Elf dagen met een kat
woensdag 3 mei 2017

Zaterdag: De zon schijnt als het tijd is om op weg te gaan naar de kat. Ik pak mijn rode jas van de kapstok en ga de deur uit, met een zware rolkoffer en een rugtas. Twintig minuten lopen, twintig minuten met de bus, twee-en-een-half uur met de trein, drie minuten lopen. Zomaar een gedachte, terwijl de trein door de weilanden raast: Zal naar het zuid-westen reizen mij op een dag steeds dichter bij huis brengen, in plaats van steeds verder weg? Ik heb hoe dan ook de verkeerde jas aan voor het koude, winderige westen. De kat begroet mij met het dedain van iemand die aan personeelswisselingen gewend is: Hij gaat mij voor naar zijn lege etensbak.
Zondag: In de boekenkast vind ik ‘Op reis met een zalm’ van Umberto Eco, en ‘Het Rosie Project’ van Graeme Simsion. Totdat het warm en droog genoeg is voor de Hortus en de zee, zal ik mij hiermee vermaken. De kat ligt te suffen op zijn stoel. Hij is een schrokkat, een kotskat die zijn eten slechts in kleine porties kan verwerken. Ik schep een lepeltje zalmpaté op een schoteltje. Hij draaft pas naar de keuken als ik allang koffie aan het zetten ben en gaat bij zijn lege brokjes-bakje naar me staan miauwen. Dan pas ziet hij de zalm en valt gulzig aan. Ook een kat kan last hebben van valse verwachtingen.
Woensdag: Een dag met een dierbare, oude vriend. Hij leidt me rond in het Leiden van zijn ontuchtige studententijd en ‘s avonds lig ik met mijn hoofd op zijn schoot terwijl de kat broeierig toekijkt. Hij (de vriend) onderwerpt mij aan een kruisverhoor. Hij wil graag dat ik gelukkig ben, en vooral dat ik gelukkig ben met de ware: Hoeveel dates heb je gehad? Twee. Heb je deze mannen daarna vaker ontmoet? Nee en ja, drie keer. Wie heeft het afgekapt? Ik. Waarom? Ik kreeg het spaans benauwd van hem. Ben je niet veel te kritisch? Geen flauw idee, ik ben vooral kritisch ten opzichte van mijn eigen gevoelens. En hé, die andere man wilde zélf alleen een vervolg in woorden, geen daadwerkelijk vervolg.
Zaterdag: Met een boodschappenlijstje de stad in. In een pijnlijke flits de herinnering aan H, die me bloemen beloofde als ik zou stoppen met het schrijven van boodschappenlijstjes. En vage spijt vanwege de Bloemenwandeling in Noordwijkerhout en de The Hague City Walk. Ik heb nu eenmaal soep beloofd aan de terugkerende reizigers, en een met een oud schilderij bedrukte lap stof aan mijn zus. Ik weeg gewoontegetrouw een pompoen op mijn handen, maar besef dat in het messenblok van mijn dochter geen mes staat waarmee ik met mijn linkerhand een pompoen kan slachten. Soep van zoete aardappels dan maar, met een plat, geurig griesmeelbrood.
Zondag: Zon, warm genoeg voor koffie in de tuin en geen tijd om naar de zee te gaan. Ik ga een pan goeie soep koken. Aardbeienplantjes oppotten. Bamboe rooien terwijl de kat vol verwachting toekijkt. Mijn zee is een wandeling door het park en een chocolade-ijsje bij De tuin van de smid. Ze brengen de geur van tien dagen wandelen over een eiland mee, de reizigers. En ze eten verrukt alle soep en al het brood op.
Maandag: Terug naar huis of weg van huis, dat is de vraag. Ik laat de kat aan mijn hand snuffelen om hem te gaan aaien, maar hij draait zijn machtige kop weg. Hij is de kluts kwijt. Drie man personeel in huis, aan wie moet hij zijn honger melden? “Hij vindt je wel aardig hoor, mam”, zegt mijn dochter. Wat lief van haar is. Maar de kat hoeft mij niet aardig te te vinden, ik wil graag dat hij zich lekker voelt. Ik heb blaren op mijn handen en polsen, het weefsel eronder is pijnlijk en stijf. Romke van der Kaa heeft gelijk: tuinieren is gevaarlijk. Oftewel: trek handschoenen aan als je bamboe rooit.
