Toeval. Toeval bestaat!? Toevallig
zondag 24 april 2022
Toeval. Toeval bestaat!? Toevallig
Zoals ik wel meerdere keren doe, maakte ik vanochtend een wandeling op het schelpenpad langs de Vliet. Het riviertje de Vliet is een verbinding tussen de Oude Maas en de Binnenmaas. Geen open verbinding meer, maar de bootjes die aan een steiger bij de achtertuinen liggen kunnen wel de Binnenmaas bereiken. De oever kleurt geel van het bloeiende koolzaad. Er waait een straffe Oostenwind en mijn jasje waait open. Alweer enkele jaren geleden haalde ik in een blog ook al dit riviertje aan. Iemand schreef toen in een reactie, dat hij regelmatig deze route nam om te trainen. Misschien, schreef hij toen, komen wij elkaar eens tegen. Dat zou toevallig zijn geweest en hoewel ik er dikwijls aan dacht wanneer ik iemand zag hard lopen, wij zijn elkaar nooit tegengekomen.
Bijzonder vind ik altijd wanneer ik in de polder loop. Een smal weggetje en ik in de verte een auto zie tegemoetkomen, dichterbij aan de linkerkant een fietser. Terwijl ik rustig doorloop bedenk ik mij, op welk moment zullen wij elkaar passeren. Op het zelfde moment, of is de fietser eerder dan de auto? Het gekke is dan, dat dikwijls wij alle drie op hetzelfde ogenblik het moment van passeren bereiken. Iedere keer moet ik dan denken aan de ‘Wet van Murphy’. Maar aan deze wet van Edward Murphy wordt verschillend uitleg gegeven. Eén ervan luidt: ‘Alles wat fout kaan gaan, gaat dan allemaal fout’. Echter Murphy was niet zo tevreden over deze uitleg. Zijn zoon kwam met een andere uitleg: ‘Als het kan gebeuren, dan gebeurt het’. Wat ik mij vaak afvraag is dit moment van de fietser, de auto, de wandelaar toevallig, of is het de wens van de gedachte, of misschien toch de ‘Wet van Murphy’?
Op een mooie zonnige dag, nu vijf jaar geleden, nog niet zo lang na het overlijden van mijn man, liep ik langs de kerk van mijn nieuwe woonplaats. Ik was er nog nooit binnen geweest, maar de deuren stonden open en in welk land, of plaats waar ik ook ben en een kerk zie, wil ik er naar binnen, en voelen of de deuren open zijn. Ik hoorde een organist spelen en nam binnen plaats op een bank. De organist beëindigde zijn nummer en begon een nieuw nummer te spelen. Een nummer van Leonard Cohen “Halleluja”. Juist dit nummer herinnerde mij aan het moment van de herdenkingsdienst van mijn man toen wij in de kerk allemaal naar dit nummer luisterden. De tranen liepen mij over de wangen en ik was diep ontroerd. Is dit toeval dat ik besloot om deze kerk binnen te lopen en dit nummer juist op dit moment te kunnen beluisteren? Ik weet het niet, maar zo zijn er vaak van deze momenten die, zoals wij het dan noemen, toevallig plaatsvinden.
Twee maanden geleden was ik op een training over dementie i.v.m. deelname als vrijwilliger voor het 75+ Senioren onderzoek van de Gemeente en Welzijn in de Hoeksche Waard. Een tijdje geleden daarvoor had ik een gedicht ‘Vergeten’ gemaakt. Ik besloot het aan de organisatie van de training te sturen. Zomaar, omdat ik het wilde delen en het wel passend vond. Daaropvolgend kreeg ik een mail of het gedicht gebruikt mocht worden bij trainingen en of het geplaatst mocht worden in de dementiewijzer die in de maak was. Het gedicht is geplaatst en ik sprak de trainster opnieuw, die mij vertelde, dat zij op het moment dat mijn gedicht binnenkwam nog zochten naar een aanvulling in deze dementiewijzer. De woorden die zij sprak waren: Toeval bestaat? Toeval bestaat!
Enige dagen later ontving ik een mail, of een blog van mij, eens geschreven hier op 50plus match, gebruikt mocht worden in het maand 50plus Magazine. Deze blog wordt geplaatst in de editie van Mei. Ik was verrast, dat deze momenten bijna op hetzelfde plaatsvonden. Toevallig?
Tenslotte nog een verklaring over de wet ‘Wet van Murphy’ die Benjamin Disraeli schreef :
“Wat we verwachten valt zelden voor, wat we het minst verwachten gebeurt meestal…”
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 1800 keer gelezen
Vorige berichten
GemEenZaam
Eenzaamheid is een probleem, dat sinds 2019 best wel gestegen is. Hoeveel en bij wie het gestegen is,daarover verschillen de meningen, maar het was in 2023 minstens elf procent (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/39/1-op-de-10-mensen-sterk-eenzaam-in-2023)
Mijn jongste kind is op zichzelf gaan wonen in 2020 en kort daarna is ook nog haar vader overleden, dus ook in mijn persoonlijk leven is de kans op eenzaamheid gestegen sinds 2019. Nu ben ik iemand die zich zelden verveelt en nog goed gezond is, maar toch zijn er soms momenten dat ook ik geconfronteerd word hiermee. Het ergst lijkt mij als je het gevoel krijgt dat je nergens heen kan.
