Afstand houden, afstand bewaren en afstand overbruggen
maandag 21 november 2022
De Nederlandse taal kent veel woorden, die een tegenstelling weergeven. Het begint al met Ja en Nee, mooi en lelijk, licht en zwaar, oud en jong en zo kan ik nog wel een tijd doorgaan.
In de ruimte, waarin elkeen leeft zijn er standaard ook twee begrippen, die lijnrecht tegenover elkaar staan: Dichtbij en veraf. Het bijzondere van deze twee aspecten is, dat ze van uit ieders visie verschillend worden toegepast.
Tussen dichtbij en veraf zit afstand. Als ik die drie woorden in het Engels vertaal vind ik dat de Engelse woorden een andere gevoelswaarde hebben gekregen. Dichtbij is close, maar dat laatste woord gebruiken we in onze taal meer om een contact tussen mensen nader aan te duiden. Afstand = distance, als ik me ergens van distantieer betekent dat weer niet hoe ver ik ergens vandaan loop. Veraf is far. Maar far kan men ook met ver vertalen of met veel in de betekenis van veel te…
Afstand houden en bewaren lijkt bijzonder op elkaar. De begrippen zijn bijna synoniem. Door de coronamaatregelen moest men afstand houden en dat ook volhouden. Het overbruggen van een aanzienlijke afstand werd ons ontraden!
Bij daten op afstand, daten met iemand die ver woont denk ik automatisch aan het gezegde: “Wat je van ver haalt is lekker” . Is dat altijd waar? Is als iemand zich inspant voor een date die niet naast de deur woont het als vanzelf de moeite waard?
Kijk voor de aardigheid eens hoe dieren aan hun levenspartner komen. Dieren daten ook! Alleen noemt men dat geen date, maar het heet vaak baltsen (bij vogels), burlen (bij herten) of een wijfje veroveren. Mannelijke zangvogels proberen indruk te maken door hun zang, waarmee ze vrouwtjes lokken. Dat doen mensen ook! Denk maar aan de serenades die heren aan hun geliefde brengen. Tenminste, dat was vroeger zo. Ik zie nu geen minnaar meer met zijn gitaar onder het balkon van zijn geliefde… Mannen pronken soms met hun uiterlijk, maar doen vrouwen dat ook niet? Alleen doen zij dat nu op afstand ook via internet. En soms maken ze indruk op hun geliefde met een fraai boeket…
Er zijn dieren die er in slagen om op afstand te daten. Met hun geluid of geur overbruggen zij een grotere afstand dan mensen zonder technische hulpmiddelen kunnen. Mooi voorbeeld is de koekoek die men op grote afstand kan horen roepen. Mensen kunnen met hun stem niet zo ver reiken. Zou ook daarom het daten via internet zo’n vlucht genomen hebben?
In profielen staat vaak (globaal) vermeld waar iemand woont, en vaak ook op hoeveel kilometer dat van de woonplaats van de lezer is. Is die afstand van evenveel belang als bijvoorbeeld de leeftijd?
Afstand bewaren heeft een andere gevoelswaarde. Dit begrip wordt ook in andere situaties naast afspraakjes gebruikt. Ik merk meestal snel als iemand geen toenadering wil. Als bij het afscheid een arm geheel gestrekt wordt aangereikt (in de tijd, dat men elkaar geen hand mocht geven was het zelfs een gebalde vuist!) weet ik al, dat er geen klik is. Natuurlijk is het bij elke eerste date sowieso goed om afstand te bewaren en geen poging te doen tot toenadering, tenzij het wederzijds goed voelt om een knuffel te geven.
