Als je maar onder de pannen bent
maandag 21 februari 2022

Ik zat laatst in de trein tussen Rotterdam en Haarlem. Kort nadat de trein vertrokken was uit Rotterdam stapte een man mijn coupé in, bleef staan op het middenpad tussen de zitplaatsen, en richtte zich tot de aanwezige reizigers. Ik schatte hem een jaar of veertig, hij was broodmager en had een gevlekte en gescheurde spijkerbroek aan en verder smoezelige bovenkleding. Bij de eerste woorden “Mag ik u wat vragen” wist ik al wat er zou komen. En ja hoor. Meneer was dakloos, kon geen uitkering krijgen, hij wilde niet stelen, de nachtopvang kost hem € 4,- per keer; of wij hem wilden helpen.
Niemand reageerde, toen hij zich wat boog naar de man schuin tegenover mij zei deze “Nee, dat doe ik niet”. Naderhand concludeerde zijn partner evenals ik dat het verhaal van de dakloze niet klopt, als je met de trein reist moet je een kostbare OV chipkaart hebben, het is veel aannemelijker dat meneer niet alleen mogelijk geen dak boven zijn hoofd heeft maar tegelijk ook verslaafd is; door hem geld te geven helpen wij hem zijn verslaving voort te zetten. Is dit een aanname? Gelet op de presentatie en het uiterlijk van de man geloof ik dat mijn veronderstelling niet ver bezijden de waarheid is.
Het is onprettig, als je als treinreiziger hiermee geconfronteerd wordt. Tegelijkertijd is het triest, dat er mensen in de samenleving zijn die deze acties uitvoeren; je weet ook niet wat er is gebeurd in hun leven. Zou dit iedereen kunnen overkomen? Aan de ene kant raakt zo’n confrontatie mij in het hart, waar ik zelf in een beschermd milieu ben opgegroeid, anderzijds zie ik voorbeelden van mensen die aan lager wal zijn geraakt ook via de bekende media langs komen.
Een van de motieven om te gaan daten is voor velen dat zij graag in letterlijk en figuurlijk opzicht nu wel weer eens onder de pannen willen zijn. Vroeger waren vrouwen er door hun achtergestelde economische situatie er op gespinsd zich in een relatie te storten, voor hun bestaanszekerheid. Tot mijn schaamte moet ik bekennen, dat tegenwoordig vooral mannen vanuit een positie van relatieve eenzaamheid zich moeite getroosten om hun benen bij een leuke en liefst aantrekkelijke vrouw onder tafel te kunnen schuiven. Na verloop van tijd zullen zij soms een relatie nastreven, als de vrouw dan nog een gezellig ingerichte woning heeft zijn ze dus onder de pannen. Maar ook blijft het vaak steken bij een FWB.
Voor beide partners heeft zo’n ontwikkeling verstrekkende gevolgen. Voor hem / haar, die zijn haar huis openstelt kan het betekenen, dat de binnenkomer eigen wensen heeft voor de woonomgeving; dat die ook een bepaald leef-ritme heeft (ochtend- of juist avondmens) en gewend is aan de invulling van huishoudelijke taken. De binnenkomer loopt het risico, dat na verloop van tijd de relatie strandt. En dan? In de eerste tijd lijkt het vaak een beetje op wonen in een hotel met een leuke hoteleigenaar, lukt het dan iets als gelijkwaardigheid te realiseren?
