Ikke zelf doen!
vrijdag 8 november 2019
Ik kan mijn leven in een aantal fasen verdelen: Baby. kleuter, kind op de lagere school, tiener, jongvolwassene, middelbare leeftijd, gepensioneerd, bejaard. De eerste paar fasen en de laatste fase kunnen, let wel kunnen!, gepaard gaan met een beperking in wat ik zelf kan of mag doen. Ook in andere leeftijdsfasen bots ik tegen die beperking aan. Het hangt sterk af mijn karakter hoe ik daarop reageer.
Omdat elkeen als ie jong is enerzijds onvoldoende kennis heeft van de meest basale acties maar aan de andere kant graag ouderen om zich heen wilt nadoen kan dat heel verschillende resultaten hebben. Een jongetje, dat zijn vader zich zag scheren, met een scheerkwast, scheerschuim en een Gilette mesje, vond dat hij dat ook maar eens in de praktijk moest brengen. Fluks pakte hij het houdertje, waar de mesjes in moesten (gelukkig waren de mesjes elders opgeborgen), een scheerkwast en naar hij dacht een pot scheerschuim. Helaas, toen hij vol trots aan mama en pap verkondigde: “Kijk mam en pap, ikke ook schere” zat zijn gezicht vol met zwarte strepen. In het potje zat namelijk schoensmeer… De roetveeg piet bestond toen ook dus al…
Wanneer ouders hun spruit willen leren hoe ze bepaalde handelingen moeten verrichten hangt het af van de ingeboren eigen wil van het kind, hoe lang het duurt totdat dit zegt: Ikke zelf doen. Hoe ouder een kind wordt, des te vaker zal die situatie zich afspelen. Met vallen en opstaan wordt je volwassen.
Door internet is iedereen de afgelopen decennia veel dingen zelf gaan doen, waarvoor men vroeger de boer op moest. Het betekent dus, dat ook volwassenen voor veel gebeurtenissen in ons leven minder afhankelijk van derden zijn geworden. Pas bij ernstige ziekte of hoogbejaard zijn moet men zich nolens volens weer toevertrouwen aan de zorg van anderen.
Wat is het soms moeilijk om toe te geven dat iemand zelf niet alle kennis, vaardigheden of ervaring heeft voor sommige klussen. Er dreigt dan een conflict met een naar mijn mening misplaatst schaamtegevoel. Natuurlijk is dit individueel verschillend. Een aantal mensen zal het als een uitdaging beschouwen om bijvoorbeeld zelf hun huis te schilderen, ook als zij dat vroeger nog nooit hebben gedaan. Wie een goed gevulde beurs heeft en ook geen zin om te klussen gaat dit uitbesteden aan een gerenommeerd bedrijf of aan een klusjesman (of -vrouw).
Grappig is het, als je kijkt hoe dit nu met zoeken naar een relatie gaat. Er is een tijd geweest dat huwelijksmakelaars en relatiebureaus in zekere mate naast de spontane ontmoetingen veel klandizie hadden om mannen aan de vrouw en vrouwen aan de man te brengen.
Internetdating is veeleer iets van “Ikke zelf doen!”. Hoewel, voor het opstellen van een profiel en het maken van goede foto’s is er niks mis met enige hulp van buiten.
Maar het advies, wat de aloude relatiebureaus gaven, en de begeleiding ontbreken bij de datingsites. Oh ja, de sites verstrekken desgewenst overzichtjes van matches. Ik heb de indruk, dat de meeste daters zich daarvan weinig aantrekken, net als van de tips…
Misschien is het wijs, om waar nodig te luisteren naar goede raad; de beste stuurlui staan natuurlijk altijd aan de wal, maar toch..
geplaatst door Aktivo1 - 3940 keer gelezen
Vorige berichten
Samen
Nu binnenkort steeds dichterbij komt en vroeger ook,
komt alles samen. Ik heb steeds minder tijd of is dat de eeuwigheid?
