De man in de trein
dinsdag 13 juni 2017

Ik was ruim op tijd van huis gegaan - maar toen ik de hoge fietsbrug afliep, zag ik de bus al bij de halte stoppen en zat er niets anders op dan met mijn rugtas en mijn rolkoffer via het gras het talud af te stormen, recht op de bus af. Zwaai zwaai met met mijn rode jas boven mijn hoofd; chauffeur merk me op neem me mee! Het werkte. “Mijn excuses. Ben ik te laat of bent u te vroeg?” Hij was te laat. Ik had de vorige bus gehaald. De trein was ook te laat en reed haast uitdagend richting Wolvega terwijl de bus leeg stroomde. Ik was op weg naar de volgende trein, de doorgaande trein naar Den Haag, maar een Rotterdammer met een petje op niet. Hij stapte op mij af en sprak: “Mevrouw, als u niet was ingestapt, had ik nu mijn trein gehaald.” “Dat spijt me voor u, maar als dit is wat u mij te zeggen heeft, ga ik liever koffie halen.” “Ik hoef geen koffie, straks mis ik de trein weer.”
Op het immer winderige perron sprak hij mij aan over de poolvos op mijn rode jas. In de letterlijke zin van het woord was dat geen compliment, maar hij liet het wel als compliment klinken en zette daarbij zijn petje af - waardoor ik het aangenaam vond dat hij weer naar me toe kwam. We gingen als vanzelfsprekend tegenover elkaar zitten in de trein en begonnen, even vanzelfsprekend, aan een geanimeerd gesprek. Over de functie van goede outdoorkleding in het dagelijkse leven, over het comfort van de juiste rugtas, over de zin van het hebben van een museumjaarkaart, over kunst in het algemeen, over de kunst van het alleen eten in het bijzonder, over de kunst al etend geen tv te kijken, over het alleen doorbrengen van avonden en over de vanzelfsprekendheid daarbij geen tv te kijken. Over zijn jeugd in Leiden en Voorschoten, over het tuincentrum waar ik aardbeienplanten kocht voor mijn dochter en waar zijn moeder vroeger planten haalde, planten uit de volle grond. Hij stapte uit op station Schiphol om over te stappen, maar kwam na een paar ogenblikken weer tegenover me zitten omdat zijn trein er niet stond. We zouden dus tegenover elkaar zitten tot aan Leiden Centraal. Ik stak mijn hand naar hem uit en noemde mijn voornaam. Hij nam mijn hand aan en noemde de zijne. Waarmee deze man zowel meer als minder van mij weet dan de gemiddelde profiel-bezoeker op deze site...maar hij en ik hadden geen date en we zijn elkaar zomaar kwijtgeraakt. Daarnaast: alleen eten betekent niet persé alleen leven, toch? En is de man niet de jager? Ja natuurlijk, maar jaagt hij niet pas als als de vrouw het sein ‘jaag maar’ heeft gegeven? Hoe dan ook, dit was geen scène uit de slangenkuil die ‘voorspel tot romantische liefde’ heet; dit was gewoon een ongeplande, buitengewoon aangename ontmoeting. Hij zei: “Misschien tot ziens in Leiden of Voorschoten.” Ja, tot ziens misschien!
Vandaag ben ik het plaatselijke museum binnen gelopen om te ervaren waarvoor de man in de trein helemaal naar hier was gereisd: ‘stilleven met bloemen in vaas en een rood paardje’, ‘kleurenschema van voortuinen’, ‘onbruikbaar wordt de mensch door datgene wat hij niet gebruikt’ - en een glas citroenthee in de stille museumtuin.
geplaatst door RodeJas - 8370 keer gelezen
Vorige berichten
De sterren van de hemel
Een hele tijd terug zat ik op een datingsite met heel actief forum.
De gesprekken gingen van gezellig en leuk tot dieper en soms best confronterend.
Op een gegeven moment vroeg ik waarom een man een oudere vrouw zou willen. Ik kon me daar niet zoveel bij voorstellen.
Een man had een 18 jaar oudere vrouw waarmee hij samenwoonde, en hij antwoordde, “Omdat ik geen vrouw wil die nog door de menopauze heen moet!”
