Itâs a long way to Tipperary
woensdag 31 oktober 2018
It's a long way to Tipperary is een lied dat beroemd werd in de Eerste Wereldoorlog. Het werd in 1912 geschreven door de Engelsman Jack Judge, wiens grootouders uit de regio Tipperary in Ierland kwamen. Het lied symboliseerde voor iedere soldaat het verlangen naar huis. Ook in W.O. 2 werd het vaak door soldaten gezongen.(bron: Wikipedia).
Als ik dit lied hoor op Youtube roept dit allerlei associaties bij me op.
We zijn als daters eigenlijk steeds onderweg. Waar naar toe? Vaak verlangen we onbewust naar een vast honk. En dan niet alleen naar vier muren met een huiskamer, een keuken, een slaapkamer en sanitair. Ons huis is ook spiritueel. Het gevoel van echt thuis komen, dat je hebt als je aan het eind van de middag, als het in november buiten al donker is, de deur opendoet en dan… Dan komt jouw lieveling op je af, hij of zij omhelst je en het voelt goed. Of je bent een dag thuis geweest en je hoort de deur opengaan. Nu ben jij degene, die jouw partner welkom heet. Jullie kunnen bijna niet wachten om elkaar de dingen te vertellen, die je de afgelopen dag hebt meegemaakt!
Soms heb je elkaar een paar dagen of een kleine week niet gezien. Er was wel telefonisch contact, wellicht heb je geskyped, Samen duik je de keuken in of mogelijk heeft de ander al wat lekkers in de oven klaar staan. Of – Surprise! – er is een reservering gemaakt bij dat intieme Italiaanse restaurantje in de buurt.
Omdat wij vrijwel allemaal vroeger eerder een relatie hadden weten we uit ervaring hoe het is, thuis te komen en alle sores van de dag te vergeten. Of het te delen. We zijn bezig met een tweede of derde kans op relatiegebied. Vaak is er nog geen sprake van het thuiskomen, waar de soldaat uit het liedje over zingt. Domweg omdat er nog niemand op ons pad kwam. Natuurlijk moeten we daar niet krampachtig over doen. Het is vaak een lange weg, a long way to happiness!
Elk jaargetijde heeft zijn eigen sfeer bij het zoeken naar het geluk.
De lente geldt bij uitstek als het seizoen, waarin velen op zoek gaan naar een partner. In mei komen veel vlinders uit hun cocon, en een aantal van deze kleurige beestjes vliegt pardoes een buik in. Probeer je dan maar te verzetten!
In de zomer is het heerlijk om er met een geliefde op uit te trekken, je hebt mogelijkheden te over om te onderzoeken, hoe je het samen leuk kunt hebben.
Het najaar heeft iets nostalgisch. De prachtige herfstkleuren noden tot een boswandeling, je sluit je partner in je armen terwijl de zonnestralen door de bomen schijnen. In deze tijd zijn ook veel singles zich er van bewust, dat de “feestmaand” er weer aankomt. Sinterklaas, Kerst, Oud- en Nieuwjaar. Het is een cliché, maar het moet me toch van het hart, velen willen dan graag onder de pannen zijn. Op zich is daar niets mis mee. Het is toch veel fijner om met je geliefde aan het kerstdiner aan te zitten dan in je uppie een pizza te scoren, of op uitnodiging van familie of vrienden aan te schuiven? Ik vind de overgang van oud – naar nieuwjaar emotioneel als het kan nog meer impact hebben. Wat is het mooi als je op 31 december om 12 uur ’s avonds samen het glas heft en met een warme omhelzing elkaar gelukkig nieuwjaar wenst!! En in de winter is een winterwandeling ook helemaal top..
Laten we ons realiseren dat hoewel er nu nog twee maanden liggen tussen eind oktober en de jaarwisseling er vaak helemaal niets zeker is over onze Sylvesterparty. De feesten op oudejaarsavond zijn naar Paus Sylvester vernoemd, omdat die op 31 december 335 overleed. Hij is de patroonheilige van het nieuwe jaar. Wie een singlefeest rond de jaarwisseling heeft gepland wens ik een geweldig fijne afsluiting van 2018 en gelukkig nieuwjaar. Wie zijn of haar liefde heeft ontmoet wens ik dat je vanuit de liefde voor elkaar een prima 2019 tegemoet gaat. Wie alleen is, geniet van al het leuks dat de t.v. en theater biedt, maak er iets goeds van!
