Honderdtwintig bij tweehonderdacht
vrijdag 23 september 2016
Gevaarlijk vinden mijn vriendinnen het, zomaar een man ontmoeten die ik via een datingsite heb leren kennen - een man dus die ik helemaal niet ken. Vooral de vriendinnen die een half mensenleven met dezelfde man zijn getrouwd, kunnen wat het andere geslacht betreft behoorlijk eenkennig zijn. Het is niet dat ze mij geen vrijer gunnen. En voor hen is het slagen van zo'n ontmoeting ook van belang: mét vrijer schijn ik veel gezelliger te zijn dan zonder. Ik kan hen geruststellen: voor mij is er maar één gevaar: verliefd worden op een foute man...maar dat kan mij ook in de bus overkomen, toch? Gelukkig mag ik wel eens een man van hen lenen, ík ben niet gevaarlijk. Zo heeft de man van een vriendin laatst een blikje voor me opengedraaid. Een mooi, plat blikje met een begerenswaardige inhoud. Achteloos draaide hij het open, waar ik gebruik makend van alle tangen uit keukenla en gereedschapskist met een dicht blikje bleef zitten. En de man van een andere vriendin heeft fluitend de luxaflex in mijn werkkamer weer opgehangen. Zomaar naar beneden gestort, was die luxaflex. In een slordige wolk van gruis en pluggen.
Zonder man leven kan heel goed, maar de klussen waar kracht voor nodig is, schieten er dus wel bij in. En dan ben ik nog niet eens onhandig, ook al ben ik links. Ik hou van bouwmarkten, van winkels in scheepsbenodigdheden. Van schroeven, moertjes, fittingen, touwen (yes, mr. Grey), harpen en harpjes; functionele spullen met hun eigen schoonheid. Mijn eerste grote aankoop na m’n scheiding was een boormachine. Geen hulp hoeven vragen was toen een groot goed; ik vond vrijwel alle mannen gevaarlijk. Barmhartig lang terug in de tijd is dat. Nu, drie liefdes (en ook, maar toevallig) drie verhuizingen verder, kijk ik om mij heen in het huis waar ik al veertien jaar woon. Veertien jaar is lang: ik heb nog nooit ergens langer gewoond dan zeven jaar. Weg wilde ik dan ook na zeven jaar, maar dan moest ik ook een plek hebben om naar toe te willen gaan. Die had ik niet - dus bleef ik. Wel verkocht ik mijn gemakkelijke stoelen, brak ik de boekenkasten af en zette boeken, schappen en zijstukken tegen de muur. Voor mij was het goed zo, lekker tijdelijk. Een nieuwe vrijerman zag dat anders. We hebben een dag met de bank geschoven, en met de tv, net zo lang tot het ook voor hem goed was. Met een andere vrijerman stond ik buik aan buik boven op mijn keukentafel. Hij met de boormachine (de zijne), ik met de stofzuiger. Voor hem was een lamp boven die tafel zowel nuttig als noodzakelijk, en hij wilde wel helpen. Wat genereus van hem was, want wat hij eigenlijk wilde was samenwonen. In zíjn huis en wel onmiddellijk.
Mijn huis is nog steeds niet helemaal ingericht. En de leegte, het tijdelijke, bevalt mij wel. Eigenlijk kan ik niet anders dan constateren dat slechts de kritische ogen van een nieuwe vrijer mij weer naar de boormachine zullen laten grijpen.
Schilderen doe ik wel, zo helemaal alleen. Ik hou van schilderen, vooral van schilderen met witte grondverf. Witte grondverf is spannend: hoe het was is nog net zichtbaar, hoe het kan worden is een zich geleidelijk ontwikkelend plaatje in mijn hoofd. Schilderen is ook een beetje gevaarlijk: zo heb ik zoveel verf gemorst op de tapijttegels van de overloop dat ik ze met de vuilnisman heb meegegeven. Op mijn boodschappenlijstje staat nu al maanden: vloerbedekking overloop, 120 x 208. Het staat daar tussen de yoghurt en de zoete aardappels en ik schrijf het steeds weer over. Af en toe ga ik op de couponnetjes-zolder van de plaatselijke vloerbedekker kijken, maar wat ik goed genoeg vind, ligt er nog niet. En ik vind het goed, zo. Totdat een nieuwe vrijer cementgruis aan zijn blote voeten dreigt te krijgen. Dan zal het juiste couponnetje er wel liggen.
En dan staat die spiegel er ook nog, tegen de muur. Hij is mooi, maar groot en zwaar. Hij staat daar goed.
geplaatst door RodeJas - 10465 keer gelezen
Vorige berichten
Impulsen of goede voornemens?
