Joechei de maand van Mei.
zondag 12 mei 2024

Deze maand trekken we er weer op uit, om met de ANWB te spreken, het buitengebeuren staat er weer frisgroen bij met bloeiend fluitekruid in de bermen en weelderige rhododendrons in de stadsparken. Voor elk wat wils. Elk voorjaar ben ik weer een nieuwsgierige padvinder op ontdekkingsreis door stad en land.Een voordeel van haperend geheugen, dat er zoveel telkens opnieuw ontdekt kan worden. Ook heerlijk dat de dagen weer lang zijn, dat geeft mij vaak een 2-in-1-gevoel: je kunt je werk doen en dan óók nog genoeg tijd overhouden voor ontspanning in de buitenlucht.
Al ik op pad ga dan hangt er meestal een camera(ad) rond mijn nek, dat is goed gezelschap al is het qua communicatie wel mager ;-) – misschien dat-ie in de ai-toekomst uit zichzelf suggesties gaat doen voor een mooi prentje?! Maar natuurlijk is het véél leuker op stap te zijn met een sprankelende single aan mijn zijde als metgezel, klankbord, aangever en criticus. Nú is het de ideale tijd om afspraakjes te maken; rokjesdag is weer geweest en met een beetje geluk geeft de zon extra glans aan onze ontmoetingen. Op een mooie lentedag met je picknickmandje op een kleedje samen ergens aan een slootje zitten luisteren naar een kikkerconcert. Of je laten verwennen op een gezellig terras – dat kan nu gelukkig weer zonder terrasverwarming. Wat kan er dan nog misgaan? Van alles natuurlijk, maar dat laten we nu even buiten beschouwing.
Ook zo fijn aan deze tijd is dat er weer allerlei activiteiten in de buitenlucht zijn. Dat je door een stad kunt wandelen en meegevoerd worden door de klanken van een orkest dat speelt in een parkje, of dat je verzeild raakt bij een straattheater; dat er toevallig een brocante aan de gang is, of een buurtfeest.... kortom zoveel om bij ‘aan te waaien’ door gewoon maar je neus in de wind te steken en zien wat de dag brengt. De stad heeft dan wel iets van een bijenkolonie, overal om je heen gezoem. Maar vooral leuk als je met iemand hebt afgesproken o er samen van te genieten – en anders van elkaar. Trouwens ook als ik in m’n eentje op pad ben, is het des te leuker als ik mijn belevenissen kan delen in mijn kringetje. Zo zijn we bedraad, vandaar die camera. Wat dat betreft zijn de ‘socials’ toch wel handig.
Door gelukkige toevalligheden verrast worden, dat maakt het leven leuk als je het mij vraagt. De galerie die nét die dag een expositie opent, De kerk waar toevallig op dat moment een orgelconcert begint. Een vriend van vroeger die je weer eens tegenkomt. Een ree die je pad kruist. Een workshop waar je per vergissing binnenloopt 'komt u er maar gezellig bij het is voor alle leeftijden'. Natuurlijk kun je zulke dingen meestal ook wel plannen maar het is veel leuker (vind ik) als niet gepland was, dan voelt het veel meer als een cadeautje, het roept een zeker gevoel van avontuur op. Ik weet nooit van tevoren waar de inspiratie deze keer weer vandaan zal komen. En ook als ik een plan heb – en tot op zekere hoogte is daar natuurlijk niet aan te ontkomen – dan nog pakt het vaak goed uit als het tóch anders loopt.
Toen ik op vakantie was met mijn zoon, lang geleden, zei hij eens: wat hebben we toch vaak mazzel! We kwamen erover in gesprek, wat dat dan was, “mazzel”, of dat puur toeval is of dat we daar ook nog een zegje in hebben. Of zou het zo zijn dat er altijd en overal wel mazzeltjes zijn, als je het maar wilt zien. Waarschijnlijk dat laatste, was de conclusie. Maar de echte mazzel was natuurlijk dat wij samen waren, dat de zon scheen, dat we gezond waren en vrij om te doen waar we zin in hadden. :-P
geplaatst door Pelgrim - 1443 keer gelezen
Vorige berichten
Voldoende inspraak hebben
Vorige week dinsdag kreeg ik een appje van mijn museumvriend. Om 22.40 uur is er op NPO2 een documentaire over schilder, beeldhouwer en architect Rudi van de Wint en zijn immens grote kunstwerken op het uitgestrekte duinterrein "De Nollen" in Den Helder. Weet je nog dat we vele jaren geleden daar zijn geweest en er een rondleiding hebben gehad? Ja, dat weet ik nog, ik ga kijken, appte ik terug. Rudi van de Wint is in 2006 overleden, zijn 2 zonen Ruud en Gijs beheren nu samen De Nollen.
