De liefde van mijn leven
donderdag 10 december 2020
Vaak hoor je mensen verzuchten : hij/zij was de liefde van mijn leven. Ik kan daar weleens sceptisch naar kijken. Hoe weet iemand dat nou zo zeker, vraag ik me dan af? Je kan toch niet in de toekomst kijken? Is diegene dan klaar met de liefde en gaat hij/zij niet meer op zoek naar een geliefde? Ik kan die uitspraak wel begrijpen van weduwen en weduwnaars, die het grootste deel van hun volwassen leven lief en leed samen gedeeld hebben. Die band is uniek.
Ik ben op jonge leeftijd (32 jaar oud) gescheiden. Mijn ex-man heeft me 2 prachtige zonen geschonken, maar bleek uiteindelijk toch niet de liefde van mijn leven te zijn. Ik was nog te jong om alleen te blijven en ging dus naarstig op zoek naar "de liefde van mijn leven". Ik dacht na verloop van tijd wel 3 x die liefde van mijn leven gevonden te hebben. Achteraf was het "pure verliefdheid", meer niet. De eerste bleek uit een heel ander milieu te komen dan ik. Dat ging op den duur wringen, dus die liefde bloedde na enige tijd dood. De 2e kandidaat was een knappe en ook een veelzijdige man. Ik was straalverliefd. Maar hij bleek ook zeer aantrekkelijk voor een groot aantal andere vrouwen, dus hij bleef me niet trouw. De 3e man was echt een lieverd, ook nog zo trouw als een hond, maar geen familiemens. Zijn vrijgezellenbestaan was hem toch dierbaarder, dus die relatie hield uiteindelijk ook geen stand.
Zal ik hem nu nog tegenkomen? Ik moet erin blijven geloven, anders kan ik beter het lidmaatschap van deze mooie datingsite opzeggen. Op deze leeftijd ga ik niet meer in het weekend uit, in mijn kennissenkring zijn alleenstaande vrouwen volop in de meerderheid, dus daar kom ik hem zeker niet tegen. Bij alleenstaandenclubs, -wandelingen, -reizen struikel je over de single vrouwen, dus dat biedt weinig kansen. Waar vind ik dan mijn lot uit de loterij"
Vaak heb ik met een glimlach gekeken naar de reclame van de Postcode-loterij. Als ik niet mee zou doen, zou ik die enorme straatprijs mislopen. Echt? Met een beetje verstand kan ik toch bedenken dat loterijen geen filantropische instellingen zijn en de kans op dat miljoen zo klein is, dat ik daar beter maar niet aan kan beginnen? Maar ALS die straatprijs per ongeluk wel valt? Moet ik opeens denken aan dat bekende gezegde ; als de hemel naar beneden valt, hebben we allemaal een blauw jasje aan! Cynisch? Misschien, maar realistich blijven denken, is nooit verkeerd, toch?.
Er bestaat een bekend spreekwoord, dat zegt : op ieder potje past een deksel. Als ik dan mezelf eens goed bekijk, zie ik toch wel her en der een deuk in dat potje. Het schroefgedeelte is ook wat afgesleten geraakt in de loop der tijd. Weinig kans dat ik er een passend dekseltje op vind. En zijn die deksels dan nog in goede staat? Die zijn in het verleden ook op andere potjes uitgeprobeerd en daardoor misschien wel stroef in het gebruik geworden.
Wat is nou wijsheid? Een groter netwerk om me heen zien te krijgen, denk ik, zodat ik niet steeds in hetzelfde, vertrouwde kringetje blijf ronddraaien. Bovendien ligt de nadruk niet zo op het daten. Dan hoef ik niet te zoeken naar die beroemde klik. Wie weet komt de liefde van mijn leven op een dag, zonder dat ik erop voorbereid ben, zomaar opeens op mijn pad ...
geplaatst door sixty - 2753 keer gelezen
Vorige berichten
Samen
Nu binnenkort steeds dichterbij komt en vroeger ook,
komt alles samen. Ik heb steeds minder tijd of is dat de eeuwigheid?
