Zeeman (2)
vrijdag 31 oktober 2025
Lang, héél lang geleden schreef ik dit blog en ik recycle het met veel plezier naar aanleiding van het laatste blog van een ander lid; vandaar de (2). Komtie.
‘Wat vind jij spannend?’, vraagt ze terwijl ze haar been tussen dat van mij inwurmt.
‘Pardon?’ Er zijn natuurlijk genoeg dingen die ik spannend vind, maar we zitten in een openbaar dranklokaal met een goede akoestiek en ze heeft een vrij luide stem. Bovendien is dit onze eerste ontmoeting en ik heb bij mijn weten nog geen signalen afgegeven die erop zouden kunnen wijzen dat ik na een half uur al toe ben aan gewenste intimiteiten als deze. Dus ik kies een veilige route.
‘Ik heb nog niet zo lang geleden The Killing 3 gezien; ik vind deel drie wel weer erg goed ondanks de matige kritieken.’
‘Nee’, kirt ze, ‘je weet best wat ik bedoel.’
Mijn gezicht is een en al vraagteken, maar ze laat zich niet van de wijs brengen. ‘Houd je van lingerie?’ Ik besluit om maar een beetje mee te bewegen. Niet met haar been dat nog steeds terrein wint, maar als in de LOI-cursus ‘Omgaan met opdringerige mensen’.
‘Nou, houden van, houden van, dat is misschien wat sterk uitgedrukt, maar ik ga niet graag de deur uit zonder onderbroek, dus in dat opzicht ben ik er wel op gesteld.’
Ze doet net of ze me niet hoort en begint uit te weiden over haar omvangrijke lingeriecollectie3. Er komen allerlei namen voorbij waarvan alleen die van Marlies Dekkers blijft hangen. Die naam herken ik, omdat ik haar lange tijd heb verward met die van Inge Dekker, een zwemster, totdat iemand me daarop wees. Sindsdien weet ik dat Inge zwemt en Marlies ondergoed maakt.
‘En jij, wat draag jij?, vraagt ze.
‘Ik koop mijn onderbroeken altijd bij Zeeman.’
‘Bij de Zeeman?’ schreeuwt ze, goed hoorbaar voor de voltallige clientèle. ‘Koop jij je onderbroeken bij dé Zeeman?’ Het misplaatste, ik wil niet zover gaan om te zeggen foutieve gebruik van het lidwoord 'de' vóór bedrijfsnamen die zijn afgeleid van een eigennaam, is me al jaren een doorn in het oog: de Bart Smit, de Blokker, de V&D en ga zo maar door. Dat zij het ook doet, brengt ons beslist niet nader tot elkaar. Hoe kom ik in godsnaam van dat been af?
‘Ja, drie voor vijf euro. Ik koop altijd zwarte, dat is in de meest voorkomende gevallen een goede schutkleur.’ Haar been verhuist met een bruuske beweging terug naar haar eigen helft.
Mijn ex zaliger droeg in de winter vaak wollen onderbroeken en zelfs daardoor liet ik me niet uit veld slaan. Het kwam in die tijd trouwens helemaal niet in me op om het woord spannend ook te betrekken op ondergoed. Twee kinderen, twee banen, twee auto’s, twee huizen, twee vakanties, twee poezen en twee cavia’s stonden gedurende enkele decennia garant voor meer dan voldoende spanning in huize Plan B. Van een bh die meer bandjes heeft dan de Erasmusbrug tuidraden zouden we alleen maar in de war zijn geraakt. En bovendien, wat is spannend? De belofte is vaak zoveel spannender dan de vervulling. Dat geile ondergoed laat zo weinig aan de verbeelding over. Het is zo voorspelbaar. Nu weet ik ook wel dat er tussen ondergoed van Zeeman en geile rompertjes nog een wereld te ontdekken valt in lingerieland, maar ik vind het niet direct een onderwerp om de vergadering mee te openen en zeker niet op zo’n broeierige toon.
‘Ik weet niet of ik op een man val die onderbroeken van de Zeeman draagt hoor’, zegt ze. Dit is een vreemd gesprek, denk ik. Vertel mij welke onderbroek u draagt en ik vertel u wie u bent. Als ik weer thuis ben, kan ik het niet laten om mijzelf aan een kritisch onderbroekenonderzoek te onderwerpen, want je moet altijd openstaan voor andere meningen. Maar als ik voor de spiegel sta, slechts gekleed in dat voor sommige mensen blijkbaar cruciale kledingstuk, zie ik geen reden om mijn aankoopbeleid te wijzigen. De Zeeman kan op mij blijven rekenen.
