De honger
donderdag 21 november 2019
Wat ik hier schrijf is soms een geliefd kind dat ik te vondeling leg, en soms een bord spaghetti met rode saus dat ik ter consumptie aanbied. Voor beiden geldt: liever niet geliefd dan verkeerd begrepen - al zal ik steviger voor het kind opkomen dan voor het bord spaghetti. Dit blog is een bord spaghetti met rode saus.
Een beginnende liefdesrelatie draait vooral om honger. Honger naar elkaars aanwezigheid, naar de smaak van elkaars huid, naar de geur van elkaars gedachten. Het eerste weekend in het huis van een nieuwe geliefde legt bij mij dan ook een gevoelige zenuw bloot: hij zal mijn aardse honger gaan stillen door daadwerkelijk voor me te koken - wat andere koek is dan me lekker te maken met fantasieën. Zo´n eerste maaltijd zet de toon voor wat zal volgen - en het is niet het eten op mijn bord dat bepalend zal zijn, maar mijn moed om een waar antwoord te geven op zijn vraag of ik het lekker vond. Des te grager ik voor altijd bij deze man wil blijven, des te groter de kans is dat ik zijn kookkunst ten onrechte zal prijzen. Bij diepe, diepe verliefdheid verander ik namelijk zelf in een schaal cupcakes die ´eet me, eet me´ roepen. Gekookte aardappels, gekookte worteltjes en gebakken kipfilet van een kip uit de bio-industrie? Lekker hoor, en wat fijn dat je rekening hebt gehouden met mijn glutenvrije dieet! Hij onthoudt dit. En hij zal vaker aardappels en worteltjes voor me koken. Zoals hij voortaan speculaasjes bij de koffie zal serveren omdat ik zei dat ik die lekker vond. Voortaan ben ik machteloos overgeleverd aan mijn eigen gebrek aan moed: Er is maar één onbeduidend momentje voor nodig om wat een relatie vol uitdagingen had kunnen zijn, te vervormen tot een oefening in op eieren lopen.
Ik had zin in chocolade - en om mijn zinnen te verzetten, deed ik de School of Life-test ´Welk eten is geschikt voor jouw gemoedstoestand?´ De vragen gingen noch over eten, noch over mijn gemoedstoestand, maar het antwoord was raak: romige vistaart met zalm, uien, creme fraiche en nootmuskaat. Voor meer zelfcompassie en om een vriendelijker innerlijke stem op te roepen. Wel een bereidingstijd van ruim anderhalf uur. Space- cakejes bakken gaat sneller! Die zalm deed mij trouwens denken aan de zalm in de oven van een mogelijk toekomstige geliefde, tijdens het eerste weekend bij hem thuis. Het was een veelbelovende zalm, hoewel hij aanvankelijk niet geschikt bleek voor het stillen van onze grootste honger: onze honger naar elkaar. De man zette grijnzend de oven weer uit en de zalm die we een uurtje later aten, was werkelijk zacht, zilt en stevig.
Eén keer maar heb ik dat belangrijke bord met eten niet leeggegeten. Het was de klassiek- foute eerste date bij hem thuis: we waren immers alleen maar op artistiek gebied in elkaar geïnteresseerd? Ik had allang een jas van ijs aangetrokken toen hij voorstelde om nog een hapje te blijven eten. Zo klaar, alleen even ontdooien en opwarmen. Vaak opwarmen was goed voor rijst met broccoli en tomaat, zei hij, het zou aan voedingswaarde winnen tijdens het opwarmen. Er moest blijkbaar veel gewonnen worden, want het opwarmen duurde een eeuwigheid. Na twee happen wilde ik de trein halen. De kunstminnaar nam zijn verlies als een heer, leende de auto van de buurvrouw en reed me naar het station.
Zondag gaat een vriend pompoensoep voor me koken; pompoensoep die ik hoe dan ook verrukkelijk zal vinden. Óf omdat hij echt lekker is, óf omdat ik na al die jaren van vriendschap-plus plotseling ben veranderd in een schaal cupcakes.
geplaatst door RodeJas - 4225 keer gelezen
Vorige berichten
Geur
Geur
Op de grote tafel waar ik nu op deze sombere zondagmorgen mijn blog zit te schrijven, staat een vaas met gedroogde pioenrozen. De kleuren zijn prachtig oudroze. Ik houd van die kleur. Het doet mij denken aan vroeger. De oudroze gordijnen in onze woonkamer en doet mij denken aan mijn Oma die zo n kleur blouse droeg. Een kleur van tijdloze elegantie. Ikzelf ben nu in het bezit van een trui in deze zachte tint. Bovendien doet mij het denken aan de rozen die ik van mijn lief kreeg tijdens onze verlovingstijd. Bij zijn lange afwezigheid op zee, legde ik een roos tussen de bladen van een boek. Ik kwam er laatst nog één tegen tussen boeken uit die tijd, boeken die ik nooit zal wegdoen. Vervaagde bloemblaadjes in een haast antieke tint uit een lang verleden. Helaas is de geur hiervan verloren, daartegenover heeft deze roos de geur overgenomen van het oude boek.
