De pianoman of pianovrouw
vrijdag 14 juni 2019
Wie regelmatig een concert bezoekt weet, dat een orkest niet altijd dezelfde samenstelling heeft. Een piano is een van de instrumenten, die bij uitstek solo wordt bespeeld. Ook veel mensen, die hun muzikale talenten willen ontwikkelen, beginnen met een deuntje op de piano. Zelf ben ik nooit verder gekomen dan “Vader Jacob” en “Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot”. Jammer, pianisten vinden altijd gretig gehoor!
Je treft een piano dus soms aan in een concertzaal maar dan vooral als er een stuk op het programma staat dat speciaal voor piano geschreven is. Ik geniet van het pianoconcert van Grieg, een wat minder bekend oeuvre van deze Noorse componist (velen kennen wel zijn Peer Gynt Suite). Zijn pianoconcert is in de jaren 60 bekend geworden door “Asia Minor”, het arrangement van Kokomo dat gebruikt werd als tune voor het radioprogramma van Joost Den Draaijer. Piano’s staan ook in veel huiskamers.
Een ontwikkeling van de laatste jaren is de piano op het station. Ik ben heel blij, dat NS in samenwerking met de winkels die muziekinstrumenten verkopen heeft gezorgd voor de plaatsing van piano’s op een aantal grote stations. En wel om meer dan één reden!
Dit stimuleert mensen die het pianospel beheersen om iets van zich te laten horen, dat kan heel verrassend zijn. Van klassiek tot jazz, populair, blues, onbekende melodieën, gelukkig is er veel variatie tussen de stukjes muziek, die pianisten en pianistes aan ons voorschotelen. Als je moet wachten op je trein of als je wacht op iemand, die je van het station moet afhalen is dit echt een uitkomst. Wanneer ik met iemand afspreek die met de trein komt vraag ik altijd om elkaar bij de piano te ontmoeten. Je loopt elkaar nooit mis. Wanneer je date later komt dan gepland is het luisteren naar muziek een aangename tijdpassering. Ook je irritatie over het langer moeten wachten als de ander niet tijdig arriveert wordt dan als vanzelf minder…
Er spelen zowel dames als heren op de piano’s op de stations. Jong en oud, hoewel er veel jeugdige backpackers tussen zitten. Heel soms hebben ze bladmuziek voor zich, meestal wordt er zonder ondersteuning van paperassen gespeeld. Vaak verzamelen zich enkele passanten rond de piano. Opvallend is het hoeveel anderstalige toetsenisten onder de musici zijn. Dan is het handig als je een woordje over de grens spreekt…
Een piano heeft veel toonladders, een geoefende pianospeler kan daar goed mee uit de weg. Een enkele keer zie je hoe twee pianisten of een pianist en pianiste samen op één piano spelen, quatre mains. Dat kom je ook in relaties tegen! Je wordt door verschillende mensen bespeeld, ze raken de toetsen aan, en het hangt af van de spelers of dit een goed effect heeft, maar ook speelt het mee, of de piano nog niet zo lang geleden gestemd is. Anders dan bij een gitaar is het stemmen van een piano een beroep; Een piano is niet een-twee-drie op toon! Sommige mensen moeten ook regelmatig gestemd worden. Als je niet in een goed humeur bent moet je daar aan werken, en daar kan iemand anders bij helpen.
Billy Joël is bij ons met name bekend door zijn tophit “The pianoman”. Muzikaal is het bijzonder, omdat hijzelf dit lied vertolkt door zang, pianospel en door zijn mondharmonica. Ook qua tekst is het een pareltje. Hoe mooi beschrijft hij de kroeg waarin iedereen een eigen plek heeft. De barman, de zakenman, de serveerster, John. De zin die mij het meeste treft is: “Ze drinken allemaal (letterlijk: ze delen) een drankje dat eenzaamheid heet, maar het is beter dat (hier) te drinken dan wanneer je het alleen drinkt” Wat een waarheid! De mens is niet bedoeld om eenzaam te zijn, maar om met anderen te verkeren. Iemand schreef ooit: De eenzaamheid is een goede plek om wel eens op te zoeken, maar niet om altijd te vertoeven.
Ik ben niet in de wieg gelegd voor kluizenaar; helaas kan ik ook geen piano spelen. Goed dat we allemaal zo verschillend zijn, net als de personages uit “The pianoman”. Wat is het mooi, dat zo’n lied ons kan verbinden en ons even onze beslommeringen kan doen vergeten. Hebben we niet allemaal regelmatig zo’n liedje nodig als oppepper? Helpt even stilstaan bij de piano op het station ons ook daar een beetje bij? Dat tilt ons omhoog uit een sombere bui..
Daar gaan we weer: steeds hetzelfde oude liedje
geplaatst door Aktivo1 - 4821 keer gelezen
Vorige berichten
Onder Een Dekentje
Zo leef je je leventje, beetje dit, beetje dat, en actief op datingsites. Zo word je afgeleid door de brief van de overheid over een noodsituatie en een noodpakket hebben.
Doorgaans spreekt men dan over 72 uur, maar wat als het nou langer duurt?