Dat schokte me behoorlijk. Wat oppervlakkig! Wat hard en liefdeloos!
Ik kon niet bevatten dat zoiets een reden was voor een man om dan maar voor een oudere vrouw te gaan.
Om eens te checken hoe mannen globaal erover dachten, vroeg ik hoe ze tegenover een vrouw in de menopauze stonden.
Dit keer kwam er meer inzicht uit de antwoorden. Een vrouw die ’s nachts in bed lag te woelen en zweten en die niet kon slapen, daarmee ook zijn slaap verstorend, was niet iets waar men naar uitkeek.
Gossie, ik was toch echt wel met stomheid geslagen. Ik had eerlijk nooit gedacht dat de menopauze zo’n invloed kon hebben op je liefdesleven!
En ik had geen relatie, ik was zoekende naar een leuke man.
Maar zoals altijd ben ik een optimist en geloof ik in het goede. Ik was ervan overtuigd dat als iemand van je hield, hij je echt niet in de steek zou gaan laten omwille van zoiets.
Een aantal jaren later kwam ik zelf in die fase. De voortekenen waren er achteraf gezien al langer, maar het echte beginnen, kwam letterlijk van de ene minuut op de andere.
Zo stond ik heerlijk buiten de heg te snoeien, zo stortte ik ineens bijna in elkaar van de honger? De rest van de dag zat ik als een zoutzak in mijn stoel. De honger ging niet weg als ik at, als ik niet oppaste werd ik kotsmisselijk als ik een normale hoeveelheid at.
Ik wist niet wat me overkwam?!
Ik leek wel weer zwanger, want toen had ik dat ook. Maar hallo, ik was 52, had geen partner, en een onbevlekte ontvangenis leek me niet voor de hand liggend.
Naar de huisarts dus!
Gesprek. Bloedprikken. Uitslag: je zit in de menopauze.
En zo ging ik weer aan de pil. Nu dan om mijn lijf weer te stabiliseren, want ik kon door die hongeraanvallen en heftige bloedsuikerdips niet functioneren. En ik kon amper in slaap komen.
Het werkte, die klachten gingen weg. Top toch?
Maar iets was anders door de pil. Ik hoorde hetzelfde van een jonge vrouw. Dat het was alsof de pil een stukje levensvreugde van je wegnam. Het dempt iets.
Dat voelde ik ook heel sterk.
Mijn inspiratie om boeken te schrijven was in één klap weg, idem met mijn vreugde om cursussen te geven aan vrouwen.
Daten had ik ook net de zin niet meer in. Ik wilde wel, maar de normale drive was te afgevlakt om echt actie te ondernemen.
Logica zegt dan toch dat je ook niet echt aantrekkelijk bent als je je zo voelt? Al kleed je je nog zo leuk aan, je vibe & uitstraling is ‘vlak’. Onsexy. En daten en relatie is niet alleen seks, maar seksualiteit maakt er wél groot deel van uit. Het is enorm bepalend voor de gehele interactie.
Een paar jaar gingen zo voorbij, en ik moest stoppen met de pil want gevaren bladibla. Een alternatief werd niet geboden.
Toch kwamen die heftige klachten van eerst niet meer dezelfde mate terug. Maar ook de zin om te daten en een partner te zoeken bleef weg.
Eerder dit jaar kwam ik héél toevallig op een interview van een gynaecologe die een menopauze kliniek had.
Wat zij vertelde over klachten en risico’s. Mijn kakement hing op half elf!
Dat was de start om me zelf erin te verdiepen. Met mijn nieuw verworven kennis wist ik dat ik alleen op recept kon krijgen wat ik nodig had.
Ik moest dus naar de huisarts.
Huilend van de zenuwen liep ik bij haar binnen. Ik was zo bang dat ze niet mee zou gaan met wat ik wilde: lichaamseigen hormonen.
Maar mijn huisartse was enorm lief, luisterde echt en schreef ook voor waar ik om had gevraagd.
Heel de weg naar huis, 25 minuten lang, heb ik zitten lachen en juichen van vreugde en opluchting!
