De maand januari, korte dagen, lange nachten
dinsdag 29 december 2020
Kon ik maar een winterslaap houden in die kille januari-maand, denk ik weleens. Ik heb een hekel aan die donkere maand, waarin de zon laat opkomt en vroeg ondergaat. Half bevroren straten, gladde stoepen en parkeerplaatsen, omdat er alleen pekel gestrooid wordt op doorgaande wegen en drukke fietspaden.
Lang geleden hebben de Romeinen een aan Romulus gewijde kalender opgesteld, waarin maart de 1e maand van het jaar was. Het jaar kende 10 maanden, gebaseerd op de standen van de maan. Pas rond 713 voor Chr. bedacht ene Numa Pompilius de 11e maand, januari en een 12e maand, februari. In 46 voor Chr. past Julius Ceasar de kalender opnieuw aan. De kalender werd nu niet meer gebaseerd op de maanstanden maar afgestemd op de zonnewende. Januari werd de 1e maand, februari de 2e. Maart was nu de 3e maand. De oude telling van de maanden zien we nog steeds terug in de namen september: septem=zeven, oktober: octo=acht, november: novem=negen, december: decem=tien. Iedereen is zo gewend aan deze namen, dat er nauwelijks bij wordt stilgestaan dat de cijfers niet corresponderen met die namen.
Januari is genoemd naar een van de oude Romeinse goden : Janus... de God met twee gezichten. Hij kijkt zowel vooruit naar de toekomst, als achteruit naar het verleden. Hij staat ook wel bekend als de doorgangsgod, de God van oud naar nieuw. Nieuw betekent ook "kans", in dit geval, kans op nachtvorst. Men noemt januari ook wel de IJsmaand, omdat door de korte dagen en koude nachten, de kans op ijsvorming groot is. Een andere benaming voor januari is Wolfsmaand, vermoedelijk omdat er in de achttiende eeuw veel wolven voorkwamen in de Achterhoek. Ze kwamen via bevroren akkers dichtbij de mensen Op bescheiden schaal is er nu sprake van herintrede van de wolf in Nederland, maar die boezemt een stuk minder angst in op de mensen dan vroeger.
We zijn nu veel banger voor een andere wolf, genaamd : "covid-19". We kunnen maar beter niet in slaap sukkelen, maar waakzaam blijven en hopen dat die nare Covid-wolf in 2021 voorgoed verdwijnt. Januari, de maand van de God Janus, heeft dit jaar wel degelijk twee gezichten! We kunnen terugkijken op een bizar 2020 en kijken allemaal uit naar een beter 2021, waarin we ons vrijer kunnen bewegen, de horeca weer open is en we weer kunnen daten...
Het jaar 2021
------------------
Zullen we ooit nog 3 keer zoenen?
Gaan de voetjes weer over de dansvloer?
Met 50 gasten lang zal ze leven zingen?
Of nog steeds toasten voor de pc?
Slogan: wees loyaal, koop locaal,
bestel telefonisch of digitaal.
Afhalen of bezorgen?
Liefst vandaag, anders morgen!
geplaatst door sixty - 2149 keer gelezen
Vorige berichten
Kibbelen, sparren, brainstormen
Af en toe kibbelen houdt je relatie gezond, zegt men wel. Vervolgens las ik op internet dat kibbelen ook vaak komt door een wederzijds gebrek aan inschikkelijkheid. Hoezo is kibbelen dan gezond? Een beetje onenigheid over iets onbenulligs toont aan dat je niet zomaar de ander in alles volgt, dat je een eigen mening hebt. Het is meestal een woordenstrijd over kleinigheden.