Dat alles wat er is, kan, zal zijn en was, er is op één moment? Ik weet het niet.
Weet wel dat vroeger samen vroeger was en dat back to the future een film is.
Maar misschien is dat het geheim van mijn toekomst, hem loslaten, mijn beeld ervan, jou niet meer laten figureren in deel vier van de trilogie.
Samen straks bestaat niet, nu niet, nog niet. We hebben tijd, een eeuwigheid. Om gewaar te zijn, te worden van ons ontstaan, bestaan, vergaan. Ook dat hoort bij de eeuwigheid.
Zullen we ons de eeuwigheid inschieten? Eens kijken waar het eindigt? Oud? Nieuw? Samen?
Alleen met kerst
Hoe lang zal het nog zal duren dat er vrijwilligers van een of andere liefdadigheidsorganisatie aan de deur staan om naar mijn status te informeren? Of ik misschien eenzaam ben, als alleenstaande oudere man, nu tiijdens de donkere dagen rond Kerst? En dat ze mij vriendelijk en welgemeend zullen wijzen op de wekelijkse kaartspelavond, de schaakclub, de schilderklas of anders de gezamenlijke maaltijd in het buurthuis? Niet dat ik daar iets op tegen heb hoor, ieder zijn ding en ik juich het alleen maar toe als mensen elkaar daarin vinden. Het punt is dat ik graag vanuit interesse aan een activiteit wil deelnemen, niet om eenzaamheid te bestrijden. Dus in die zin ben ik blij dat ik mijn eigen gang kan gaan en hopelijk blijft dat zo. Maar wie weet zoek ik nog wel een keer aanlsluiting bij een leesclub, of ik begin er zelf een.
Nee, meer dan een bescheiden winterdipje heb ik niet te duchten. Ik mag mezelf gelukkig prijzen met een paar lieve mensen die om mij geven, bij wie ik mij geborgen kan voelen ook al lopen we de deur bij elkaar niet plat. En een netwerk dat weliswaar afbrokkelt maar voorlopig nog wel perspectief biedt. Natuurlijk zijn er momenten dat ik een partner mis, dat ik bijvoorbeeld een receptie maar oversla omdat ik geen zin heb om er in mijn eentje naar toe te gaan. Maar zolang er fijne ontmoetingen zijn om naar uit te kijken hoor je mij niet klagen. Er zijn genoeg aanknopingspunten om een zinvol en expressief leven te leiden, ook en misschien wel juist als je alleenstaand bent. Je moet er wat harder voor werken, denk ik, want een aantal dingen zijn een stuk minder vanzelfsprekend. Daar krijg ik dan wel weer verrassende of leerzame ervaringen voor terug.
Ik begrijp natuurlijk wel dat allenigheid best moeilijk kan zijn voor mensen die betere tijden hebben gekend, toen hun geliefde partner er nog was, of toen de kinderen, nu uitgevlogen, nog geen eigen nest hadden. Toen de toekomst nog in kannen en kruiken leek te zijn. Herinneringen kunnen een mens behoorljjk parten spelen op zulke momenten waarop familie en samenzijn centraal staan. Ik ben ook wel eens alleen rond de feestdagen en ook al heb ik heb er niet heel veel last van, ik ontkom toch niet helemaal aan het dubbele gevoel van het had ook anders kunnen zijn...
.
Dit jaar ben ik uitgenodigd voor een kerstdiner bij vrienden. Dat zou ik niet zo gauw doen, omdat ik vind dat kerst toch vooral een familiefeest is. Maar ik ben deze keer omgepraat en mijn zoon gaat ook mee dus dan mag het. Ongetwijfeld zal de gastvrouw zich veel moeite getroosten om er een memorabele avond van te maken, met heerlijk eten, geserveerd met het mooiste servies. Ik zal mij uitputten in dankbaarheid voor zoveel weelde. En de gastheer zal mij verzekeren dat het geen gewoonte is om er zo’n werk van te maken, dat ze in het dagelijkse leven ook van doe-maar-gewoon zijn, dat het dat het mooie porcelein maar hoogst zelden op tafel komt. Alleen met kerst.