Dinsdag: Het meestal grappige ‘dilemma op dinsdag’ op Facebook luidt, hoe toevallig: ‘1. De reuzenpanda sterft uit. 2. Je moet altijd op bamboe kauwen.’ Laat de reuzenpanda maar uitsterven. Sorry, panda’s, liever uitsterven dan rondgezeuld worden in doorzichtige kisten, toch? Waarom kunnen wij, mensen, niet van die dieren afblijven? En van de bamboebossen?
‘s Avonds een wijkkoor-repetitie met een Friese troubadour, een muziek-idolate producer en een boss die wat besproken is samenvat als zijnde zijn eigen ideeën. Mijn dilemma: Blijf ik mijn stem geven aan dat koor, is voorlopig van de baan. Dit is een leuk project. Als ik in het schemerdonker mijn eigen achterdeur open, kijk ik eerst of de kat niet naar buiten kan glippen.
geplaatst door RodeJas - 7896 keer gelezen
Vorige berichten
Vakantieliefde
Vakantieliefde
Eergisteren teruggekeerd na een vakantie van twaalf dagen met jongste zoon naar het Zuiden van Frankrijk. Alles inmiddels uitgepakt en ligt weer op zijn plaats in mijn eigen kast. Zoonlief weer vertrokken naar zijn woonplaats, maar het voelt leeg. Met twee iets ondernemen, samen op een terras eten, een bakje koffie, of een biertje, een cocktail drinken, fijne gesprekken voeren, voegt toch iets toe aan de sfeer van de cultuur en omgeving in een ander land. Ik moet nog even wennen aan het weer alleen zijn na deze fantastische vakantie. Single zijn heeft ook zijn goede kanten, ik ben er inmiddels aan gewend, maar deze ervaring leert mij toch weer hoe prettig samen zijn is. Samen hebben we mooie herinneringen gemaakt en dat is leuk om nu aan terug te denken, te kijken naar de foto’s en de filmpjes van leuke momenten en van de bezienswaardigheden die we bezocht hebben.
Zodra je bij thuiskomst de deur van je huis opent ben je weer belandt in de normale gang van zaken. De post die er nog ongeopend voor je klaar ligt, de was die gedaan moet worden, maar vooral het nieuws van radio en Tv brengt je weer terug in de realiteit. En dan doel ik voornamelijk op al de ellende die er in de wereld momenteel gaande is.
Dat vind ik het heerlijke aan vakantie, niks moeten en genieten van alles wat anders is, nieuwe dingen, plaatsen en gewoontes ontdekken in het land waar ik verblijf. Mijn zoon en ik zitten wat dat betreft wel op één lijn. Ik blijf het vakantie noemen, hoewel ik natuurlijk in zekere zin nu altijd vakantie heb, maar even geen verplichtingen hebben en doen en laten kunnen waar ik zin in heb.
In de plaats waar we nu verbleven, vlak in de omgeving van de Mont Ventoux, heb ik zo’n 10 jaar geleden eens een date afspraak gehad met een man ook uit Nederland, die in de omgeving een huis aan het bouwen was. Een bijzondere ervaring om te daten in Frankrijk. Ik heb er een leuke herinnering aan. De ambiance, de sfeer, het mooie weer, alles tezamen maakte het tot een onvergetelijke herinnering.
Waar ik ook nog dikwijls in deze vakantieperiode aan terug denk is aan de vakantieliefde in Spanje op twintig jarige leeftijd. Met vriendin samen op vakantie. De eerste keer, dat ik in een vliegtuig zat. Haar vriend was er al met een vriend en zij verbleven op een camping. Veertien dagen met zijn vieren opgetrokken, maar ook de vriend en ik waren geregeld samen op pad. En… ik werd verliefd. Een heerlijke tijd. Samen aan het strand, samen naar de disco, waar ik voor het eerst cuba libre dronk, samen op de waterfiets. Eenmaal terug in Nederland verdween die sfeer als sneeuw door de zon. Wij woonden 250 km van elkaar en de reële werkelijkheid van het dagelijks leven, werken, sporten vrienden e.d. droeg ertoe bij, dat de liefde verwaterde. Overgebleven zijn de leuke herinneringen.
