IJzige stiltes
donderdag 13 augustus 2020
In deze superwarme zomer zoeken we allemaal verkoeling. Daar is tot op zekere hoogte in te voorzien. Een goede airco op je werkplek, een verfrissende duik in een zwembad of elders, een koel drankje. Het helpt allemaal een beetje.
Een betere mate van temperatuurbeheersing is pas gerealiseerd, als het weer omslaat.
IJsblokjes in een glas fris of cocktail dragen bij aan een koeler drankje. Dat dit soort ijs niets anders is dan water in de vaste aggregatietoestand wist u natuurlijk. Een aggregatietoestand is niets anders dan de verschijningsvorm van materie; We kennen een gasvormige, vloeibare en vaste toestand. Als mens hebben we geleerd hoe we die aggregatietoestand kunnen aanpassen.
Kunnen we ook de figuurlijke aggregatietoestand in de maatschappij aanpassen? Soms zitten verhoudingen muurvast. Noem het een patstelling, wie schaakt weet wat ik bedoel. Er is geen winnaar of verliezer, het beste is het als een van beiden remise aanbiedt en dat de ander daar dan mee akkoord gaat.
Het allerbeste is het, als de aggregatietoestand van een gesprek vloeibaar is. Er moet over en weer ruimte blijven om op elkaar te reageren. Bij een vaste toestand stokt de discussie geheel, helaas is een gasvormige situatie ook verre van te verkiezen. Dat wordt een gesprek, een discussie over onbenullige zaken, zoiets van aap wat heb je mooie jongen. Of een oeverloze babbel over het weer, de toestand in de wereld (dat konden we vroeger beter overlaten aan mr. GBJ Hiltermann, redacteur van de Haagse Post (Na zijn overlijden stond in NRC Handelsblad het grapje: "Mr. G.B.J. Hiltermann spreekt over de toestand in de andere wereld.") of over de nieuwe haardracht van de buurvrouw.
Ook in familiekring komen deze simpele gesprekjes voor. Verjaardagen zijn favoriet om over triviale zaken te communiceren. Begrijp me goed, ik veroordeel niemand als hij of zij graag daar over wil praten. En misschien zijn gesprekken 1 op 1 met minder aanwezigen meer geschikt voor het bespreken van zaken, die er echt toe doen. Dingen in de persoonlijke sfeer.
Afgelopen zondag was ik bij een verjaardag in familiekring. Na het geven van de cadeaus en het feliciteren van de jarige job ging het gesprek verder in de tuin. Ik was op een bepaalde tijd uitgenodigd, mijn ex en haar zus waren al een uur daarvoor gekomen. Beide dames verlieten wat later het toneel., zo had ik heb beiden ook weer even gezien. Ik hoorde toen twee aanwezigen zeggen, dat men na het feestje zou gaan wokken. Hé, leuk dacht ik. Toen ik vroeg waar men naar toe ging viel er een ijzige stilte. Kennelijk was de wok-mededeling niet voor mijn oren bedoeld (foutje..). Een paar dagen later heb ik er tactisch nog even over gezinspeeld, toen ik de gastheer sprak. Maar allen zouden volgens hem geweten hebben, dat het feest te bestemder tijd eindigde (ik was toevallig kort voor dat tijdstip uit eigener beweging al opgestapt). Blijkens de invitatie was dit niet waar… Toch hield ik van die veranderde aggregatietoestand in de sfeer een ongemakkelijk gevoel over.
IJzige stiltes kunnen ook vallen bij een date.
Wat heb je elkaar te vertellen? In mijn blog “Waarover praten zij” die ik ruim twee jaar geleden hier geplaatst heb ben ik daar uitvoerig op ingegaan. Toen heb ik suggesties gedaan voor een leuk dategesprek. Nu zou ik graag daaraan willen toevoegen, het voorkomen van ijzige stiltes. Het lijkt door die stilte er vaak op dat een van twee wat ongeïnteresseerd is geraakt. Of komt het dat er van meet af aan geen empathisch vermogen was, het gebrek aan zich kunnen inleven in de ander? Het is goed als je je goed voorbereidt op je afspraak. IJzige stiltes in een gesprek zijn niet echt bevorderlijk voor een positieve indruk…
geplaatst door Aktivo1 - 2482 keer gelezen
Vorige berichten
Aanhankelijk
Op een uitnodiging is wel eens te lezen, genodigden zijn van harte welkom ‘met aanhang’. Goed bedoeld natuurlijk maar het klinkt eigenlijk niet zo positief, als iets waar ik mee behept ben. Zoals een klit aan mijn kleren hangt, of een rugzakje aan mijn schouders, of het kind aan moeders rokken, zo hangt de aanhang aan mij. Maar er zit zeker ook een positieve kant aan. Een aspect dat verloren is gegaan in het neutrale woord ‘partner’, dat tegenwoordig gangbaar is. Dat is de kant die je nog terugvindt in het woord ‘aanhankelijk’. Het is niet alleen dat je een relatie met een partner hebt, maar aanhankelijk betekent ook “trouw, toegewijd, innig gehecht” (Ensie).