Daarom opper ik het volgende: Een LAT is op onze leeftijd nog zo gek niet! Als je niet zo extreem ver van elkaar woont is het een ideale oplossing. En je houdt toch een zekere vorm van privacy. Die dakpannen maakt het niet uit, of de personen, die onder hen bivakkeren al dan niet een boterbriefje of iets dergelijks hebben. Die hebben meer last van de najaarsstormen, Als het in huis zelf zo erg stormt, dat bij elkaar blijven wonen geen optie is, dan zouden die pannen uiteraard ook flink kunnen gaan beven. Gelukkig hebben de meeste huizen tegenwoordig een andere dakbedekking…
Dakloos zijn is vreselijk. Wat ook de oorzaak is, een basisvoorwaarde om gezond te leven is een dak boven ons hoofd. Een eigen huis, een plek onder de zon, zoals een bekend lied dat verwoordt. Enig gevaar is dat het dak wel eens kan gaan lekken. Ook in een langdurige relatie kan het dak, de bescherming van de relatie door allerlei oorzaken mankementen vertonen. Dan moet de dakdekker aan het werk. Helaas is het dan al zo laat, dat het herstel van het dak weinig meer uithaalt. Er zijn ook malafide dakdekkers! Les: Zorg voor een goed, een solide dak en kijk regelmatig of er gaten in het dak dreigen te ontstaan. Als het erg stormt is dat risico levensgroot aanwezig… Dan kun je maar beter niet buiten langs een pannendak lopen, en getuige zijn van een relatie waar een kink in de kabel komt is ook niet bepaald fijn… En zorg voor een goede verzekering. Helaas, als je die moet benutten is het leed al geschied…
geplaatst door Aktivo1 - 2584 keer gelezen
Vorige berichten
Complementair
Complementair betekent : compleet maken. Een ander woord is aanvulling, maar dan in de betekenis van extra. Het duidt op twee dingen die elkaar zo goed aanvullen, dat ze elkaar versterken. Bij complementaire kleuren zijn dat : 1) rood en groen, 2) blauw en oranje, 3) geel en paars. De afzonderlijke kleuren worden hierdoor ook versterkt. Bij auto's is de versterkende factor uiteraard brandstof, zonder brandstof kan een auto niet rijden. Er is ook nog zoiets als complementaire zorg : aanvullende zorg. Bij pijnklachten kan je behalve medicatie dan ook nog kiezen voor acupunctuur.
Maar hoe werkt het tussen twee mensen die elkaar moeten aanvullen met een verschillend vakgebied? Begrijpen die elkaar ook? Dat is nog weleens een dingetje. Ze hebben allebei kennis van zaken van hun eigen vakgebied en moeten dat zien te combineren met de ander. Goede communicatie is dan wel een vereiste. Om misverstanden te voorkomen is het nodig om alles goed op elkaar af te stemmen, niet alleen qua planning, maar ook om overbodige arbeid te vermijden. Iedereen kent wel dit scenario, waarbij je denkt : moet die stoep alweer open? Kon dat nou niet anders?
Maar hoe ben je complementair in een relatie? Soms is er een die veel aan het woord is, terwijl de ander luistert. Af en toe zegt de luisteraar iets tussendoor, maar vaak ook niet. Dat hoeft niet storend te zijn als degene die veel praat iets boeiends te vertellen heeft. Die vlieger gaat echter lang niet altijd op. Dat kan ik dan als buitenstaander zien, als de ogen van de luisteraar gaan afdwalen, hij of zij de gesprekspartner niet meer aankijkt. Ook kan de luisteraar zich opeens volledig gaan concentreren op zijn/haar kopje koffie. Er zijn natuurlijk ook mensen die allebei goed kunnen. Daar bestaat zelfs een uitdrukking voor : praten en breien tegelijk.
Maar werkt dat ook zo bij een jarenlange relatie? Af en toe even hmmm, of ja/ja tegen de partner zeggen volstaat meestal wel, als je partner weer eens op de praatstoel zit. De praktijk is wel dat je de helft dan niet hoort, zodat de verteller zich vaak genoodzaakt voelt om het gesprek te herhalen. Leuk is dat natuurlijk niet, voor beiden niet. Maar hoe los je dat soepel op? Vaak is dat niet op te lossen, ieder vogeltje zingt nou eenmaal zoals het gebekt is. Soms kan je berusting (of irritatie) voorkomen als de luisteraar het ook eens op een humoristische manier oplost met een grapje. De prater kan er dan vaak ook wel om lachen. Hij of zij weet immers zelf ook wel hoe de vork in de steel zit.
