Grenzen stellen in klusjes doen
woensdag 18 juli 2018
In een eerdere blog gaf ik al aan, hoe belangrijk het is je grenzen te bewaken. Ondanks dat overkomt het ook mij, dat iemand soms zelfs vaker dan één keer over die grenzen heenstapt.
Wanneer je ooit hebt aangegeven, dat je ergens niet voor in bent onthouden velen dat wel. Helaas zijn er ook personen, die een slecht geheugen hebben (beginnende Alzheimer?) of denken, dat ik zelf niet onthoud, wat ik ooit heb aangegeven.
Ik ben absoluut geen handyman. Dit statement zal natuurlijk weer een aantal dames afschrikken, maar ik ben wel zo eerlijk dat te durven bekennen. Om te beweren dat ik twee linkerhanden heb is net iets teveel gezegd; toch, als er iets thuis defect is schakel ik liever een professional (betaalde hulp) in dan dat ik of een beroep moet doen op een goede kennis of zelf ga prutsen en het gevaar loop, dat ik het verpruts. Dan begrijp je wel, dat ik al helemaal niet klaar sta om elders mijn geringe technische vaardigheden te benutten, als iemand daarom vraagt. Het is daarom raar, dat sommigen toch met de regelmaat van de klok proberen mij voor hun atechnische karretje te spannen. Wellicht brengen ze het spreekwoord “In het land der blinden is eenoog koning” onterecht in de praktijk. Of is het domweg gemakzucht?
Ik ken relaties, waar dit geheel anders is, waarin één van beiden heel handig is, zo van”: “Wat mijn ogen zien dat maken mijn handen”. Het zijn vaak heel sterke relaties. Daarin zijn vaak goede afspraken gemaakt. En de handyman of handywoman vindt voldoening in die taken, alsmede waardering van zijn of haar wederhelft. Het gaat soms nog een stapje verder. De met twee rechterhanden gezegende partner wordt “aanbevolen” aan derden. Zo van: “Is de douchekraan weer stuk? Ik stuur Piet wel even, die fikst het zo voor je”. Dus eerst toezeggen zonder te vragen, of “Piet” dat wel wil of er sowieso tijd voor heeft. Het lijkt net, of “Piet” Haarlemmerolie is, overal goed voor. Probleem is wel, dat “Piet” geen nee durft te zeggen, omdat niet degene, die geholpen moet worden maar omdat zijn eigen partner het hem vraagt.
Er zijn situaties bekend, waarin de Pieten bijna elke avond na hun gewone werk de hort op zijn om iemand te helpen. Je kunt je afvragen of dat wel goed is voor hun eigen relatie. Of ze niet vervreemden van huis en haard.
Los van dit alles moeten we niet vergeten, dat het geweldig is dat in onze maatschappij zoveel personen zijn, die zich vaak belangeloos inzetten om anderen te helpen met een klusje. Niet iedereen kan een stopcontact plaatsen of een nieuwe kraan monteren. Het zijn daarbij mensen, die niet op de voorgrond treden en integendeel in een jaarverslag maar heel even genoemd worden. Pas als ze kortere of langere tijd niet beschikbaar zijn, komen we er achter hoe belangrijk ze zijn. Zonder hen gaat er heel wat mis. Daarom roep ik hen én allen in hun omgeving op er rekening mee te houden, dat de handy tiepjes ook mensen van vlees en bloed zijn, geen tovenaars; aan de ene kant doen zij zelf er goed aan doen niet over hun eigen grenzen heen te gaan, maar anderen zouden wat meer terughoudendheid kunnen betrachten voordat ze hen voor hun klussen benaderen!
geplaatst door Aktivo1 - 5962 keer gelezen
Vorige berichten
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.
Stijldansen, stijlvol dansen, de dans van je leven
Een zwierig verhaal.
Bij de profielbeschrijvingen op een datingsite kunnen (niet altijd verplicht) hobby’s ingevuld worden. Wie dat doet en het niet bij een liefhebberij laat, maar verschillende passies invult heeft een grotere kans dat iemand die dezelfde hobby’s heeft reageert dan wanneer dit aspect van een profielbeschrijving niet wordt benut.
