Opgeruimd staat netjes
vrijdag 21 februari 2020

Deze blog had ik al gemaakt, maar blijkt nu een goede aanvulling van de blog van Paulaa..
Opgeruimd is netjes, dat vinden we alle twee!
Opgeruimd staat netjes, doet u met ons mee?
Het voorjaar is bij uitstek het jaargetijde om binnen in huis orde op zaken te stellen. Waar in de zomer vaker aan de buitenkant van ons huis gewerkt wordt lenen de lagere temperaturen binnenshuis zich voor binnen-schilderwerk, een grote schoonmaak en voor opruimen. Dat laatste is geen woord, dat ik op voorhand met plezier in mijn agenda vastleg. Opruimen is ronduit vervelend.
Ik ben dus niet echt enthousiast als ik aan een grote opruimklus begin. Toen ik ruim een jaar geleden met mijn verenigingswerk stopte was dat een mooie aanleiding om wat kasten leeg te maken en zaken over te dragen aan mijn opvolger als secretaris. Bij die actie ontdekte ik nog meer overbodige zaken die ook rijp waren voor het “grijs archief”. En zowaar, ik kreeg in huis meer ruimte voor wezenlijk belangrijke zaken.
Meer dan eens moest ik in mijn leven nog een andere schoonmaak ter hand nemen. Ongemerkt sluipen er mensen naar binnen; ik heb ze een tijdje toegelaten, maar op den duur ben ik tot de conclusie gekomen, dat ik ze kan missen als kiespijn. En misschien zijn ze ook niet gelukkig met mij. Ik bleef als het ware om ze heen darren, zonder de knoop door te hakken en zonder een einde aan het contact te maken.
Het onplezierige is, dat er eerst iets veelal negatiefs moet gebeuren, waardoor ik de knoop kan doorhakken. Een woordenwisseling, over een al lange tijd bekend verschil in opvatting over religieus-spirituele zaken en een andere visie over medische problemen, deed mij besluiten iemand, die ik zeven jaar geleden ontmoet had niet meer te willen zien.
Ik vind, dat het verbreken van zo’n “vriendschap” geoorloofd is als voortzetting een van beiden of allebei in een of meer opzichten beschadigt. Die afweging valt niet mee! Ik durf anderzijds niet te beweren, dat het plaatsen van een punt achter een “verkeerde” vriendschap een oplossing is, waar ik met voldoening op terug kan kijken.
Toch voel ik me wel opgelucht nu ik het hierboven genoemde besluit heb genomen. Voor een goed begrip, het was niet iemand die ik van deze site ken en dus ook niet iemand met wie ik jaren geleden een date had…
Binnen een kring van kennissen kan het gebeuren, dat bepaalde mensen ongemerkt uit mijn gezichtsveld verdwijnen. Slechts af en toe (gelukkig) moet ik abrupt zeggen: Tot hier en niet verder. En ja, dan is het einde oefening. Misschien is zo’n snel besluit beter dan nog lang iets te laten voortmodderen. In zo’n situatie ga ik ook niet marchanderen, niet onderhandelen; als ik de uitkomst eigenlijk al op voorhand weet ga ik er geen energie meer in steken.
Ook opruimen kost energie, het doorstrompelen op een weg vol hobbels, waar van alle kanten gevaren dreigen, is nog meer vermoeiend. Dan is het beter even de schouders er onder te zetten, de last op te nemen en de narigheid van je af te werpen.. Wie herkent dit alles? Ik denk eigenlijk dat iedereen meer dan eens in dezelfde situatie heeft verkeerd…
geplaatst door Aktivo1 - 3440 keer gelezen
Vorige berichten
Soepel Bewegen
Bewegen is zo’n mooi woord, want het kan zoveel betekenen. Er is uiteraard letterlijk bewegen, maar ook figuurlijk.
Hoe je je door het leven beweegt, maar eigenlijk kan ook dat op meerdere manieren uitgelegd worden.
In beide gevallen kan het soepeltjes zijn, of niet.
De reden dat ik hieraan moest denken is dat ik de laatste tijd bezig ben met een nieuwe manier van bewegen. Letterlijk bedoel ik dan. Ik zet dan altijd op laag niveau in, eerst eens kijken hoe het uitpakt. En toen ik ontdekte dat het alsnog best tegenviel, overviel me de vraag, “wanneer is dat eigenlijk begonnen en hoe is dat gekomen?”
Eigenlijk wist ik niet echt een duidelijk antwoord. Het is iets wat erin geslopen is. En de oorzaak bestaat uit meerdere dingen. Eén ervan is een ongeval waarbij ik nekletsel opliep. Ik had jaren geleden al nekletsel opgelopen met een whiplash, dus het was beetje dubbelop.