Inmiddels is die laatste zin niet meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Ik koop nu bij Wibra. En natuurlijk is ook dit soweiso allemaal verzonnen. Was het maar waar.
geplaatst door PlanB - 768 keer gelezen
Vorige berichten
De ballen
Ik heb mijn kerstmuts maar weer opgezet. De foto is van vorig jaar - wat niks uitmaakt. Wat is een jaar in een mensenleven? Een dag is elke dag weer nieuw: goedemorgen allemaal! En de middag is ook nieuw: goedemiddag alle aanwezigen! Maar de avond dan? Het wordt de hoogste tijd om elkaar hier goedenavond te wensen, elke dag weer. Vóór het welterusten wensen begint natuurlijk. Het jaar daarentegen is maar één keer per jaar nieuw. Dat nieuw worden voltrekt zich in de nacht na Oudejaarsavond, de enige avond van het jaar waarop ik mijn status ‘alleenstaand’ verfoei, ondanks de zes versgebakken glutenvrije oliebollen waarop ik mezelf trakteer. Ik moet trouwens nog twee sinterklaasgedichten schrijven. Heb ik niet al eens gepleit voor één groot Eindejaarsfeest, een feest om de zonnewende te vieren, een feest voor en door ons allemaal?
Laatst ging ik even een pakketje ophalen in een buurtsupermarkt aan de overkant van het kanaal - wat weer eens een ander loopje geeft. Op de stoep, naast een bankje, zat een man op zijn motor. Helm, motorjack, spijkerbroek, hoge leren laarzen. Hij maakte aanstalten om te vertrekken. Ik liep rustig door, hij zou toch wel met wegrijden wachten totdat ik hem voorbij was? Motorrijders beschouwen zichzelf immers als kundige, weldenkende verkeersdeelnemers? Maar nee. Hij gaf gas, een knal, en daar lag de motor op de stoep, met hem eronder. Hij kwam razendsnel overeind - en ik heb maar even gewacht totdat hij klaar was met schelden en stampvoeten voordat ik hem aansprak. Zijn zijspiegels lagen aan scherven op de stoeptegels, en zijn achterkoffer lag een paar meter verderop. Hij was met die koffer aan het bankje blijven haken. Een goede motorrijder was hij dus niet, maar een vriendelijke man was hij wel: ‘Mevrouw, ik lette op u toen ik wegreed,’ zei hij, ‘en daardoor vergat ik hoe breed die koffer is.’ Wat mij toch niet heel logisch leek. Zelfs met mijn sterk ontwikkelde, dus makkelijk aan te spreken schuldgevoel, leek mij dit niet logisch, hoe vriendelijk hij het ook zei. Maar ja, ík kon gewoon doorlopen naar de buurtsuper en met mijn pakketje naar huis gaan, en hij stond met een kapotte motor en een zeer been op die stoep. Ik heb dus gevraagd of hij hulp nodig had (dat had hij niet), en ben toen mijn pakketje maar gaan halen.
Thuis glimlacht de kerstboom naar me. Hij is gemaakt van donkergroen draadstaal, en hij heeft weelderige krullen. Er hangen gouden slierten in die krullen, een zilveren parelsnoer, stervormige lichtjes, engeltjes - en ballen. Blauwe, koperen, rode, zilveren en doorzichtige ballen. En groene, vooral groene ballen. Die hingen er aanvankelijk niet, maar ze ontbraken. Soms weet je zeker dat iets ontbreekt, nietwaar? Vorig jaar nog, heb ik de leemte opgevuld met kleine balletjes. Maar een mens heeft niks aan kleine balletjes als de ballen groot moeten zijn. In een bomvol Brabants tuincentrum vond ik de goede ballen - én een mondgeblazen, met de hand beschilderde zeemeerman. De zeemeerman heb ik voorzichtig teruggehangen aan zijn haakje.
Is december een feestmaand voor iedereen?
December heeft de naam dé feestmaand bij uitstek te zijn. Sint Nicolaas, de kerstdagen en oud – en nieuwjaar. Allemaal dagen die uitnodigen om eens goed uit te pakken. Traditioneel werden die feestdagen zeker buiten de grote steden vaak in familie / gezinsverband doorgebracht. Het was dan ook gebruikelijk dat ouderen die door overlijden van hun partner of door andere oorzaken alleen kwamen te staan bij familie mochten aanschuiven.