Mijn ouders hielden ontzettend veel van elkaar. Ze bleven elkaar dan ook trouw tot de dood hen scheidde, maar ze kibbelden ook regelmatig met elkaar. Mijn vader was een dominante man. Hij dacht dat zijn wil wet was, daarom gaf mijn moeder duidelijk haar grenzen aan. Het gaf hun relatie evenwicht. Hij leerde tot hoever hij kon gaan, zij zag veel door de vingers, maar liet zich ook niet ondersneeuwen door hem. Dat is 60 jaar lang prima gegaan. Broers en zussen kibbelen ook wel met elkaar, dat hoort bij het volwassen worden en ook met een eigen identiteit ontwikkelen. Dat kibbelen is vaak maar van korte duur en wordt in de meeste gevallen weer snel bijgelegd.
Iets heel anders is sparren, dat is toch meer informeel. De opzet daarvan is om over een specifiek onderwerp snel van gedachten te wisselen met elkaar. Het doel van brainstormen is een vraagstuk oplossen of om ideeën uit te werken. In de zakelijke wereld wordt brainstormen meestal gebruikt om nieuwe kansen te verkennen. De collega's mogen elkaar kritische vragen stellen om een idee verder uit te werken. In een gespreksgroep is het toch meer een communicatiemiddel om verschillende gedachten van en bij elkaar te toetsen. Het horen van een ander standspunt en daar iets van opsteken, is meestal de bedoeling. Daar hoeft niet per se een oplossing uit te komen.
Maar hoe gaat het dan bij het daten? Daar komt vaak meer onzekerheid om de hoek kijken. Je wilt niet de indruk wekken dat je de ander aan het uithoren bent. Tegelijkertijd wil je er toch wel graag achter komen hoe hij of zij denkt over dingen die je zelf belangrijk vindt, hoe de normen en waarden zijn. Dat kan mogelijk ook een valkuil zijn. Ervaringen uit het verleden kunnen een rol spelen en dat is niet altijd eerlijk. Je hebt namelijk een nieuw onbekend persoon tegenover je. Geduld hebben wat er uit het gesprek komt, is dan niet verkeerd. Het zou je best weleens kunnen verrassen. Door goed te luisteren, eventueel wat aanvullende vragen te stellen, kom je erachter of je (voor)gevoel klopt. Ik geef iemand vervolgens graag het voordeel van de twijfel, daar is niks mis mee...
Donald komt op bezoek
Toen mijn zoon leerde lezen heb ik een abonnement op de Donald Duck genomen. Vele jaren eerder hebben mijn ouders mij met de Pep bedacht. De Pep was een Nederlands stripweekblad dat van 1962 tot 1975 verscheen, speciaal voor hen, die de Donald Duck ontgroeid waren. Ik was stiekem jaloers op mijn vriendje wiens ouders wel op de DD geabonneerd waren. Daarom las ik dat blad altijd bij hem thuis. De verhalen in de Pep vond ik wat belerend. Leren deed ik wel op school.
Gek genoeg heb ik mijn abonnement op DD niet stopgezet toen mijn zoon op eigen benen ging staan en verhuisde naar een appartement niet zo ver van mij vandaan, maar ik heb het blad wekelijks bij hem gebracht. Nu hij zelf kinderen heeft breng ik het weer naar zijn huis, maar dan als leesvoer voor mijn kleinkinderen. Donald en ik komen eens per week, soms na wat langere tijd op visite, en dat bezoek wordt gewaardeerd. Alleen moet de hond, die zij nog niet zo lang hebben, eerst een kwartiertje wennen aan mijn bezoek voordat er ook maar enige vorm van communicatie mogelijk is.
Dit is een onschuldige Donald die met mij op visite gaat. Ik moet er niet aan denken dat ik voor hun deur sta met de Donald, waar de kranten steeds vol van staan. Misschien heeft het geblaf van de hond dan een positief effect. Laat DT maar blijven waar hij is.
Soms moet er een aanleiding zijn om bij iemand in levende lijve aan te wippen. De huidige media als telefoon, beeldbellen vooral, maken het naar mijn mening te gemakkelijk om iemand even “te woord” te staan zonder echt contact, waarbij je elkaar de hand kunt schudden. Uiteraard is digitaal / telefonisch contact een uitkomst bij een grote fysieke afstand of als er omstandigheden zijn, waardoor een van beiden de afstand niet echt kan overbruggen. Denk daarbij aan ziekte, een volgepropte agenda, slechte weersomstandigheden.
