FWB: Friend with Benefits.
donderdag 13 februari 2020
Als ik een Engelse term vertaal in het Nederlands is het niet genoeg alleen de woorden met behulp van Google translate om te zetten in onze taal. Hoewel destijds, toen ik nog op de middelbare school zat, nog geen sprake was van Google en computers in hun kinderschoenen stonden probeerde een leraar Engels mij al duidelijk te maken, dat zijn leerlingen creatief met zijn geliefde taal om moesten gaan.. Een goede woordenschat en kennis van de grammatica zijn niet voldoende, hij leerde zijn leerlingen om ook te kijken in welk verband de woorden staan. Het Nederlands heeft die moeilijkheid ook, denk maar aan de vele homoniemen, gelijkluidende woorden met een verschillende betekenis.
Voorbeeldje? Het woord keer betekent iets geheel anders in een zin “Ik keer terug” dan in “Ik heb drie keer geprobeerd te stoppen met roken”.
De laatste jaren duikt de afkorting FWB op in datingland. Friend With Benefits. Dat zou ik dus vertalen kunnen met : Een vriend met voordeeltjes. Ik ben meer geneigd naar: Wel de lusten maar niet de lasten. Zo zou mijn leraar Engels als hij nog geleefd had dit ook willen zien. Een andere term is Vriendschap plus.. Vriendschap met wat extra’s,
Is er gevoelsmatig een verschil tussen die vrije vertalingen van FWB en de letterlijke interpretatie? Bij FWB lijkt het mij, dat beide “partners” vrij blijven, geen verplichtingen aangaan en wel bepaalde leuke dingen met elkaar delen, (vooral het bed?) en alles op basis van gelijkwaardigheid, maar bij “Wel de lusten niet de lasten” krijg ik het gevoel, dat één van beiden in hoofdzaak de lasten draagt en de ander daar van profiteert. In dat geval is de gelijkwaardigheid ver te zoeken.
In het alleraardigste boekje “Wie is u?” van Rob Benjamens en Jan Peter van Doorn worden in 46 hoofdstukjes evenzo vele karakters beschreven of zo u wilt gedragswijzen van mensen in het sociale verkeer. De schrijvers proberen aan de hand van allerlei voorbeelden de lezer te prikkelen om te onderzoeken, tot welke groep consumenten hij of zij behoort. Er zijn bekende typetjes, zoals de ASO’s, Hippies, Yuppies. Aan een groep moest ik bij deze blog denken: de Woppers.
Woppers bestaan eigenlijk alleen uit mannen. Of dit nu heren zijn met FWB hoog in het vaandel of met het motto “Wel de lusten, niet de lasten” is nog de vraag. Misschien is tussen deze twee gedragswijzen nog een schemergebied. In het boekje wordt een wopper beschreven als een wolf in schaapskleren. Immers, Woppen is niet anders dan de afkorting van Wippen, ontbijten en pleite (ofwel: weg wezen). Voor een wopper en speciaal voor de vrouw die met hem in contact komt ligt er geen serieuze relatie in het verschiet. Het is dus een eenmalige “ontmoeting”. Tja, wie wil dat? Lezers zullen mij zeggen: Daar ben je toch zelf bij? Dat moet ieder voor zich weten. Natuurlijk is dat zo, en toch geloof ik, dat er vooral dames zijn, die een sprankje hoop koesteren dat zo’n contact een vervolg krijgt..
Hoewel het boekje ruim 30 jaar geleden op de markt kwam heeft het niets ingeboet aan actualiteit. Ik heb het met plezier gelezen! Ook ik probeerde mijzelf in één van de 46 hokjes van Rob en Jan Peter te plaatsen. Dat lukte niet, wel heb ik aspecten uit de hoofdstukjes herkend. Wie het boekje leest zal dit ongetwijfeld ook doen.
geplaatst door Aktivo1 - 7181 keer gelezen
Vorige berichten
Kerstmarkt : Mensen bekijken en horen even over de grens
Toen ik een gratis bustochtje in de schoot geworpen kreeg ging het allemaal net ietsje anders dan gepland. Op zaterdag 29 november stond ik om half 8 ’s ochtends klaar voor een bus, die mij naar Oberhausen zou brengen, voor de kerstmarkt. Door een miscommunicatie van de reisorganisatrice met de buschauffeur kwam het vervoer bijna twee en een half uur later.
De rit verliep verder perfect, op een paar keer “Stau” na. Vond het wel apart dat de info in de bus in het Nederlands en Turks gedeeld werd… Bij aankomst in Oberhausen kregen we allemaal een envelopje met een kerstkaart, en daarin € 10,- als goedmakertje voor de vertraging.
