Een minnaar als referentie
maandag 24 juni 2019
Ik lees het nogal eens in een profiel: ‘...Mijn werkzame leven kan ik als volgt omschrijven...’, waarna de man in kwestie bewijst dat hij het kan, zijn werkzame leven omschrijven. Omdat ik op een datingsite nu eenmaal op zoek ben naar een geliefde, raak ik in de war van zo’n omschrijving. Wat zoekt deze man, een secretaresse? Een representatieve vrouw om hem bij te staan in zijn voormalige werkzame leven? Stel dat hij een mooie kop heeft, dat ik hem aantrekkelijk vind ondanks dat werkzame leven, stel dat ik diep van binnen voel dat hij en ik samen gelukkig kunnen zijn, wat kan ik hem dan schrijven om een aangename sfeer van saamhorigheid te creëren? Welke werkzaamheden zal ik omschrijven om zijn nieuwsgierigheid te wekken, om die cruciale eerste date ook voor hem onontkoombaar te maken? Welke referenties zal ik hem verstrekken? Mijn voormalige minnaars?
Soms denk ik: dit hele dating-circuit is een inefficiënte sollicitatieprocedure met geheimhoudingsplicht over het werkelijke doel: een levensgezel vinden die seksueel aantrekkelijk is. Hier gaat iets grondig mis binnen het circuit. Hoewel de gemiddelde man (zo hij bestaat) een vrouw zoekt die graag met hem zal vrijen, raakt hij van streek als zij nu al graag vrijt. Nee, de omgang met een minnaar strekt niet tot aanbeveling, laat staan de aanbevelingen van deze minnaar.
Ik heb de geheimhoudingsplicht doorbroken, ooit, en in mijn profiel geschreven: ‘Goede seks is het mooiste dat twee geliefden elkaar kunnen geven.’ Ik heb daar veel, en mooie reacties op gekregen. Toch heb ik die zin weggehaald: één man had hem niet goed begrepen en dat was één man te veel. Hij zat tegenover mij aan een tafeltje en hij begreep niet waarom niet nu meteen en waarom niet met hem. Ik keek hem aan, zag de woede in zijn ogen en zei: “Ik stel voor het hierbij te laten.” Wat hij wel begreep. Soms is seks als woord alleen al gevaarlijk.
Op deze datingsite behelst het schrijven van de sollicitatiebrief niet meer dan het invullen van een formulier. Toch heb ik er lang over gedaan om de bij het invullen gebruikte codes enigszins te kunnen ontcijferen. Heeft een man alleen de verplichte velden ingevuld, bedoelt hij dan: ‘Ik ben (nog) niet echt op zoek naar een nieuwe relatie? Of: ik zoek alleen seks? En gebruikt hij het woord ‘stout’, bedoelt hij dan dat hij overspelig is en zal zijn, zelfs met mij als zijn geliefde? Of wil hij ook wel eens seks op de keukenmat, direct na de afwas? De code ‘Ik sta nog vol in het leven’ vatte ik aanvankelijk op als : ´Originaliteit is niet mijn grootste talent, maar ik doe mijn best.´ Een date heeft mij echter uitgelegd dat dan alles nog naar behoren functioneert. Het stond immers ook in zijn profiel...
Gebruikt een man het woord ´massage´, dan voel ik prettige tintelingen - en lachkriebels. Hij mag van mij ook wel schrijven dat hij nu eenmaal een jaartje ouder is, hoor. De man die schrijft: ‘Ik sta met beide benen op de grond’, gaat zich vast niet verliezen in romantische fantasieën als hij ook op de bank tv kan kijken. En met ‘Ik ben toe aan een nieuwe relatie’ bedoelt hij, naar ik heb ervaren: ´Ik heb een vrouw nodig om mijn voorbije relatie te verwerken.´ De code ‘Ik ben niet jaloers’ is nog een raadsel voor me. Waarop ben je niet jaloers, op wie niet? Op mijn hortensia’s, op mijn favoriete ex, op de kat van mijn dochter? Of is polyamorie je relatievorm?
