Doe eens vrijwilligerswerk voor een ander
donderdag 27 oktober 2022
Tegenwoordig doen veel ouderen of gepensioneerden wat aan vrijwilligerswerk. Op de infotafel van ons gemeentehuis ligt dan ook een dikke ordner waar allerlei instanties instaan die vrijwilligers zoeken.
Nou weet ik uit ervaring dat vrijwilligerswerk verplichtingen met zich meebrengt. Ik kan niet zomaar afzeggen als het me een keertje niet uitkomt, of als ik vanwege winterse gladheid niet met de auto of met de fiets er naartoe durf. Ook ben ik niet zo'n mantelzorgtype, ik wil graag helpen bij wat ik zelf leuk vind om te doen en ook op de tijd die mij uitkomt. Ik vond dat dichtbij mijn eigen huis.
Ik heb al eens geblogd over een oude buurvrouw die verderop in mijn straat woont en waar ik in 3 jaar tijd eerst de voortuin en naderhand ook de achtertuin beetje bij weer toonbaar heb gemaakt. Deze dame was daar erg blij mee en na afloop van het snoeien en onkruid verwijderen dronk ik dan gezellig een kop koffie bij haar. Vooral de grote ligusterheg leverde veel tuinafval op, dus leende ik regelmatig een extra kliko bij een van de andere buren, zodat het snoeiafval in een keer opgeruimd kon worden. Eens in de zoveel tijd kwam de oude dame me een bos bloemen brengen of een fles rode wijn.
Eind vorig jaar werd de buurvrouw opgenomen in het verpleeghuis en de woningbouw had bij de oplevering van haar huis niks te klagen over de staat van de voor- en achtertuin. Uit dankbaarheid ontving ik een mooie bedankkaart van haar, vergezeld met een doos chocola, waar met grote letters Merci op stond. Nu woont er een jong stel in haar huis, die kunnen het zelf. Bovendien werd al dat extra tuinieren best zwaar voor mijn spieren, dus dat kwam mij ook goed uit.
Wat ik vandaag hoorde, is totaal andere koek. Een 50pluslid heeft liefdevol de verzorging van de kat en de oude hond van haar vriend op zich genomen, na zijn overlijden. Nou weet iedereen dat een hele dag weg met een kat geen probleem is, maar als je de hond niet kan meenemen er iemand voor de hond nodig is. Een hond moet nu eenmaal 3 tot 4 keer op een dag worden uitgelaten. Als je geen familie in de buurt hebt en dat ook niet zomaar aan de buren durft te vragen, ben je afhankelijk van een oppas.
Zij wilde dolgraag aan de fietstocht van Aktivo1 a.s. zaterdag deelnemen, dus had zij contact gezocht met een hondenuitlaatservice die werkt met vrijwilligers. Ze moest wel een klein lidmaatschapsbedrag betalen, maar het uitlaten van de hond kostte dan verder niets, dat deed een vrijwilliger. Iemand moet dan wel die dag kunnen, dus dat moest ze bijtijds regelen. Dolblij kon ze berichten dat het haar gelukt was. Wat blijkt nu? Ze had de sleutels al bij de vrijwilliger gebracht en nu wil die opeens 50 euro voor het oppassen hebben. Uiteraard heeft ze de afspraak geannuleerd, maar ze heeft haar huissleutels nog niet terug.
Ook heb ik weleens gehoord dat bij schoorsteenvegen of het riool ontstoppen er opeens hoge prijzen per meter worden berekend, zodat die kosten opeens behoorlijk kunnen oplopen. Ik weet uiteraard dat je voorzichtig moet zijn met internetbedrijven en eerst even googelen op recensies over zo'n bedrijf. Als er echter geadverteerd wordt met vrijwilligers, denk ik echter ook niet meteen aan dit soort praktijken. Ik vroeg haar dus of ze het goed vond dat ik via het schrijven van dit blog hier ook eens de aandacht op zou vestigen. Graag, was haar antwoord. Bij deze dus...
geplaatst door sixty - 1691 keer gelezen
Vorige berichten
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.