft gehad, blijft het met wat pech lastig.
Mijn therapeute van lang geleden vertelde me dat hypermobiliteit met hormonen van doen heeft. En sja, alles bij elkaar bekeken begonnen mijn problemen met relaxt kunnen bewegen en sporten ook ergens in de perimenopauze.
Maar ik ben nu toch van plan door te zetten met mijn nieuwe manier van oefenen en bewegen. Dat gaat dan om fascia (bindweefsel). Dat wordt met de jaren stijver en stugger maar kun je ook weer soepeler krijgen en heel veel kracht uit halen.
Ter verduidelijking, het zit feitelijk overal in je lijf om spieren en zenuwen. Het is een beetje als een wet-suit wat stug en stijf kan zijn of soepel en sterk.
Maar sjonge, het is best pittig al merk ik wel dat ik vooruitgang begin te boeken!
De oefeningen lijken zo simpel en dan denk ik, “Oké, dat doe ik!” En dan blijkt dat ik waanzinnig slechte balans heb met op de bal van de voet en tenen staan. Ik moet er een stok bij gebruiken. Daar moet ik dan gewoon om grinniken. Over een tijdje sta ik gewoon stabiel!
En niet omdat ik bergen wil beklimmen of zo. Dat boeit me niet. Maar weer nét dat beetje soepeler bewegen, nét een tikkeltje sterker zijn.
Dan het bewegen in het leven. Sta je er soepel in, in staat met de stroom mee te bewegen, makkelijk door situaties te manoeuvreren of is het meer gespannen en stug?
Op zich een goede vraag. Misschien is het niet altijd het één of het ander is. Het kan ook per situatie verschuiven. Maar mogelijk zie je alsnog dat eentje de boventoon voert, dat je meestal één van de twee bent.
Dat speelt absoluut ook een rol in daten en relaties. Dingen als compromissen sluiten, niet persé je zin moeten hebben, niet de controle moeten hebben, met teleurstellingen om kunnen gaan, maar ook met spontane dingen om kunnen gaan. Het vergt allemaal beweging en soepel kunnen zijn.
In mijn leven heb ik dat momenteel niet in relatie omdat ik single ben. Behalve als mijn poesjes iets nodig hebben waardoor ik moet stoppen waar ik mee bezig ben. Zoals nu net kleine Meggie even aandacht kwam vragen. Dat is ook soepel kunnen reageren en in die zin mee bewegen in plaats van stug doorgaan met wat ik aan het doen ben en haar negeren.
Qua relaties kan ik er wel mee spelen in de boeken die ik schrijf. En in eerste instantie lijkt dat voorbeeld misschien wat plat, maar ik moet die karakters leven in blazen, me erin kunnen verplaatsen, hen kunnen voelen. Ook interactie moet ik kunnen voelen anders zijn het slechts getypte woorden. En net als met een schilderij, moet ook een verhaal bezieling hebben.
Het gekke met schrijven is dat ik een bepaalde richting op wil met mijn verhaal, maar dat na een tijdje het verhaal met mij aan de haal gaat! Net alsof de karakters iets anders willen. Ze zijn dan zo te voelen met een eigen persoonlijkheid dat ze soms een andere kant op willen bewegen dan ik had gepland.
En dan kom je weer op het stukje: beweeg ik mee of blijf ik bij mijn geplande route?
Het is wel ontzettend leuk om daar mee te spelen.
Om af te sluiten vind ik wat de trainer van de fascia oefeningen zei wel een mooie: Als je je balans dreigt te verliezen, moet je niet krampachtig proberen die terug te krijgen. Denk aan een kat. Die gaat ook niet krampachtig doen.
Soepel bewegen is soms simpelweg een stapje (opzij) zetten.
Een praatje
k moest verleden week in Hardenberg zijn en het kwam wel goed uit om er dan een herfstwandeling in de omgeving van de Overijsselse Vecht aan vast te knopen. Beginnend bij de stuw van Junne is een wandelroute uitgezet van een paar uur lopen, geknipt voor deze dag. Ik had er geen al te hoge verwachting van, het was bovendien bewolkt, dus ik had niet eens mijn camera meegenomen, wat achteraf wel jammer bleek. Want het was er prachtig en sereen, bomen en struiken volop in herfsttooi, een geruisloos feestje van neerdwarrelende blaadjes, de wegen en paden bedekt met een verse laag van organische confetti, een explosie van kleuren.