Impulsen en goede voornemens zijn vaak zijn geen lang leven beschoren. Handelen uit een impuls kan je opbreken als het niet goed doordacht is. Goede voornemens zijn lastig vol te houden. Ik heb daar dan ook niet zoveel mee. Liever pas ik in stilte een gewoonte aan, omdat het gezond(er) voor me is en ik soms ook nog eraan moet werken
Zo las ik ooit dat koffie beter voor je lijf is als je het zonder melk en suiker drinkt. Koffiemelk achterwege laten kostte me niet zoveel moeite, geen suiker had ik veel meer moeite mee. Zeker als de koffie sterk is, is de smaak bitterder. Ik deed daarom als tussenfase een tijdje 1 zoetje in een mok koffie. Het vereiste doorzettingsvermogen om koffie zonder suiker lekker te gaan vinden, maar nu ben ik eraan gewend. Een pak suiker heb ik al heel lang niet meer gekocht. Een goed voornemen dwingt je vaak ook om in de spiegel te kijken. Is het haalbaar?
Van straffe rokers is bekend dat ze echt moeten afkicken, omdat het roken een verslaving is geworden. Mijn zoon is het pas gelukt toen hij de liefde van zijn leven had gevonden. Voor haar had hij het over, temeer omdat ze samen graag een gezin wilden stichten. Nu heeft hij een schattig zoontje van 1,5 jaar. Hij is dolblij dat het hem gelukt is. Wat enorm hielp dat zij nooit gerookt heeft, hem dus niet in de verleiding bracht om weer te gaan roken.
Dry januari is een ander verhaal. Ach, die maand is me makkelijk gelukt, ik ben geen alcoholist, ik kan best af en toe weer een glaasje nemen, wordt al gauw gedacht. Voor je het weet zit je na enige tijd weer op je oude niveau. Meer bewegen door te gaan sporten is een populair voornemen. Dat werkt meestal toch beter als je je opgeeft voor een teamsport, want dan dupeer je je teamgenoten als je niet komt. Als je in je eentje gaat fietsen of wandelen telt dat niet. Het is helaas niet zo aanlokkelijkom om ook te gaan als het slecht weer is. Dan komt er toch vaak de klad in.
Tja en dan is er nog het goede voornemen om actiever te gaan daten. Niet wachten tot je een leuk interesse bericht krijgt, maar zelf iemand benaderen. Best moeilijk, want het is niet makkelijk om na afloop te zeggen, ik wil het hierbij laten. Ik heb immers zelf deze man uitgezocht, dus ik heb iets in hem gezien. Toch is het beter dit wel meteen na afloop van de date te zeggen i.p.v. enkele dagen later, anders heb ik misschien verwachtingen gewekt. Ik blijf dit lastig vinden. Dat is voor mij de voornaamste reden dat ik toch liever afwacht tot een man mij benadert...
De ballen
Ik heb mijn kerstmuts maar weer opgezet. De foto is van vorig jaar - wat niks uitmaakt. Wat is een jaar in een mensenleven? Een dag is elke dag weer nieuw: goedemorgen allemaal! En de middag is ook nieuw: goedemiddag alle aanwezigen! Maar de avond dan? Het wordt de hoogste tijd om elkaar hier goedenavond te wensen, elke dag weer. Vóór het welterusten wensen begint natuurlijk. Het jaar daarentegen is maar één keer per jaar nieuw. Dat nieuw worden voltrekt zich in de nacht na Oudejaarsavond, de enige avond van het jaar waarop ik mijn status ‘alleenstaand’ verfoei, ondanks de zes versgebakken glutenvrije oliebollen waarop ik mezelf trakteer. Ik moet trouwens nog twee sinterklaasgedichten schrijven. Heb ik niet al eens gepleit voor één groot Eindejaarsfeest, een feest om de zonnewende te vieren, een feest voor en door ons allemaal?
Laatst ging ik even een pakketje ophalen in een buurtsupermarkt aan de overkant van het kanaal - wat weer eens een ander loopje geeft. Op de stoep, naast een bankje, zat een man op zijn motor. Helm, motorjack, spijkerbroek, hoge leren laarzen. Hij maakte aanstalten om te vertrekken. Ik liep rustig door, hij zou toch wel met wegrijden wachten totdat ik hem voorbij was? Motorrijders beschouwen zichzelf immers als kundige, weldenkende verkeersdeelnemers? Maar nee. Hij gaf gas, een knal, en daar lag de motor op de stoep, met hem eronder. Hij kwam razendsnel overeind - en ik heb maar even gewacht totdat hij klaar was met schelden en stampvoeten voordat ik hem aansprak. Zijn zijspiegels lagen aan scherven op de stoeptegels, en zijn achterkoffer lag een paar meter verderop. Hij was met die koffer aan het bankje blijven haken. Een goede motorrijder was hij dus niet, maar een vriendelijke man was hij wel: ‘Mevrouw, ik lette op u toen ik wegreed,’ zei hij, ‘en daardoor vergat ik hoe breed die koffer is.’ Wat mij toch niet heel logisch leek. Zelfs met mijn sterk ontwikkelde, dus makkelijk aan te spreken schuldgevoel, leek mij dit niet logisch, hoe vriendelijk hij het ook zei. Maar ja, ík kon gewoon doorlopen naar de buurtsuper en met mijn pakketje naar huis gaan, en hij stond met een kapotte motor en een zeer been op die stoep. Ik heb dus gevraagd of hij hulp nodig had (dat had hij niet), en ben toen mijn pakketje maar gaan halen.