Waar gaan we in het nieuwe jaar naar toe?
In de jaren ’50 en ’60 van de twintigste eeuw vormde deze zin het begin van het afsluitende lied van de jaarlijkse oudejaarsconference van Wim Kan. Door zijn fabuleuze vermogen om heel goed en integer in te spelen op de actualiteit, door zijn milde humor en door zijn persoonlijkheid is Wim naar mijn mening een van de beste conferenciers van ons land, zo niet de beste.
In de tijd van de oudejaarsconferences van Wim zaten mijn vader, mijn moeder en mijn zusje altijd bij de radio (we hadden toen nog geen tv). De “Oh ja” kreten waren niet van de lucht. Als de conference uitgezonden werd zaten ook veel politici gespitst te luisteren, er wordt beweerd, dat zij het vreselijk vonden, als zij ontbraken in de teksten van Wim. Wim en zijn echtgenote Corry Vonk hebben veel prachtige stukjes cabaret nagelaten. De titel van deze blog is een vraag, die verschillend geïnterpreteerd kan worden.
Als ik het algemeen houd, dus in de “we” (waar gaan we naar toe) - vorm kan ik mij niet onttrekken aan de onzekere tijden en verwachtingen. Ik wil niet somberen, maar als ik het nieuws volg wordt er voor 2026 weinig positiefs verwacht. Mag ik daarnaast en vooral kijken naar wat een ieder van ons voor hem of haar in ons persoonlijk leven verwacht? Heb ik / heb jij een doel voor ogen? Staat er op de kalender of in de agenda van volgend jaar al iets met stip genoteerd? Of laat ik het maar gebeuren, over mij heen komen?
Er zijn ijkpunten, die een vaste plek op de kalender hebben: De verjaardagen, een geplande verbouwing, voor sommigen een vaste oppasdag, voor diegenen, die nog in het betaalde arbeidsproces verkeren de dagen, waarop zij vrij zijn. Anderen hebben al een dag aangestipt waarop hun zoon of dochter gaat trouwen of de dag, waarop hun dochter of schoondochter uitgerekend is. Of een heel mooi concert, waarvoor ik al maanden geleden een kaartje heb bemachtigd.
Veel toch wel belangrijke gebeurtenissen kunnen wij – kan ik niet van tevoren aanstrepen op de kalender. Als ik hoop iemand te ontmoeten met wie ik de rest van mijn leven samen kan zijn, dan is er geen datum ergens in het jaar bekend. Als anderzijds mijn relatie op de klippen dreigt te lopen, dan weet ik niet of en zo ja wanneer dat speelt. Hoop op en uitkomst van wat ik verwacht, die twee aspecten corresponderen meestal niet met elkaar.
Het refrein van het lied van Wim Kan speelt nu wel door mijn hoofd. Met het gevaar, dat dit voor een stukje onzekerheid zorgt. Zou het helpen als ik op mijn agenda eens probeer positieve dingen neer te schrijven? Het plan voor een of twee bijzondere vakanties. Nadat ik de evenementenagenda’s heb afgestruind, even vermelden wat er gaat komen en dan zodra het kan kaartjes bestellen?
Er is ook nog iets als goede voornemens. Als ik het afgelopen jaar de revue laat passeren moet ik tot mijn schaamte bekennen, dat ik vaak de plank heb misgeslagen, fouten heb gemaakt, die ik voor een groot deel had kunnen voorkomen. Jammer, dat ik die blunders niet ergens heb opgeslagen. Gelukkig waren er ook geslaagde zaken in 2025.
Ik wens iedereen een mooi, verrassend en positief 2026 toe!