Liefs,
Monique
Het meisje
Onlangs ben ik 75 geworden - wat de kans dat ook ik jong zal overlijden weer kleiner heeft gemaakt. En de combinatie wandelen/krachttraining schijnt het verouderingsproces te stoppen - wat ik prettig vond om te lezen, maar wat ik niet geloof. Wel heb ik spierpijn rond mijn oksels. Hé, heb ik ook kringspieren rond mijn oksels? Wat weet ik nog meer niet van mezelf? Ik weet vooral niet wie ik nog kan worden: een mens blijkt immers op oudere leeftijd nog steeds nieuwe hersencellen aan te maken. Dat las ik ook, en dat geloof ik wel.
‘Als het je niet om de inhoud van je werk, maar om je positie ten opzichte van anderen gaat, leef je in hongerige leegte.’ (Sarah Sluimer, schrijver, theatermaker)
Zal ik ook op het boksclubje gaan, eindelijk leren boksen? Nu ‘zelfingenomen’ het nieuwe ‘arrogant en belerend’ blijkt te zijn, kan het geen kwaad mijn reflexen te trainen; misschien worden mijn nieuwe hersencellen dan hersencellen vol snelheid en moed. Hoewel. Ik was, die dag op dat station, de eerste die zag wat het meisje wilde, de eerste die tegen haar schreeuwde…
Ik kreeg, ter introductie, een rondleiding door de sportschool waar de senioren fitnes- training werd gegeven - en daar, tegenover de matten, hing een grote, zwarte boksbal met de tekening van een leeuwenkop. Een brullende leeuwenkop, met daaronder de naam van mijn toen nog zwaar zieke broer. Ik maakte een foto, tekende rode harten rond de leeuwenkop en stuurde hem een appje met dit plaatje. Het heeft geholpen, liet broerlief later weten. Hij is weer thuis, en hij maakt het goed. Ik hoef helemaal niet te leren boksen.
‘Oude vrouwen kunnen laten zien dat je niet zo bang voor de ouderdom hoeft te zijn.’ (Liesbeth Woertman, schrijver, psycholoog)
Het meisje loopt op het perron aan de overkant. Wij, mijn zus en ik, zitten samen op een stationsbankje - en de naderende sprinter kondigt de laatste minuut aan van een hele dag samen. Hoe oud zou ze zijn, dat meisje? Achttien? Ze ziet eruit zoals meisjes er tegenwoordig uitzien: strak truitje, los jasje, wijde lange broek, lange haren. Het meisje rent nu, ze wil de trein aan deze kant van het station halen, moet daarvoor door het tunneltje. Ze stopt. Ze lacht. Laat zich van het perron zakken. Ik schreeuw ‘neee, niet doen’, een man roept ‘stom wijf’. Maar ze doet het wel, ze loopt over de spoorrails naar het perron aan onze kant en klimt weer naar boven. Even verderop maakt de trein een noodstop. Het meisje verdwijnt snel naar het verste deel van het perron, waar geen geschrokken menigte staat die haar zou kunnen lynchen. Later hoor ik dat de conducteur haar de trein uit heeft gezet. En nu zien mijn zus en ik steeds weer dat meisje over de spoorrails lopen. Op een keer gaat dat echt fout. Goed fout.
Kunnen Wij door 1 Deur of niet?
Het zijn gekke dingen, overeenkomsten tussen partners.
Je hoeft bij lange na niet alle dingen leuk of interessant te vinden die je partner wel boeien. Maar als je helemaal niets of heel weinig overeenkomsten hebt, heb je ook weer geen basis in de relatie.
Dan moet het toch ergens in het midden liggen.
Ik heb jaren geleden een artikel in een magazine gelezen over mensen in een langdurige goede relatie. Wat was hun geheim?
Het antwoord was vrijwel eender: dezelfde normen & waarden en soortgelijke dromen en doelen in het leven.
Dan denk ik ergens toch weer dat je voor soortgelijke dromen en doelen toch min of meer dezelfde interesses moet hebben.
Maar dan niet te gedetailleerd hetzelfde misschien?
Ik heb zelf meegemaakt dat mijn partner en ik op zich geheel andere mensen waren. Hij was behoorlijk zwart-wit, erg mentaal. Ik ben daarentegen juist enorm van gevoel en intuïtie en doe niet zo aan zwart-wit. Ik heb ook heel veel affiniteit met natuur. Hij zaaide liever betontegels.
Als ik zei, “Hoor je die vogel fluiten!” was zijn reactie, “Huh, welke vogel?”
In die zin stonden we haaks op elkaar.