Na Sinterklaas komen de kerstfilms op de t.v. en reclames voor kerstartikelen; vervolgens lees ik over de wedstrijden die (vroeger door het Algemeen Dagblad) georganiseerd werden over de lekkerste oliebollen. Is het weer dezelfde kraam, die gaat strijken met de hoogste eer ?
De ontwikkeling van de individualisering, nieuwe interesses en drukke agenda’s van jongvolwassenen hebben namelijk een kentering veroorzaakt in de gewoonte, dat grootouders, kinderen en kleinkinderen deze feestdagen en vooral de kerstdagen samen doorbrengen. Veel twintigers of dertigers gaan in de kersttijd met hun veelal kleine gezin elders vertoeven. Het is veel minder dan vroeger gebruikelijk dat zij thuis met hun mam of paps de feestdagen doorbrengen. En vaak willen de ouders zich niet meer op sleeptouw laten nemen door hun kroost, omdat ze de jongelui niet door hun meedoen met de korte vakantie willen belasten.
Daar zijn verschillende goede redenen voor. Grootouders willen zich wel eens bemoeien met de opvoeding van hun kleinkinderen. En dat gaat schuren. Verder is er het financiële aspect. Soms zitten de grootouders ruimer in hun slappe was, maar tegenwoordig hoeven ook omgekeerd hun kinderen vaak minder op elk dubbeltje te letten. Dan komt schaamtegevoel om de hoek kijken. Natuurlijk kun je daar afspraken over maken, maar toch.
In de wintertijd zijn er in mijn familie en vriendenkring naast de eerder genoemde feesten nog enkele verjaardagen. Het kan niet op! Op verjaarsvisite gaan kan ontaarden in opzitten en pootjes geven. Natuurlijk zijn er nog steeds familieverbanden waarin zowel Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuwjaar heel gezellig gevierd worden.
Ik vind het zelf prettig om in elk geval op Nieuwjaarsdag even bij mijn zoon en zijn gezin aan te wippen. Dat is dan een life onderstreping van de al eerder telefonisch, met kaarten of via mail uitgewisselde goede wensen. Een traditie die ik graag in ere houd. Wel moet ik dan het zo inkleden dat mijn bezoek niet stoort in het kijken naar de bekende Nieuwjaars programma’s zoals het concert uit Wenen en het schansspringen.
Tegenwoordig boek ik geruime tijd voor de kerstweek al een paar jaar een kerstreisje naar het buitenland, meestal met wat culturele inhoud. Er zijn nog steeds single-reizen, hoewel die formule minder populair is dan pakweg tien jaar geleden, Ik beschouw deze opzet dan niet als een vlucht maar als een kans andere mogelijkheden die de kerstweek biedt mee te maken. Plusje: Ik kan ook weer onbekende mensen ontmoeten. Het zoeken naar een leuke reis is voor mij eigenlijk al een soort feestje, een feestelijke zoektocht.
Het zou voor een onderzoeker (socioloog) wellicht interessant zijn na te gaan, hoeveel mensen de feestdagen bij familie of bekenden vieren en hoeveel er net als ik voor kiezen buiten de vertrouwde kring kerst en misschien ook de andere feestdagen te vieren.
Een dag ben ik altijd in mijn uppie thuis. Oudejaarsdag vier ik met oliebollen en appelflappen, bij de t.v. in afwachting van het aftelmoment om twaalf uur ’s nachts.
Hoe vieren lezers van deze ontboezeming zelf de feestdagen? Is er in de loop der jaren iets veranderd in de invulling van de decembermaand? Is er een bepaalde trend te bespeuren, zoals ik dat suggereerde? Ik weet vrij zeker, dat het veel uitmaakt of je wel of niet in een relatie zit.
Stil en vredig
Stil en vredig
Zondagmorgen. Ik ben al vroeg op pad en onderweg naar het station om een vriendin op te halen. Ik rijd door het dorp. Een wandelaar met een hond, maar voor de rest zijn de straten verlaten en is alles stil. Bijna geen verkeer. Stil en vredig voelt het haast. Alle gordijnen en rolluiken zijn nog bij vele huizen gesloten. Bij enkele huizen is alles open en branden binnen de lichten. Ik zie een moeder zitten met een baby op schoot. Waarschijnlijk de baby aan het voeden, denk ik. Een Kerstboom in de hoek van de kamer. Sommige huizen en tuinen zijn versierd met lichtjes. De donkere dagen voor de kerst.