Misschien ga ik toch nog een keer op pad voor een verre date. Maar of dat op den duur leidt tot een duurzaam contact… Dan moet ik die afstand overbruggen. Of, als zij mij aardig vindt, zal zij een stukje moeten reizen.
geplaatst door Aktivo1 - 1736 keer gelezen
Vorige berichten
Voorland
Ik lig op mijn rug. Wakker. Het plafond staart me aan. Ik kan de aanblik niet verdragen. Staar naar rechts. Een nachtkastje. Naast de wekker die half drie aanwijst, mijn favoriete tijdstip om wakker te worden, een glas met een kunstgebit op een laagje water. Aftakeling on the rocks. Het is niet mijn gebit. Niet mijn wekker, niet mijn nachtkastje. Wanneer heeft ze dat uitgedaan? Lig ik aan haar kant? Jeuk in mijn kruis. Nu ik toch wakker ben, kan ik maar het best even krabbelen, denk ik. Waar is mijn inlegkruisje XXX? Ik heb het vast uitgedaan, voordat we ons schuchter, maar ook gulzig overgaven aan het liefdesspel. Als het maar niet ergens rondslingert. We hadden best wat wijn op. Ik staar naar links. Ze is mooi. En snurkt. Ik prik mijn wijsvinger in haar zij, zacht maar beslist. Het snurken stopt. Ik draai me om op die van mij en laat onbedoeld een keiharde wind. Die was hard, zegt ze. Sorry, zeg ik. Ik dacht dat je sliep, zeg ik. Was ook zo, zegt ze, maar ik werd wakker van je gedraai. Voortaan eerst draaien en dan een scheet laten, denk ik, én morgen op zoek naar oefeningen om de bejaarde sluitspier te versterken. Het is drie uur. Ik draai me om. Zij ook. Ze kijkt me aan. Ik haar. En we vrijen onbevreesd ons voorland tegemoet.
Kibbelen, sparren, brainstormen
Af en toe kibbelen houdt je relatie gezond, zegt men wel. Vervolgens las ik op internet dat kibbelen ook vaak komt door een wederzijds gebrek aan inschikkelijkheid. Hoezo is kibbelen dan gezond? Een beetje onenigheid over iets onbenulligs toont aan dat je niet zomaar de ander in alles volgt, dat je een eigen mening hebt. Het is meestal een woordenstrijd over kleinigheden.
Mijn ouders hielden ontzettend veel van elkaar. Ze bleven elkaar dan ook trouw tot de dood hen scheidde, maar ze kibbelden ook regelmatig met elkaar. Mijn vader was een dominante man. Hij dacht dat zijn wil wet was, daarom gaf mijn moeder duidelijk haar grenzen aan. Het gaf hun relatie evenwicht. Hij leerde tot hoever hij kon gaan, zij zag veel door de vingers, maar liet zich ook niet ondersneeuwen door hem. Dat is 60 jaar lang prima gegaan. Broers en zussen kibbelen ook wel met elkaar, dat hoort bij het volwassen worden en ook met een eigen identiteit ontwikkelen. Dat kibbelen is vaak maar van korte duur en wordt in de meeste gevallen weer snel bijgelegd.
Iets heel anders is sparren, dat is toch meer informeel. De opzet daarvan is om over een specifiek onderwerp snel van gedachten te wisselen met elkaar. Het doel van brainstormen is een vraagstuk oplossen of om ideeën uit te werken. In de zakelijke wereld wordt brainstormen meestal gebruikt om nieuwe kansen te verkennen. De collega's mogen elkaar kritische vragen stellen om een idee verder uit te werken. In een gespreksgroep is het toch meer een communicatiemiddel om verschillende gedachten van en bij elkaar te toetsen. Het horen van een ander standspunt en daar iets van opsteken, is meestal de bedoeling. Daar hoeft niet per se een oplossing uit te komen.
Maar hoe gaat het dan bij het daten? Daar komt vaak meer onzekerheid om de hoek kijken. Je wilt niet de indruk wekken dat je de ander aan het uithoren bent. Tegelijkertijd wil je er toch wel graag achter komen hoe hij of zij denkt over dingen die je zelf belangrijk vindt, hoe de normen en waarden zijn. Dat kan mogelijk ook een valkuil zijn. Ervaringen uit het verleden kunnen een rol spelen en dat is niet altijd eerlijk. Je hebt namelijk een nieuw onbekend persoon tegenover je. Geduld hebben wat er uit het gesprek komt, is dan niet verkeerd. Het zou je best weleens kunnen verrassen. Door goed te luisteren, eventueel wat aanvullende vragen te stellen, kom je erachter of je (voor)gevoel klopt. Ik geef iemand vervolgens graag het voordeel van de twijfel, daar is niks mis mee...
