In de rij voor de optiebeurs
vrijdag 9 november 2018
Er zijn 2 evenementen in Amsterdam die ik elk jaar trouw bezoek : de Uitmarkt, het laatste weekend van augustus, waar je voorproefjes van het komend theater- en museumseizoen kan zien. Veertien dagen later, het 2e weekend in september, is het open monumentenweekend, waar je keus hebt uit meer dan 50 locaties om te bezoeken. Tijdens de Uitmarkt haal ik alvast het boekje van het monumenten-weekend, waarin alle adressen staan, om thuis aan te kruisen waar ik naartoe zal gaan. Een van die keuzes was dit jaar de optiebeurs, waar de effectenhandel plaats vindt.
Meestal ga ik al vroeg naar een van de monumenten toe, want sommige gebouwen zijn erg populair en alleen via een rondleiding in kleine groepjes te bezichtigen. Je moet incalculeren dat je niet gelijk aan de beurt bent en minstens 20 minuten moet wachten tot de volgende groep naar binnen mag. Dat was dus het geval bij de optiebeurs. De optiebeurs ligt tussen de Bijenkorf en de beurs van Berlage in, aan een plein. Op dat plein was een grote FNV-actie voor betere CAO-voorwaarden aan de gang, ik weet niet meer van welke bedrijfstak. Het was fascinerend om te zien. Het hele plein stond vol mensen met leuzen op aktieborden en grote vlaggen van het formaat, dat je ook wel op voetbaltribunes ziet. Ik vraag me weleens af of degene die achter zo'n vlag zit bij de voetbal, niet tureluurs wordt van al dat gezwaai. Maar op dit plein stond iedereen in vuur en vlam en hing aan de lippen van de spreker, die een enorme uitstraling had. Hij jutte de mensen nog eens extra op met de kreet : actie, actie ! De yell werd direct overgenomen door de menigte op het plein. Wachtend in de rij gingen mijn gedachten terug naar 1981 : de grote mars tegen de neutronenbom, lopen van de Dam naar het Museumplein. Ik was 29 jaar en samen met mijn zoon van 3 jaar in een bomvolle trein naar Amsterdam afgereisd. Ik had een inklapbare Buggy voor hem mee, zo'n oud model met van die vervelende wieltjes, die soms alle kanten opzwiepten, maar dat mocht de pret niet drukken. Mijn man bleef thuis met onze jongste zoon van ruim 1 jaar, want hij moest nog wat aan de cursus voor zijn werk doen, en kon tegelijk oppassen. Ik heb nog zo'n button opgespeld gekregen, waarop een vrouw met krullend haar stond afgebeeld, geheel in het zwart, die tegen de bom trapte en zelf een ketting gekocht met anti-kernbom-hanger eraan ( open rond met 2 schuine korte pootjes en 1 rechtopstaande lange ).
Mijn zoontje heeft geen kik gegeven tijdens die lange mars. Hij heeft zijn oogjes uitgekeken naar al die zingende, gitaarspelende en op trommels slaande mensen die met ons meeliepen op de door de politie autovrij gemaakte route naar het Museumplein.
Aldus mijmerend kreeg ik een kartonnen toegangskaartje in mijn hand gedrukt, ik was aan de beurt om de optiebeurs binnen te gaan. Het was een prachtig gebouw met veel marmer en vanaf de wandelgalerij op de 1e etage keek je recht naar beneden op de beursvloer. Aan de kopse kant hing het grote digitale bord waar alle AEX-koersen opstaan als de beurs in bedrijf is. Ik voelde sterk het contrast met de demonstranten buiten en de rijke, hun spaargeld beleggende mensen van dit paleis. Toen ik weer buiten kwam, was de manifestatie bijna voorbij, er waren geen toespraken meer. Ik liep door naar de Bijenkorf, waar ik me al eerder op de dag had opgegeven voor de rondleiding "Bijenkorf achter de schermen" + bezichtiging van de toren op het dak van de Bijenkorf en dacht niet meer aan de actievoerders. De volgende dag dacht ik terug aan de spreker van de FNV, die een sterk charisma had. Mmm, misschien toch maar eens bij het kopje,"wie wil ik vinden", bij 50plus iets over uitstraling zetten. Ik opende mijn profiel en klikte op het blauwe veld "profiel wijzigen". Maar in dat veld had ik zelf al vermeld : boeiende gespreksstof. Stel je niet aan, dacht ik, dat is genoeg, alsof je zelf zo bijzonder bent ! Dus heb ik niks gewijzigd en mijn profiel via "klaar met wijzigen" weer afgesloten. Later schoot me opeens te binnen, misschien ligt in mijn bruine kistje met oude kettingen die oude ban-de-bom ketting nog.... YES, die oude ketting zat er nog tussen. Ik heb hem netjes opgepoetst en hij lag ter inspiratie naast me, terwijl ik deze blog voor jullie aan het schrijven was...
geplaatst door sixty - 4674 keer gelezen
Vorige berichten
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.