Een klassieke aanleiding is de verjaardag. Mijn ouders waren altijd heel blij als ik destijds met mijn partner op visite kwam; nu kwamen wij wel vaker buiten de verjaardagen om. Na hun overlijden en na mijn scheiding was de familie wat uitgedund. Bezoekjes vonden meer en meer plaats bij goede vrienden en bij groepen mensen, dei ik goed ken. Toch is dat anders. Dan nam ik geen DD maar wel een bloemetje of een flesje wijn mee.
Maar ook dan moest er een aanleiding voor zijn. Minder plezierig is een visite als ik op ziekenbezoek ging. Ik heb een tijdje iemand bezocht die ALS had. Raar genoeg ging ik daar altijd weer blij vandaan; een paar maanden geleden is hij overleden. Zijn lichaam kon de strijd tegen die gevreesde ziekte niet meer aan. Maar hij bleef tot het laatste moment blijheid uitstralen.
Het grote geheim van visite is naar mijn stellige overtuiging tweerichtingsverkeer. Er zijn allerlei cartoons over ongewenst bezoek, stereotiep is dan de schoonmoeder met partner, die voor de deur staat terwijl haar schoonzoon zijn handen uit wanhoop omhoog heft.
Dat zo’n visite altijd ongewenst zou zijn is door de cartoonisten en haters van schoonmoeders geopperd. Een Duits liedje verwoordt de andere kant van de medaille: “Wenn du eine schwiegermutter hast”… Dat lied geeft aan, dat we zonder schoonmoeders ook geen dochters zouden zijn, en dus geen partners om een relatie mee aan te gaan.
Er zijn wel visites die spontaan plaatsvinden, visites die een verplicht nummertje zijn, en visites die je uit mededogen doet of om iets te vieren. Een bezoekje heeft in elk geval meer impact dan een contact via de telefoon of de mail. Of zijn er mensen, die daar anders over denken?
Aantrekkingskracht
Aantrekkingskracht is zo’n bijzonder iets. In eerste instantie denk je dan waarschijnlijk toch aan liefdesgebied en dat is natuurlijk ook een leuke en belangrijke. Maar je hebt er eigenlijk heel vaak mee te maken op allerlei fronten. Denk aan bezigheden en hobby’s, kleuren, kledingstijl enzovoorts.
Maar laat ik het toch op liefdesgebied houden, want we zitten toch op een datingsite en dat stuk is toch het leukst om in te duiken!
Aantrekkingskracht valt in verschillende dingen uiteen. Je kunt zo best veel leren –over jezelf- als je een beetje objectief gaat bekijken tot wat voor soort potentiële partners jij je aangetrokken voelt. Is daar een rode lijn in te ontdekken? En misschien zie je hetzelfde lijntje ook wel terug bij je vriend/innen.
Je kunt je namelijk aangetrokken voelen tot mensen die iets spiegelen. Daar kun je dan van leren. Vaak gaat dat ongemerkt en verdwijnen die mensen weer uit je leven als je het ook inderdaad geleerd hebt.
Dat kan met vrienden zo gaan, maar ook een relatie kan dan uiteen vallen.
Ik heb dat in mijn eerste lange relatie gehad. Toen had ik een veilige haven nodig. Zekerheid en stabiliteit. Achteraf gezien was het voor mijn man hetzelfde.
We gaven in die zin aan elkaar wat we nodig hadden en het was super. Tot de tijd kwam dat die veilige haven voor mij als een keurslijf begon te voelen.
Mooi is het als je beiden eenzelfde groeispurt doormaakt als persoon zodat je relatie ook ‘meegroeit’.
Bij ons was dat niet het geval en dan bereik je ergens een breekpunt waarop het voor beiden niet meer werkt.
Aantrekkingskracht kan op zich ook eenrichtingsverkeer zijn. Vaak hoor je toch dat mensen zuchten dat ze continu mannen of vrouwen aantrekken die zus of zo zijn. “Zus of zo” is dan iets waar ze finaal niet op zitten te wachten.