Terwijl ik dit schrijf, speel ik met de gedachte om de uitspraak van een minnaar (ooit) in te vullen op mijn sollicitatieformulier: “Beseft die man wel dat hij goud in handen heeft?” Hoewel, een minnaar als referentie? Ik zal het maar bij een gedachte-experiment laten...
geplaatst door RodeJas - 5443 keer gelezen
Vorige berichten
Samen
Nu binnenkort steeds dichterbij komt en vroeger ook,
komt alles samen. Ik heb steeds minder tijd of is dat de eeuwigheid?
Dat alles wat er is, kan, zal zijn en was, er is op één moment? Ik weet het niet.
Weet wel dat vroeger samen vroeger was en dat back to the future een film is.
Maar misschien is dat het geheim van mijn toekomst, hem loslaten, mijn beeld ervan, jou niet meer laten figureren in deel vier van de trilogie.
Samen straks bestaat niet, nu niet, nog niet. We hebben tijd, een eeuwigheid. Om gewaar te zijn, te worden van ons ontstaan, bestaan, vergaan. Ook dat hoort bij de eeuwigheid.
Zullen we ons de eeuwigheid inschieten? Eens kijken waar het eindigt? Oud? Nieuw? Samen?
Alleen met kerst
Hoe lang zal het nog zal duren dat er vrijwilligers van een of andere liefdadigheidsorganisatie aan de deur staan om naar mijn status te informeren? Of ik misschien eenzaam ben, als alleenstaande oudere man, nu tiijdens de donkere dagen rond Kerst? En dat ze mij vriendelijk en welgemeend zullen wijzen op de wekelijkse kaartspelavond, de schaakclub, de schilderklas of anders de gezamenlijke maaltijd in het buurthuis? Niet dat ik daar iets op tegen heb hoor, ieder zijn ding en ik juich het alleen maar toe als mensen elkaar daarin vinden. Het punt is dat ik graag vanuit interesse aan een activiteit wil deelnemen, niet om eenzaamheid te bestrijden. Dus in die zin ben ik blij dat ik mijn eigen gang kan gaan en hopelijk blijft dat zo. Maar wie weet zoek ik nog wel een keer aanlsluiting bij een leesclub, of ik begin er zelf een.
Nee, meer dan een bescheiden winterdipje heb ik niet te duchten. Ik mag mezelf gelukkig prijzen met een paar lieve mensen die om mij geven, bij wie ik mij geborgen kan voelen ook al lopen we de deur bij elkaar niet plat. En een netwerk dat weliswaar afbrokkelt maar voorlopig nog wel perspectief biedt. Natuurlijk zijn er momenten dat ik een partner mis, dat ik bijvoorbeeld een receptie maar oversla omdat ik geen zin heb om er in mijn eentje naar toe te gaan. Maar zolang er fijne ontmoetingen zijn om naar uit te kijken hoor je mij niet klagen. Er zijn genoeg aanknopingspunten om een zinvol en expressief leven te leiden, ook en misschien wel juist als je alleenstaand bent. Je moet er wat harder voor werken, denk ik, want een aantal dingen zijn een stuk minder vanzelfsprekend. Daar krijg ik dan wel weer verrassende of leerzame ervaringen voor terug.
Ik begrijp natuurlijk wel dat allenigheid best moeilijk kan zijn voor mensen die betere tijden hebben gekend, toen hun geliefde partner er nog was, of toen de kinderen, nu uitgevlogen, nog geen eigen nest hadden. Toen de toekomst nog in kannen en kruiken leek te zijn. Herinneringen kunnen een mens behoorljjk parten spelen op zulke momenten waarop familie en samenzijn centraal staan. Ik ben ook wel eens alleen rond de feestdagen en ook al heb ik heb er niet heel veel last van, ik ontkom toch niet helemaal aan het dubbele gevoel van het had ook anders kunnen zijn...
.