Ik ontdekte dat ik een automatisme had ontwikkeld om mijn nek en hoofd zo min mogelijk te draaien. Als ik om moest kijken, deed ik dat dus meer vanuit mijn taille. Er zat een diepe angst op dat ik mijn nek en hoofd moest beschermen en dat ik dat kon doen door het zo min mogelijk te bewegen. Toen ik daar bewust van was, ben ik langzaamaan over die angst heen gekomen en nu speelt het me geen parten meer.
Maar omdat ik jaren beperkt ben geweest met bewegen en trainen omdat mijn schouders en nek zo snel op tilt sloegen bij de minste geringste belasting, is dat nog altijd een dingetje als ik wil sporten.
Anderzijds is er hypermobiliteit wat vroeger altijd handig was. Met Taekwondo kon ik daardoor heel hoog trappen, en hard ook, en bewegen was nooit een probleem.
Maar ergens is dat leuke van hypermobiel zijn omgedraaid en is het een probleem gaan worden. Gewrichtsbandjes zijn dan los waardoor je makkelijk last kunt krijgen. En als een gewricht per ongeluk een keer een tik heeft gehad, blijft het met wat pech lastig.
Mijn therapeute van lang geleden vertelde me dat hypermobiliteit met hormonen van doen heeft. En sja, alles bij elkaar bekeken begonnen mijn problemen met relaxt kunnen bewegen en sporten ook ergens in de perimenopauze.
Maar ik ben nu toch van plan door te zetten met mijn nieuwe manier van oefenen en bewegen. Dat gaat dan om fascia (bindweefsel). Dat wordt met de jaren stijver en stugger maar kun je ook weer soepeler krijgen en heel veel kracht uit halen.
Ter verduidelijking, het zit feitelijk overal in je lijf om spieren en zenuwen. Het is een beetje als een wet-suit wat stug en stijf kan zijn of soepel en sterk.
Maar sjonge, het is best pittig al merk ik wel dat ik vooruitgang begin te boeken!
De oefeningen lijken zo simpel en dan denk ik, “Oké, dat doe ik!” En dan blijkt dat ik waanzinnig slechte balans heb met op de bal van de voet en tenen staan. Ik moet er een stok bij gebruiken. Daar moet ik dan gewoon om grinniken. Over een tijdje sta ik gewoon stabiel!
En niet omdat ik bergen wil beklimmen of zo. Dat boeit me niet. Maar weer nét dat beetje soepeler bewegen, nét een tikkeltje sterker zijn.
Dan het bewegen in het leven. Sta je er soepel in, in staat met de stroom mee te bewegen, makkelijk door situaties te manoeuvreren of is het meer gespannen en stug?
Op zich een goede vraag. Misschien is het niet altijd het één of het ander is. Het kan ook per situatie verschuiven. Maar mogelijk zie je alsnog dat eentje de boventoon voert, dat je meestal één van de twee bent.
Dat speelt absoluut ook een rol in daten en relaties. Dingen als compromissen sluiten, niet persé je zin moeten hebben, niet de controle moeten hebben, met teleurstellingen om kunnen gaan, maar ook met spontane dingen om kunnen gaan. Het vergt allemaal beweging en soepel kunnen zijn.
In mijn leven heb ik dat momenteel niet in relatie omdat ik single ben. Behalve als mijn poesjes iets nodig hebben waardoor ik moet stoppen waar ik mee bezig ben. Zoals nu net kleine Meggie even aandacht kwam vragen. Dat is ook soepel kunnen reageren en in die zin mee bewegen in plaats van stug doorgaan met wat ik aan het doen ben en haar negeren.
Qua relaties kan ik er wel mee spelen in de boeken die ik schrijf. En in eerste instantie lijkt dat voorbeeld misschien wat plat, maar ik moet die karakters leven in blazen, me erin kunnen verplaatsen, hen kunnen voelen. Ook interactie moet ik kunnen voelen anders zijn het slechts getypte woorden. En net als met een schilderij, moet ook een verhaal bezieling hebben.
Het gekke met schrijven is dat ik een bepaalde richting op wil met mijn verhaal, maar dat na een tijdje het verhaal met mij aan de haal gaat! Net alsof de karakters iets anders willen. Ze zijn dan zo te voelen met een eigen persoonlijkheid dat ze soms een andere kant op willen bewegen dan ik had gepland.
En dan kom je weer op het stukje: beweeg ik mee of blijf ik bij mijn geplande route?
Het is wel ontzettend leuk om daar mee te spelen.
Om af te sluiten vind ik wat de trainer van de fascia oefeningen zei wel een mooie: Als je je balans dreigt te verliezen, moet je niet krampachtig proberen die terug te krijgen. Denk aan een kat. Die gaat ook niet krampachtig doen.
Soepel bewegen is soms simpelweg een stapje (opzij) zetten.