Thuis glimlacht de kerstboom naar me. Hij is gemaakt van donkergroen draadstaal, en hij heeft weelderige krullen. Er hangen gouden slierten in die krullen, een zilveren parelsnoer, stervormige lichtjes, engeltjes - en ballen. Blauwe, koperen, rode, zilveren en doorzichtige ballen. En groene, vooral groene ballen. Die hingen er aanvankelijk niet, maar ze ontbraken. Soms weet je zeker dat iets ontbreekt, nietwaar? Vorig jaar nog, heb ik de leemte opgevuld met kleine balletjes. Maar een mens heeft niks aan kleine balletjes als de ballen groot moeten zijn. In een bomvol Brabants tuincentrum vond ik de goede ballen - én een mondgeblazen, met de hand beschilderde zeemeerman. De zeemeerman heb ik voorzichtig teruggehangen aan zijn haakje.
Is december een feestmaand voor iedereen?
December heeft de naam dé feestmaand bij uitstek te zijn. Sint Nicolaas, de kerstdagen en oud – en nieuwjaar. Allemaal dagen die uitnodigen om eens goed uit te pakken. Traditioneel werden die feestdagen zeker buiten de grote steden vaak in familie / gezinsverband doorgebracht. Het was dan ook gebruikelijk dat ouderen die door overlijden van hun partner of door andere oorzaken alleen kwamen te staan bij familie mochten aanschuiven.
Na Sinterklaas komen de kerstfilms op de t.v. en reclames voor kerstartikelen; vervolgens lees ik over de wedstrijden die (vroeger door het Algemeen Dagblad) georganiseerd werden over de lekkerste oliebollen. Is het weer dezelfde kraam, die gaat strijken met de hoogste eer ?
De ontwikkeling van de individualisering, nieuwe interesses en drukke agenda’s van jongvolwassenen hebben namelijk een kentering veroorzaakt in de gewoonte, dat grootouders, kinderen en kleinkinderen deze feestdagen en vooral de kerstdagen samen doorbrengen. Veel twintigers of dertigers gaan in de kersttijd met hun veelal kleine gezin elders vertoeven. Het is veel minder dan vroeger gebruikelijk dat zij thuis met hun mam of paps de feestdagen doorbrengen. En vaak willen de ouders zich niet meer op sleeptouw laten nemen door hun kroost, omdat ze de jongelui niet door hun meedoen met de korte vakantie willen belasten.
Daar zijn verschillende goede redenen voor. Grootouders willen zich wel eens bemoeien met de opvoeding van hun kleinkinderen. En dat gaat schuren. Verder is er het financiële aspect. Soms zitten de grootouders ruimer in hun slappe was, maar tegenwoordig hoeven ook omgekeerd hun kinderen vaak minder op elk dubbeltje te letten. Dan komt schaamtegevoel om de hoek kijken. Natuurlijk kun je daar afspraken over maken, maar toch.
In de wintertijd zijn er in mijn familie en vriendenkring naast de eerder genoemde feesten nog enkele verjaardagen. Het kan niet op! Op verjaarsvisite gaan kan ontaarden in opzitten en pootjes geven. Natuurlijk zijn er nog steeds familieverbanden waarin zowel Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuwjaar heel gezellig gevierd worden.
Ik vind het zelf prettig om in elk geval op Nieuwjaarsdag even bij mijn zoon en zijn gezin aan te wippen. Dat is dan een life onderstreping van de al eerder telefonisch, met kaarten of via mail uitgewisselde goede wensen. Een traditie die ik graag in ere houd. Wel moet ik dan het zo inkleden dat mijn bezoek niet stoort in het kijken naar de bekende Nieuwjaars programma’s zoals het concert uit Wenen en het schansspringen.
Tegenwoordig boek ik geruime tijd voor de kerstweek al een paar jaar een kerstreisje naar het buitenland, meestal met wat culturele inhoud. Er zijn nog steeds single-reizen, hoewel die formule minder populair is dan pakweg tien jaar geleden, Ik beschouw deze opzet dan niet als een vlucht maar als een kans andere mogelijkheden die de kerstweek biedt mee te maken. Plusje: Ik kan ook weer onbekende mensen ontmoeten. Het zoeken naar een leuke reis is voor mij eigenlijk al een soort feestje, een feestelijke zoektocht.
Het zou voor een onderzoeker (socioloog) wellicht interessant zijn na te gaan, hoeveel mensen de feestdagen bij familie of bekenden vieren en hoeveel er net als ik voor kiezen buiten de vertrouwde kring kerst en misschien ook de andere feestdagen te vieren.
Een dag ben ik altijd in mijn uppie thuis. Oudejaarsdag vier ik met oliebollen en appelflappen, bij de t.v. in afwachting van het aftelmoment om twaalf uur ’s nachts.
Hoe vieren lezers van deze ontboezeming zelf de feestdagen? Is er in de loop der jaren iets veranderd in de invulling van de decembermaand? Is er een bepaalde trend te bespeuren, zoals ik dat suggereerde? Ik weet vrij zeker, dat het veel uitmaakt of je wel of niet in een relatie zit.