Steeds meer single 50-plussers
zondag 8 januari 2017

Volgens het CBS zijn er afgelopen jaar in totaal ruim 38.000 singles bij gekomen.
Waren er vijf jaar geleden nog ruim 1,4 miljoen alleenstaande 50-plussers, nu is dat inmiddels 1,6 miljoen.
Steeds meer 50-plussers vinden een nieuwe liefde online.
Zie ook http://nos.nl/artikel/2152077-steeds-meer-single-50-plussers-zien-ook-datingsites.html
geplaatst door Redactie - 7646 keer gelezen
Vorige berichten
De visser
Vanmorgen kreeg ik een interessebericht van een man die vissen als hobby heeft. Ik zag ook een foto in zijn fotogalerij waar hij lachend een grote vis omhoog hield. Hij had hem niet als profielfoto geplaatst, dus zag ik deze foto pas later. Nou weet ik bijna niks van hengelsport. Ja, ik weet dat je een vispas moet hebben om in Nederland in de binnenwateren te mogen vissen. In zee, ook vanaf de pier in Wijk aan Zee of IJmuiden mag iedereen vissen, daar heb je geen vergunning voor nodig. Daarmee houdt mijn kennis wel zo'n beetje op.
Ik had nog niet geantwoord op het interessebericht. Hij leek me wel een lieve man. Ik besloot eerst maar eens bij de grote visvijver te gaan kijken ongeveer 100 meter van mijn huis. Misschien kan iemand mij wat meer informatie over deze tak van sport geven. Wat schetst mijn verbazing? ik zag bij het water een grote tent staan met opzij daarvan een even grote uitgeklapte parasol, die op zijn kant was gelegd. De visser zelf was niet zichtbaar. Ik opende een van de vele hekken die de visvijver scheidde van de straat en liep naar de grote tent. De man stond onmiddellijk op, toen ik hem naderde en groette mij vriendelijk.
Mag ik U wat vragen(?) vroeg ik hem. Natuurlijk meid, wat wil je weten? Mag iedereen die een geldige vispas heeft hier komen vissen? Hij wees op een bord wat half tussen de bosjes stond. Nee, deze visvijver is alleen voor leden van de visvereniging, daar moet je lid van zijn. Tweede vraag : waarom heeft U zo'n grote tent, de meeste vissers hier hebben een kleine shelter, voornamelijk voor als het regent. Ik heb hier vannacht geslapen, zei hij, want de leden van deze vereniging mogen ook nachtvissen. Dat lijkt me best leuk, zei ik. En ook om 's morgens de zon te zien opkomen en daarna lekker in de natuur te ontbijten, zei ik, dat is weer eens iets anders.
Hij had 2 hengels uitstaan met een soort van kastje erbovenop. Kijk zei hij, als ik beet heb geeft dat kastje een seintje, ook in de nacht, dus ik kan blijven vissen, maar hoef niet wakker te blijven. Ik zal je laten zien hoe het werkt. Hij trok aan een touwtje en het kastje begon te piepen. Er brandde nu ook een klein groen lichtje. Het andere kastje heeft een rood lichtje, zei hij, dan kan ik meteen zien welke hengel beet heeft. Mag hier ook iemand met een dagpasje EEN dag komen vissen? vroeg ik hem. Nee, dat gaat niet, antwoordde hij, maar waarom wil je dat weten? Ik kreeg een kleur, maar besloot hem eerlijk te antwoorden.
Ik woon hier vlakbij en een aardige visser wil een date met mij. Ik heb bedacht dat het best origineel zou zijn als hij hier een paar uur komt vissen, want dit is een heerlijke plek. Bovendien is het dichtbij mijn huis. Ik kom dan gezellig erbij zitten met een kan koffie en gevulde koeken. Het lijkt me leuk om dat ook eens mee te maken. Nee lieverd, dat mag helaas niet, zei hij, eerst lid van onze vereniging worden. Je zal dus met hem bij de sloot moeten gaan zitten. Nee dat ga ik niet doen, dacht ik, maar dat zei ik niet tegen hem. Bedankt voor alle informatie, ik ga maar weer eens naar huis. Ik wens je een goede vangst. Niet zo hard van stapel lopen, dacht ik, je weet niet eens of hij daar wel zin in heeft. Toch maar gewoon eerst weer wat gaan mailen met die visserman, besloot ik...
Uitzicht
Wat zie je zoal, als je pal tegenover een strandopgang woont?