Plompverloren over iets anders beginnen is moeilijker, zeker als de verteller net goed op dreef is. In een date los ik het vaak zo op : na een tijdje zeg ik : Ik snap dat je hier mee zit, maar ik ken deze man of vrouw niet, zullen we het hierbij laten, of ... fijn dat je zoveel geleerd hebt in die job, maar zullen we het over iets anders gaan hebben? Het lijkt me leuker om te horen wie jij bent en te ontdekken of we genoeg raakvlakken hebben...
Einde oefening, zag je het aankomen?
Aan elke relatie komt hoe je het wendt of keert ooit een einde. (Een van) de relatiepartners besluit (en) er een punt achter te zetten, om welke redenen dan ook. Een van beiden overlijdt, of in een enkel geval, bijvoorbeeld door een ernstig ongeluk, komen beiden te overlijden. Het kan voorkomen, dat de geliefden door omstandigheden buiten hen om langdurig gescheiden worden, denk aan een oorlogssituatie, waarna er in de loop der jaren een andere partner in beeld komt.
Zowel na een echtscheiding als nadat een van beide partners overleden is rijst de vraag: Heb je, hebben jullie het zien aankomen? Er is een levensgroot verschil tussen de tijd die voorafgaat aan het einde van een relatie door overlijden van een van beide partners en de tijd voordat twee partners uit elkaar gaan.
Over een langdurig ziekteproces van een partner lees ik in een profiel en soms als ik een date met een weduwe heb verhalen, die elk uniek zijn. Die periodes worden ook verschillend ervaren door de overblijvende partner; ik heb ontdekt, dat voor het rouwproces, de tijd die nodig is voor het verwerken van het verlies absoluut geen standaard termijn staat. Uit de verhalen die enkele weduwen en weduwnaars mij vertelden is duidelijk geworden, dat het verloop van het rouwproces sterk beïnvloed wordt door de manier, waarop de tijd voor het overlijden ervaren is. Ik ken een weduwnaar, die zijn partner aan Parkinson verloor; deze ziekte legde als het ware een bom onder hun relatie, die niet ontploft is omdat zij overleed voordat de situatie escaleerde. Maar ook omdat hij veel liefde en geduld had om haar te verzorgen. Kort na haar overlijden meldde hij zich op een datingsite.
Ook als een van beide partners leed onder Alzheimer hangt veel af van het incasseringsvermogen van de ander. Vaak wordt dan besloten tot plaatsing in een zorginstelling, soms voor zeven dagen per week, of anders voor een deel van de week, dan is de zieke partner bijvoorbeeld in het weekend weer thuis. Zo’n besluit markeert dan een keerpunt in hun beider leven.
De aanloopperiode naar een echtscheiding of het uit elkaar gaan zonder dat er sprake was van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap is vrijwel altijd heel heftig. Er hangt veel van af of beide partners zich al verzoend hebben met het einde van de relatie of dat een zich blijft verzetten tegen de scheiding.
Schuldgevoel, onbegrip, boosheid, verdriet, en een gevoel van onmacht, zich verzetten tegen wat gaat komen, maar anderzijds is er vaak ook een opluchting. Een van tweeën omarmt de hernieuwde vrijheid na een vaak jarenlange beklemming, opgesloten zijn in een huwelijk waarin hij of zij niet tot een volledige ontplooiing kwam. Soms zag men het totaal niet aankomen, dat de relatie op de klippen zou lopen. Is dat evenwel niet iets als de koppen in het zand steken, struisvogelgedrag? Er waren toch signalen van barstjes in de verhouding? Werden die aanwijzingen genegeerd of ging men er van uit, dat het wel als vanzelf goed zou komen?
