Wie schrijft die blijft!
woensdag 15 april 2020
Deze titel komt over als te zijn bedacht door iemand die door te schrijven bestaanszekerheid heeft. Uiteraard geldt dit voor vele beroepsmatige auteurs. Enkelen van u zullen weten waar hij in wezen voor bedoeld is, het komt er op neer dat datgene wat iemand aan papier vastlegt lang blijft bestaan. De andere kant hiervan is, dat je iemand altijd op zijn schrijfsels kunt aanspreken!
Op de lagere school was schrijven een van de eerste vakken, die al in de eerste klas onderwezen werden schrijven. Dat moest ik eerst oefenen met een potlood en wat later met een pen, die ik moest dopen in een inktpotje, dat verzonken was in een gat van de schoolbank. Ik heb naast schrijfsels heel wat inktvlekken geproduceerd, elke leerling had daar een speciaal vloeiblad voor, daarvan heb ik er heel wat versleten… Voor schrijven kreeg ik ook een rapportcijfer. Niet voor de inhoud van het geschrevene, maar wel over het resultaat van de pogingen om netjes op de lijn te blijven met het zogenaamde verbonden blokschrift. Gelukkig wordt slecht handschrift tegenwoordig gemaskeerd door de computer…
Veel boeken worden nog lang na het overlijden van de schrijver / schrijver gelezen, ze overleven ruimschoots hun maker. Een mooi voorbeeld is het dagboek van Anne Frank, en zeker ook de Bijbel, dit boek is 325 jaar na christus geschreven en na een kleine 1700 jaar nog steeds een bestseller. Zowel het oude als het nieuwe testament wordt veelgelezen en jaren geleden zijn beide delen samengevoegd. Een andere betekenis van dit opschrift gaat over de voordelen van het vastleggen van afspraken op papier. Wie een testament maakt laat zijn nabestaanden niet achter in het ongewisse.
Vroeger speelde ik regelmatig een potje klaverjas. Dat kaartspel geschiedt door vier spelers, waarvan één de punten noteert en alles optelt. Omdat deze schrijver een belangrijke functie in het spel heeft kon hij / zij vaak invloed uitoefenen op het verloop, niet zelden trad deze schrijver ook op als scheidsrechter, helaas waren er schrijvers, die dit klusje misbruikten in hun voordeel. Daarom werd ook op een klaverjastafel ook wel eens gezegd: Wie schrijft, die blijft.
Wie iets leest gaat zich bijna vanzelfsprekend een beeld vormen van de auteur. Sommige schrijvers hebben hun gedachten verwoord in proza, een verhaal, anderen in gedichten. Een bijzondere groep schrijfsels zijn liefdesbrieven en liefdesgedichten. Wie daar goed in is maakt een kans het hart van de lezer(es) voor zich te winnen. Een heel enkele keer lees ik in een profiel een gedicht. Dat doorbreekt de stroom van zakelijke beschrijvingen. Zo’n profiel maken kan natuurlijk alleen, als de opsteller daarvoor de juiste inspiratie heeft. En wat talent!
Guido Gezelle, een Vlaams schrijver en dichter uit de 19e eeuw (1830-1899) liet zich inspireren door de natuur. Beroemd werd hij door een gedicht over het schrijverke. Dit kleine insect beweegt zich razendsnel over de oppervlakte van stilstaand water in een vijver. Guido ontdekte in die bewegingen letters en zelfs woorden. Zelf schreef Guido met een pen en inkt, tegenwoordig gebruiken ook schrijvers veelal hun computer. Ik denk dat hij zeer zou opkijken van wat er 120 jaar na zijn overlijden door zijn schrijvende nazaten geproduceerd wordt.
Zijn gedicht ademt een geweldige observatie van de natuur. Een coupletje wil ik u niet onthouden:
O krinklende winklende waterding
met 't zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op 't waterke gaan!
Een andere schrijver, waar ik veel bewondering voor heb is Heinz Polzer oftewel drs. P.
Schrijven is dus van alle tijden. Bloggen is ook schrijven. Het heeft meer dan één doel! Ik schrijf soms problemen van me af, schrijven helpt mij om iets te verwerken, waar ik mee zit. En ik ben altijd heel nieuwsgierig wat anderen van mijn pennenvruchten vinden. Daarom ook ben ik blij met de mogelijkheid, die ik krijg om hier mijn gedachten en ook visies over bepaalde zaken te mogen delen. Daarbij realiseer ik me heel goed, dat mijn schrijfsels geen hoog literair werk bevatten. Dat is ook niet mijn bedoeling. Als er wat discussie ontstaat, dan is dat prima.
Ik wens jullie allemaal nog veel schrijf – en leesplezier! En ook veel inspiratie bij het zo nodig herschrijven van je profiel…
geplaatst door Aktivo1 - 2822 keer gelezen
Vorige berichten
Als de rook om mijn hoofd is verdwenen
Dat is een bekend lied van Boudewijn de Groot uit 1969. De eerste 2 regels van dit lied : Valt het je op dat de zon feller schijnt als de rook om je hoofd is verdwenen. Valt het je op dat de wind harder waait, als je hem tegen hebt in plaats van mee. Eigenlijk is dit lied tijdloos, want als we eerlijk zijn, hebben we allemaal weleens momenten dat dingen ons boven het hoofd dreigen te groeien.