Kunstenaar en architect Rudi van de Wint heeft in de 60-iger jaren van de vorige eeuw een voormalige vuilnisbelt omgetoverd tot een uniek natuurgebied in de binnenrand van het duingebied van Den Helder en met zijn eigen, grote kunstwerken opgesierd. Hij is een van de bekendste kunstenaars in Nederland, want ook de fel gekleurde muren in de vergaderzaal van de Tweede kamer, een kruising tussen een beeldhouwwerk en een schilderij, waren een werk van zijn hand. Bijna iedereen heeft die wanden bij een tv-uitzending van een debat in de Tweede Kamer weleens gezien. Ik ben blij dat ik de documentaire heb gezien, want vooral de beelden vanuit de lucht lieten dit prachtig geworden natuurterrein in al zijn glorie zien.
Het onderhoud van het landschap en het in goede staat houden van alle kunstwerken wordt door zoon Ruud gedaan, zijn broer Gijs doet het financiële gedeelte, zoals alle contacten met de gemeente Den Helder, het Rijk en de Museumkaart. Jaarlijks ontvangt De Nollen ongeveer 7000 bezoekers, maar dat kan beter vinden de ambtenaren van de stad Den Helder. De grote loodsen waarin vader Rudi zijn gigantische kunstwerken maakte kunnen heel goed omgebouwd worden tot een museum van Internationale allure, maar dat kost geld, veel geld. Ik zag de 2 zonen als paradijsvogels tussen al die belangrijke heren in kostuum zitten, die speculeerden over het aantal bezoekers wat dat nieuwe museum zou kunnen ontvangen, mogelijk wel 100.000 per jaar.
Daarom moesten er ook wisseltentoonstellingen komen van jonge kunstenaars, zodat de stroom bezoekers na het 1e bezoek zal blijven komen. Oudste zoon Ruud opent nu voor de 1e keer zijn mond en zegt : zoveel mensen? Het is wel een kwetsbaar natuurgebied en mijn broer en ik zijn eigenaar hiervan. De mensen kunnen niet zomaar overal gaan lopen, vandaar dat we rondleidingen hebben. Ik moet wel de vrijheid houden om nieuwe paden naar de kunstwerken in het open veld aan te leggen, als ik dat nodig vind. Hij had tevens zijn bedenkingen over allemaal exposities van andere kunstenaars : het is wel het levenswerk van onze vader, die hier zijn nalatenschap van heeft gemaakt, zei hij nadrukkelijk.
Na het vertrek van alle ambtenaren gingen de broers daarover in discussie. Er wordt voor miljoenen geïnvesteerd in dit museum, zei jongere broer Gijs, daardoor krijgen deze heren onvermijdelijk inspraak hoe dit museum zo rendabel mogelijk te maken. Door de gestegen inkomsten kunnen we misschien ook wat ouder werk van vader terugkopen om dat ook in het museum ten toon te stellen. Bovendien krijgt vader nu veel naam en faam in het buitenland met dit unieke museum. Het terrein ligt op korte loopafstand van NS-station Den Helder Zuid, je bent dan ook meteen in duingebied.
Opeens ging me een licht op waarom zoveel 50plusleden niet meer willen samenwonen. We hebben allemaal een klein koninkrijkje thuis ingericht in de loop der jaren. Als je gaat samenwonen krijgt de ander daar onvermijdelijk inspraak is, anders is de relatie niet gelijkwaardig. Maar tot hoever laat je dingen in de kamer(s) van jouw koninkrijk veranderen, zodat hij/zij zich daar ook goed thuis kan voelen? En hoe doe je dat zonder onenigheid te krijgen? Vandaar dat velen van ons (ikzelf incluis) toch de voorkeur geven aan een LAT-relatie...
Een vriendschapsaanzoek 2.0
Van het fenomeen liefdesbrief hebben veel jongeren alleen van hun (groot-) ouders iets gehoord, onze kinderen zullen smakelijk lachen of een beetje schouderophalend reageren, als ze horen hoe hun voorouders aan iemand lieten weten, dat ze verliefd op hem of haar waren.
Wat gaat dat tegenwoordig toch anders. Een appje als je iemand leuk vindt, een reactie op Facebook of Tinder. Toch was die papieren liefdesbrief nog zo gek niet. Die manier van communiceren via de PTT had “wat”. Het handschrift, de adressering op de (liefst een roze gekleurde) enveloppe waren de eerste binnenkomer. Een slordig handschrift en fouten in de tenaamstelling waren een breekpunt.
Dan de brief zelve. Als je al met elkaar verkering had of zelfs als je al verloofd of getrouwd was zond je zo’n schriftelijke ontboezeming van je diepste gevoelens aan jouw geliefde. En dan wachten op een reactie. Veel ontvangers (meestal vrouwen) van die brieven bewaarden ze consequent. Wat gebeurde er dan als de liefdesgloed verbleekte, als de relatie stopte?
Er waren ook liefdesbrieven aan iemand, waar je in stilte verliefd op was, maar je durfde dat niet vis-a-vis uit te spreken.