Het was een doordeweekse dag, maar toch waren er behoorlijk wat wandelaars op pad, ik was al diverse stelletjes tegengekomen. Het is een heel goed jaar om paddenstoelen te spotten, dat maakt het extra aantrekkelijk. Zo zat ik geregeld gehurkt bij een of andere zwam en dan wil het wel gebeuren dat iemand, die mij toevallig tegemoet loopt, nieuwsgierig is. Is daar wat bijzonders te zien? Nou ja, een zwam dus, geen zeldzame of bedreigde soort, maar evengoed een wonderbaarlijk stukje natuur. Het is maar wat je bijzonder vindt. Maar daar gaat het feitelijk helemaal niet om. Want het gaat erom dat er een aanleiding is om een praatje te maken. En het zijn meestal alleengaande wandelaars die zo’n gelegenheid aangrijpen.
Bijvoorbeeld een man van rond de vijftig met een goeiige uitstraling, gekleed in de bij fervente wandelaars gangbare Human Nature outfit: “Verderop staan ook mooie”. Ze groeien hier dan ook uitbundig, maar evengoed: “Bedankt hoor, is dat ook langs het Junnepad?” Nee, hij loopt het Pieterpad. Ah ja die loopt hier ook, vandaar natuurlijk de relatieve drukte. Hij is onderweg van Hardenberg naar Ommen, 22 kilometer! zegt hij niet zonder trots. Zo ontstaat er dus een gesprekje en voor je het weet wordt er een levensverhaal voor je opgedist. Want mensen die alleen wandelen hebben vaak wel een verhaal te vertellen hoe dat zo gekomen is.
Een eind verder zat ik weer gebogen over een stel roze hoedjes. Een vrouw van ook zo tegen de vijftig kwam van de andere kant aangelopen en hield in. “Mooi is het hier hè”. “Jazeker, we genieten van de herfst...”. Ik wilde mij alweer naar de aarde buigen maar ik merkte dat de dame een aarzeling had. Dus ik bedacht me en stelde de geijkte vragen. Zij was ook onderweg op het Pieterpad. Elke keer een klein stukje, nu het nog kon. Want door een slopende spierziekte zou het binnenkort niet meer mogelijk zijn. Het was erfelijk, ook haar zus was ziek, ze konden al niet meer samen wandelen. Ja wat kan je dan anders doen dan luisteren naar het verhaal, een paar bemoedigende woorden. Als we elkaar wat later weer een goed vervolg van de wandeling wensen weet ik niet eens hoe ze heet, geen gelegenheid gehad om mij voor te stellen.
Het maakt wel indruk, zo’n ontboezeming ergens op een bospad. Zomaar iemand die ontspanning zoekt in de natuur, maar die ook zoekt naar verbinding met een andere ziel. Contact maken is lastig maar een kleine aanleiding kan voldoende zijn. Zoals het fotograferen van een paddenstoel. :-P
Oktober
Wind en regen
Nu we geleidelijk het herfstgetij inglijden en we overal de prachtige kleurenpracht van de bladeren zien moet ik bekennen, dat ik altijd een beetje triest wordt van deze periode. De herfst overgaand in de winter. Een periode met weinig licht, donkere en korte dagen. Hoewel ik het gezellig maak in huis. Kaarsjes die weer branden , de verwarming aan, geeft mij ook wel weer een warm en knus gevoel. Maar iedere keer geeft het mij weer een afscheidsgevoel. Een afscheid van lange dagen, de zon die veelvuldig schijnt, makkelijk de deur uitgaan, zonder jas, sjaal en handschoenen. Het positieve is, dat ik weer uitzie en verlang naar een nieuw begin; De lente. Vandaar onderstaand gedicht.
Oktober
De bomen lijken te zweven,
te dansen op het ritme van de wind.
Standvastig de wortels,
ondergronds elkaar omstrengelen,
alsof men elkaar bemint.
De nog zware takken verliezen de gekleurde bladeren.
Doorheen de tijd heeft elk leven een eind en een begin.
Ze zouden mij hebben omarmd
wanneer ik zou vertellen, dat ik bemin.
Liefde kan alleen maar helen
na het afscheid bij verdriet en pijn.
Het kleurrijke eind van ieder blad
laat zien hoe waardevol leven kan zijn.
De takken kaal, de bomen gaan in rust de winter in.
Niet het eind, maar wachtend op een nieuw begin.
Weet dat ik bemin.
Liefs,
Monique