Ik ben ruim op tijd en besluit op het perron te gaan wachten. Geen haastende reizigers, ook hier is het rustig. Ik heb koffie en bekertjes meegenomen voor ons straks onderweg. Naast mij op de bank komt een jonge man zitten. Hij pakt zijn telefoon en belt. “Over drie kwartier ben ik thuis.” “Alles goed?” En even later sluit hij af. Hij gaapt. Een lange nacht? Hij vertelt over zijn nachtdienst als verpleger. Koffie? Oooh? Ja graag. Dan arriveert zijn trein. Ons gesprek onderbroken. Ik wens hem wel thuis.
Zo anders is het doordeweeks op de busstations en perrons van de treinen. Meestal wanneer ik op reis ga, neem ik genoeg de tijd. Reizen kost toch veel wachttijden. Overstaptijden. Ik vind het altijd wel makkelijk om voldoende tijd te hebben om een andere trein, of vervoermiddel te kunnen nemen. En… ik vind wachten niet erg. Zoveel verschillende mensen kunnen observeren. Mensen die haast hebben. Nog snel een trein instappen net voor de deuren sluiten. Mensen met grote koffers, die waarschijnlijk een grote reis gaan maken. Misschien wel naar een cruise op weg zijn, of misschien wel gaan vliegen naar een voor hen fijne bestemming. Of op familiebezoek gaan, naar kinderen die ver weg wonen. Genoeg om over te fantaseren. Bovendien ontmoet ik onverwachts dikwijls iemand waar ik een leuk gesprek mee heb. Soms zou ik willen, dat dit kortstondige contact wat langer had kunnen duren.
Dat laatste doet mij herinneren aan een reis naar Frankrijk toen ik met meerdere reizigers op een vol perron in Breda stond te wachten op de internationale trein naar Brussel. De vertrektijd was aanstonds, maar opeens werd het informatiebord zwart. Daarna werd er omgeroepen op welk perron de trein zou vertrekken. Ik moest deze trein halen om op tijd te zijn voor de TGV die zou vertrekken in Brussel Midi naar Avignon in Frankrijk. Het perron stroomde leeg en ik en allen haastten zich naar het andere perron. Terwijl ik rende nam Iemand naast mij de rugzak van mij over en we gingen de trein in bij de eerste de beste nog geopende deur. Hijgend ploften we neer op zitplaatsen in de 1e klasse. Een Belgische conducteur kwam al snel de kaartjes controleren. Hij deelde mij mede, dat ik moest verhuizen naar de 2e klasse waarop ik hem vriendelijk heb gevraagd om nog even te mogen blijven zitten om even bij te komen. We begonnen samen te lachen en de behulpzame man bleek een Belg te zijn. Hij vertelde, dat hij onderweg was naar zijn vriendin in Parijs die daar voor haar bedrijf een beurs organiseerde. Ik ben blijven zitten tot in Antwerpen.
Het zijn maar momentopnamen van korte ontmoetingen, met vaak wel bijzondere herinneringen. Of de man waarmee ik samen door een tolpoortje liep toen bleek dat ik een verkeerd kaartje had mij nog kan herinneren, dat vraag ik mijn nog dikwijls af. We hadden samen een uur tegenover elkaar gezeten in de trein naar Nijmegen. We kwamen in gesprek nadat de conducteur mijn kaartje had gecontroleerd en waaruit bleek, dat ik had ingecheckt bij het verkeerde tolpoortje. Spontaan bood hij aan om mij te helpen. En ja, dat gebeurt ook, soms zijn er ontmoetingen waarbij ik denk had ik maar meer mogelijkheden om elkaar te ontmoeten om elkaar beter te leren kennen. Dat had ik ook bij deze ontmoeting in de trein naar Nijmegen. We gingen uit elkaar met elkaar nog een prettige reis en verblijf te wensen en dat was het dan. Toch blijven dit mooie herinneringen, waarbij het in gesprekken klikt en er in korte tijd een gevoel van verbondenheid ontstaat.
Reizen blijft avontuurlijk en er kunnende altijd verrassende ontmoetingen en gebeurtenissen plaatsvinden.
Liefs,
Monique