Ik geloof zelf, dat die aanlooptijd naar een ontsporing van een band tussen twee mensen, die heel enthousiast aan een relatie begonnen, gebaseerd op liefde ongemerkt al kan beginnen kort na het bevestigen van de band. Als je 24/7 met elkaar omgaat komen er heel andere dingen bovendrijven dan tijdens de verkeringstijd. Zouden nu anno 2025 daarom zoveel latrelaties het relatief lang uithouden?
Pokon
Alles dat je aandacht geeft, groeit. Of het nu plantjes zijn,of polarisatie, zelfvertrouwen of angst, als je het maar genoeg aandacht geeft, wordt het almaar groter:) De eerste keer dus dat ik met mijn jutter in de zevende hemel was, had hij dan ook een kleine witte button opgespeld met daarop de tekst "Ik zie je".
Het was maar goed dat hij naar zijn revers wees, want het was een donkere regenachtige avond en ik had mijn leesbril niet opgezet en was een en al aandacht voor zijn verhalen:) Maar een heel belangrijk punt, mensen willen zich gezien voelen, verlangen naar aandacht, we kunnen als senioren wel smalend doen over tieners die aan hun smartphone gekleefd zitten, maar zij hunkeren ook naar aandacht en wat voor ons de lieve briefjes en gevatte opmerkingen bij het 50plus platform zijn, zoeken zij op hun eigen 10plus platforms.
Enkele jaren was ik mentor van allerlei tieners met aandachtsdeficienties in onze aandachtseconomie en ik gaf hen dan ook mijn volle aandacht. Wanneer de wekker om zes uur afging, gaf ik eerst mijn biologische kinderen te eten en daarna scande ik mijn, toen nog papieren, agenda. Was het een dag waarop een van schatjes een badpak en bruine boterhammen kon vergeten? Had ik de auto vandaag nodig voor het geval de bloedsuiker zo laag werd dat ik naar Leyweg moest rijden? Kreeg ik een twintigjarige gezinsvoogd op bezoek die zelf de luiers amper ontgroeit was? Het waren hectische jaren maar alles draaide op aandacht, zoals de economie op olie destijds.
Waar ik me toen nog niet bewust van was, maar inmiddels wel, is dat ik zelf ook ADD heb, maar dan aan de bovenkant van het spectrum, en dat mijn bovengemiddelde sterke concentratie en creativiteit daar juist aan te danken zijn! Heerlijk vind ik het dan ook om samen te focussen op een gedachte en samen die hele achtbaan af te roetsen die daaronder hangt, alsof je niet twee aparte breinen hebt, maar samen een nog grotere, bijna ongelimiteerde toegang tot het universum kunt bereiken en dat zonder een pilletje of liter tequilla:) Met heel veel mensen kan ik dit, als ik ze mijn toewijding en aandacht schenk, ook met collega's, leerlingen of bewindslieden, maar het allerfijnst is het toch wel met mijn favoriete flapdrol die er net als ikzelf elke dag weer iets bijleert en een scherp observatievermogen heeft.
Echter zelfs wij zijn altijd online tegenwoordig, zelfs in ondoordringbare wouden horen we piepjes dat er mail binnenkomt of de stem van de routeplanner dat we omkeren moeten omdat we een afslag gemist hebben en dat is best weleens verdrietig. Want dan wint de nieuwsgierigheid het toch vaak van het verstand en gaan we even kijken of het toch niet die ene belangrijke klant is of dat kleinkind dat in de trampoline bekneld is geraakt. Wat dan gelukkig bijna nooit zo is, maar dan zien we ook de aanhef van tien andere mailtjes en ja hoor, weg is de aandacht, weg is het bos, weg is de liefde en weg is het geluk.
Daarom, beste mensen, let goed op wat je aandacht geeft, geef alleen aandacht aan datgene, dat nodig moet groeien, en niet al datgene wat geen aandacht verdient. Want angst en polarisatie krijgen ook zonder jou al genoeg pokon!