Een paar maanden woonde ik in een prachtig huis in een forensendorp niet ver van Den Haag, maar ik kende daar echt geen sterveling. Vanwege covid was het mij ook niet toegestaan met lijn E naar Den Haag te gaan waar mijn dochters studentenkamer is. Natuurlijk fiets ik veel en graag maar opeens voelde ik hoe dicht ik al bij een potientiele eenzaamheid zat; stel dat mijn fiets gestolen werd of dat mijn been brak, dan zou ik zomaar bij die elf procent komen! Gelukkig ging juist op dat moment de telefoon: "Mevrouw De Optimist, u staat al meer dan tien jaar op onze wachtlijst en er is nu een appartement leeg gekomen in onze GemEenZaamHeid*, wilt u het komen bezichtigen?"
Dat liet ik mij natuurlijk geen twee keer vragen, de bezichtiging was best ingewikkeld omdat we met mondkapjes op meters afstand van elkaar moesten lopen, en bovendien was het twee keer zo duur en drie keer zo klein, maar binnen 48 uur zei ik ja tegen mijn nieuwe avontuur in de GemEenZaamHeid! En nu woon ik hier dan alweer vier jaar naar tevredenheid, kijk uit over de daken van Leidse hofjes en luister tevreden naar het carillion van de Hooglandse kerk.
Vorig jaar werd ik zestig en leidde ik mijn vrienden en kennissen, de meesten totaal onbekend met dit concept, rond en legde uit hoe het werkt in de praktijk. "Kijk, hier zijn kippen en moestuintjes en bloemen, zelf heb ik geen groene vingers maar om toch iets bij te dragen doe ik eens per jaar een hele dag takken in de hakselaar met een koptelefoon op, echt een rotklus die niemand graag doet en waardoor ik me niet schuldig voel, dat ik graag tussen de bloemen en de moestuintjes buiten ontbijt.
Dit is de fitness, en daar wordt dan yoga gedaan en de pingpongtafel staat daar om de hoek bij de zaagtafel! Zijn er nog vragen of is er nog iets anders dat jullie willen zien?" Vragend keek ik rond naar mijn bezoekers. "Is het niet heel erg duur of vervelend om steeds te moeten vergaderen?" Ja, want daar had ik ook nog over verteld, omdat alles democratisch wordt besloten, duren vergaderingen vaak wel tot elf uur 's avonds, vijf of zes keer per jaar. Als bestuurskundige ben ik niet vies van vergaderingen natuurlijk maar echt erg efficient lijkt het niet te verlopen. "Ach, duur, duur, wat zal ik zeggen, goedkoop is anders, maar ik hoef niet meer op een club of een volkstuin erbij te huren, ook hoef ik me niet druk te maken als de wasmachine stuk gaat en tal van dat soort dingen. En bovendien, als er weer covid uitbreekt dan zit ik hier goed, nooit meer eenzaamheid en altijd genoeg liefhebbers om een potje te pingpongen!"
Hebben jullie ook maatregelen bedacht om de eenzaamheid te voorkomen, of is het voldoende om elke dag eens op T2S rond te kijken?
*Officiele naam is natuurlijk ietsje anders:)
Als de rook om mijn hoofd is verdwenen
Dat is een bekend lied van Boudewijn de Groot uit 1969. De eerste 2 regels van dit lied : Valt het je op dat de zon feller schijnt als de rook om je hoofd is verdwenen. Valt het je op dat de wind harder waait, als je hem tegen hebt in plaats van mee. Eigenlijk is dit lied tijdloos, want als we eerlijk zijn, hebben we allemaal weleens momenten dat dingen ons boven het hoofd dreigen te groeien.
Wat mij persoonlijk helpt, is antwoord krijgen op iets belangrijks d.m.v. gerichte vragen te stellen. Ik hoop dan een duidelijk antwoord te krijgen, zodat die rook om mijn hoofd echt verdwijnt. Ik krijg hopelijk meer grip op iets, of beter nog, ik kan de kwestie afvinken, zodat ik het niet meer hoef te onthouden en van me af kan zetten. Mijn beste vriendin zit anders in elkaar : ik vraag het wel als het zover is, dat is vroeg genoeg, zei ze. Voor mij gaat dit niet op, gaf ik haar als antwoord. Ik ben bang dat ik het vergeet, plus dat ik liever niet te lang in onzekerheid wil blijven, zeker met belangrijke zaken.
Maar wat is nou wijsheid? Maak ik me te druk over iets, wat misschien zonder mijn vraag ook wel op zijn pootjes terecht komt? Misschien wordt die vraag verderop in het gesprek beantwoord, zei ze ook nog. Onmiddellijk komt er een "maar"... in me op. In een persoonlijk gesprek kan ik meestal geen dingen opschrijven om later te vragen, dus word ik onrustig. Ik hoor dan niet meer goed de rest van wat de ander zegt. Aan de andere kant besef ik goed dat iemand onderbreken niet zo fijn is voor degene die me net iets aan het vertellen is.
