Hoe mooi het was
vrijdag 28 september 2018

De 50plus-bloggers als schrijverscollectief: het zou zomaar kunnen, toch? Elke vrijdagmiddag een bijeenkomst rond de leestafel van zo’n gezellig industrieel eetcafé en dan de oude blogs bespreken en de nieuwe onderwerpen verdelen. Doe jij je nieuwste liefdesverdriet dan doe ik de nieuwste Brainwash-talk. Of het feit dat ik nu pas, nu pas weet dat ‘sapioseksueel’ bestaat - en dat ik moest opzoeken wat het inhoudt. En zou je dat wel doen, die details van je laatste date? Zeker weten? Dan hoop ik dat hij ook blogger wordt. En dat hij zíjn verhaal gaat schrijven. Dat moet toch smullen zijn voor de 50plussers?
In mijn gedrevenheid, hét blog te schrijven met een totaal andere visie op de liefde, heb ik het nieuwe themanummer van filosofie-magazine gekocht, met de beste artikelen over ´Liefde, seks & wijsheid.´ Maar het gebodene kon mij nauwelijks boeien; ik voelde mij even Don Fosca* die niet weer aan de liefde wil beginnen omdat hij zo zeker weet hoe het zal aflopen. Nu bezit ik noch Fosca´s onsterfelijkheid, noch zijn feilloze geheugen. Ik moet het doen met de tijd die mij rest- en met wat mijn feilbare geheugen in de loop der jaren met mijn herinneringen heeft gedaan.
Die Brainwash-talk ging trouwens over de werking van ons geheugen. We blijken wel over trucks te beschikken om dingen te onthouden, maar niet over trucks om dingen te vergeten. En onze herinneringen veranderen in de loop van ons leven; ons verleden ligt niet vast. Dit is troostrijk - en leerzaam. Zo besef ik heel goed dat ik mij uit mijn ´slechte´ huwelijk vooral de slechte dingen herinner; simpelweg doordat ik die vaker heb moeten vertellen. En uit de warme relatie met m´n schipper herinner ik mij vooral de mooie, liefdevolle dingen. Dat waren immers de verhalen die wij elkaar vertelden: ¨Weet je nog, die avond, toen we probeerden te vrijen ín het water?¨
Liefde is elkaar mooie herinneringen vertellen, misschien. Maar het verhaal van de liefde op het eerste gezicht blijkt niet waar te kunnen zijn. Het is lust. Wetenschappelijk bewezen. Vraag me niet hoe, misschien kan iemand de onderzoeksgegevens vinden op internet? Niet dat ´lust op het eerste gezicht´ minder zou zijn dan ´liefde op het eerste gezicht.´ Maar het verhaal van de lust is nu eenmaal minder romantisch dan het verhaal van de liefde. Hij: ¨Ik wilde je direct aanraken, je zag er zo aantrekkelijk uit in die jurk.¨ Zij: ¨Dat was anders een vormeloos uitverkoopje.¨ Nee, dan: ¨Ik zag je en ik wist direct hoe lief je was, hoe mooi van binnen, hoe knap, hoe wijs.¨ ¨Hmm, ik hou van je….¨ Hier is de sapioseksuele mens in het voordeel…
Voor Friedrich Nietzsche, de filosoof-wandelaar met de gigantische snor en de galgenhumor, horen liefde en haat bij elkaar. Evenals dankbaarheid en wraakzucht, zachtaardigheid en woede: ´Lust en onlust zijn zo stevig met elkaar verknoopt, dat wie zo veel mogelijk van het een wil hebben, ook zoveel mogelijk van het ander hebben moet...´
Kortom, hét blog met een totaal andere visie op de liefde zal ik (nog) niet schrijven. Maar op een dag zullen we tegenover elkaar staan, hij en ik - en we zullen elkaar blijven vertellen hoe mooi het was.