Wat mij persoonlijk helpt, is antwoord krijgen op iets belangrijks d.m.v. gerichte vragen te stellen. Ik hoop dan een duidelijk antwoord te krijgen, zodat die rook om mijn hoofd echt verdwijnt. Ik krijg hopelijk meer grip op iets, of beter nog, ik kan de kwestie afvinken, zodat ik het niet meer hoef te onthouden en van me af kan zetten. Mijn beste vriendin zit anders in elkaar : ik vraag het wel als het zover is, dat is vroeg genoeg, zei ze. Voor mij gaat dit niet op, gaf ik haar als antwoord. Ik ben bang dat ik het vergeet, plus dat ik liever niet te lang in onzekerheid wil blijven, zeker met belangrijke zaken.
Maar wat is nou wijsheid? Maak ik me te druk over iets, wat misschien zonder mijn vraag ook wel op zijn pootjes terecht komt? Misschien wordt die vraag verderop in het gesprek beantwoord, zei ze ook nog. Onmiddellijk komt er een "maar"... in me op. In een persoonlijk gesprek kan ik meestal geen dingen opschrijven om later te vragen, dus word ik onrustig. Ik hoor dan niet meer goed de rest van wat de ander zegt. Aan de andere kant besef ik goed dat iemand onderbreken niet zo fijn is voor degene die me net iets aan het vertellen is.
Hoe los ik dat op? Bij de dokter of een belangrijke instantie kan ik iemand meenemen die met me meeluistert, maar in een persoonlijk gesprek gaat dat niet op. Dan blijft die vraag me kwellen, daar heb ik moeite mee. Ik heb er het volgende op bedacht. Op een gegeven moment las ik toch een moment in waarop ik zeg : als ik je goed begrijp wil je dit zeggen... De ander kan er dan nog op terugkomen of er nog iets aan toevoegen.
Is dit nou het gevolg van mijn gevorderde leeftijd? Als ik eerlijk ben, heb ik al veel langer last van het vast moeten houden van een vraag of een directe reactie ergens op. Ik moet gewoon op mijn handen gaan zitten en proberen de concentratie van het gesprek vast te houden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe gaan jullie hiermee om?
Over sokken enzo
De al wat oudere man van nu heeft het niet makkelijk. Is hij zijn hele volwassen leven door om het even welke vrouw beschimpt vanwege zijn hoog opgetrokken witte sokken, nu verachten jonge vrouwen hem vanwege zijn enkelsokken. Kijk naar ons, roepen ze, kijk hoe wij dat doen, hoge witte sokken dragen! Ach, hoe vaak is hij wel niet afgewezen omdat hij bij een date fier zijn witte sokken droeg?
Nog niet zo lang geleden, op een veel te warme dag, had ik een wandeldate met een man die speciaal voor de gelegenheid zijn onzichtbare sokken had aangetrokken. Nou was deze man een ervaren wandelaar, hij wist dus dat zijn ijdelheid zere voeten zou opleveren. Soms zijn zere voeten niet erg - en soms dus wel. Als de beloning uitblijft, bijvoorbeeld. Had ik zijn kuiten niet genoeg bewonderd, of deed het er niet meer toe of ik hem aantrekkelijk vond of niet? Hoe dan ook, op een bankje aan de bosrand trok hij zijn onzichtbare sokken uit en verving ze door functionele wandelsokken, sokken tot boven de enkel. Ik keek gebiologeerd toe - wat hij niet zo leuk vond, geloof ik. En ik? Ach, ik wilde alleen maar weten of ik de gedachte kon verdragen om zijn teennagels te knippen. Daar heb ik ooit een blog over geschreven. Maar toen, tijdens die wandeling, was het te warm om er een samenhangend verhaal van te kunnen maken…
Bij gebrek aan geschikte wandelingen in het algemeen en aan date-wandelingen in het bijzonder, besloot ik op een ochtend om naar Rotterdam te reizen. In het Natuurhistorisch Museum liep de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ - wat mijn denkhoofd vertaalde als ‘zich herhalende patronen, een rij opeenvolgende gebeurtenissen met één constante factor’.