Het tegendeel van aanhankelijk is áfhankelijk. Dat is taalkundig zo klaar als een klontje ;-), maar de twee worden toch nogal eens met elkaar verward. Dan wordt de liefde een soort van ‘wederzijdse afhankelijkheid’ en dat is een misvatting. Natuurlijk is er niets mis mee wanneer je op elkaar bouwt, op elkaar rekent, elkaar steunt. Maar de liefdesrelatie is op waarden gebaseerd, niet op profijt. Wij laten elkaar in onze waarde(n) zeggen we dan. In de praktijk betekent het, dat ik geef zonder iets terug te verlangen. Want wat ik terug krijg, dat is aan de ander, de aanhang zogezegd. Zelfs als mijn aanhang afhankelijk is van (mijn) zorg, dan kan dat niet de basis van een liefdesrelatie zijn, maar alleen een uiting ervan. En wanneer we op die manier een waarde(n)volle verbinding aangaan zal moeten blijken, of wij met elkaar, met die ‘wederzijdse aanhankelijkheid’ gelukkig zijn.
Gaat dat over vertrouwen? - het lijkt er wel op. Daar zit het woord ‘trouw’ in, zoals ook in ‘trouwen’ en ‘huwelijkstrouw’. Dat ‘trouw’ wordt menigmaal platgeslagen tot ‘niet vreemd gaan’, maar trouw betekent veeleer dat ik te vertrouwen ben, dat ik oprecht ben, dat iemand op mij kan bouwen. En dat is weliswaar allemaal niet onbelangrijk maar er is meer aan de hand, iets dat dieper gaat dan vertrouwen. Daar kom ik bij de positieve invulling van aanhankelijkheid, dus als tegenhanger van afhankelijkheid. Het is een wonderlijke verbinding tussen autonomie en overgave, die we herkennen als liefde. Er is geen vinger op te leggen maar als het raak is, dan voel je het wel!
Aanhankelijkheid als tegengestelde van afhankelijkheid, het is even wennen maar ik denk voor een aantal hier wel invoelbaar. Dat we toegewijd en gehecht zouden willen zijn, maar tegelijkertijd ook autonomie willen behouden. Sterker nog, dat we onze en elkaars autonomie beschouwen als een gezonde basis voor liefdevolle verbinding.:-P
Aanpassen aan wenselijk gedrag
Aanpassing hoeft niet per se problematisch te zijn. Dat wordt het pas, als je er zelf geen controle meer over hebt. Met een duur woord wordt dat "fawning" genoemd : behagen door steeds maar een wit voetje te willen halen. Je past je aan om de situatie veilig te houden en de ander tevreden te stellen, doet bijna alles wat daarvoor nodig is.
Een goed voorbeeld hiervan is een sollicitatiegesprek. Voor je het weet leg je je hele agenda op tafel en stem je in met het aannemen van extra werk. De tegenzin die je van binnen voelt, leg je naast je neer. Na afloop kan je je dan fysiek uitgeput voelen. Je hebt je eigen grenzen opzij gezet om die baan te krijgen. Erger wordt het, als dat gedrag ook regelmatig bij vrienden en familie gebeurt."Tuurlijk, als jij wilt dat we het anders doen, doen we dat. Excuses voor mijn domme opmerking, hoe kan ik het goed maken? Sorry, zo had ik niet bedoeld ". Alles voor de lieve vrede, om maar conflicten te vermijden.