“Niets doet het verleden zo volledig herleven als een geur die er ooit mee werd geassocieerd” Vladimir Nabokov
Echter deze pioenrozen die ik in de dit afgelopen jaar in maand Mei heb geplukt en daarna heb gedroogd is de geur nog steeds aanwezig. Ik kan het niet laten om af en toe aan ze te ruiken. Deze pioenrozen hebben ooit in de tuin van mijn moeder gestaan. Wanneer ik de geur weer ruik, denk ik aan haar, maar ook aan de geur die ze verspreiden wanneer ik bij haar op bezoek de geur rook van de bij haar op tafel staande vaas met pioenrozen. Ik zie dan nog de woonkamer voor mij en zie ik haar daar aan tafel zitten. Evenals bij muziek worden geuren herinneringen. Simpelweg omdat ze te maken hebben met onze emoties. Tijdens het wandelen in de zomer kwam ik een keer langs een struik Jasmijn. Door een vleugje wind kwam de geur van de bloemen mij al tegemoet. Het bracht mij weer terug naar de plek waar ik was als kind tijdens een fietstocht met mijn ouders. Mijn moeder liet mij de bloemetjes ruiken.
“Liefde is in de eerste plaats van de geur van de ander houden” Pascal Quinaard
Wat is er heerlijker dan het ruiken van een pasgeboren baby. Kinderen ruiken nog neutraal en bij hen zijn de zweet klieren nog niet zo ontwikkelt. Ieder mens is uniek, in zijn/haar karakter, maar ieder mens heeft ook een eigen geur. En daar houdt je van, of je loopt er hard bij weg. Dus onze keus om verliefd te worden hangt niet alleen van onze zintuiglijke vermogens af, maar ook van ieders geur.
Geef mij maar de geur van pas gemaaid gras, dan denk ik aan de Lente. Of de geur van net gezette koffie. Uitnodigend bij iemand binnen komend. Of… geef mij maar iemand die ik lekker vind ruiken!
Liefs,
Monique
Aanhankelijk
Op een uitnodiging is wel eens te lezen, genodigden zijn van harte welkom ‘met aanhang’. Goed bedoeld natuurlijk maar het klinkt eigenlijk niet zo positief, als iets waar ik mee behept ben. Zoals een klit aan mijn kleren hangt, of een rugzakje aan mijn schouders, of het kind aan moeders rokken, zo hangt de aanhang aan mij. Maar er zit zeker ook een positieve kant aan. Een aspect dat verloren is gegaan in het neutrale woord ‘partner’, dat tegenwoordig gangbaar is. Dat is de kant die je nog terugvindt in het woord ‘aanhankelijk’. Het is niet alleen dat je een relatie met een partner hebt, maar aanhankelijk betekent ook “trouw, toegewijd, innig gehecht” (Ensie).
Het tegendeel van aanhankelijk is áfhankelijk. Dat is taalkundig zo klaar als een klontje ;-), maar de twee worden toch nogal eens met elkaar verward. Dan wordt de liefde een soort van ‘wederzijdse afhankelijkheid’ en dat is een misvatting. Natuurlijk is er niets mis mee wanneer je op elkaar bouwt, op elkaar rekent, elkaar steunt. Maar de liefdesrelatie is op waarden gebaseerd, niet op profijt. Wij laten elkaar in onze waarde(n) zeggen we dan. In de praktijk betekent het, dat ik geef zonder iets terug te verlangen. Want wat ik terug krijg, dat is aan de ander, de aanhang zogezegd. Zelfs als mijn aanhang afhankelijk is van (mijn) zorg, dan kan dat niet de basis van een liefdesrelatie zijn, maar alleen een uiting ervan. En wanneer we op die manier een waarde(n)volle verbinding aangaan zal moeten blijken, of wij met elkaar, met die ‘wederzijdse aanhankelijkheid’ gelukkig zijn.
