Het leeftijdsverschilletje
zondag 22 oktober 2017
De oudere mens van tegenwoordig is niet oud. Vooral de zoekmens niet, de alleenstaande mens die op zoek is naar een nieuwe geliefde. Nee, deze mens staat ‘nog midden in het leven’, of ‘nog helemaal in haar kracht’. Nog jongensachtig zijn is een pré, meisjesachtig zijn ook. Maar toch. Zelfs met een nog (hoed je trouwens voor het woordje ‘nog’) volledig intacte levensdrift kan je er niet omheen dat je geen meisje meer bent. Geen jongetje meer. We zijn mevrouwen en meneren. Mevrouwen en meneren die niet jeugdig willen zijn, maar jong. Niet vitaal, maar fit. Maar met een kalenderleeftijd waaraan niet te tornen valt.
Laatst, via de zustersite waar vijftig jaar zijn niet de drempel is, kreeg ik een enthousiast bericht van een nieuwe man. Met direct een bericht erachteraan dat hij het ‘leeftijdsverschilletje’ niet had gezien. Hij was 46. Ik vond het wel amusant. Hij was nog (!) helemaal bezig met succesvol zijn en ik was zijn vrouw, de vrouw met het veruit meest aantrekkelijke profiel. Ik weet niet hoe het afgelopen is; zijn laatste twee berichten heb ik niet kunnen lezen doordat hij zich alweer had uitgeschreven.
Hoe dan ook: er is iets ongemakkelijks met die leeftijden. Een jonge vrouw heeft geen enkel bezwaar tegen een oudere partner als nestbeschermer. Maar na de vijftig is het beschermen van nesten niet meer aan de orde. Dan telt alleen de aantrekkingskracht - en dan is een jongere, fitte man juist wel lekker. De man echter blijft geloven dat hij een jongere vrouw nodig heeft om tot zijn recht te komen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen en natuurlijk is elke man uniek - en vaagheden worden maar al te vaak als waarheden opgediend, nietwaar? Daarom heb ik naar de feiten gezocht. Op zo’n middag waarop de regen me binnen hield, heb ik honderd profielen gelezen, de eerste honderd profielen van mijn matches op deze site: Niet rokende mannen van onder de zeventig, voor deze gelegenheid uit alle provincies van Nederland. Ik heb gescand op woorden als jong, jongensachtig en meisjesachtig. Vijftien mannen verklaren expliciet jonger te zijn, of zich jonger te voelen, dan hun kalenderleeftijd. Eén man heeft zijn kalenderleeftijd aangepast om gevonden te worden door jongere vrouwen. Eveneens vijftien mannen (niet perse dezelfde) schrijven een jongere vrouw te zoeken, een vrouw met een jongere uitstraling of een meisjesachtige vrouw. Twee mannen zoeken naar een vrouw die ouder mag zijn en één man schrijft dat het in principe geen probleem is als zij ouder is. De zoekvoorkeuren echter geven een ander beeld: Slechts twee mannen zoeken (inderdaad) een vrouw die ouder is dan zijzelf; twaalf mannen hebben in hun zoekleeftijden een even grote marge naar ‘jonger’ als naar ‘ouder’ dan zijzelf; zeven mannen hebben hebben een ruime marge naar ‘ouder’ en een kleine marge naar ‘jonger’; eenendertig mannen mannen hebben een ruime marge naar ‘jonger’ en een kleine marge naar ‘ouder’; negenendertig mannen hebben alleen een marge naar ‘jonger’ dan zijzelf en van negen mannen zijn de zoekvoorkeuren niet zichtbaar.
Begrijp me goed. Ik oordeel niet, het staat de zoekmens vrij om op zoek te zijn naar wie hij wil. Met al onze ervaring willen we (vrijwel) allemaal domweg gelukkig zijn met een nieuwe geliefde. Ik was nieuwsgierig en ik heb niets anders gedaan dan opschrijven wat ik heb gelezen. Maar ik troost mijzelf met de wetenschap dat elke man zijn zoekleeftijd totaal zal vergeten zodra hij een vrouw ziet die hem boeit. Bovendien, zou het raadsel van de aantrekkingskracht niet allang zijn opgelost als het antwoord een getal was?
geplaatst door RodeJas - 7676 keer gelezen
Vorige berichten
Als de rook om mijn hoofd is verdwenen
Dat is een bekend lied van Boudewijn de Groot uit 1969. De eerste 2 regels van dit lied : Valt het je op dat de zon feller schijnt als de rook om je hoofd is verdwenen. Valt het je op dat de wind harder waait, als je hem tegen hebt in plaats van mee. Eigenlijk is dit lied tijdloos, want als we eerlijk zijn, hebben we allemaal weleens momenten dat dingen ons boven het hoofd dreigen te groeien.
