Het aardse slijk: KASSA of Monopolyspel
maandag 7 oktober 2019
De laatste tijd komen onze agrariërs regelmatig in beeld, zowel in de pers als op de televisie.
De serie “Boer zoekt vrouw” was een succesformule, de kijkcijfers schoten omhoog als Yvon Jaspers op integere wijze op stap ging met de boeren én boerinnen, die een partner zochten.
Een tijd lang werd er denigrerend neerkeken op mensen, die in de agrarische sector werken. Uiteraard geheel ten onrechte, zonder aanbod van voedsel kun je met een grote zak geld voor de toonbank en kassa van een winkel staan, maar eten en drinken zijn eerste levensbehoeften. Ik sta geheel achter de demonstraties van de boeren met hun tractoren.
Veehouders onder onze boeren hebben veel uiteenlopende dieren onder hun hoede. Koeien, schapen, kippen, paarden (hoewel die ook gehouden worden door eigenaren van een manege of door mensen, die niet in de agrarische sector werken) en varkens. Varkens schijnen heel intelligente dieren te zijn. Ze zijn bekend als vleesleveranciers, als prooidier (denk aan de drie biggetjes en de Grote Boze Wolf), en als ze in beeld komen is dat vaak in de modder. Ze rollen zich graag in de modder. En ja, in een varkensstal ruikt het niet zo lekker. Is het mogelijk dat mede hierdoor geld als het aardse slijk wordt aangeduid? Die deren vormen wel het bedrijfskapitaal van een boer…
Er is nog een andere omschrijving van geld! Pecunia non olet ('Geld stinkt niet') is een Latijnse uitdrukking, een geparafraseerde opmerking van keizer Vespasianus. Toen keizer Vespasianus aantrad was de staatskas leeg door de brand van Rome, de excessen van Nero, het Vierkeizerjaar en de Opstand van de Batavieren. Hij herstelde de financiën mede door de herinvoering van de belasting op urine van Nero. Deze belasting werd opgelegd aan eigenaars van publieke pispotten (en latrines), waarin voorbijgangers urineerden en waarin buren hun pispot leegden.[3] De eigenaars verkochten de urine aan wasserijen en volders. Toen zijn zoon Titus aanmerkingen had op de urinebelasting, zou de keizer volgens Suetonius geantwoord hebben dat er geen luchtje aan een munt zat, ook al kwam die van de urine (e lotio est).[4] Het maakt dus niet uit hoe het geld verdiend wordt. (bron: Wikipedia).
Wie heeft nooit gehoord van rijke stinkerds? Dat is afgeleid van de gewoonte om rijke mensen in de kerk onder een steen te begraven, en dat ging al snel stinken.
Bij het daten speelt geld een niet onbelangrijke rol. Er wordt behoorlijk misbruik gemaakt van de machtspositie, die velen hebben door een meer dan goed gevulde portemonnee. Naast uiterlijk, opleiding en beroep (of het beroep, dat iemand heeft uitgeoefend) is geld op de achtergrond van belang. Iedereen van ons weet wat er allemaal kan gebeuren als bij een date afgerekend moet worden. Dan botsen hoffelijkheid (de man betaalt) en eergevoel (een vrouw wil zich niet laten kennen). Vaak hoor je tegenwoordig dan: zullen we splitsen?
De gang van zaken bij een afspraakje hoeft niet zo’n probleem te zijn. Toch… Ik heb verhalen gehoord van dates, waarbij een van beiden zijn / haar portemonnee had vergeten of waarbij er geen geld op de rekening stond bij het pinnen. In het ergste geval liep iemand weg zonder te betalen, waarna de ander verbijsterd achter bleef op het terras. Ook komt het voor, dat een van beiden tijdens de date al heel omstandig aangeeft, dat hij / zij krap bij kas zit, zodat de ander al een beetje weet, wat er verwacht wordt. Triest, maar dit gebeurt nu eenmaal.
Als je elkaar later beter kent gaat het erom goede afspraken over de financiën te maken. Ik ken stellen waar dat prima gaat, hoewel ze niet aan de grote klok hangen, hoe ze dat doen. Geld kan in een later stadium van een relatie een enorm twistpunt zijn. Ik hoop daar zelf zoveel mogelijk van gevrijwaard te worden! Niet alleen kan het een breekpunt worden, of er voldoende geld is, maar nog meer waar je het aan uitgeeft.
Erfenissen zijn ook een bron van ergernis en ruzie in een relatie. Een goed testament kan veel ellende voorkomen. Hoeveel families zijn kapotgemaakt door onenigheid bij de verdeling van een erfenis?
Zullen we om met geld te oefenen het aloude Monopolyspel uit de mottenballen halen? Dan kunnen we spelenderwijs met geld wat doen. Helaas is er geen vakje met: U zit in het restaurant. De ober komt met een rekening van € 100,-…..
geplaatst door Aktivo1 - 4132 keer gelezen
Vorige berichten
Als de rook om mijn hoofd is verdwenen
Dat is een bekend lied van Boudewijn de Groot uit 1969. De eerste 2 regels van dit lied : Valt het je op dat de zon feller schijnt als de rook om je hoofd is verdwenen. Valt het je op dat de wind harder waait, als je hem tegen hebt in plaats van mee. Eigenlijk is dit lied tijdloos, want als we eerlijk zijn, hebben we allemaal weleens momenten dat dingen ons boven het hoofd dreigen te groeien.
