Overwegingen op een luie zondagmorgen
maandag 20 februari 2017
Ontbijt aan een ongedekte tafel; voor eten in mijn eentje laat ik de damasten tafellopers liggen waar ze liggen, in de la. Rijstkoeken met boter en honing, yoghurt met noten, banaan en havermuesli. Ceylonthee erbij. Ik werd gedesoriënteerd wakker: is het dag is het nacht wat ook weer gisteren wat ook weer vandaag. Ah, samen met m'n zus op bezoek bij Maria in het Catharijne Convent. Warme herinnering, heerlijke dag in Utrecht, de stad van onze jeugd. In de bus zag ik het merkje aan de buitenkant van mijn jurk. O jee, het is begonnen. Ik moet meer haring eten om mijn hersenen te activeren. Waar kan mijn jurk uit- en weer aantrekken? In het toilet van de trein. Tot dan moet ik diep beschaamd het merkje verdragen.
De jurk is nieuw, en een jonge verkoper heeft een paspop ontkleed omdat die de jurk in mijn maat droeg. Paspoppen hebben als regel mijn maat al lijk ik niet op een paspop. Hij voelde met zijn handen onder de jurk en brak haar arm af. Krak. Met zijn handen over haar borst naar de andere arm. Krak. “Ze werkt niet echt mee”, zei hij met een rood hoofd. “Gelukkig, ze glimlacht nog”, zei ik toen ze in haar bloesje stond - en hij gaf haar een tikje op de wang. Ik kijk nog eens goed: het merkje hoort aan de buitenkant.
Wat was er ook weer vandaag? Geen ander antwoord dan het rustige stemgeluid van A.L. Snijders op de radio. O ja, de klimop moet van de muur. Snijders leest over de ‘ouderwetse man’ op station Deventer die kijkt of er een vrouw in de trein stapt met wie hij zou willen trouwen. Het huis waarin ik woon, wordt gerenoveerd en dus moet de klimop van de muur. Tot aan de bouwvakvakantie heb ik mannen over de vloer. Mannen die mijn badkamer strippen, mijn voordeur vervangen, mijn vloer isoleren. Vóór dit alles zetten ze de hogedrukspuit op de gele bakstenen van de buitenmuur en daarom moet die klimop eraf. Mét klimop kunnen de mannen hun taak niet goed uitvoeren en als echte mannen is dat nu juist wat ze graag willen. Zo eenvoudig schijnt een relatie te zijn. Niks harmonie, gelijkgestemdheid en elkaar begrijpen. ‘Geef de man een probleem dat hij kan oplossen - en dat hij aankan’, zo schreef een man onder een blog van mij over het al dan niet op internet zoeken naar de ware. Hoe dan ook, mijn klimop moet van de muur en om dat te kunnen doen, moet ik eerst de hoge rozen snoeien die ervoor staan. Zal ik de overbuurman vragen? Een taak voor hem? Nee, dit kan ik zelf wel. Behalve als hij aanbiedt dit probleem voor me op te lossen, dan zeg ik ‘ja, graag.’ Wat lees ik daar nou, oogstaren zegt meer dan woorden? Twee mensen die elkaar lang en zwijgend in ogen kijken, schijnen meer te zien dan in woorden kan worden uitgedrukt. Nou dat weer. Ik dacht dat verliefdheid oogstaren opriep. En dat dit oogstaren door het oplichten van zijn ogen en de minieme beweging van mijn mond overging in zoenen. In zeilkampen deden we aan oogstaren zonder zoenen, ooit. Uit bravoure, net zo lang tot de twee ogen van de ander één oog waren en we in de lach konden schieten. Het ontbijt is op, de koffie eerlijk gezegd ook al, en de klimop moet van de muur. Hoe moet ik daaraan beginnen nu ik hier vastgeplakt zit, wie maant me, wie inspireert me? Dit leidt ook lekker af: ‘Why flirting matters’, een schitterend artikel over de kunst van het flirten: ‘The ideal flirtation is a small work of social art co-created by two people’. Onthouden, voor als ik een jurk draag en hakken. Nu heb ik een oude spijkerbroek aangetrokken want de klimop moet immers van de muur. Ik oogstaar met mezelf in de zware spiegel die op de grond staat te wachten op de man die het als zijn taak ziet om hem op te hangen. (Dat van die taken heb ik nog lang niet onder de knie; ik geloof nog in de vrije wil van de man.) In m’n ogen zie ik het begin van wat zelfcompassie zou kunnen zijn - of het begin van hardop lachen in mijn eentje. Laat ik die klimop maar van de muur gaan halen.