* Hoofdpersoon uit: ´Alle mensen zijn sterfelijk´ van Simone de Beauvoir.
geplaatst door RodeJas - 6567 keer gelezen
Vorige berichten
Reuring
Het woord reuring heeft meerdere betekenissen. Het betekent meestal drukte en bedrijvigheid in positieve zin, een levendige sfeer, zoals op een feestje. Maar het kan ook ophef betekenen over iets, of een gevoel van onrust. Ook is het vaak een opwindend gevoel, veroorzaakt door een mix van geluid en beweging bij een evenement. In ieder geval duidt het altijd op veel activiteit. In dit blog is het een straattheater festival in Purmerend, genaamd : Reuring.
Reuring vindt elk jaar plaats in het laatste weekend van juni. Meestal op het grote plein tussen alle horecazaken aan weerszijden van de Koemarkt, pal voor theater Purmaryn, op het plein voor het museum en nog een 4e podium in een van de winkelstraten. De voorstellingen duren een half uur met een korte pauze daarna. Allemaal op loopafstand van elkaar, zodat je alles rustig kan bezoeken, want ze wisselen elkaar af in locatie en tijd. Ieder jaar ga ik er trouw heen, want de acts zijn leuk en van goede kwaliteit. Na afloop van ieder optreden gaan de artiesten, plus enkele mensen van de organisatie met de hoed rond, want het festival is gratis. Het publiek wordt daarom wel geacht een bijdrage in de kosten te geven aan de organisatie of een gulle gift aan de artiesten zelf te doen;
De 1e voorstelling was een complete circusact met risicovolle acties in de lucht, uitgevoerd door een jong echtpaar uit Argentinië. Geen vangnet of kussens op de grond. Een verkeerde beweging zou een keiharde smak op de stenen betekenen. Er zat veel humor in hun act. Regelmatig werd er gelachen, of hard geapplaudisseerd voor hun lenige acrobatiek. Na afloop hadden ze nog een kleine toegift ; hun zoontje van 4 jaar klom op blote voeten in rap tempo omhoog in een houten paal van circa vier meter, direct gevolgd door beide ouders voor het geval hij een verkeerde beweging zou maken. De kracht van dit jonge kind en zijn lenigheid waren opvallend. Het vertederde het publiek. Veel mensen liepen daarna rechtstreeks naar de artiesten zelf toe om ze een mooi bedrag te geven, ik natuurlijk ook.
De andere voorstellingen waren ook prima, maar de 1e act had toch de meeste indruk gemaakt op zowel mij als mijn festivalmaatje. Rond 1500 uur streken we neer op een van de terrassen op de Koemarkt voor een biertje en over het plein kwamen toen nog 3 muzikanten langs, die een lopende voorstelling gaven tussen alle podia. Even later reed er ook nog een mini-volkswagen bus voorbij, volgepropt met festivalgangers, die luid toeterend deze mensen als taxi vervoerde over het festivalterrein. Het weer was prima, het was afgelopen zaterdag gelukkig nog niet zo heet. We hadden een geweldige middag meegemaakt, waar we op de terugweg met veel plezier nog over zouden napraten...
Op reis - vervolg
Alleen op reis, dat heeft zeker zo zijn voordelen. Er is geen overleg nodig, geen ... en het is ook altijd duidelijk wie de rekening zal betalen. Niemand die mij verwijtend aankijkt als ik een verkeerde weg heb genomen, niemand die mijn zweetsokken hoeft te ruiken, niemand die bezorgd is of ik niet te weinig zus of teveel zo. Is dit nu vrijheid? Ik moet zeggen, het went snel, nieuwe routines vormen zich in een mum van tijd. Het helpt natuurlijk dat het meestal mooi weer is en genoeg te beleven , maar toch verbaast het me wel. Ik kreeg warempel een beetje spijt dat het alweer op zijn eind loopt. Ik had met alle plezier nog een dagje extra in dat oogstrelende natuurgebied willen wandelen. En in de verrassende stad B. had ik had ook wel wat meer tijd willen doorbrengen. Ik merk ook dat ik na een tijdje wat gemakkelijker word in het maken van contact, zoals ik me dat ook herinner van vroeger. Ik had eigenlijk verwacht dat de heimwee harder aan mij zou trekken. Maar het bevalt prima zo.