Een kerstmarkt is leuk maar niet om er een halve dag te vertoeven. Na de koffie met apfelstrudel (daar was ik om een uur echt aan toe!) wandelde ik via een megagroot reuzenrad, een sneeuwrodelbaan voor kinderen en de Eiswelt naar het winkelcentrum Westfield Centro, het grootste winkelcentrum van Duitsland. Bedoeling is natuurlijk dat je daar naar toe gaat om te shoppen; maar ik koos voor het inademen van de sfeer. Ik vond een plekje op een uiterst comfortabele bank op de eerste etage Van daaruit had ik prima zicht op de benedenetage en vooral op alle passanten. Vaak hoorde ik Nederlands spreken om mij heen, voelde me niet echt als in “Die Heimat”.
Maar het is dus wel genieten van de mensenstroom die op gelijke hoogte en zes meter lager langs schuifelde, Ik had niet de indruk dat iedereen er gericht op zoek was naar iets speciaals, een koopje (?). Toch zeulden velen goed gevulde tassen met zich mee. Het geheel deed Amerikaans aan, en het herinnerde aan mijn bezoek aan Californië begin december 2010, waar ik in zo’n winkelcentrum overspoeld werd door kerstklanken. De sfeer was er vandaag prettiger dan in Hoog Catharijne in Utrecht.
Wat zou al die mensen bewogen hebben hun zaterdag daar door te brengen? Ik zag veel stelletjes en complete gezinnen op zoek, ja, naar wat? Leuk is dat het gezelschap links en rechts van mij op de bank niet steeds hetzelfde was. Een paar Hollanders, een Duits echtpaar. Ik begon trek te krijgen in de glühwein, die zou ik in de kerstmarkt zou moeten scoren. Ik genoot van het mensen bekijken, in dat opzicht kwam ik in het winkelcentrum ruimschoots aan mijn trekken, mijn tong wilde ook aan zijn trekken komen
Naast mij namen twee jonge dames plaats met een leuke doosje met de tekst “Cookie Couture” Nu weet ik wel wat Haute couture voorstelt, maar een Cookie Couture? (ik haat Cookies op internet). Een van beiden opende het doosje, er zat een chocolade brownie - koekje in en bij gebrek aan bestek hapten ze beiden om beurten een stuk van deze lekkernij af.
In elk geval motiveerde mij dit om nogmaals naar de kerstmarkt te gaan om aan de verlangens van mijn inwendige mens enigszins tegemoet te komen. Zoals gezegd gedaan, eerst een glas glühwein, heerlijk warm, en als alternatieve maaltijd een bak gepofte krieltjes met saus. Zo kon met een gevulde maag de terugrit een aanvang nemen. Die verliep zonder horten en stoten, tenminste? Omdat de roots van zowel de chauffeur als een deel van de inzittenden kennelijk in Turkije lagen was de muziek van de intercom deels op deze cultuur afgestemd, in plaats van de overbekende Merry Christmas en Jingle Bells songs.
Enkele dames werden door deze muziek geïnspireerd om te bewegen; zij begonnen in het bovenste deel van de bus op het gangpad te dansen. Dat kon de chauffeur niet waarderen, vanwege de gevaren die dit met zich meebrengt in een rijdende bus op de snelweg. Hij moest derhalve deze lady’s even tot de orde roepen.
Ik vond het een grappige dag, die toch wat anders verliep dan ik eerst had gedacht. Hierdoor heb ik met twee cultuuruitingen kennis kunnen maken. Ik had als het ware een date met de Duitse kerstsfeer en de manier, waarop mijn medelanders zich kunnen vermaken. En aan het begin van de dag heb ik geleerd dat er niets mis is met een beetje geduld uitoefenen, mij te laten verrassen en aan te passen aan de omstandigheden.
Op Things2share probeer ik nog wat beelden van deze dag te plaatsen.
Onder Een Dekentje
Zo leef je je leventje, beetje dit, beetje dat, en actief op datingsites. Zo word je afgeleid door de brief van de overheid over een noodsituatie en een noodpakket hebben.
Doorgaans spreekt men dan over 72 uur, maar wat als het nou langer duurt?
Noodsituatie of niet, als het langer duurt, komen mensen ook weer in een bepaald ritme van (over)leven, inclusief behoefte om samen te zijn, warmte en liefde te ervaren. Dat zit toch in de mens ingebakken.
Wie weet zouden er juist uit zulke situaties relaties kunnen ontstaan. Er kan binnen de gemeenschap waarin je woont meer saamhorigheid komen, een elkaar-steunen-dynamiek. Ik denk zelfs op plekken waar men normaal meer op zichzelf gericht is, zoals in het dorp waar ik woon.