Toch hadden we heel veel dingen die ons samen brachten. Zelfde soort humor. Humor is enorm verbindend. En met andere dingen vulden we elkaar goed aan.
Met het zelf maken van een enorm grote ingebouwde kledingkast in de slaapkamer, was ik erg goed met o.a. uitvogelen van de hoogte en breedte van de schappen zodat je 3 stapels shirts naast elkaar kwijt kon en niet slechts 2,5.
De verdere uitwerking en uitrekenen van alles ging mijn pet te boven, maar hij kon daar zijn zwart-wit denken en Excel-handigheid op botvieren.
Het werd uiteindelijk werkelijk een droomkast, door ons samen ontworpen en gemaakt.
Met mijn laatste partner had ik bizar veel overeenkomsten en soortgelijke interesses.
Het waren er zoveel dat ik verbaasd was dat onze relatie niet oersaai was.
Maar toen bedacht ik me ineens dat we bij al die dingen vanuit een andere hoek kwamen.
Beiden bijvoorbeeld actief in muziek, instrument spelen en op podium staan. Maar ik speelde een andere instrument, niet in een band, en stond niet meer op podium. Hij weer wel.
We waren beiden coaches, maar ik van buitenlandse vrouwen in het Engels, hij coachte jongeren.
Soms wist de 1 meer van een gedeelde interesse af dan de ander. Dan leerde je weer van elkaar.
Slechts een paar voorbeelden, maar doordat we zo uit een andere invalshoek kwamen, verrijkten we elkaar. Absoluut niet saai. We hoefden zelden iets uit te leggen aan elkaar. Het was fantastisch!
Opgesomd lijkt het erop dat wel of niet gedeelde interesses geen deal-breaker is. Zolang je maar genoeg hebt wat je wel verbindt, kun je een prima relatie hebben.
En wel veel overeenkomsten hebben kan zoals ik ervaren heb enorm verrijkend zijn en als "thuiskomen" voelen.
Een heel ander iets zijn dromen & doelen in het leven.
Als die te ver uiteen liggen, valt of staat een relatie daar wel mee.
Met mijn ex-echtgenoot had ik dat. In eerste instantie was er geen enkel probleem, zaten we op hetzelfde spoor. We hadden opgebouwd door hard werken, huis goed verkopen, grotere nieuwe woning met tuin terug kunnen kopen.
Voor hem was dat genoeg. Lekker zo dat wat we hadden, beetje aanrommelen met zijn hobby, ’s avonds samen film kijken.
Een tijdje was dat voor mij ook prima. Ik had het druk met onze kindjes. Maar toen zij beiden naar school gingen, begon het bij mij te kriebelen! Ik wilde meer!
Ik begon te studeren, en daarmee te veranderen. Ik voelde de weerstand, hij vond het niet leuk. We begonnen uit elkaar te groeien want er was nu een clash in onze doelen & dromen.
Ik had dan geen strak omlijnd beeld van hoe ik mijn toekomst zag, maar ik wist wel dat zoals het was voor mij niet langer vervullend was.
Er is ook een deelaspect van dromen & doelen, die betreffende een relatie. Als de 1 droomt van trouwen of samenwonen en de ander vindt een vaste relatie hebben al heel wat, dan gaat het verdraaid lastig worden. Of 1 hoeft niet zonodig meer dingen te ondernemen en de ander wil dat wel.
Helaas kun je volgens mij iemand ontmoeten met wie het echt goed voelt en dan pas later ontdekken dat je dromen & doelen niet overeenkomen?
Alleen daarom al heel goed niet te hard van stapel te lopen met dingen, inclusief intimiteit. Waar ik laatst over schreef, je moet die eerste fasen rustig doorlopen.
Hoe kom je achter iemands relatie doelen? Lastige.
Ik heb twee keer gehoord van mannen die zeiden nooit meer te trouwen. Toen ontmoetten ze die ene vrouw en ja hoor: hij ging op de knie en vroeg haar ten huwelijk.
In beide gevallen zijn ze nog altijd gelukkig getrouwd.
Maar wat men in eerste instantie zegt, en ook meent, kan 100% veranderen naar gelang je verder door die fasen heen komt van elkaar leren kennen. (zie mijn vorig blog voor meer uitleg hierover)
Ik noemde in het begin ook normen & waarden.
Die laat ik even buiten kijf gezien de lengte van mijn blog.
Maar het lijkt me logisch dat je geen match bent als die te veel uiteen lopen.