Knibbel knabbel knuisje, wie klopt er aan mijn huisje?
zondag 29 september 2019
In 1973 heeft Henk Elsink, een van onze beste cabaretiers een prachtig lied gecomponeerd en ook vaak zelf ten gehore gebracht. De leukste uitvoering van Kleine Johanna is een samenspel met het Metropole Orkest. Henk zingt het lied op een tangoritme en verhaspelt de tekst op een briljante manier, het orkest schuwt niet om er geluidseffecten aan toe te voegen, die het publiek in lachen doen uitbarsten. Juist die interactie tussen Henk en het publiek hebben deze versie gemaakt tot een van de juweeltjes van het cabaret.
In feite beschrijft Henk in zijn lied een alledaags gebeuren. Een dochter, opgegroeid in een beschermde omgeving, in een lief gezin, verlaat het ouderlijk huis, dat in een landelijk gebied staat. Je zou het zo plaatsen op de Noord Veluwe, de Bible Belt. Ze verhuist maar de grote stad en komt in aanraking met andere zeden, normen en waarden, die ze door mensen aangereikt krijgt, die ze in haar eigen dorp nooit zou ontmoeten. Haar ouders hadden haar zelfs daar nooit over verteld.
Al snel is ze haar lieve moeder (haar vader was al een paar jaar eerder overleden) vergeten. Omdat ze in de stad nog geen vast adres heeft kan haar moedertje haar niet bereiken, haar nieuwe vrienden leren haar een nieuw leven te leven. De spaarcentjes, die ze meegekregen heeft zijn al snel op. Een van die vrienden brengt haar op een idee: een nieuwe bron van inkomsten. In een “huis van plezier”.. Terwijl haar moedertje zucht: Kom weer terug, kleine Johanna.. Ze kijkt vaak door het venster. Al wie ze ziet, geen Johanna. Nadat Johanna weg ging viel er een gat in het bestaan van haar moeder.
Maar dan wordt er aan het huisje van moeder geklopt. Johanna staat voor haar deur. Kennelijk is het Johanna in den vreemde niet gegaan als ze gehoopt had. Haar moedertje is blij dat Johanna er is, haar dochter komt niet alleen op visite maar blijft ook bij haar wonen.
Het komt vaker voor dat iemand die volwassen is door allerlei omstandigheden terugkeert op het ouderlijk nest. In een groot aantal gevallen betreft het een tijdelijk inwonen bij een veelal bejaarde ouder; beiden hebben er gezelligheid aan en degene, die op straat kwam te staan is uit de brand. Een andere situatie is het, als de bejaarde vader of moeder ernstig ziek is en hulp behoeft, die niet op een andere manier geboden kan worden.
Toch kleven er gevaren aan deze constructie. Financieel: Als je gaat samenwonen wordt er op een AOW-uitkering gekort. Ook emotioneel en qua gedrag: als twee mensen op oudere leeftijd opnieuw samen gaan verkeren, anders dan in een liefdesrelatie kunnen er toch ook spanningen ontstaan, dagelijkse irritaties.
Iets geheel anders: Er kan altijd een moment komen dat een van beiden – meestal de jongste – tegen iemand aanloopt en dat er een klik is. Accepteert die nieuwe “vlam” de leefsituatie en hoe reageert de ouder op deze ontwikkeling? Ik weet dat dit regelmatig voorkomt onder singles, zonder zelf met een mening te komen zou ik jullie reacties graag willen horen!
geplaatst door Aktivo1 - 3959 keer gelezen
Vorige berichten
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.
Stijldansen, stijlvol dansen, de dans van je leven
Een zwierig verhaal.
Bij de profielbeschrijvingen op een datingsite kunnen (niet altijd verplicht) hobby’s ingevuld worden. Wie dat doet en het niet bij een liefhebberij laat, maar verschillende passies invult heeft een grotere kans dat iemand die dezelfde hobby’s heeft reageert dan wanneer dit aspect van een profielbeschrijving niet wordt benut.