Anderzijds, een van de voornaamste zorgen van de eigentijdse reiziger is, of er wel “bereik” is, een rare uitdrukking eigenlijk, waarmee we bedoelen of we met onze smartphone in verbinding kunnen staan met onze reguliere contacten en informatiebronnen. Op dit moment is dat bijvoorbeeld niet het geval en het levert onmiskenbaar een gevoel van verlatenheid op, van teruggeworpen zijn op een kwetsbaar wereldje. Nu pas lijkt het een beetje op het backpacken van een halve eeuw geleden, ergens ‘in the middele of nowhere’, zo noemdem we dat toen, met de telefoon als enige contactmiddel. Want ook toen moest het wel heel gek lopen als je zelfs geen telefoon kon vinden. Verstoken van het internet ervaar ik sterker die andere kant van vrijheid, het niet-verbonden zijn.
Een quote van Em. Levinas komt in mij op: er is geen onafhankelijkheid die niet ergens afhankelijk van is. Ik zou niet vrij kunnen zijn als ik me niet tevens verbonden weet, ook al ben ik op dit moment niet ‘live’. Misschien is dat ook wel een verslaving van deze tijd, het altijd ‘online’ zijn. Onze voorvaderen hadden dat toch ook niet nodig; ze schreven elkaar brieven en wisten zich verbonden door in elkaars gedachten te zijn.
Inmiddels ben ik weer met het Internet verbonden, anders had ik dit bericht immers niet kunnen versturen. Ik denk dat ik dit vrije leventje nog wel een tijdje had kunnen volhouden; maar toch zou ik nou niet willen beweren dat alleen reizen fijner is dan met iemand samen. Het is in feite totaal anders. Samen ben je voortdurend elkaars back-up als het ware. In mijn eentje moet ik alerter zijn, althans dat voel ik zo. Veel meer bewust van mijn kwetsbaarheid maar daardoor ook in het algemeen oplettender. Het legt een dusdanig beslag op mijn aandacht dat er ook maar weinig ruimte overblijft voor beslommeringen aan het thuisfront (terwijl die, wanneer je samen bent, nu juist het meest voor de hand liggende onderwerp van gesprek zijn ;-). Kortom, ook al is samen reizen gezelliger, aan het reizen in je eentje zitten zeker positieve kanten.
Het is geen slecht gevoel, zo vrij en losgeweekt van het normale leven en het helpt natuurlijk als het mooi zomerweer is. Het komt denk ik aardig in de buurt van wat Eckhart Tolle ‘Leven in het nu’ noemt. Echter volgens mij doet het op langere termijn geen recht aan de realiteit, met verantwoordelijkheden en verpichtingen, met een verleden en een toekomst. Leuk voor een tijdje, dat oude backpackergevoel, dat je paspoort en American travelercheques - nu is dat mijn smartphone - de enige link zijn met je roots (want als je niet over geld kunt beschikken is de lol er gauw af). :-P
Ouwe jongens krentenbrood of de krenten in de pap
In de jaren voor mijn pensionering en ook een behoorlijk aantal jaren daarna deed ik jaarlijks mee met het uitje voor alle actieve medewerkers en na 2004 met het uitstapje voor de “oudjes”. Onder de actieve medewerkers waren er veel, die tegen hun pensioen aanliepen; bij de gepensioneerden was een aantal “echt” bejaard. Het bedrijf heeft de faciliteiten voor de ouderen in fasen beëindigd. Hun uitstapje werd een etentje, ze kregen geen kerstpakket meer en de gratis jaarkaart voor de natuurterreinen werd geschrapt. Tenslotte moest ook het etentje voor de oudjes van bedrijfswege er aan geloven, wel organiseerde de personeelsvereniging nog voor hun oudere leden met hun vaste partner eens in de twee, drie jaar een bijeenkomst.