Het komt ook nu nog voor dat ik iemand “in het wild” ontmoet waarvan ik zeg “Wow!”. Bijvoorbeeld op de dansvloer. Het is bijzonder, dat in die context deze gevoelens niet zo snel uitgesproken worden. Ik verbaasde mij hierover, waar zou dat door komen. Opeens viel het kwartje. In zo’n omgeving zijn de vrouw, die ik leuk vind en ik niet alleen. Ik ben terughoudend in het en plein public uitspreken van wat er in mij borrelt. Is dat een verkeerde schaamte of is het zelfbescherming?
Als iemand gezellig met je danst wil dat nog niet zeggen dat diegene wat voor jou voelt, als jij zelf diegene wel in je armen zou willen sluiten. Er zijn allerlei signalen die je kunt oppakken, waardoor je weet of je een kansje maakt.
Digitaal werkt dat geheel anders. Hét grote pluspunt bij digitaal dateverzoeken doen is mijns inziens dat je de tekst die je naar een potentiële date zendt voordat je op de knop drukt onbeperkt kunt aanpassen / corrigeren. Je kunt zelfs op het laatste moment besluiten het bericht toch maar niet te zenden.
Digitaal daten kan heel uiteenlopend uitpakken, vanaf eindeloos wachten op een reactie op een berichtje, tot een snel akkoord gaan met een afspraak, tot een tijdje mailen of een afbericht per omgaande. Maar dat is weer vergelijkbaar met de dansvloer. Iemand vraagt een dame ten dans, zij kan twee dingen doen: met hem de vloer opgaan of beleefd danken voor de invitatie en blijven zitten.
Op een digitaal afbericht kun je heel divers reageren, op een weigering om te dansen is er doorgaans geen discussie. Ik denk dat de manier van reageren individueel heel verschillend is. Sommigen zijn op hun staart getrapt als ze een blauwtje lopen, anderen doet het niet veel.
Zo’n blauwtje kan ook leerpunten opleveren.
We zijn dus van vriendschapsaanzoek 1.0 via misschien 1.1. naar 2.0 gegaan. Ik vraag me af of iedereen met name als iemand ouder is die veranderingen heeft kunnen bijbenen.
Mijn roots
Mijn roots
Na mijn trouwen vertrok ik op drieëntwintig jarige leeftijd naar een niet zo’n groot dorp in Zeeuws Vlaanderen en nu woon ik sinds tweeduizendzestien in de Hoeksche Waard. Maar mijn roots liggen in de historische regio Salland in de provincie Overijssel. Om precies te zijn In Schalkhaar en Deventer.
Roots: “Mijn afkomst, mijn oorsprong, waar mijn wortels liggen”. Mijn culturele identiteit.
De plek waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Het behelst mijn opvoeding, de cultuur van de regio, het dialect, maar ook de jeugdherinneringen. Schalkhaar de plaats waar ik geboren ben, waarin ik de eerste tien jaren ben opgegroeid. Waar mijn vader mij leerde schaatsen en leerde fietsen. Alle belevenissen voor de eerste keer ervaren maken herinneringen intenser.
Met zoonlief afgelopen week enkele dagen in Deventer verbleven. De stad waar ik de middelbare school heb bezocht, waar ik verliefd ben geworden en waar ik mijn man heb ontmoet. De stad waarin ik als jong volwassene het uitgaansleven heb ontdekt. De levendigheid van een stad heb ervaren. Tijdens de pauze van mijn werk even de stad in om bij goed weer te lunchen op een terras, of de van huis meegebrachte lunch met collega’s te nuttigen op de Welle langs de IJssel. Of een ijsje eten bij de zeer bekende Italiaanse ijssalon.
We hebben op de fiets Deventer en omgeving verkend. Plaatsen bezocht waar ik gewoond, gewerkt heb en naar school ben geweest. Het huis waar ik geboren ben. Wat is het leuk om aan mijn zoon de plekken van mijn jeugdherinneringen te kunnen laten zien en het vertellen van de bijbehorende belevenissen. Maar wat is alles veranderd in de loop der jaren. Routes die ik in mijn hoofd had naar school, naar het werk, ik herkende ze in 1e instantie moeizaam. Nieuwe gebouwen, nieuwe wegen en… het is veel drukker.
We logeerden in een honderdvijftig jaar oud Hotel in het historische centrum van Deventer. Een architectonisch gebouw met tradionele elementen met modern comfort. De brede lange trappen naar de verdiepingen met op iedere verdieping prachtig grote ramen. Op de hoogste verdieping een mooi uitzicht op de Brink en de stad. Wanneer je je ogen sluit kun je je wanen in een film van Sherlock Holmes. De vloeren die kraken, zowel in de oude lift. Er zijn veel oude historische gebouwen verdwenen, maar dit hotel is er gelukkig nog. Het sloot goed aan bij mijn herinneringen en het opnieuw teruggaan naar de regio van mijn roots.
Liefs,
Monique