geplaatst door RodeJas - 8393 keer gelezen
Vorige berichten
Kibbelen, sparren, brainstormen
Af en toe kibbelen houdt je relatie gezond, zegt men wel. Vervolgens las ik op internet dat kibbelen ook vaak komt door een wederzijds gebrek aan inschikkelijkheid. Hoezo is kibbelen dan gezond? Een beetje onenigheid over iets onbenulligs toont aan dat je niet zomaar de ander in alles volgt, dat je een eigen mening hebt. Het is meestal een woordenstrijd over kleinigheden.
Mijn ouders hielden ontzettend veel van elkaar. Ze bleven elkaar dan ook trouw tot de dood hen scheidde, maar ze kibbelden ook regelmatig met elkaar. Mijn vader was een dominante man. Hij dacht dat zijn wil wet was, daarom gaf mijn moeder duidelijk haar grenzen aan. Het gaf hun relatie evenwicht. Hij leerde tot hoever hij kon gaan, zij zag veel door de vingers, maar liet zich ook niet ondersneeuwen door hem. Dat is 60 jaar lang prima gegaan. Broers en zussen kibbelen ook wel met elkaar, dat hoort bij het volwassen worden en ook met een eigen identiteit ontwikkelen. Dat kibbelen is vaak maar van korte duur en wordt in de meeste gevallen weer snel bijgelegd.
Iets heel anders is sparren, dat is toch meer informeel. De opzet daarvan is om over een specifiek onderwerp snel van gedachten te wisselen met elkaar. Het doel van brainstormen is een vraagstuk oplossen of om ideeën uit te werken. In de zakelijke wereld wordt brainstormen meestal gebruikt om nieuwe kansen te verkennen. De collega's mogen elkaar kritische vragen stellen om een idee verder uit te werken. In een gespreksgroep is het toch meer een communicatiemiddel om verschillende gedachten van en bij elkaar te toetsen. Het horen van een ander standspunt en daar iets van opsteken, is meestal de bedoeling. Daar hoeft niet per se een oplossing uit te komen.
Maar hoe gaat het dan bij het daten? Daar komt vaak meer onzekerheid om de hoek kijken. Je wilt niet de indruk wekken dat je de ander aan het uithoren bent. Tegelijkertijd wil je er toch wel graag achter komen hoe hij of zij denkt over dingen die je zelf belangrijk vindt, hoe de normen en waarden zijn. Dat kan mogelijk ook een valkuil zijn. Ervaringen uit het verleden kunnen een rol spelen en dat is niet altijd eerlijk. Je hebt namelijk een nieuw onbekend persoon tegenover je. Geduld hebben wat er uit het gesprek komt, is dan niet verkeerd. Het zou je best weleens kunnen verrassen. Door goed te luisteren, eventueel wat aanvullende vragen te stellen, kom je erachter of je (voor)gevoel klopt. Ik geef iemand vervolgens graag het voordeel van de twijfel, daar is niks mis mee...
Donald komt op bezoek
Toen mijn zoon leerde lezen heb ik een abonnement op de Donald Duck genomen. Vele jaren eerder hebben mijn ouders mij met de Pep bedacht. De Pep was een Nederlands stripweekblad dat van 1962 tot 1975 verscheen, speciaal voor hen, die de Donald Duck ontgroeid waren. Ik was stiekem jaloers op mijn vriendje wiens ouders wel op de DD geabonneerd waren. Daarom las ik dat blad altijd bij hem thuis. De verhalen in de Pep vond ik wat belerend. Leren deed ik wel op school.
Gek genoeg heb ik mijn abonnement op DD niet stopgezet toen mijn zoon op eigen benen ging staan en verhuisde naar een appartement niet zo ver van mij vandaan, maar ik heb het blad wekelijks bij hem gebracht. Nu hij zelf kinderen heeft breng ik het weer naar zijn huis, maar dan als leesvoer voor mijn kleinkinderen. Donald en ik komen eens per week, soms na wat langere tijd op visite, en dat bezoek wordt gewaardeerd. Alleen moet de hond, die zij nog niet zo lang hebben, eerst een kwartiertje wennen aan mijn bezoek voordat er ook maar enige vorm van communicatie mogelijk is.