Badgasten, uitsluitend gehuld in badponcho. Hondenuitlaters, de locals. Moeders met en zonder kroost, met en/of zonder kindervervoermiddel. Kinderen in de leeftijd van zes tot pakweg zestien jaar. Soms lopend. Meestal gevaarlijk fatbikend. Jonge stelletjes. Oude stelletjes. Intergenerationele gezelschappen.
Hún uitzicht is een stuk minder interessant. Dat ben ik. Ze kijken altijd een beetje beschaamd, als onze blikken elkaar kruisen, maar ik zit daar nu eenmaal, met direct uitzicht op het duinpad.
Meer nog dan de variëteit waar ik absoluut van geniet, treft me de allesoverheersende overeenkomst. Hun mobiel.
Dat is hun uitzicht. Niet de herfst die zich ontvouwt. Niet de andere mensen die zich op dezelfde opgang bevinden. Hun perspectief op de wereld is het beeldscherm van hun mobiel, vaak ook nog met opzetborstels in. Waar en met wie ze ook zijn.
Plaatsvervangend zou ik bijna vergeten dat mijn uitzicht een ander is, in elk geval kan zijn, als ik daarvoor kies. Het langzaam dunner wordende bladerdek dat de lager staande zon meer ruimte geeft. De bomen die zich langzaam maar onvermijdelijk zeker in hun herfsttooi hullen. De wolkenluchten die zwanger zijn van zwaarder weer en de wind die bijna ongemerkt frisser waait.
Lief boekje
‘Gaat het een beetje met haar?’, appte hij.
‘Met haar die nu graag zou zitten nagloeien van een heerlijke wandeling maar die twee weken lang alleen maar twee keer per dag naar het huis van de kat is gelopen om hem van ontbijt dan wel avondeten te voorzien en daarna weer terug naar haar eigen huis?’ appte ik terug.
‘Ja, met haar.’
Hij had voorgesteld om zaterdag een strandwandeling te gaan maken, dé strandwandeling, ónze strandwandeling. En ik had zijn voorstel afgewezen omdat ik niet langer dan anderhalve kilometer pijnvrij kan lopen. ‘Just another raincheck’, was zijn reactie. Wat ik moest opzoeken. ‘Ja, just another raincheck.’ Plaats en tijd staan immers al zo lang vast.
‘En wie is er in staat een verliefdheid exact weer te geven?’ uit: Het ritsloze nummer, Erica Jong
Je zou toch zeggen dat ik tijd overhoud, zo zonder lange wandelingen, zonder ommetjes Cronesteyn, rondjes Singelpark, en zonder heen-en-weertjes Hortus. Maar nee. Ik heb zelfs geen tijd om boodschappen te doen. Laatst zat er niets anders op dan een vergeten meiraapje te eten, samen met de laatste spekjes en een handje slappe spinazie. Het meiraapje zag er nog goed uit, maar van binnen was het voos. Het zoog alle spekvet in de wok op. Wat een boeiend experiment is als recept van Jamie Oliver, maar niet als geklungel van mijzelf. Een kneep citroensap en een volle lepel kurkuma maakte het trouwens best eetbaar. Ik hou van kurkuma, het schijnt tegen ontstekingen te helpen. Maar dan had ik die slijmbeursontsteking toch niet moeten krijgen? Mijn fysiotherapeut ziet een verband tussen de ontsteking en de artrose in heup en onderrug. Hij gaat ermee aan het werk. Hij is ook bewegingswetenschapper, wat mijn vertrouwen in het werk van zijn handen vergroot.
‘Je moet nu eenmaal een hoop gezeik van mensen nemen als je ook de leuke dingen mee wilt maken.’ uit: Het ritsloze nummer, Erica Jong
En mocht het niet meer goed komen, dan kan ik altijd nog urenlang gaan roeien in de sportschool en mij vermaken met het uitzicht, met de mensen op het plein. Of gaan lezen. Echt veel lezen. In zo’n boekenkastje aan de straat, onderweg naar oppaskat Charly, vond ik ‘Het ritsloze nummer’ van Erica Jong. Een boek waar een minnaar ooit aan refereerde, zodat het in mijn hoofd was blijven hangen als een mooi boek. Er staan inderdaad welgevormde zinnen in, en rake observaties over het gedoe tussen man en vrouw dat we kortweg ‘seks’ noemen. Maar het is zo hard, zo liefdeloos. ‘Zout op mijn huid’, over de Parisienne en haar Bretonse visser, doordrenkt van zeewater en van ander vocht, is daarbij vergeleken een lief boekje.
En met haar komt het vast wel weer goed.