Omdat ik nog steeds lid ben van de personeelsvereniging schreef ik me in voor het event van de pv. Ik fietste op een maandagochtend naar het bezoekerscentrum van het bedrijf, de plek waar het ouderenevenement zou plaats hebben. Het was fris weer en krap een half uur voor aankomst begon het te regenen. Ik kwam als eerste na ruim 25 km. trappen zeiknat aan op locatie. Al snel kwamen een paar andere deelnemers opdagen, ik kende ze niet, ook niet verwonderlijk, het bedrijf had op haar hoogtijdagen 1000 medewerkers.
De koffie met taart stond klaar en die liet ik mij net als de overige 180 aanwezigen goed smaken. Twee boswachters boden aan wie dat wilden de kans een stukje van het natuurgebied te zien, hij en zij vertelden ons over dit deel van het duin, waar ik nog nooit geweest was.
Een half uur later werden we uitgenodigd voor de hoofdmoot van de dag, de “feestlunch”. De personeelsvereniging pakte daar goed mee uit. Ik ging zitten bij een collega die weliswaar op een andere afdeling had gewerkt, maar met wie ik toen goed contact had. Hij was verhuisd naar Drenthe en mede voor deze dag hadden zij en zijn vrouw een campingplek niet zo ver van de reünie (want dat was het in wezen) geregeld.
Opeens herinnerde hij mij er aan dat zijn en mijn zoon ooit op hun middelbare school een project over stropdassen hadden uitgevoerd. Hè? Dat moet dan minstens dertig jaar geleden hebben plaatsgehad. Ik kon het me niet meer herinneren. Wat dat project inhield wist hij niet meer. Bij thuiskomst heb ik mijn zoon er even over opgebeld, hij bevestigde het verhaal, maar ging er niet ander op in. Druk, druk. Onder het eten kwam een oudere dame naar mij toe lopen en vertelde, dat zij nog steeds leuke herinneringen bewaart aan de dag, waarop ik tijdens een uitstapje van de personeelsvereniging naar Antwerpen de groep daar rondgeleid heb. Die dag staat mij weer heel helder voor de geest.
Op zo’n bijeenkomst van de oudjes probeer ik vergelijkingen te maken tussen het uiterlijk nu van diegenen, die ik goed gekend heb, hoe zij er een paar jaar geleden uitzagen bij vorige events en hoe ik mij hen herinner 20 jaar geleden, toen ik nog werkte. Het verbaast mij dat velen mij wel en ik de meesten niet herken. Het onthouden van namen begint ook een issue te worden. Soms word ik geraakt door de veranderingen die ik zie: een collega met wie ik nauw samengewerkt heb duwt nu zijn vrouw voort in een rolstoel. Maar, zo is het leven nu eenmaal. Het rollator gehalte van de groep was niettemin nog bescheiden.
Ik heb opnieuw ervaren, hoe verschillend de beleving van zo’n dag is voor singles als ik en voor mensen, die er met hun partner naar toe gaan. Zij kunnen over wat ze zien en horen direct met hun maatje communiceren. Anderzijds ben ik weer zo vrij als een vogeltje. Ik kan zelf bepalen wanneer ik weg ga. Gelaafd en gevoed stapte ik dus weer op de fiets, vol van de indrukken ging ik onder een aangenaam zonnetje alleen naar huis. Tenminste, alleen?
Op de pont was ongemerkt een lieveheersbeestje op mijn hand neergestreken. Toen moest ik nog tien kilometer naar huis fietsen. Het diertje bleef tot mijn stomme verbazing de hele terugweg verder zitten, pas voor mijn woning heb ik het bij een boom voor mijn raam neergezet, hoewel hij / zij mij maar met tegenzin losliet. Zo had ik onvoorbereid toch nog gezelschap. Helaas kon ik met dit levende schepsel niet echt communiceren, hooguit voelde ik de pootjes af en toe als-ie mijn hand verkende. Misschien werd hij aangetrokken door de restgeuren van de lunch? Dat torretje was toch een van de krenten in de pap die dag.