Dit is een onschuldige Donald die met mij op visite gaat. Ik moet er niet aan denken dat ik voor hun deur sta met de Donald, waar de kranten steeds vol van staan. Misschien heeft het geblaf van de hond dan een positief effect. Laat DT maar blijven waar hij is.
Soms moet er een aanleiding zijn om bij iemand in levende lijve aan te wippen. De huidige media als telefoon, beeldbellen vooral, maken het naar mijn mening te gemakkelijk om iemand even “te woord” te staan zonder echt contact, waarbij je elkaar de hand kunt schudden. Uiteraard is digitaal / telefonisch contact een uitkomst bij een grote fysieke afstand of als er omstandigheden zijn, waardoor een van beiden de afstand niet echt kan overbruggen. Denk daarbij aan ziekte, een volgepropte agenda, slechte weersomstandigheden.
Een klassieke aanleiding is de verjaardag. Mijn ouders waren altijd heel blij als ik destijds met mijn partner op visite kwam; nu kwamen wij wel vaker buiten de verjaardagen om. Na hun overlijden en na mijn scheiding was de familie wat uitgedund. Bezoekjes vonden meer en meer plaats bij goede vrienden en bij groepen mensen, dei ik goed ken. Toch is dat anders. Dan nam ik geen DD maar wel een bloemetje of een flesje wijn mee.
Maar ook dan moest er een aanleiding voor zijn. Minder plezierig is een visite als ik op ziekenbezoek ging. Ik heb een tijdje iemand bezocht die ALS had. Raar genoeg ging ik daar altijd weer blij vandaan; een paar maanden geleden is hij overleden. Zijn lichaam kon de strijd tegen die gevreesde ziekte niet meer aan. Maar hij bleef tot het laatste moment blijheid uitstralen.
Het grote geheim van visite is naar mijn stellige overtuiging tweerichtingsverkeer. Er zijn allerlei cartoons over ongewenst bezoek, stereotiep is dan de schoonmoeder met partner, die voor de deur staat terwijl haar schoonzoon zijn handen uit wanhoop omhoog heft.
Dat zo’n visite altijd ongewenst zou zijn is door de cartoonisten en haters van schoonmoeders geopperd. Een Duits liedje verwoordt de andere kant van de medaille: “Wenn du eine schwiegermutter hast”… Dat lied geeft aan, dat we zonder schoonmoeders ook geen dochters zouden zijn, en dus geen partners om een relatie mee aan te gaan.
Er zijn wel visites die spontaan plaatsvinden, visites die een verplicht nummertje zijn, en visites die je uit mededogen doet of om iets te vieren. Een bezoekje heeft in elk geval meer impact dan een contact via de telefoon of de mail. Of zijn er mensen, die daar anders over denken?
Aantrekkingskracht
Aantrekkingskracht is zo’n bijzonder iets. In eerste instantie denk je dan waarschijnlijk toch aan liefdesgebied en dat is natuurlijk ook een leuke en belangrijke. Maar je hebt er eigenlijk heel vaak mee te maken op allerlei fronten. Denk aan bezigheden en hobby’s, kleuren, kledingstijl enzovoorts.
Maar laat ik het toch op liefdesgebied houden, want we zitten toch op een datingsite en dat stuk is toch het leukst om in te duiken!
Aantrekkingskracht valt in verschillende dingen uiteen. Je kunt zo best veel leren –over jezelf- als je een beetje objectief gaat bekijken tot wat voor soort potentiële partners jij je aangetrokken voelt. Is daar een rode lijn in te ontdekken? En misschien zie je hetzelfde lijntje ook wel terug bij je vriend/innen.
Je kunt je namelijk aangetrokken voelen tot mensen die iets spiegelen. Daar kun je dan van leren. Vaak gaat dat ongemerkt en verdwijnen die mensen weer uit je leven als je het ook inderdaad geleerd hebt.
Dat kan met vrienden zo gaan, maar ook een relatie kan dan uiteen vallen.
Ik heb dat in mijn eerste lange relatie gehad. Toen had ik een veilige haven nodig. Zekerheid en stabiliteit. Achteraf gezien was het voor mijn man hetzelfde.
We gaven in die zin aan elkaar wat we nodig hadden en het was super. Tot de tijd kwam dat die veilige haven voor mij als een keurslijf begon te voelen.