Hoe los ik dat op? Bij de dokter of een belangrijke instantie kan ik iemand meenemen die met me meeluistert, maar in een persoonlijk gesprek gaat dat niet op. Dan blijft die vraag me kwellen, daar heb ik moeite mee. Ik heb er het volgende op bedacht. Op een gegeven moment las ik toch een moment in waarop ik zeg : als ik je goed begrijp wil je dit zeggen... De ander kan er dan nog op terugkomen of er nog iets aan toevoegen.
Is dit nou het gevolg van mijn gevorderde leeftijd? Als ik eerlijk ben, heb ik al veel langer last van het vast moeten houden van een vraag of een directe reactie ergens op. Ik moet gewoon op mijn handen gaan zitten en proberen de concentratie van het gesprek vast te houden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe gaan jullie hiermee om?
Over sokken enzo
De al wat oudere man van nu heeft het niet makkelijk. Is hij zijn hele volwassen leven door om het even welke vrouw beschimpt vanwege zijn hoog opgetrokken witte sokken, nu verachten jonge vrouwen hem vanwege zijn enkelsokken. Kijk naar ons, roepen ze, kijk hoe wij dat doen, hoge witte sokken dragen! Ach, hoe vaak is hij wel niet afgewezen omdat hij bij een date fier zijn witte sokken droeg?
Nog niet zo lang geleden, op een veel te warme dag, had ik een wandeldate met een man die speciaal voor de gelegenheid zijn onzichtbare sokken had aangetrokken. Nou was deze man een ervaren wandelaar, hij wist dus dat zijn ijdelheid zere voeten zou opleveren. Soms zijn zere voeten niet erg - en soms dus wel. Als de beloning uitblijft, bijvoorbeeld. Had ik zijn kuiten niet genoeg bewonderd, of deed het er niet meer toe of ik hem aantrekkelijk vond of niet? Hoe dan ook, op een bankje aan de bosrand trok hij zijn onzichtbare sokken uit en verving ze door functionele wandelsokken, sokken tot boven de enkel. Ik keek gebiologeerd toe - wat hij niet zo leuk vond, geloof ik. En ik? Ach, ik wilde alleen maar weten of ik de gedachte kon verdragen om zijn teennagels te knippen. Daar heb ik ooit een blog over geschreven. Maar toen, tijdens die wandeling, was het te warm om er een samenhangend verhaal van te kunnen maken…
Bij gebrek aan geschikte wandelingen in het algemeen en aan date-wandelingen in het bijzonder, besloot ik op een ochtend om naar Rotterdam te reizen. In het Natuurhistorisch Museum liep de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ - wat mijn denkhoofd vertaalde als ‘zich herhalende patronen, een rij opeenvolgende gebeurtenissen met één constante factor’.
Op station Rotterdam Centraal hangen twee in oranje werkkleding gehulde mannen de kerstverlichting op: Hoogwerker, trapje, pylonnen, afzethek, afzetlint; dit is andere koek dan de kerstboom thuis. Het is koud in Rotterdam, en het is er vooral veel te druk. Een fietser laat me met een galant handgebaar het zebrapad oversteken, maar de auto naast hem rijdt door, zodat ik stop en alsnog bijna onder de fiets kom. Pas in het Museumpark voel ik me weer op mijn gemak. Het Depot, die gigantische, met spiegelglas beklede bloempot, laat zich prima lenen als testobject bij een date - bedenk ik terwijl ik naar mezelf sta te staren. Zijn we blij om elkaar samen te zien lopen? Besluiten we om de Eerste Kus te vereeuwigen in de bolle spiegels? Maar om mij heen lopen al wat oudere vrouwen, twee aan twee, en ze praten over culturele dingen. Oh ja, de mogelijk toekomstige geliefden lopen natuurlijk langs de zee…
In het Natuurhistorisch Museum ziet de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ er kinderlijk uit. Niks zich herhalende patronen. Ik kies voor het best interessante ‘Nationaal Park Rotterdam’. Rotterdam is immers de stad van mijn vader.
Terug op station Leiden Centraal, blijkt ook daar de kerstverlichting te zijn opgehangen. En op het bureaublad in mijn werk/logeerkamer liggen sokken te wachten tot ik er met een gedicht en vrolijk papier een sinterklaascadeautje van maak. Het zijn sokken voor mijn schoonzoons, sokken met fietsen erop, en met treinen. Ik koop graag sokken. Zelf heb ik vierentachtig paar sokken: zomer sokken, winter sokken, hoge sokken, lage sokken, enkelsokken, teensokken, compressie sokken, wandelsokken, te oude sokken, nieuwe sokken - en witte sokken. De witte draag ik voornamelijk ‘s nachts, ook wanneer jij naast, bij, of met mij slaapt. Dan weet je het alvast.