Nu, 3,5 maand later ben ik zo ongelofelijk blij dat ik dit heb gedaan. Dat ik me uren en dagen heb verdiept in de materie totdat ik meer erover wist dan de gemiddelde arts. Dat ik gedurfd heb naar de dokter te gaan, al was ik nog zo bang voor afwijzing. Dat las ik van zoveel vrouwen. Dat gebeurt anno nu nog steeds.
Terugkijkend zie en voel ik de veranderingen. Nu weet ik ook dat de meeste menopauzale dingen niet duidelijk op te merken zijn. Ze sluipen erin.
En ja, ik snap uit eigen ervaring én van alle –vaak heftige- verhalen die ik heb gelezen, dat het een enorm impact kan hebben op je liefdeleven!
The spring in my step is back! Ik wist niet eens dat die weg was! Alles wat je kwijtraakt, zo heel langzaam, zie je pas als je het een halt toeroept met weer aanvullen van de broodnodige hormonen!
Mijn passie is terug, op alle gebied, van weer schrijven, me goed voelen, tot zin hebben in een fijne liefdespartner en de sterren van de hemel vrijen!
Meer energie, meer vreugde, meer… meer…
Ik was niet finaal futloos, verre van. Maar nu is er dat extra, wat ik eerst ook had en wat toen normaal was.
Ook hier geldt: You don’t know what you’ve got till it’s gone!
Ik heb het weer, en waardeer het enorm.
The spring in my step!
Trouwbelofte is geldig tot aan de dood
Dat is een boute uitspraak, zei ik tegen mijn fietsvriendin, geldt dat voor jou in alle gevallen? Niet als hij mij opeens gaat mishandelen, ons geld vergokt, of het gezin ten onder gaat, maar in alle andere gevallen wel, zei ze beslist. Ze vervolgde haar verhaal "ik ben meer dan 50 jaar met hem getrouwd. Ik wist toen ook al dat hij niet zo romantisch was, maar hij is wel een goede man. Ik was al wat ouder, bijna dertig, maar ik wilde trouwen. het was en is nog steeds een verstandshuwelijk". Maar jullie hebben wel 2 kinderen, dacht ik, maar dat durfde ik niet tegen haar te zeggen.
Alsof ze mijn gedachten kon lezen vervolgde ze. Ik wou ook nog graag moeder worden. Hij heeft een stug karakter en is een man van weinig woorden, maar hij is wel een goede minnaar. We hebben twee prachtige dochters gekregen en ik heb lieve kleinkinderen. Ik was perplex door haar ontboezeming. Heeft hij ooit weleens tegen je gezegd, ik hou van je, vroeg ik? Nee, zei ze, maar dat hoeft ook niet, we laten elkaar leven in de eigen routine. Deze manier hebben we gevonden, waardoor we vredig kunnen samenleven onder een dak. Hij is een avondmens, hij gaat nooit voor drie uur 's nachts slapen en komt pas tegen tegen een uur 's middags beneden. Ik ben een ochtendmens. Ik ga vroeg naar bed en sta om 07.00 uur 's morgens op.
In die ochtenden doe ik mijn eigen ding, ga ik naar hobbyclubjes, koffie drinken bij een vriendin of lekker met jou fietsen, zei ze lachend. Hij vindt alles prima als ik maar rond 13.00 uur weer terug ben. Als ik verder weg met jou ga fietsen meld ik hem tevoren dat het gaat uitlopen. Dan zet ik zijn brunch voor hem klaar, inclusief de koffie. Hij hoeft dan alleen nog maar het knopje van de Senseo in te drukken. Dat ging allemaal goed tot hij ongeneeslijk ziek werd. Toen heeft ze bijna 3 jaar alles op non-actief gezet en tot zijn dood week ze niet meer van zijn zijde. Maar na zijn dood leek zij een ander mens geworden. Alle veranderingen die zij graag wilde in hun huis, maar waar hij zich altijd tegen had verzet, werden nu in een snel tempo doorgevoerd.