geplaatst door Aktivo1 - 4959 keer gelezen
Vorige berichten
Aanhankelijk
Op een uitnodiging is wel eens te lezen, genodigden zijn van harte welkom ‘met aanhang’. Goed bedoeld natuurlijk maar het klinkt eigenlijk niet zo positief, als iets waar ik mee behept ben. Zoals een klit aan mijn kleren hangt, of een rugzakje aan mijn schouders, of het kind aan moeders rokken, zo hangt de aanhang aan mij. Maar er zit zeker ook een positieve kant aan. Een aspect dat verloren is gegaan in het neutrale woord ‘partner’, dat tegenwoordig gangbaar is. Dat is de kant die je nog terugvindt in het woord ‘aanhankelijk’. Het is niet alleen dat je een relatie met een partner hebt, maar aanhankelijk betekent ook “trouw, toegewijd, innig gehecht” (Ensie).
Het tegendeel van aanhankelijk is áfhankelijk. Dat is taalkundig zo klaar als een klontje ;-), maar de twee worden toch nogal eens met elkaar verward. Dan wordt de liefde een soort van ‘wederzijdse afhankelijkheid’ en dat is een misvatting. Natuurlijk is er niets mis mee wanneer je op elkaar bouwt, op elkaar rekent, elkaar steunt. Maar de liefdesrelatie is op waarden gebaseerd, niet op profijt. Wij laten elkaar in onze waarde(n) zeggen we dan. In de praktijk betekent het, dat ik geef zonder iets terug te verlangen. Want wat ik terug krijg, dat is aan de ander, de aanhang zogezegd. Zelfs als mijn aanhang afhankelijk is van (mijn) zorg, dan kan dat niet de basis van een liefdesrelatie zijn, maar alleen een uiting ervan. En wanneer we op die manier een waarde(n)volle verbinding aangaan zal moeten blijken, of wij met elkaar, met die ‘wederzijdse aanhankelijkheid’ gelukkig zijn.
Gaat dat over vertrouwen? - het lijkt er wel op. Daar zit het woord ‘trouw’ in, zoals ook in ‘trouwen’ en ‘huwelijkstrouw’. Dat ‘trouw’ wordt menigmaal platgeslagen tot ‘niet vreemd gaan’, maar trouw betekent veeleer dat ik te vertrouwen ben, dat ik oprecht ben, dat iemand op mij kan bouwen. En dat is weliswaar allemaal niet onbelangrijk maar er is meer aan de hand, iets dat dieper gaat dan vertrouwen. Daar kom ik bij de positieve invulling van aanhankelijkheid, dus als tegenhanger van afhankelijkheid. Het is een wonderlijke verbinding tussen autonomie en overgave, die we herkennen als liefde. Er is geen vinger op te leggen maar als het raak is, dan voel je het wel!
Aanhankelijkheid als tegengestelde van afhankelijkheid, het is even wennen maar ik denk voor een aantal hier wel invoelbaar. Dat we toegewijd en gehecht zouden willen zijn, maar tegelijkertijd ook autonomie willen behouden. Sterker nog, dat we onze en elkaars autonomie beschouwen als een gezonde basis voor liefdevolle verbinding.:-P
Aanpassen aan wenselijk gedrag
Aanpassing hoeft niet per se problematisch te zijn. Dat wordt het pas, als je er zelf geen controle meer over hebt. Met een duur woord wordt dat "fawning" genoemd : behagen door steeds maar een wit voetje te willen halen. Je past je aan om de situatie veilig te houden en de ander tevreden te stellen, doet bijna alles wat daarvoor nodig is.
Een goed voorbeeld hiervan is een sollicitatiegesprek. Voor je het weet leg je je hele agenda op tafel en stem je in met het aannemen van extra werk. De tegenzin die je van binnen voelt, leg je naast je neer. Na afloop kan je je dan fysiek uitgeput voelen. Je hebt je eigen grenzen opzij gezet om die baan te krijgen. Erger wordt het, als dat gedrag ook regelmatig bij vrienden en familie gebeurt."Tuurlijk, als jij wilt dat we het anders doen, doen we dat. Excuses voor mijn domme opmerking, hoe kan ik het goed maken? Sorry, zo had ik niet bedoeld ". Alles voor de lieve vrede, om maar conflicten te vermijden.