Op station Rotterdam Centraal hangen twee in oranje werkkleding gehulde mannen de kerstverlichting op: Hoogwerker, trapje, pylonnen, afzethek, afzetlint; dit is andere koek dan de kerstboom thuis. Het is koud in Rotterdam, en het is er vooral veel te druk. Een fietser laat me met een galant handgebaar het zebrapad oversteken, maar de auto naast hem rijdt door, zodat ik stop en alsnog bijna onder de fiets kom. Pas in het Museumpark voel ik me weer op mijn gemak. Het Depot, die gigantische, met spiegelglas beklede bloempot, laat zich prima lenen als testobject bij een date - bedenk ik terwijl ik naar mezelf sta te staren. Zijn we blij om elkaar samen te zien lopen? Besluiten we om de Eerste Kus te vereeuwigen in de bolle spiegels? Maar om mij heen lopen al wat oudere vrouwen, twee aan twee, en ze praten over culturele dingen. Oh ja, de mogelijk toekomstige geliefden lopen natuurlijk langs de zee…
In het Natuurhistorisch Museum ziet de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ er kinderlijk uit. Niks zich herhalende patronen. Ik kies voor het best interessante ‘Nationaal Park Rotterdam’. Rotterdam is immers de stad van mijn vader.
Terug op station Leiden Centraal, blijkt ook daar de kerstverlichting te zijn opgehangen. En op het bureaublad in mijn werk/logeerkamer liggen sokken te wachten tot ik er met een gedicht en vrolijk papier een sinterklaascadeautje van maak. Het zijn sokken voor mijn schoonzoons, sokken met fietsen erop, en met treinen. Ik koop graag sokken. Zelf heb ik vierentachtig paar sokken: zomer sokken, winter sokken, hoge sokken, lage sokken, enkelsokken, teensokken, compressie sokken, wandelsokken, te oude sokken, nieuwe sokken - en witte sokken. De witte draag ik voornamelijk ‘s nachts, ook wanneer jij naast, bij, of met mij slaapt. Dan weet je het alvast.
Genieten van je relatie net zoals van je eten?
Ik probeer waar mogelijk thuis te eten. Omdat ik nog steeds single ben kook ik vaak voor een paar dagen tegelijk, wat over is wordt in een of meer bakjes in de koeling bewaard. Voorverpakte ingrediënten zijn qua hoeveelheid vaak afgestemd op huishoudens van een persoon, en eenmaal opengemaakte pakjes kunnen soms moeilijk bewaard worden.
Er is niets mis met uit eten gaan, ik ken heel wat alleengaanden die hun kookplaat of fornuis vrijwel nooit gebruiken. Anderzijds is het een uitdaging om een lekkere maaltijd op tafel te zetten zonder dat het je de kop. teveel tijd en energie kost. Toch is het gezelliger met z’n tweetjes aan tafel te zitten. Ik ken van nabij een stel, waarvan de ene helft na de scheiding geen warm eten heeft klaargemaakt, hoewel zij een prima ingerichte keuken heeft. Toen zij nog getrouwd was kookte manlief altijd…
Eten is bedoeld als voeding voor het lichaam, maar het mag / moet ook smakelijk zijn. Dat hangt af van wat er op het menu staat, maar evenzeer van wie het klaarmaakt en of diegene er plezier in heeft achter de pannen te staan. Als er dan een smakelijke maaltijd op tafel komt, doorgaans als avondeten, is het genieten. Variatie van het menu en gezond eten zijn een van de pijlers waarop een gezond lichaam rust.
Ik denk, dat je ook in en van een relatie mag genieten, misschien zelfs wel moet genieten. Als het plezier er niet (meer) is, dan is het goed net als bij het samenstellen van een menu te kijken, of het schort aan de samenstelling van de maaltijd, aan de kok(s) of aan diegenen, die aan tafel plaatsnemen.
Ik heb op vakantie in het buitenland een paar teleurstellende ervaringen met eten in een hotel beleefd. In een op papier driesterren hotel in Frankrijk was het ontbijt zo miserabel, dat een van de gasten en ik een dag daarvoor naar de plaatselijke super gingen om fruit en brood, dat normaal te snijden was te kopen. In Italië, een half jaar eerder was het diner beneden de maat.
Is het mogelijk zo, dat wat de een voor zichzelf acceptabel vindt voor iemand anders niet door de beugel kan? Net als in een relatie, wanneer ik twee relaties naast elkaar leg waarin de verhoudingen op het eerste gezicht vergelijkbaar zijn. Dan zijn er onderhuidse spanningen, waardoor het ene stel wel bij elkaar blijft het andere stel uit elkaar gaat.
Soms raakt het genieten als mensen langdurig met elkaar samen zijn op de achtergrond. Een ander stel met puberkinderen, dat ik ook goed ken werken allebei; ondanks hun drukke gezin gaan ze regelmatig getweeën naar een theatervoorstelling, ze zijn dol op cabaret. Dan genieten ze in hun relatie van iets, waar ze samen in geïnteresseerd zijn. Dat is dan natuurlijk “Quality time”.
Door de drukke tijd ruimen mijns inziens velen die een relatie hebben te weinig tijd in om samen te genieten. Met alle gevolgen van dien. Elk van beiden ontwikkelt eigen interesses, het praktiseren daarvan kost tijd, vaak geld, en als slot van het liedje is men uit elkaar gegroeid.
Misschien zou er een recept, een tijdlijn voor het samen genieten zijn. Dan moet de wil daarvoor wel aanwezig zijn!