Dat alles wat er is, kan, zal zijn en was, er is op één moment? Ik weet het niet.
Weet wel dat vroeger samen vroeger was en dat back to the future een film is.
Maar misschien is dat het geheim van mijn toekomst, hem loslaten, mijn beeld ervan, jou niet meer laten figureren in deel vier van de trilogie.
Samen straks bestaat niet, nu niet, nog niet. We hebben tijd, een eeuwigheid. Om gewaar te zijn, te worden van ons ontstaan, bestaan, vergaan. Ook dat hoort bij de eeuwigheid.
Zullen we ons de eeuwigheid inschieten? Eens kijken waar het eindigt? Oud? Nieuw? Samen?
Alleen met kerst
Hoe lang zal het nog zal duren dat er vrijwilligers van een of andere liefdadigheidsorganisatie aan de deur staan om naar mijn status te informeren? Of ik misschien eenzaam ben, als alleenstaande oudere man, nu tiijdens de donkere dagen rond Kerst? En dat ze mij vriendelijk en welgemeend zullen wijzen op de wekelijkse kaartspelavond, de schaakclub, de schilderklas of anders de gezamenlijke maaltijd in het buurthuis? Niet dat ik daar iets op tegen heb hoor, ieder zijn ding en ik juich het alleen maar toe als mensen elkaar daarin vinden. Het punt is dat ik graag vanuit interesse aan een activiteit wil deelnemen, niet om eenzaamheid te bestrijden. Dus in die zin ben ik blij dat ik mijn eigen gang kan gaan en hopelijk blijft dat zo. Maar wie weet zoek ik nog wel een keer aanlsluiting bij een leesclub, of ik begin er zelf een.
Nee, meer dan een bescheiden winterdipje heb ik niet te duchten. Ik mag mezelf gelukkig prijzen met een paar lieve mensen die om mij geven, bij wie ik mij geborgen kan voelen ook al lopen we de deur bij elkaar niet plat. En een netwerk dat weliswaar afbrokkelt maar voorlopig nog wel perspectief biedt. Natuurlijk zijn er momenten dat ik een partner mis, dat ik bijvoorbeeld een receptie maar oversla omdat ik geen zin heb om er in mijn eentje naar toe te gaan. Maar zolang er fijne ontmoetingen zijn om naar uit te kijken hoor je mij niet klagen. Er zijn genoeg aanknopingspunten om een zinvol en expressief leven te leiden, ook en misschien wel juist als je alleenstaand bent. Je moet er wat harder voor werken, denk ik, want een aantal dingen zijn een stuk minder vanzelfsprekend. Daar krijg ik dan wel weer verrassende of leerzame ervaringen voor terug.
Ik begrijp natuurlijk wel dat allenigheid best moeilijk kan zijn voor mensen die betere tijden hebben gekend, toen hun geliefde partner er nog was, of toen de kinderen, nu uitgevlogen, nog geen eigen nest hadden. Toen de toekomst nog in kannen en kruiken leek te zijn. Herinneringen kunnen een mens behoorljjk parten spelen op zulke momenten waarop familie en samenzijn centraal staan. Ik ben ook wel eens alleen rond de feestdagen en ook al heb ik heb er niet heel veel last van, ik ontkom toch niet helemaal aan het dubbele gevoel van het had ook anders kunnen zijn...
.
Dit jaar ben ik uitgenodigd voor een kerstdiner bij vrienden. Dat zou ik niet zo gauw doen, omdat ik vind dat kerst toch vooral een familiefeest is. Maar ik ben deze keer omgepraat en mijn zoon gaat ook mee dus dan mag het. Ongetwijfeld zal de gastvrouw zich veel moeite getroosten om er een memorabele avond van te maken, met heerlijk eten, geserveerd met het mooiste servies. Ik zal mij uitputten in dankbaarheid voor zoveel weelde. En de gastheer zal mij verzekeren dat het geen gewoonte is om er zo’n werk van te maken, dat ze in het dagelijkse leven ook van doe-maar-gewoon zijn, dat het dat het mooie porcelein maar hoogst zelden op tafel komt. Alleen met kerst.