Een praatje
k moest verleden week in Hardenberg zijn en het kwam wel goed uit om er dan een herfstwandeling in de omgeving van de Overijsselse Vecht aan vast te knopen. Beginnend bij de stuw van Junne is een wandelroute uitgezet van een paar uur lopen, geknipt voor deze dag. Ik had er geen al te hoge verwachting van, het was bovendien bewolkt, dus ik had niet eens mijn camera meegenomen, wat achteraf wel jammer bleek. Want het was er prachtig en sereen, bomen en struiken volop in herfsttooi, een geruisloos feestje van neerdwarrelende blaadjes, de wegen en paden bedekt met een verse laag van organische confetti, een explosie van kleuren.
Het was een doordeweekse dag, maar toch waren er behoorlijk wat wandelaars op pad, ik was al diverse stelletjes tegengekomen. Het is een heel goed jaar om paddenstoelen te spotten, dat maakt het extra aantrekkelijk. Zo zat ik geregeld gehurkt bij een of andere zwam en dan wil het wel gebeuren dat iemand, die mij toevallig tegemoet loopt, nieuwsgierig is. Is daar wat bijzonders te zien? Nou ja, een zwam dus, geen zeldzame of bedreigde soort, maar evengoed een wonderbaarlijk stukje natuur. Het is maar wat je bijzonder vindt. Maar daar gaat het feitelijk helemaal niet om. Want het gaat erom dat er een aanleiding is om een praatje te maken. En het zijn meestal alleengaande wandelaars die zo’n gelegenheid aangrijpen.
Bijvoorbeeld een man van rond de vijftig met een goeiige uitstraling, gekleed in de bij fervente wandelaars gangbare Human Nature outfit: “Verderop staan ook mooie”. Ze groeien hier dan ook uitbundig, maar evengoed: “Bedankt hoor, is dat ook langs het Junnepad?” Nee, hij loopt het Pieterpad. Ah ja die loopt hier ook, vandaar natuurlijk de relatieve drukte. Hij is onderweg van Hardenberg naar Ommen, 22 kilometer! zegt hij niet zonder trots. Zo ontstaat er dus een gesprekje en voor je het weet wordt er een levensverhaal voor je opgedist. Want mensen die alleen wandelen hebben vaak wel een verhaal te vertellen hoe dat zo gekomen is.
Een eind verder zat ik weer gebogen over een stel roze hoedjes. Een vrouw van ook zo tegen de vijftig kwam van de andere kant aangelopen en hield in. “Mooi is het hier hè”. “Jazeker, we genieten van de herfst...”. Ik wilde mij alweer naar de aarde buigen maar ik merkte dat de dame een aarzeling had. Dus ik bedacht me en stelde de geijkte vragen. Zij was ook onderweg op het Pieterpad. Elke keer een klein stukje, nu het nog kon. Want door een slopende spierziekte zou het binnenkort niet meer mogelijk zijn. Het was erfelijk, ook haar zus was ziek, ze konden al niet meer samen wandelen. Ja wat kan je dan anders doen dan luisteren naar het verhaal, een paar bemoedigende woorden. Als we elkaar wat later weer een goed vervolg van de wandeling wensen weet ik niet eens hoe ze heet, geen gelegenheid gehad om mij voor te stellen.
Het maakt wel indruk, zo’n ontboezeming ergens op een bospad. Zomaar iemand die ontspanning zoekt in de natuur, maar die ook zoekt naar verbinding met een andere ziel. Contact maken is lastig maar een kleine aanleiding kan voldoende zijn. Zoals het fotograferen van een paddenstoel. :-P
Oktober
Wind en regen
Nu we geleidelijk het herfstgetij inglijden en we overal de prachtige kleurenpracht van de bladeren zien moet ik bekennen, dat ik altijd een beetje triest wordt van deze periode. De herfst overgaand in de winter. Een periode met weinig licht, donkere en korte dagen. Hoewel ik het gezellig maak in huis. Kaarsjes die weer branden , de verwarming aan, geeft mij ook wel weer een warm en knus gevoel. Maar iedere keer geeft het mij weer een afscheidsgevoel. Een afscheid van lange dagen, de zon die veelvuldig schijnt, makkelijk de deur uitgaan, zonder jas, sjaal en handschoenen. Het positieve is, dat ik weer uitzie en verlang naar een nieuw begin; De lente. Vandaar onderstaand gedicht.
Oktober
De bomen lijken te zweven,
te dansen op het ritme van de wind.
Standvastig de wortels,
ondergronds elkaar omstrengelen,
alsof men elkaar bemint.
De nog zware takken verliezen de gekleurde bladeren.
Doorheen de tijd heeft elk leven een eind en een begin.
Ze zouden mij hebben omarmd
wanneer ik zou vertellen, dat ik bemin.
Liefde kan alleen maar helen
na het afscheid bij verdriet en pijn.
Het kleurrijke eind van ieder blad
laat zien hoe waardevol leven kan zijn.
De takken kaal, de bomen gaan in rust de winter in.
Niet het eind, maar wachtend op een nieuw begin.
Weet dat ik bemin.
Liefs,
Monique