Wat mij persoonlijk helpt, is antwoord krijgen op iets belangrijks d.m.v. gerichte vragen te stellen. Ik hoop dan een duidelijk antwoord te krijgen, zodat die rook om mijn hoofd echt verdwijnt. Ik krijg hopelijk meer grip op iets, of beter nog, ik kan de kwestie afvinken, zodat ik het niet meer hoef te onthouden en van me af kan zetten. Mijn beste vriendin zit anders in elkaar : ik vraag het wel als het zover is, dat is vroeg genoeg, zei ze. Voor mij gaat dit niet op, gaf ik haar als antwoord. Ik ben bang dat ik het vergeet, plus dat ik liever niet te lang in onzekerheid wil blijven, zeker met belangrijke zaken.
Maar wat is nou wijsheid? Maak ik me te druk over iets, wat misschien zonder mijn vraag ook wel op zijn pootjes terecht komt? Misschien wordt die vraag verderop in het gesprek beantwoord, zei ze ook nog. Onmiddellijk komt er een "maar"... in me op. In een persoonlijk gesprek kan ik meestal geen dingen opschrijven om later te vragen, dus word ik onrustig. Ik hoor dan niet meer goed de rest van wat de ander zegt. Aan de andere kant besef ik goed dat iemand onderbreken niet zo fijn is voor degene die me net iets aan het vertellen is.
Hoe los ik dat op? Bij de dokter of een belangrijke instantie kan ik iemand meenemen die met me meeluistert, maar in een persoonlijk gesprek gaat dat niet op. Dan blijft die vraag me kwellen, daar heb ik moeite mee. Ik heb er het volgende op bedacht. Op een gegeven moment las ik toch een moment in waarop ik zeg : als ik je goed begrijp wil je dit zeggen... De ander kan er dan nog op terugkomen of er nog iets aan toevoegen.
Is dit nou het gevolg van mijn gevorderde leeftijd? Als ik eerlijk ben, heb ik al veel langer last van het vast moeten houden van een vraag of een directe reactie ergens op. Ik moet gewoon op mijn handen gaan zitten en proberen de concentratie van het gesprek vast te houden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe gaan jullie hiermee om?
Over sokken enzo
De al wat oudere man van nu heeft het niet makkelijk. Is hij zijn hele volwassen leven door om het even welke vrouw beschimpt vanwege zijn hoog opgetrokken witte sokken, nu verachten jonge vrouwen hem vanwege zijn enkelsokken. Kijk naar ons, roepen ze, kijk hoe wij dat doen, hoge witte sokken dragen! Ach, hoe vaak is hij wel niet afgewezen omdat hij bij een date fier zijn witte sokken droeg?
Nog niet zo lang geleden, op een veel te warme dag, had ik een wandeldate met een man die speciaal voor de gelegenheid zijn onzichtbare sokken had aangetrokken. Nou was deze man een ervaren wandelaar, hij wist dus dat zijn ijdelheid zere voeten zou opleveren. Soms zijn zere voeten niet erg - en soms dus wel. Als de beloning uitblijft, bijvoorbeeld. Had ik zijn kuiten niet genoeg bewonderd, of deed het er niet meer toe of ik hem aantrekkelijk vond of niet? Hoe dan ook, op een bankje aan de bosrand trok hij zijn onzichtbare sokken uit en verving ze door functionele wandelsokken, sokken tot boven de enkel. Ik keek gebiologeerd toe - wat hij niet zo leuk vond, geloof ik. En ik? Ach, ik wilde alleen maar weten of ik de gedachte kon verdragen om zijn teennagels te knippen. Daar heb ik ooit een blog over geschreven. Maar toen, tijdens die wandeling, was het te warm om er een samenhangend verhaal van te kunnen maken…
Bij gebrek aan geschikte wandelingen in het algemeen en aan date-wandelingen in het bijzonder, besloot ik op een ochtend om naar Rotterdam te reizen. In het Natuurhistorisch Museum liep de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ - wat mijn denkhoofd vertaalde als ‘zich herhalende patronen, een rij opeenvolgende gebeurtenissen met één constante factor’.