Ik houd van dansen en dan bij voorkeur stijldansen. Foxtrot/quickstep, Engelse wals, Rumba en Cha cha vind ik fijn om te doen, hoewel ik een jive, bachata of merengue niet versmaad.
Het gaat bij stijldansen om goede afspraken tussen beide danspartners. Hoewel bij dansles geleerd is, dat bij stijldansen de man altijd leidt en de vrouw soepel moet volgen heb ik bij veel vrije dansevenementen ook ervaren, dat dit tegenwoordig geen wet van Meden en Persen meer is/. Soms zie ik bijvoorbeeld twee dames of twee heren met elkaar stijldansen. Dan zijn goede afspraken over wie de “herenpassen” en wie de “damespassen” gaat doen van belang.
Waar mannen stijldansen leuk vinden zou dat kunnen komen omdat zij de leiding mogen nemen bij de variaties, de draaien. Ik moet bekennen, dat ik bij veel dansjes wel de aangever ben, hoewel tegenwoordig ook mijn danspartners het initiatief nemen. Dan is er een ding belangrijk: een goede communicatie. Dat kan door een enkel woord of een afgesproken gebaar. Het is mogelijk, dat een aantal vrouwen dansen als salsa en rock en rol prettiger vinden dan bijvoorbeeld een foxtrot, omdat bij een salsa minder fysiek contact vereist is; wellicht vinden mannen om diezelfde reden stijldansen aangenamer.
Stijlvol dansen wordt zeker gewaardeerd. Een man vraagt op een hoffelijke wijze de dame. En na de dans, voordat beide partners gaan zitten of wanneer ze een andere partner ten dans vragen, even wederzijds een kleine buiging om je danspartner te bedanken is een mooie afronding.
Er is ook nog iets als de dans van het leven. Ideaal zou het zijn als in die dans, vooropgesteld dat het gaat om een dans van twee personen beiden gelijkelijk de loop van de dans bepalen. Natuurlijk zijn er omstandigheden die er toe bijdragen, hoe stijlvol die dans is. Tijdens het echte dansen is dat bijvoorbeeld de muziek bij de dans, die de dansers tot hogere prestaties kan voeren. Aan de andere kant zijn er muurbloemen, mensen die aan de kant zitten, die ook graag willen dansen. Soms nemen zij het heft in handen, ze tikken het danspaar op de schouders met de woorden: “Mag ik de volgende dans met u?”. In de levensdans zijn er natuurlijk ook mensen, die bij het zoeken naar een relatie buiten de boot vallen. Maar zij zullen niet zo snel bij een stel tussenbeide proberen te komen. Dat is ongepast.
Net als een dans heel harkerig kan verlopen is de levensdans niet altijd een vloeiend gebeuren. Het is uiterst pijnlijk als ik op de teen van de ander stap. Onlangs danste ik met een dame die haar dansschoenen vergeten had, toen wilde ze persé op haar kousen dansen. Gelukkig ging het goed. In het leven is het verstandig je goed te beveiligen met “stevige schoenen”, die toch elegant zijn, maar waardoor je het risico niet loopt dat je pijn hebt als iemand een verkeerde pas maakt.
Ook in het leven helpt het als je jouw dans stijlvol doet. En, je partner bedankt als de dans ten einde is. Het afscheid hetzij bij scheiding, dan wel beëindiging van de vriendschap of na een zware ziekte kan in verschillende vormen plaatshebben. Als er toch op de tenen getrapt wordt, hoe reageren beide partners op elkaar? Sorry, is dat genoeg? Er zijn zoveel mogelijkheden te excuseren of om iemand te kwetsen, en dat is nog wel wat erger dan een stap op een teen.
Ik wens iedereen een mooie levensdans toe, na een middag of avond dansen is er, net als bij het skiën apres ski ook apres dance. Bij een levensdans is het af en toe ook goed even te evalueren… Wat ging goed en wat kan nog beter? Ook dat kan gezellig zijn.