Dit jaar ben ik uitgenodigd voor een kerstdiner bij vrienden. Dat zou ik niet zo gauw doen, omdat ik vind dat kerst toch vooral een familiefeest is. Maar ik ben deze keer omgepraat en mijn zoon gaat ook mee dus dan mag het. Ongetwijfeld zal de gastvrouw zich veel moeite getroosten om er een memorabele avond van te maken, met heerlijk eten, geserveerd met het mooiste servies. Ik zal mij uitputten in dankbaarheid voor zoveel weelde. En de gastheer zal mij verzekeren dat het geen gewoonte is om er zo’n werk van te maken, dat ze in het dagelijkse leven ook van doe-maar-gewoon zijn, dat het dat het mooie porcelein maar hoogst zelden op tafel komt. Alleen met kerst.
Waar gaan we in het nieuwe jaar naar toe?
In de jaren ’50 en ’60 van de twintigste eeuw vormde deze zin het begin van het afsluitende lied van de jaarlijkse oudejaarsconference van Wim Kan. Door zijn fabuleuze vermogen om heel goed en integer in te spelen op de actualiteit, door zijn milde humor en door zijn persoonlijkheid is Wim naar mijn mening een van de beste conferenciers van ons land, zo niet de beste.
In de tijd van de oudejaarsconferences van Wim zaten mijn vader, mijn moeder en mijn zusje altijd bij de radio (we hadden toen nog geen tv). De “Oh ja” kreten waren niet van de lucht. Als de conference uitgezonden werd zaten ook veel politici gespitst te luisteren, er wordt beweerd, dat zij het vreselijk vonden, als zij ontbraken in de teksten van Wim. Wim en zijn echtgenote Corry Vonk hebben veel prachtige stukjes cabaret nagelaten. De titel van deze blog is een vraag, die verschillend geïnterpreteerd kan worden.
Als ik het algemeen houd, dus in de “we” (waar gaan we naar toe) - vorm kan ik mij niet onttrekken aan de onzekere tijden en verwachtingen. Ik wil niet somberen, maar als ik het nieuws volg wordt er voor 2026 weinig positiefs verwacht. Mag ik daarnaast en vooral kijken naar wat een ieder van ons voor hem of haar in ons persoonlijk leven verwacht? Heb ik / heb jij een doel voor ogen? Staat er op de kalender of in de agenda van volgend jaar al iets met stip genoteerd? Of laat ik het maar gebeuren, over mij heen komen?
Er zijn ijkpunten, die een vaste plek op de kalender hebben: De verjaardagen, een geplande verbouwing, voor sommigen een vaste oppasdag, voor diegenen, die nog in het betaalde arbeidsproces verkeren de dagen, waarop zij vrij zijn. Anderen hebben al een dag aangestipt waarop hun zoon of dochter gaat trouwen of de dag, waarop hun dochter of schoondochter uitgerekend is. Of een heel mooi concert, waarvoor ik al maanden geleden een kaartje heb bemachtigd.
Veel toch wel belangrijke gebeurtenissen kunnen wij – kan ik niet van tevoren aanstrepen op de kalender. Als ik hoop iemand te ontmoeten met wie ik de rest van mijn leven samen kan zijn, dan is er geen datum ergens in het jaar bekend. Als anderzijds mijn relatie op de klippen dreigt te lopen, dan weet ik niet of en zo ja wanneer dat speelt. Hoop op en uitkomst van wat ik verwacht, die twee aspecten corresponderen meestal niet met elkaar.
Het refrein van het lied van Wim Kan speelt nu wel door mijn hoofd. Met het gevaar, dat dit voor een stukje onzekerheid zorgt. Zou het helpen als ik op mijn agenda eens probeer positieve dingen neer te schrijven? Het plan voor een of twee bijzondere vakanties. Nadat ik de evenementenagenda’s heb afgestruind, even vermelden wat er gaat komen en dan zodra het kan kaartjes bestellen?
Er is ook nog iets als goede voornemens. Als ik het afgelopen jaar de revue laat passeren moet ik tot mijn schaamte bekennen, dat ik vaak de plank heb misgeslagen, fouten heb gemaakt, die ik voor een groot deel had kunnen voorkomen. Jammer, dat ik die blunders niet ergens heb opgeslagen. Gelukkig waren er ook geslaagde zaken in 2025.
Ik wens iedereen een mooi, verrassend en positief 2026 toe!