Gaat dat over vertrouwen? - het lijkt er wel op. Daar zit het woord ‘trouw’ in, zoals ook in ‘trouwen’ en ‘huwelijkstrouw’. Dat ‘trouw’ wordt menigmaal platgeslagen tot ‘niet vreemd gaan’, maar trouw betekent veeleer dat ik te vertrouwen ben, dat ik oprecht ben, dat iemand op mij kan bouwen. En dat is weliswaar allemaal niet onbelangrijk maar er is meer aan de hand, iets dat dieper gaat dan vertrouwen. Daar kom ik bij de positieve invulling van aanhankelijkheid, dus als tegenhanger van afhankelijkheid. Het is een wonderlijke verbinding tussen autonomie en overgave, die we herkennen als liefde. Er is geen vinger op te leggen maar als het raak is, dan voel je het wel!
Aanhankelijkheid als tegengestelde van afhankelijkheid, het is even wennen maar ik denk voor een aantal hier wel invoelbaar. Dat we toegewijd en gehecht zouden willen zijn, maar tegelijkertijd ook autonomie willen behouden. Sterker nog, dat we onze en elkaars autonomie beschouwen als een gezonde basis voor liefdevolle verbinding.:-P
Aanpassen aan wenselijk gedrag
Aanpassing hoeft niet per se problematisch te zijn. Dat wordt het pas, als je er zelf geen controle meer over hebt. Met een duur woord wordt dat "fawning" genoemd : behagen door steeds maar een wit voetje te willen halen. Je past je aan om de situatie veilig te houden en de ander tevreden te stellen, doet bijna alles wat daarvoor nodig is.
Een goed voorbeeld hiervan is een sollicitatiegesprek. Voor je het weet leg je je hele agenda op tafel en stem je in met het aannemen van extra werk. De tegenzin die je van binnen voelt, leg je naast je neer. Na afloop kan je je dan fysiek uitgeput voelen. Je hebt je eigen grenzen opzij gezet om die baan te krijgen. Erger wordt het, als dat gedrag ook regelmatig bij vrienden en familie gebeurt."Tuurlijk, als jij wilt dat we het anders doen, doen we dat. Excuses voor mijn domme opmerking, hoe kan ik het goed maken? Sorry, zo had ik niet bedoeld ". Alles voor de lieve vrede, om maar conflicten te vermijden.
Prima als je het echt meent, maar waarschijnlijk zit er ook angst voor afwijzing in, of om verlaten te worden. Jezelf in allerlei bochten wringen, kan je later lelijk opbreken. Op een gegeven moment vraag je je toch af. Waarom kwam ik niet beter voor mezelf op? Maar ja, als je je aangevallen voelt, lukt het op dat moment niet meer om logisch na te denken. Veel mensen gaan dan over tot pleasen. Sociaal wenselijk gedrag tonen hoeft ook helemaal geen probleem te zijn. Jezelf eens wegcijferen kan veel opleveren. Sympathiek gevonden worden, voldoening voelen over wat je hebt bereikt, waardering door anderen, misschien krijg je daardoor ook nieuwe vrienden.
In een groep kan het zelfs noodzakelijk zijn om je aan te passen. Je bereikt niks door je tegen een hechte groep af te zetten. Maar wil dat dan zeggen dat je alleen nog maar kan zeggen wat anderen van je willen horen? Natuurlijk niet, je mag best zeggen hoe je je voelt, als je de ander ook maar in zijn of haar waarde laat. Evolutionair gezien is er zelfs een mechanisme dat onderwerping heet. Voorbeeld? Een klein hondje dat kwispelend op zijn rug gaat liggen als er een grotere hond op hem afkomt, in een poging die gunstig te stemmen om zo de aanval te voorkomen. Dat is immers veiliger dan verzet.
Veel misverstand bij digitaal contact zit in de anonimiteit, vaak kennen de mensen elkaar niet persoonlijk. Het gevaar is dan groot om een post, of tekst, verkeerd te interpreteren, of om te zetten naar de eigen ervaring. Bij persoonlijk contact kan je een misverstand meestal goed uitleggen en dan weer recht zetten. Bij een forum is dat moeilijker, dan kan je zomaar een hele groep over je heen krijgen, die elkaar liken, nog eens extra op de zere plek gaan drukken, gevaar voor escalatie dus. Meestal bloedt de discussie vanzelf dood, als je er verder niet meer op reageert. Verschil van mening of inzicht met een groep die je als eenling ervaart, lost dan niks op. Hoeft ook niet, als die verschillen gewoon naast elkaar mogen bestaan...