Wat mij persoonlijk helpt, is antwoord krijgen op iets belangrijks d.m.v. gerichte vragen te stellen. Ik hoop dan een duidelijk antwoord te krijgen, zodat die rook om mijn hoofd echt verdwijnt. Ik krijg hopelijk meer grip op iets, of beter nog, ik kan de kwestie afvinken, zodat ik het niet meer hoef te onthouden en van me af kan zetten. Mijn beste vriendin zit anders in elkaar : ik vraag het wel als het zover is, dat is vroeg genoeg, zei ze. Voor mij gaat dit niet op, gaf ik haar als antwoord. Ik ben bang dat ik het vergeet, plus dat ik liever niet te lang in onzekerheid wil blijven, zeker met belangrijke zaken.
Maar wat is nou wijsheid? Maak ik me te druk over iets, wat misschien zonder mijn vraag ook wel op zijn pootjes terecht komt? Misschien wordt die vraag verderop in het gesprek beantwoord, zei ze ook nog. Onmiddellijk komt er een "maar"... in me op. In een persoonlijk gesprek kan ik meestal geen dingen opschrijven om later te vragen, dus word ik onrustig. Ik hoor dan niet meer goed de rest van wat de ander zegt. Aan de andere kant besef ik goed dat iemand onderbreken niet zo fijn is voor degene die me net iets aan het vertellen is.
Hoe los ik dat op? Bij de dokter of een belangrijke instantie kan ik iemand meenemen die met me meeluistert, maar in een persoonlijk gesprek gaat dat niet op. Dan blijft die vraag me kwellen, daar heb ik moeite mee. Ik heb er het volgende op bedacht. Op een gegeven moment las ik toch een moment in waarop ik zeg : als ik je goed begrijp wil je dit zeggen... De ander kan er dan nog op terugkomen of er nog iets aan toevoegen.
Is dit nou het gevolg van mijn gevorderde leeftijd? Als ik eerlijk ben, heb ik al veel langer last van het vast moeten houden van een vraag of een directe reactie ergens op. Ik moet gewoon op mijn handen gaan zitten en proberen de concentratie van het gesprek vast te houden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe gaan jullie hiermee om?
Over sokken enzo
De al wat oudere man van nu heeft het niet makkelijk. Is hij zijn hele volwassen leven door om het even welke vrouw beschimpt vanwege zijn hoog opgetrokken witte sokken, nu verachten jonge vrouwen hem vanwege zijn enkelsokken. Kijk naar ons, roepen ze, kijk hoe wij dat doen, hoge witte sokken dragen! Ach, hoe vaak is hij wel niet afgewezen omdat hij bij een date fier zijn witte sokken droeg?
Nog niet zo lang geleden, op een veel te warme dag, had ik een wandeldate met een man die speciaal voor de gelegenheid zijn onzichtbare sokken had aangetrokken. Nou was deze man een ervaren wandelaar, hij wist dus dat zijn ijdelheid zere voeten zou opleveren. Soms zijn zere voeten niet erg - en soms dus wel. Als de beloning uitblijft, bijvoorbeeld. Had ik zijn kuiten niet genoeg bewonderd, of deed het er niet meer toe of ik hem aantrekkelijk vond of niet? Hoe dan ook, op een bankje aan de bosrand trok hij zijn onzichtbare sokken uit en verving ze door functionele wandelsokken, sokken tot boven de enkel. Ik keek gebiologeerd toe - wat hij niet zo leuk vond, geloof ik. En ik? Ach, ik wilde alleen maar weten of ik de gedachte kon verdragen om zijn teennagels te knippen. Daar heb ik ooit een blog over geschreven. Maar toen, tijdens die wandeling, was het te warm om er een samenhangend verhaal van te kunnen maken…
Bij gebrek aan geschikte wandelingen in het algemeen en aan date-wandelingen in het bijzonder, besloot ik op een ochtend om naar Rotterdam te reizen. In het Natuurhistorisch Museum liep de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ - wat mijn denkhoofd vertaalde als ‘zich herhalende patronen, een rij opeenvolgende gebeurtenissen met één constante factor’.
Op station Rotterdam Centraal hangen twee in oranje werkkleding gehulde mannen de kerstverlichting op: Hoogwerker, trapje, pylonnen, afzethek, afzetlint; dit is andere koek dan de kerstboom thuis. Het is koud in Rotterdam, en het is er vooral veel te druk. Een fietser laat me met een galant handgebaar het zebrapad oversteken, maar de auto naast hem rijdt door, zodat ik stop en alsnog bijna onder de fiets kom. Pas in het Museumpark voel ik me weer op mijn gemak. Het Depot, die gigantische, met spiegelglas beklede bloempot, laat zich prima lenen als testobject bij een date - bedenk ik terwijl ik naar mezelf sta te staren. Zijn we blij om elkaar samen te zien lopen? Besluiten we om de Eerste Kus te vereeuwigen in de bolle spiegels? Maar om mij heen lopen al wat oudere vrouwen, twee aan twee, en ze praten over culturele dingen. Oh ja, de mogelijk toekomstige geliefden lopen natuurlijk langs de zee…
In het Natuurhistorisch Museum ziet de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ er kinderlijk uit. Niks zich herhalende patronen. Ik kies voor het best interessante ‘Nationaal Park Rotterdam’. Rotterdam is immers de stad van mijn vader.