Donald komt op bezoek
Toen mijn zoon leerde lezen heb ik een abonnement op de Donald Duck genomen. Vele jaren eerder hebben mijn ouders mij met de Pep bedacht. De Pep was een Nederlands stripweekblad dat van 1962 tot 1975 verscheen, speciaal voor hen, die de Donald Duck ontgroeid waren. Ik was stiekem jaloers op mijn vriendje wiens ouders wel op de DD geabonneerd waren. Daarom las ik dat blad altijd bij hem thuis. De verhalen in de Pep vond ik wat belerend. Leren deed ik wel op school.
Gek genoeg heb ik mijn abonnement op DD niet stopgezet toen mijn zoon op eigen benen ging staan en verhuisde naar een appartement niet zo ver van mij vandaan, maar ik heb het blad wekelijks bij hem gebracht. Nu hij zelf kinderen heeft breng ik het weer naar zijn huis, maar dan als leesvoer voor mijn kleinkinderen. Donald en ik komen eens per week, soms na wat langere tijd op visite, en dat bezoek wordt gewaardeerd. Alleen moet de hond, die zij nog niet zo lang hebben, eerst een kwartiertje wennen aan mijn bezoek voordat er ook maar enige vorm van communicatie mogelijk is.
Dit is een onschuldige Donald die met mij op visite gaat. Ik moet er niet aan denken dat ik voor hun deur sta met de Donald, waar de kranten steeds vol van staan. Misschien heeft het geblaf van de hond dan een positief effect. Laat DT maar blijven waar hij is.
Soms moet er een aanleiding zijn om bij iemand in levende lijve aan te wippen. De huidige media als telefoon, beeldbellen vooral, maken het naar mijn mening te gemakkelijk om iemand even “te woord” te staan zonder echt contact, waarbij je elkaar de hand kunt schudden. Uiteraard is digitaal / telefonisch contact een uitkomst bij een grote fysieke afstand of als er omstandigheden zijn, waardoor een van beiden de afstand niet echt kan overbruggen. Denk daarbij aan ziekte, een volgepropte agenda, slechte weersomstandigheden.
Een klassieke aanleiding is de verjaardag. Mijn ouders waren altijd heel blij als ik destijds met mijn partner op visite kwam; nu kwamen wij wel vaker buiten de verjaardagen om. Na hun overlijden en na mijn scheiding was de familie wat uitgedund. Bezoekjes vonden meer en meer plaats bij goede vrienden en bij groepen mensen, dei ik goed ken. Toch is dat anders. Dan nam ik geen DD maar wel een bloemetje of een flesje wijn mee.
Maar ook dan moest er een aanleiding voor zijn. Minder plezierig is een visite als ik op ziekenbezoek ging. Ik heb een tijdje iemand bezocht die ALS had. Raar genoeg ging ik daar altijd weer blij vandaan; een paar maanden geleden is hij overleden. Zijn lichaam kon de strijd tegen die gevreesde ziekte niet meer aan. Maar hij bleef tot het laatste moment blijheid uitstralen.
Het grote geheim van visite is naar mijn stellige overtuiging tweerichtingsverkeer. Er zijn allerlei cartoons over ongewenst bezoek, stereotiep is dan de schoonmoeder met partner, die voor de deur staat terwijl haar schoonzoon zijn handen uit wanhoop omhoog heft.
Dat zo’n visite altijd ongewenst zou zijn is door de cartoonisten en haters van schoonmoeders geopperd. Een Duits liedje verwoordt de andere kant van de medaille: “Wenn du eine schwiegermutter hast”… Dat lied geeft aan, dat we zonder schoonmoeders ook geen dochters zouden zijn, en dus geen partners om een relatie mee aan te gaan.
Er zijn wel visites die spontaan plaatsvinden, visites die een verplicht nummertje zijn, en visites die je uit mededogen doet of om iets te vieren. Een bezoekje heeft in elk geval meer impact dan een contact via de telefoon of de mail. Of zijn er mensen, die daar anders over denken?