Mooi is het als je beiden eenzelfde groeispurt doormaakt als persoon zodat je relatie ook ‘meegroeit’.
Bij ons was dat niet het geval en dan bereik je ergens een breekpunt waarop het voor beiden niet meer werkt.
Aantrekkingskracht kan op zich ook eenrichtingsverkeer zijn. Vaak hoor je toch dat mensen zuchten dat ze continu mannen of vrouwen aantrekken die zus of zo zijn. “Zus of zo” is dan iets waar ze finaal niet op zitten te wachten.
De interesse en aantrekking is dan niet wederzijds en dat kan irritatie geven als dat vaak gebeurt.
Ik denk voor omdat het een soort wanhoop en ‘niet begrijpen van’ gevoel geeft. Waarom nou telkens?
De meesten zullen denk ik niet snel gaan proberen helder te krijgen hoe dat in elkaar zit. Ik moet zeggen dat ik daar zelf ook niet zo gauw zin in heb.
Maar eigenlijk kan het wel inzicht geven, wat je daarna weer kan helpen om eventueel het roer iets bij te stellen zodat je andere mensen aan gaat trekken.
Een datingcoach die ik ooit volgde zei vaak: dating is gratis therapie. Door te bekijken wat voor soort mensen je aantrekt om te daten, kun je erachter komen hoe je zelf in elkaar steekt. Waar je valkuilen en zwakke plekken liggen.
Dan kun je daaraan werken en zo veranderen en fine-tunen wat je aantrekt.
Dat heb ik wel gedaan trouwens, en dat werkt echt. Je ziet dan ineens een verschuiving in het type resp. mannen of vrouwen waarmee je in contact komt voor een date.
Ik hoorde ook wel eens van iemand die zei dat een eerste huwelijk draait om relatie issues uit te batsen en een tweede huwelijk doorgaans met een veel beter passende partner is.
Nou schat ik dat mensen die een langdurig en gelukkig eerste huwelijk hebben gehad die ontwikkeling mogelijk binnen die relatie doormaken.
Buiten dat zit er denk ik wel veel logica in die stelling. Immers, als je zelf ook groeit en ontwikkelt, haal je uit een nieuwe relatie ook weer iets anders. Leer je van, door, en met je nieuwe partner weer andere dingen.
Daar tegenover staat dat als je vast blijft zitten in iets, dat niet verwerkt, je zeer waarschijnlijk continu eenzelfde soort partner aantrekt waarmee je telkens weer tegen hetzelfde probleem aan loopt in relatie.
Dan heb je een nieuwe partner, maar dezelfde relatie.
Toch trek je dat dan vanuit je eigen vastzitten keer op keer zelf aan.
Als ik terug kijk met die eerdere stelling in gedachte, dan was eigenlijk mijn derde partner een betere match, niet de tweede.
De eerste bood de veiligheid en stabiliteit die ik nodig had, de tweede bood helemaal geen enkele veiligheid en stabiliteit.
Maar ook dat heb ik zelf aangetrokken, en eigenlijk had ik dat ook weer nodig om in mijn eigen kracht te gaan staan. En ik kwam erachter dat ik behoorlijk veel persoonlijke vrijheid nodig had wat ik voorheen niet wist.
Door die twee dingen die ik leerde in deze relatie, is het soort man waar ik me nu toe aangetrokken voel finaal anders.
Misschien –hopelijk- eindelijk het juiste type!
Nu maar afwachten of en wanneer de Kosmos hem eindelijk op mijn pad gaat sturen!
Ik voel me er klaar voor.
Mijn leven is stabiel, ik ben gelukkig en zit goed in mijn vel.
Dat alleen al is heel anders met voorheen. Ik realiseer me net dat mijn relaties begonnen in periodes waarin mijn leven niet stabiel en rustig was maar juist chaotisch.
Nog effe een stukje Wet der Aantrekkingskracht er tegenaan gooien: Je kunt niet aantrekken wat niet met jou resoneert.
Oftewel: als je een ‘good quality’ partner wilt die zelfvertrouwen heeft, helemaal voor je gaat, positief in het leven staat, trouw is, of wat je ook maar verstaat onder ‘good quality’… dan moet je zelf ook al die eigenschappen hebben.
Komt eigenlijk er op neer dat je zelf heel veel controle hebt over je leven en liefdesleven. Mits je je er een beetje bewust mee bezig houdt.
Dat moet ik ook weer maar eens meer gaan doen!