Waar gaan we in het nieuwe jaar naar toe?
In de jaren ’50 en ’60 van de twintigste eeuw vormde deze zin het begin van het afsluitende lied van de jaarlijkse oudejaarsconference van Wim Kan. Door zijn fabuleuze vermogen om heel goed en integer in te spelen op de actualiteit, door zijn milde humor en door zijn persoonlijkheid is Wim naar mijn mening een van de beste conferenciers van ons land, zo niet de beste.
In de tijd van de oudejaarsconferences van Wim zaten mijn vader, mijn moeder en mijn zusje altijd bij de radio (we hadden toen nog geen tv). De “Oh ja” kreten waren niet van de lucht. Als de conference uitgezonden werd zaten ook veel politici gespitst te luisteren, er wordt beweerd, dat zij het vreselijk vonden, als zij ontbraken in de teksten van Wim. Wim en zijn echtgenote Corry Vonk hebben veel prachtige stukjes cabaret nagelaten. De titel van deze blog is een vraag, die verschillend geïnterpreteerd kan worden.
Als ik het algemeen houd, dus in de “we” (waar gaan we naar toe) - vorm kan ik mij niet onttrekken aan de onzekere tijden en verwachtingen. Ik wil niet somberen, maar als ik het nieuws volg wordt er voor 2026 weinig positiefs verwacht. Mag ik daarnaast en vooral kijken naar wat een ieder van ons voor hem of haar in ons persoonlijk leven verwacht? Heb ik / heb jij een doel voor ogen? Staat er op de kalender of in de agenda van volgend jaar al iets met stip genoteerd? Of laat ik het maar gebeuren, over mij heen komen?
Er zijn ijkpunten, die een vaste plek op de kalender hebben: De verjaardagen, een geplande verbouwing, voor sommigen een vaste oppasdag, voor diegenen, die nog in het betaalde arbeidsproces verkeren de dagen, waarop zij vrij zijn. Anderen hebben al een dag aangestipt waarop hun zoon of dochter gaat trouwen of de dag, waarop hun dochter of schoondochter uitgerekend is. Of een heel mooi concert, waarvoor ik al maanden geleden een kaartje heb bemachtigd.
Veel toch wel belangrijke gebeurtenissen kunnen wij – kan ik niet van tevoren aanstrepen op de kalender. Als ik hoop iemand te ontmoeten met wie ik de rest van mijn leven samen kan zijn, dan is er geen datum ergens in het jaar bekend. Als anderzijds mijn relatie op de klippen dreigt te lopen, dan weet ik niet of en zo ja wanneer dat speelt. Hoop op en uitkomst van wat ik verwacht, die twee aspecten corresponderen meestal niet met elkaar.
Het refrein van het lied van Wim Kan speelt nu wel door mijn hoofd. Met het gevaar, dat dit voor een stukje onzekerheid zorgt. Zou het helpen als ik op mijn agenda eens probeer positieve dingen neer te schrijven? Het plan voor een of twee bijzondere vakanties. Nadat ik de evenementenagenda’s heb afgestruind, even vermelden wat er gaat komen en dan zodra het kan kaartjes bestellen?
Er is ook nog iets als goede voornemens. Als ik het afgelopen jaar de revue laat passeren moet ik tot mijn schaamte bekennen, dat ik vaak de plank heb misgeslagen, fouten heb gemaakt, die ik voor een groot deel had kunnen voorkomen. Jammer, dat ik die blunders niet ergens heb opgeslagen. Gelukkig waren er ook geslaagde zaken in 2025.
Ik wens iedereen een mooi, verrassend en positief 2026 toe!