De interesse en aantrekking is dan niet wederzijds en dat kan irritatie geven als dat vaak gebeurt.
Ik denk voor omdat het een soort wanhoop en ‘niet begrijpen van’ gevoel geeft. Waarom nou telkens?
De meesten zullen denk ik niet snel gaan proberen helder te krijgen hoe dat in elkaar zit. Ik moet zeggen dat ik daar zelf ook niet zo gauw zin in heb.
Maar eigenlijk kan het wel inzicht geven, wat je daarna weer kan helpen om eventueel het roer iets bij te stellen zodat je andere mensen aan gaat trekken.
Een datingcoach die ik ooit volgde zei vaak: dating is gratis therapie. Door te bekijken wat voor soort mensen je aantrekt om te daten, kun je erachter komen hoe je zelf in elkaar steekt. Waar je valkuilen en zwakke plekken liggen.
Dan kun je daaraan werken en zo veranderen en fine-tunen wat je aantrekt.
Dat heb ik wel gedaan trouwens, en dat werkt echt. Je ziet dan ineens een verschuiving in het type resp. mannen of vrouwen waarmee je in contact komt voor een date.
Ik hoorde ook wel eens van iemand die zei dat een eerste huwelijk draait om relatie issues uit te batsen en een tweede huwelijk doorgaans met een veel beter passende partner is.
Nou schat ik dat mensen die een langdurig en gelukkig eerste huwelijk hebben gehad die ontwikkeling mogelijk binnen die relatie doormaken.
Buiten dat zit er denk ik wel veel logica in die stelling. Immers, als je zelf ook groeit en ontwikkelt, haal je uit een nieuwe relatie ook weer iets anders. Leer je van, door, en met je nieuwe partner weer andere dingen.
Daar tegenover staat dat als je vast blijft zitten in iets, dat niet verwerkt, je zeer waarschijnlijk continu eenzelfde soort partner aantrekt waarmee je telkens weer tegen hetzelfde probleem aan loopt in relatie.
Dan heb je een nieuwe partner, maar dezelfde relatie.
Toch trek je dat dan vanuit je eigen vastzitten keer op keer zelf aan.
Als ik terug kijk met die eerdere stelling in gedachte, dan was eigenlijk mijn derde partner een betere match, niet de tweede.
De eerste bood de veiligheid en stabiliteit die ik nodig had, de tweede bood helemaal geen enkele veiligheid en stabiliteit.
Maar ook dat heb ik zelf aangetrokken, en eigenlijk had ik dat ook weer nodig om in mijn eigen kracht te gaan staan. En ik kwam erachter dat ik behoorlijk veel persoonlijke vrijheid nodig had wat ik voorheen niet wist.
Door die twee dingen die ik leerde in deze relatie, is het soort man waar ik me nu toe aangetrokken voel finaal anders.
Misschien –hopelijk- eindelijk het juiste type!
Nu maar afwachten of en wanneer de Kosmos hem eindelijk op mijn pad gaat sturen!
Ik voel me er klaar voor.
Mijn leven is stabiel, ik ben gelukkig en zit goed in mijn vel.
Dat alleen al is heel anders met voorheen. Ik realiseer me net dat mijn relaties begonnen in periodes waarin mijn leven niet stabiel en rustig was maar juist chaotisch.
Nog effe een stukje Wet der Aantrekkingskracht er tegenaan gooien: Je kunt niet aantrekken wat niet met jou resoneert.
Oftewel: als je een ‘good quality’ partner wilt die zelfvertrouwen heeft, helemaal voor je gaat, positief in het leven staat, trouw is, of wat je ook maar verstaat onder ‘good quality’… dan moet je zelf ook al die eigenschappen hebben.
Komt eigenlijk er op neer dat je zelf heel veel controle hebt over je leven en liefdesleven. Mits je je er een beetje bewust mee bezig houdt.
Dat moet ik ook weer maar eens meer gaan doen!