Terug op station Leiden Centraal, blijkt ook daar de kerstverlichting te zijn opgehangen. En op het bureaublad in mijn werk/logeerkamer liggen sokken te wachten tot ik er met een gedicht en vrolijk papier een sinterklaascadeautje van maak. Het zijn sokken voor mijn schoonzoons, sokken met fietsen erop, en met treinen. Ik koop graag sokken. Zelf heb ik vierentachtig paar sokken: zomer sokken, winter sokken, hoge sokken, lage sokken, enkelsokken, teensokken, compressie sokken, wandelsokken, te oude sokken, nieuwe sokken - en witte sokken. De witte draag ik voornamelijk ‘s nachts, ook wanneer jij naast, bij, of met mij slaapt. Dan weet je het alvast.
Genieten van je relatie net zoals van je eten?
Ik probeer waar mogelijk thuis te eten. Omdat ik nog steeds single ben kook ik vaak voor een paar dagen tegelijk, wat over is wordt in een of meer bakjes in de koeling bewaard. Voorverpakte ingrediënten zijn qua hoeveelheid vaak afgestemd op huishoudens van een persoon, en eenmaal opengemaakte pakjes kunnen soms moeilijk bewaard worden.
Er is niets mis met uit eten gaan, ik ken heel wat alleengaanden die hun kookplaat of fornuis vrijwel nooit gebruiken. Anderzijds is het een uitdaging om een lekkere maaltijd op tafel te zetten zonder dat het je de kop. teveel tijd en energie kost. Toch is het gezelliger met z’n tweetjes aan tafel te zitten. Ik ken van nabij een stel, waarvan de ene helft na de scheiding geen warm eten heeft klaargemaakt, hoewel zij een prima ingerichte keuken heeft. Toen zij nog getrouwd was kookte manlief altijd…
Eten is bedoeld als voeding voor het lichaam, maar het mag / moet ook smakelijk zijn. Dat hangt af van wat er op het menu staat, maar evenzeer van wie het klaarmaakt en of diegene er plezier in heeft achter de pannen te staan. Als er dan een smakelijke maaltijd op tafel komt, doorgaans als avondeten, is het genieten. Variatie van het menu en gezond eten zijn een van de pijlers waarop een gezond lichaam rust.
Ik denk, dat je ook in en van een relatie mag genieten, misschien zelfs wel moet genieten. Als het plezier er niet (meer) is, dan is het goed net als bij het samenstellen van een menu te kijken, of het schort aan de samenstelling van de maaltijd, aan de kok(s) of aan diegenen, die aan tafel plaatsnemen.
Ik heb op vakantie in het buitenland een paar teleurstellende ervaringen met eten in een hotel beleefd. In een op papier driesterren hotel in Frankrijk was het ontbijt zo miserabel, dat een van de gasten en ik een dag daarvoor naar de plaatselijke super gingen om fruit en brood, dat normaal te snijden was te kopen. In Italië, een half jaar eerder was het diner beneden de maat.
Is het mogelijk zo, dat wat de een voor zichzelf acceptabel vindt voor iemand anders niet door de beugel kan? Net als in een relatie, wanneer ik twee relaties naast elkaar leg waarin de verhoudingen op het eerste gezicht vergelijkbaar zijn. Dan zijn er onderhuidse spanningen, waardoor het ene stel wel bij elkaar blijft het andere stel uit elkaar gaat.
Soms raakt het genieten als mensen langdurig met elkaar samen zijn op de achtergrond. Een ander stel met puberkinderen, dat ik ook goed ken werken allebei; ondanks hun drukke gezin gaan ze regelmatig getweeën naar een theatervoorstelling, ze zijn dol op cabaret. Dan genieten ze in hun relatie van iets, waar ze samen in geïnteresseerd zijn. Dat is dan natuurlijk “Quality time”.
Door de drukke tijd ruimen mijns inziens velen die een relatie hebben te weinig tijd in om samen te genieten. Met alle gevolgen van dien. Elk van beiden ontwikkelt eigen interesses, het praktiseren daarvan kost tijd, vaak geld, en als slot van het liedje is men uit elkaar gegroeid.
Misschien zou er een recept, een tijdlijn voor het samen genieten zijn. Dan moet de wil daarvoor wel aanwezig zijn!