Noodsituatie of niet, als het langer duurt, komen mensen ook weer in een bepaald ritme van (over)leven, inclusief behoefte om samen te zijn, warmte en liefde te ervaren. Dat zit toch in de mens ingebakken.
Wie weet zouden er juist uit zulke situaties relaties kunnen ontstaan. Er kan binnen de gemeenschap waarin je woont meer saamhorigheid komen, een elkaar-steunen-dynamiek. Ik denk zelfs op plekken waar men normaal meer op zichzelf gericht is, zoals in het dorp waar ik woon.
Vandaar uit weet je maar nooit. Kun je spontaan iemand tegenkomen met wie het super klikt.
Nee, ik wil het niet romantiseren, absoluut niet. Ik denk dat niemand zit te wachten op zo’n situatie, ik in ieder geval niet, en al helemaal niet als het langer zou duren dan 72 uur.
Dus ik wil het niet voordoen als de nieuwe manier van partner vinden of zo.
Maar ook tijdens de laatste oorlog in ons land werden er toch ook kindertjes geboren.
Al zal naar ik schat de grootste geboortepiek rond februari 1946 zijn geweest, negen maanden na de bevrijding van Nederland. Toen waren er naar wat ik begrepen heb nogal wat ‘vreugde alliances’ met onder andere Canadese soldaten.
Het gekke is dat ik ergens toch een noodsituatie associeer met alleen zijn, niet met samenkomst van buren of buurtgemeenschap. Als ik daarover nadenk, voelt dan dan toch niet leuk. Gek ergens, omdat ik nu als single ook veel alleen ben.
En doorgaans heb je als single ook niet veel aanraking en knuffels in je leven. Het is puur mentaal dat je dat in een noodsituatie anders zou ervaren, maar wel weer logisch omdat je dan in een survival modus zit. Dan heb je ook weer meer aanraking, contact, warmte nodig om je wat beter te voelen.
Stel nou dat je al wel aan het daten bent als we in zo’n situatie zouden komen, en dan langer dan 72 uur. Of je ontmoet dan toch in je gemeenschap onverwachts iemand.
Wat ga je dan doen? Wat kun je doen?
Net als tijdens de pandemie geen restaurants en caféetjes open.
Toen zat ik ook al te kijken. Ik voelde me net klaar om weer fijn te gaan daten, maar het was winter en alles was gesloten. Je kon nergens heen. Om buiten in de kou te gaan zitten of wandelen, loop ik niet warm van.
Je kunt natuurlijk ook samen onder een dekentje zitten in de tent in je woonkamer, opgezet om een kleinere ruimte te hebben om warmer te blijven.
Samen lekker dineren met koude soep, koude groenten en vlees uit blik en als toetje een mueslireep.
Als je wat luxer wilt kun je ook een MRE-maaltijd op tafel zetten, of beter gezegd, uit het handje uit de foliezak opeten terwijl je samen onder een dekentje in je tentje zit.
Dan heb je in ieder geval warm eten.
En een kopje oploskoffie na. Met houdbare melk erin.
Zoiets zou nog romantisch kunnen zijn als je ergens in de wildernis in een mooie omgeving aan het kamperen was met een prachtige zonsondergang erbij.
Al zou ik dan wel een goed warm vuur voor mijn neus willen ook, haha. Ik hou niet van kou.
In de wildernis zou dat ook prima kunnen. Ik heb ergens nog een Ray Mears firestick om vuur te maken. Maar eerlijk is eerlijk, lucifers of een aansteker zijn een stuk makkelijker!
Voor nu in deze tijd ben ik van plan een klein petroleumkacheltje aan te schaffen. Kan maar slecht binnen een open vuur maken. Al zou het verleidelijk zijn als je verrekt van de kou!
Maar met een zo’n kleiner kacheltje voor een noodsituatie kan ik veilig en lekker warm in de tent in de woonkamer zitten. Zowel alleen of met een leuke -nog te ontmoeten- man.
Ik bedoel dit alles een beetje luchtig, maar toch met een serieuzere ondertoon erbij.
Ik maak me niet al te druk, leef niet in angst. Maar je moet ook weer wel de voetjes stevig op de grond houden en wat er mogelijk speelt niet negeren.
En stel dat er iets gebeurt en het duurt ook wel langer… dan nog heb ik geen zin de rest van mijn leven alleen te zijn. Ik wil alsnog een fijne partner.
Hoe dan ook, zo maar eens boodschappen doen. Dingen gewoon voor nu, zodat ik vanavond mijn warme chocolademelk heb bijvoorbeeld. Maar toch ook weer eens beginnen met de ‘stel dat’ spulletjes.
Er moet ook onder het dekentje in de tent in de woonkamer wat te eten zijn als die ‘stel dat’ situatie voorkomt.
Lekkere koude soep en zo. Maar honger maakt rauwe bonen zoet. Zegt men.
Pluspunt: als ik dat kleine kacheltje koop, kan ik daar ook eten op warm maken!
Het wordt warme soep dus.
En hete oploskoffie.
Daar moet je toch best een leuke kerel mee kunnen verleiden! In een noodsituatie dan.
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...