Prima als je het echt meent, maar waarschijnlijk zit er ook angst voor afwijzing in, of om verlaten te worden. Jezelf in allerlei bochten wringen, kan je later lelijk opbreken. Op een gegeven moment vraag je je toch af. Waarom kwam ik niet beter voor mezelf op? Maar ja, als je je aangevallen voelt, lukt het op dat moment niet meer om logisch na te denken. Veel mensen gaan dan over tot pleasen. Sociaal wenselijk gedrag tonen hoeft ook helemaal geen probleem te zijn. Jezelf eens wegcijferen kan veel opleveren. Sympathiek gevonden worden, voldoening voelen over wat je hebt bereikt, waardering door anderen, misschien krijg je daardoor ook nieuwe vrienden.
In een groep kan het zelfs noodzakelijk zijn om je aan te passen. Je bereikt niks door je tegen een hechte groep af te zetten. Maar wil dat dan zeggen dat je alleen nog maar kan zeggen wat anderen van je willen horen? Natuurlijk niet, je mag best zeggen hoe je je voelt, als je de ander ook maar in zijn of haar waarde laat. Evolutionair gezien is er zelfs een mechanisme dat onderwerping heet. Voorbeeld? Een klein hondje dat kwispelend op zijn rug gaat liggen als er een grotere hond op hem afkomt, in een poging die gunstig te stemmen om zo de aanval te voorkomen. Dat is immers veiliger dan verzet.
Veel misverstand bij digitaal contact zit in de anonimiteit, vaak kennen de mensen elkaar niet persoonlijk. Het gevaar is dan groot om een post, of tekst, verkeerd te interpreteren, of om te zetten naar de eigen ervaring. Bij persoonlijk contact kan je een misverstand meestal goed uitleggen en dan weer recht zetten. Bij een forum is dat moeilijker, dan kan je zomaar een hele groep over je heen krijgen, die elkaar liken, nog eens extra op de zere plek gaan drukken, gevaar voor escalatie dus. Meestal bloedt de discussie vanzelf dood, als je er verder niet meer op reageert. Verschil van mening of inzicht met een groep die je als eenling ervaart, lost dan niks op. Hoeft ook niet, als die verschillen gewoon naast elkaar mogen bestaan...
Eigenlijk
Ik ben datemoe. Niet zo gek, als ik bedenk hoe lang ik het al doe. Daten bedoel ik.
De gedachte aan de koffiehoek, waar dezelfde mensen elke dag dezelfde mensen ontmoeten die elkaar elke dag dezelfde verhalen vertellen, dringt zich ook steeds vaker aan me op, maar het zou te makkelijk zijn om het alleen daarop te gooien.
Nee, ik ben weer eens aanbeland op een kruispunt in mijn leven. Het overkomt me tot mijn grote opluchting niet al te vaak. Als ik een kruispunt kan ontwijken, zal ik het niet laten en opzoeken doe ik het al helemaal niet, maar van tijd tot tijd is er ook voor mij geen ontkomen aan. Dat alle kruispunten waarop ik in mijn leven ooit heb gestaan een grote gelijkenis vertonen, beschouw ik trouwens als een verontrustende bijkomstigheid.
Ook dit kruispunt lijkt weer sprekend op de andere en stelt me in wezen dezelfde vraag als alle andere: wat wil je nu eigenlijk met de rest van je leven? Een in zijn allesomvattendheid bepaald verlammende vraag, maar het weerhoudt me er blijkbaar niet van de vraag te blijven stellen. Ik wijt het maar aan de hardleersheid die op grote schaal voorkomt in de familie aan moeders kant.
De chef van de stadsredactie, die mij als beginnend verslaggever bij het plaatselijke katholieke dagblad onder zijn hoede had genomen, placht me voor te houden: 'Jongen, als je iemand eigenlijk hoort zeggen, heb je een verhaal te pakken.' Maar dit geheel terzijde.
Er is nog een woord dat me verontrust. Dat is het woord rest. Die wordt namelijk per kruispunt overzichtelijker en doet het gewicht van de vraag omgekeerd evenredig toenemen. Is er wel een antwoord dat het gewicht van deze vraag überhaupt kan dragen?
Eigenlijk weet ik het antwoord wel. Eigenlijk weet ik wel waarom datemoe ben.
En nu doorvragen jongen, hoor ik de chef van de stadsredactie zeggen.
Nou, eigenlijk heb ik weinig te klagen. Ik doe leuk werk, bewoon een nederige stulp op een benijdenswaardige locatie, heb niet al te veel vrienden en een abonnement op Netflix. Eigenlijk heeft die vraag alleen betrekking op de liefde. En weet ik dondersgoed wat ik wil. Eigenlijk.