Ik houd van dansen en dan bij voorkeur stijldansen. Foxtrot/quickstep, Engelse wals, Rumba en Cha cha vind ik fijn om te doen, hoewel ik een jive, bachata of merengue niet versmaad.
Het gaat bij stijldansen om goede afspraken tussen beide danspartners. Hoewel bij dansles geleerd is, dat bij stijldansen de man altijd leidt en de vrouw soepel moet volgen heb ik bij veel vrije dansevenementen ook ervaren, dat dit tegenwoordig geen wet van Meden en Persen meer is/. Soms zie ik bijvoorbeeld twee dames of twee heren met elkaar stijldansen. Dan zijn goede afspraken over wie de “herenpassen” en wie de “damespassen” gaat doen van belang.
Waar mannen stijldansen leuk vinden zou dat kunnen komen omdat zij de leiding mogen nemen bij de variaties, de draaien. Ik moet bekennen, dat ik bij veel dansjes wel de aangever ben, hoewel tegenwoordig ook mijn danspartners het initiatief nemen. Dan is er een ding belangrijk: een goede communicatie. Dat kan door een enkel woord of een afgesproken gebaar. Het is mogelijk, dat een aantal vrouwen dansen als salsa en rock en rol prettiger vinden dan bijvoorbeeld een foxtrot, omdat bij een salsa minder fysiek contact vereist is; wellicht vinden mannen om diezelfde reden stijldansen aangenamer.
Stijlvol dansen wordt zeker gewaardeerd. Een man vraagt op een hoffelijke wijze de dame. En na de dans, voordat beide partners gaan zitten of wanneer ze een andere partner ten dans vragen, even wederzijds een kleine buiging om je danspartner te bedanken is een mooie afronding.
Er is ook nog iets als de dans van het leven. Ideaal zou het zijn als in die dans, vooropgesteld dat het gaat om een dans van twee personen beiden gelijkelijk de loop van de dans bepalen. Natuurlijk zijn er omstandigheden die er toe bijdragen, hoe stijlvol die dans is. Tijdens het echte dansen is dat bijvoorbeeld de muziek bij de dans, die de dansers tot hogere prestaties kan voeren. Aan de andere kant zijn er muurbloemen, mensen die aan de kant zitten, die ook graag willen dansen. Soms nemen zij het heft in handen, ze tikken het danspaar op de schouders met de woorden: “Mag ik de volgende dans met u?”. In de levensdans zijn er natuurlijk ook mensen, die bij het zoeken naar een relatie buiten de boot vallen. Maar zij zullen niet zo snel bij een stel tussenbeide proberen te komen. Dat is ongepast.
Net als een dans heel harkerig kan verlopen is de levensdans niet altijd een vloeiend gebeuren. Het is uiterst pijnlijk als ik op de teen van de ander stap. Onlangs danste ik met een dame die haar dansschoenen vergeten had, toen wilde ze persé op haar kousen dansen. Gelukkig ging het goed. In het leven is het verstandig je goed te beveiligen met “stevige schoenen”, die toch elegant zijn, maar waardoor je het risico niet loopt dat je pijn hebt als iemand een verkeerde pas maakt.
Ook in het leven helpt het als je jouw dans stijlvol doet. En, je partner bedankt als de dans ten einde is. Het afscheid hetzij bij scheiding, dan wel beëindiging van de vriendschap of na een zware ziekte kan in verschillende vormen plaatshebben. Als er toch op de tenen getrapt wordt, hoe reageren beide partners op elkaar? Sorry, is dat genoeg? Er zijn zoveel mogelijkheden te excuseren of om iemand te kwetsen, en dat is nog wel wat erger dan een stap op een teen.
Ik wens iedereen een mooie levensdans toe, na een middag of avond dansen is er, net als bij het skiën apres ski ook apres dance. Bij een levensdans is het af en toe ook goed even te evalueren… Wat ging goed en wat kan nog beter? Ook dat kan gezellig zijn.