Vrij snel ging ze ook weer zwemmen, opnieuw op tai chi en naar de 50plus-bioscoop. Ze deed onmiddellijk de auto weg omdat zij zelf nooit reed en kocht een elektrische fiets. Nu kan ik overal komen zonder stress of met iemand rekening te hoeven houden, zei ze. Leve de vrijheid!! Die vrijheid heeft ze nog ruim 5 jaar volop van genoten, veel deed ze met mij. Tot haar buurvrouw, die al 35 jaar 2 huizen naast haar woonde, ook weduwe werd. Zij werd door haar meegetroond naar alles wat ik eerst met haar alleen deed. We liepen ook niet meer samen naar tai chi en ze ging steeds vaker met haar naar de film. Ik raakte steeds meer uit beeld, hield de eer aan mezelf en liet haar met rust.
Toen werd ze zelf ernstig ziek. Die laatste periode heb ik niet meer met haar meegemaakt. Ze koos er bewust voor om nu exclusief nog contact te hebben met haar (klein)kinderen, deze buurvrouw en de hartsvriendin uit haar jeugd. Het ging heel snel, in 3 maanden tijd was ze weg. Ik denk nog vaak aan haar als ik langs haar huis fiets. Haar kinderen hebben het huis verkocht, er wonen nu andere mensen...
Over denken
Misschien helpt het als ik weer eens appelmoes muffins ga bakken, dacht ik vanochtend. Nou denk ik wel eens vaker wat. Of ik mijn laatste geliefde al heb ontmoet, bijvoorbeeld. Dit is een tamelijk ingewikkelde gedachte: Ik kan hem immers al ontmoet hebben, maar nog niet weten dat hij mijn geliefde zal worden - en ik kan mijn laatste geliefde al vaarwel hebben gezegd. Waarbij de eerste optie mij liever is dan de laatste…
Ik ben bij de kapper geweest, een andere want de mijne had voorlopig geen tijd - en als de spiegel heeft gezegd dat het wél tijd is voor een knipbeurt, is het tijd, nietwaar? Hij heeft aan mijn haren gevoeld, heeft ze gewassen en met conditioner behandeld. Als ik in de knipstoel zit, begint hij gelijk met kammen, de schaar al in zijn hand. ‘Wilt u niet eerst weten hoe ik het geknipt wil hebben?’ ‘Nee, ik wil eerst uw haren leren kennen.’ Later vraagt hij waarom ik voor hem heb gekozen. Nu loop ik vrijwel elke dag langs zijn nering met de grote ramen, en ik had zijn klantenkring zien uitgroeien van alleen maar mannen naar een mix van mannen, jonge vrouwen en kinderen. Maar wat me vooral opviel was de aandacht waarmee hij werkte. Dat zei ik dus. ‘Het was de aandacht waarmee ik u heb zien werken.’ Ik denk dat ik mijn nieuwe kapper heb gevonden!
‘Ik denk dus ik ben’, schreef de oude meester-filosoof Descartes ooit. Het is misschien wel de meest geciteerde zin uit de hele filosofie geschiedenis. Andersom geldt het niet: niet iedereen die is, denkt na. Nadenken is iets anders dan het eigen gelijk toetsen; nadenken begint met twijfelen, met vragen stellen. Dit alles geldt niet bij verliefdheid, bedenk ik nu. Is er soms iemand verliefd geweest, de afgelopen tijd?
Ik denk, dus ik ben - al word ik nog steeds. Zittend op een bankje bij een Haagse tramhalte, dacht ik plotseling: kijk mij nou, sinds wanneer sta ik niet meer op voor oude mensen? Ik was van Katwijk naar Scheveningen Noorderstrand gelopen, wat niet heel ver is. Niet ver genoeg om appelmoes muffins voor te bakken. Het was een test, op advies van de fysiotherapeut - al had ik de verharding waar ik op zou moeten lopen, gewijzigd in hard strandzand. Ik word nu eenmaal gelukkig van de zee, en ik denk dat geluk helend werkt. De twee oude mensen wilden ook met de tram naar het station. Ze gingen telkens op het informatiebord kijken en vroegen dan aan elkaar wat er nou weer stond. Ik vond hen aandoenlijk. Maar ik liet hen, tot mijn eigen verbazing, niet samen op het bankje zitten.
Ja, ik moest maar weer eens appelmoes muffins gaan bakken. Appelmoes muffins zijn immers wandel voedsel, en je weet maar nooit of mijn heup de hint begrijpt: Kom op joh, ik wil weer aan de wandel!