Prima als je het echt meent, maar waarschijnlijk zit er ook angst voor afwijzing in, of om verlaten te worden. Jezelf in allerlei bochten wringen, kan je later lelijk opbreken. Op een gegeven moment vraag je je toch af. Waarom kwam ik niet beter voor mezelf op? Maar ja, als je je aangevallen voelt, lukt het op dat moment niet meer om logisch na te denken. Veel mensen gaan dan over tot pleasen. Sociaal wenselijk gedrag tonen hoeft ook helemaal geen probleem te zijn. Jezelf eens wegcijferen kan veel opleveren. Sympathiek gevonden worden, voldoening voelen over wat je hebt bereikt, waardering door anderen, misschien krijg je daardoor ook nieuwe vrienden.
In een groep kan het zelfs noodzakelijk zijn om je aan te passen. Je bereikt niks door je tegen een hechte groep af te zetten. Maar wil dat dan zeggen dat je alleen nog maar kan zeggen wat anderen van je willen horen? Natuurlijk niet, je mag best zeggen hoe je je voelt, als je de ander ook maar in zijn of haar waarde laat. Evolutionair gezien is er zelfs een mechanisme dat onderwerping heet. Voorbeeld? Een klein hondje dat kwispelend op zijn rug gaat liggen als er een grotere hond op hem afkomt, in een poging die gunstig te stemmen om zo de aanval te voorkomen. Dat is immers veiliger dan verzet.
Veel misverstand bij digitaal contact zit in de anonimiteit, vaak kennen de mensen elkaar niet persoonlijk. Het gevaar is dan groot om een post, of tekst, verkeerd te interpreteren, of om te zetten naar de eigen ervaring. Bij persoonlijk contact kan je een misverstand meestal goed uitleggen en dan weer recht zetten. Bij een forum is dat moeilijker, dan kan je zomaar een hele groep over je heen krijgen, die elkaar liken, nog eens extra op de zere plek gaan drukken, gevaar voor escalatie dus. Meestal bloedt de discussie vanzelf dood, als je er verder niet meer op reageert. Verschil van mening of inzicht met een groep die je als eenling ervaart, lost dan niks op. Hoeft ook niet, als die verschillen gewoon naast elkaar mogen bestaan...
Eigenlijk
Ik ben datemoe. Niet zo gek, als ik bedenk hoe lang ik het al doe. Daten bedoel ik.
De gedachte aan de koffiehoek, waar dezelfde mensen elke dag dezelfde mensen ontmoeten die elkaar elke dag dezelfde verhalen vertellen, dringt zich ook steeds vaker aan me op, maar het zou te makkelijk zijn om het alleen daarop te gooien.
Nee, ik ben weer eens aanbeland op een kruispunt in mijn leven. Het overkomt me tot mijn grote opluchting niet al te vaak. Als ik een kruispunt kan ontwijken, zal ik het niet laten en opzoeken doe ik het al helemaal niet, maar van tijd tot tijd is er ook voor mij geen ontkomen aan. Dat alle kruispunten waarop ik in mijn leven ooit heb gestaan een grote gelijkenis vertonen, beschouw ik trouwens als een verontrustende bijkomstigheid.
Ook dit kruispunt lijkt weer sprekend op de andere en stelt me in wezen dezelfde vraag als alle andere: wat wil je nu eigenlijk met de rest van je leven? Een in zijn allesomvattendheid bepaald verlammende vraag, maar het weerhoudt me er blijkbaar niet van de vraag te blijven stellen. Ik wijt het maar aan de hardleersheid die op grote schaal voorkomt in de familie aan moeders kant.
De chef van de stadsredactie, die mij als beginnend verslaggever bij het plaatselijke katholieke dagblad onder zijn hoede had genomen, placht me voor te houden: 'Jongen, als je iemand eigenlijk hoort zeggen, heb je een verhaal te pakken.' Maar dit geheel terzijde.
Er is nog een woord dat me verontrust. Dat is het woord rest. Die wordt namelijk per kruispunt overzichtelijker en doet het gewicht van de vraag omgekeerd evenredig toenemen. Is er wel een antwoord dat het gewicht van deze vraag überhaupt kan dragen?
Eigenlijk weet ik het antwoord wel. Eigenlijk weet ik wel waarom datemoe ben.
En nu doorvragen jongen, hoor ik de chef van de stadsredactie zeggen.
Nou, eigenlijk heb ik weinig te klagen. Ik doe leuk werk, bewoon een nederige stulp op een benijdenswaardige locatie, heb niet al te veel vrienden en een abonnement op Netflix. Eigenlijk heeft die vraag alleen betrekking op de liefde. En weet ik dondersgoed wat ik wil. Eigenlijk.