Vandaar uit weet je maar nooit. Kun je spontaan iemand tegenkomen met wie het super klikt.
Nee, ik wil het niet romantiseren, absoluut niet. Ik denk dat niemand zit te wachten op zo’n situatie, ik in ieder geval niet, en al helemaal niet als het langer zou duren dan 72 uur.
Dus ik wil het niet voordoen als de nieuwe manier van partner vinden of zo.
Maar ook tijdens de laatste oorlog in ons land werden er toch ook kindertjes geboren.
Al zal naar ik schat de grootste geboortepiek rond februari 1946 zijn geweest, negen maanden na de bevrijding van Nederland. Toen waren er naar wat ik begrepen heb nogal wat ‘vreugde alliances’ met onder andere Canadese soldaten.
Het gekke is dat ik ergens toch een noodsituatie associeer met alleen zijn, niet met samenkomst van buren of buurtgemeenschap. Als ik daarover nadenk, voelt dan dan toch niet leuk. Gek ergens, omdat ik nu als single ook veel alleen ben.
En doorgaans heb je als single ook niet veel aanraking en knuffels in je leven. Het is puur mentaal dat je dat in een noodsituatie anders zou ervaren, maar wel weer logisch omdat je dan in een survival modus zit. Dan heb je ook weer meer aanraking, contact, warmte nodig om je wat beter te voelen.
Stel nou dat je al wel aan het daten bent als we in zo’n situatie zouden komen, en dan langer dan 72 uur. Of je ontmoet dan toch in je gemeenschap onverwachts iemand.
Wat ga je dan doen? Wat kun je doen?
Net als tijdens de pandemie geen restaurants en caféetjes open.
Toen zat ik ook al te kijken. Ik voelde me net klaar om weer fijn te gaan daten, maar het was winter en alles was gesloten. Je kon nergens heen. Om buiten in de kou te gaan zitten of wandelen, loop ik niet warm van.
Je kunt natuurlijk ook samen onder een dekentje zitten in de tent in je woonkamer, opgezet om een kleinere ruimte te hebben om warmer te blijven.
Samen lekker dineren met koude soep, koude groenten en vlees uit blik en als toetje een mueslireep.
Als je wat luxer wilt kun je ook een MRE-maaltijd op tafel zetten, of beter gezegd, uit het handje uit de foliezak opeten terwijl je samen onder een dekentje in je tentje zit.
Dan heb je in ieder geval warm eten.
En een kopje oploskoffie na. Met houdbare melk erin.
Zoiets zou nog romantisch kunnen zijn als je ergens in de wildernis in een mooie omgeving aan het kamperen was met een prachtige zonsondergang erbij.
Al zou ik dan wel een goed warm vuur voor mijn neus willen ook, haha. Ik hou niet van kou.
In de wildernis zou dat ook prima kunnen. Ik heb ergens nog een Ray Mears firestick om vuur te maken. Maar eerlijk is eerlijk, lucifers of een aansteker zijn een stuk makkelijker!
Voor nu in deze tijd ben ik van plan een klein petroleumkacheltje aan te schaffen. Kan maar slecht binnen een open vuur maken. Al zou het verleidelijk zijn als je verrekt van de kou!
Maar met een zo’n kleiner kacheltje voor een noodsituatie kan ik veilig en lekker warm in de tent in de woonkamer zitten. Zowel alleen of met een leuke -nog te ontmoeten- man.
Ik bedoel dit alles een beetje luchtig, maar toch met een serieuzere ondertoon erbij.
Ik maak me niet al te druk, leef niet in angst. Maar je moet ook weer wel de voetjes stevig op de grond houden en wat er mogelijk speelt niet negeren.
En stel dat er iets gebeurt en het duurt ook wel langer… dan nog heb ik geen zin de rest van mijn leven alleen te zijn. Ik wil alsnog een fijne partner.
Hoe dan ook, zo maar eens boodschappen doen. Dingen gewoon voor nu, zodat ik vanavond mijn warme chocolademelk heb bijvoorbeeld. Maar toch ook weer eens beginnen met de ‘stel dat’ spulletjes.
Er moet ook onder het dekentje in de tent in de woonkamer wat te eten zijn als die ‘stel dat’ situatie voorkomt.
Lekkere koude soep en zo. Maar honger maakt rauwe bonen zoet. Zegt men.
Pluspunt: als ik dat kleine kacheltje koop, kan ik daar ook eten op warm maken!
Het wordt warme soep dus.
En hete oploskoffie.
Daar moet je toch best een leuke kerel mee kunnen verleiden! In een noodsituatie dan.
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.