Op station Rotterdam Centraal hangen twee in oranje werkkleding gehulde mannen de kerstverlichting op: Hoogwerker, trapje, pylonnen, afzethek, afzetlint; dit is andere koek dan de kerstboom thuis. Het is koud in Rotterdam, en het is er vooral veel te druk. Een fietser laat me met een galant handgebaar het zebrapad oversteken, maar de auto naast hem rijdt door, zodat ik stop en alsnog bijna onder de fiets kom. Pas in het Museumpark voel ik me weer op mijn gemak. Het Depot, die gigantische, met spiegelglas beklede bloempot, laat zich prima lenen als testobject bij een date - bedenk ik terwijl ik naar mezelf sta te staren. Zijn we blij om elkaar samen te zien lopen? Besluiten we om de Eerste Kus te vereeuwigen in de bolle spiegels? Maar om mij heen lopen al wat oudere vrouwen, twee aan twee, en ze praten over culturele dingen. Oh ja, de mogelijk toekomstige geliefden lopen natuurlijk langs de zee…
In het Natuurhistorisch Museum ziet de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ er kinderlijk uit. Niks zich herhalende patronen. Ik kies voor het best interessante ‘Nationaal Park Rotterdam’. Rotterdam is immers de stad van mijn vader.
Terug op station Leiden Centraal, blijkt ook daar de kerstverlichting te zijn opgehangen. En op het bureaublad in mijn werk/logeerkamer liggen sokken te wachten tot ik er met een gedicht en vrolijk papier een sinterklaascadeautje van maak. Het zijn sokken voor mijn schoonzoons, sokken met fietsen erop, en met treinen. Ik koop graag sokken. Zelf heb ik vierentachtig paar sokken: zomer sokken, winter sokken, hoge sokken, lage sokken, enkelsokken, teensokken, compressie sokken, wandelsokken, te oude sokken, nieuwe sokken - en witte sokken. De witte draag ik voornamelijk ‘s nachts, ook wanneer jij naast, bij, of met mij slaapt. Dan weet je het alvast.
Genieten van je relatie net zoals van je eten?
Ik probeer waar mogelijk thuis te eten. Omdat ik nog steeds single ben kook ik vaak voor een paar dagen tegelijk, wat over is wordt in een of meer bakjes in de koeling bewaard. Voorverpakte ingrediënten zijn qua hoeveelheid vaak afgestemd op huishoudens van een persoon, en eenmaal opengemaakte pakjes kunnen soms moeilijk bewaard worden.
Er is niets mis met uit eten gaan, ik ken heel wat alleengaanden die hun kookplaat of fornuis vrijwel nooit gebruiken. Anderzijds is het een uitdaging om een lekkere maaltijd op tafel te zetten zonder dat het je de kop. teveel tijd en energie kost. Toch is het gezelliger met z’n tweetjes aan tafel te zitten. Ik ken van nabij een stel, waarvan de ene helft na de scheiding geen warm eten heeft klaargemaakt, hoewel zij een prima ingerichte keuken heeft. Toen zij nog getrouwd was kookte manlief altijd…
Eten is bedoeld als voeding voor het lichaam, maar het mag / moet ook smakelijk zijn. Dat hangt af van wat er op het menu staat, maar evenzeer van wie het klaarmaakt en of diegene er plezier in heeft achter de pannen te staan. Als er dan een smakelijke maaltijd op tafel komt, doorgaans als avondeten, is het genieten. Variatie van het menu en gezond eten zijn een van de pijlers waarop een gezond lichaam rust.
Ik denk, dat je ook in en van een relatie mag genieten, misschien zelfs wel moet genieten. Als het plezier er niet (meer) is, dan is het goed net als bij het samenstellen van een menu te kijken, of het schort aan de samenstelling van de maaltijd, aan de kok(s) of aan diegenen, die aan tafel plaatsnemen.
Ik heb op vakantie in het buitenland een paar teleurstellende ervaringen met eten in een hotel beleefd. In een op papier driesterren hotel in Frankrijk was het ontbijt zo miserabel, dat een van de gasten en ik een dag daarvoor naar de plaatselijke super gingen om fruit en brood, dat normaal te snijden was te kopen. In Italië, een half jaar eerder was het diner beneden de maat.
Is het mogelijk zo, dat wat de een voor zichzelf acceptabel vindt voor iemand anders niet door de beugel kan? Net als in een relatie, wanneer ik twee relaties naast elkaar leg waarin de verhoudingen op het eerste gezicht vergelijkbaar zijn. Dan zijn er onderhuidse spanningen, waardoor het ene stel wel bij elkaar blijft het andere stel uit elkaar gaat.
Soms raakt het genieten als mensen langdurig met elkaar samen zijn op de achtergrond. Een ander stel met puberkinderen, dat ik ook goed ken werken allebei; ondanks hun drukke gezin gaan ze regelmatig getweeën naar een theatervoorstelling, ze zijn dol op cabaret. Dan genieten ze in hun relatie van iets, waar ze samen in geïnteresseerd zijn. Dat is dan natuurlijk “Quality time”.
Door de drukke tijd ruimen mijns inziens velen die een relatie hebben te weinig tijd in om samen te genieten. Met alle gevolgen van dien. Elk van beiden ontwikkelt eigen interesses, het praktiseren daarvan kost tijd, vaak geld, en als slot van het liedje is men uit elkaar gegroeid.
Misschien zou er een recept, een tijdlijn voor het samen genieten zijn. Dan moet de wil daarvoor wel aanwezig zijn!