Herst
zondag 27 september 2020
De wind raast rondom mijn huis en de regen striemt tegen de ruiten. Er kleppert ergens een deur. Potten met planten zijn omgewaaid en liggen neergeslagen te wachten tot ik ze weer overeind zet. Onvoorstelbaar dat ik een week geleden nog een fietstocht heb gemaakt, enkel gekleed in T-shirt en korte broek. Voeten in luchtige schoenen gestoken. Onder een helder blauwe lucht en een stralende zon genoot ik van mijn omgeving, ondertussen bewust dat er weer een einde komt aan een seizoen. Ook al streelde de warme lucht mijn huid, ik merkte de aanstaande verandering. De wind voelt anders, het ruikt anders, het licht veranderd. Zo voel en ervaar ik de overgang van de zomer naar de herfst.
Ik fietste op een dijk langs een grote rivier. Meerdere fietsers kwam ik tegemoet en ging ik voorbij. Ik wist een afslag naar de rivier. Een weg, waar zo’n 50 jaar geleden nog volop verkeer en een tram vanaf de brug de weg vervolgde naar en van de overzijde. Door een stukje bos belandde ik op een gecreëerde herinneringsplaats van wat eens was geweest.
In de verte zie ik aan de overkant het monument ter herinnering aan de kolossale hefbrug. Een brug die lang geleden beide oevers verbond. Ik sta midden tussen de nog aanwezige rails, inmiddels vastgeroest en omringd met onkruid. Schepen varen voorbij en vlakbij de oever zwemt een koppel zwanen met al grote jongen, hun vedergracht nog grijs. “Een gezinnetje.” Er staan verschillende bankjes. Ik sta geleund over een dikke stalen leuning, vastgenageld met grote klinknagels, alles in ogenschouw te nemen. Een echtpaar komt ook aangefietst en neemt plaats op één van de bankjes. Naast mij, anderhalve meter afstand, komt een jonge man te staan. Ja jonge man, ik schat vijfendertig, maar voor mij is dat jong. Mijn kinderen lopen al tegen de vijftig. We raken in gesprek. Over de historie van de plek waar wij ons nu bevinden. Hij heeft het niet meegemaakt, en ik heb ook nooit overheen deze brug gereden. Ten eerste omdat ik in die tijd in het Oosten van het land woonde en ten tweede nog niet eens in bezit was van een auto.
Zijn opmerking: “Wat is het toch heerlijk weer!”, bracht ons op de komende periode de Herfst. Hij vertelde, dat de afgelopen Lente en Zomer hem vernieuwde energie had gebracht na zijn ziekte leukemie. Het opbouwen van zijn kracht in activiteiten, zoals fietsen en hardlopen, zouden door de veranderde weersomstandigheden hem niet beletten zijn energiepeil nog meer omhoog proberen te brengen. Want hij was er nog niet. Maar blij vervolgde hij, dat hij op de goede weg was en langzaamaan, na de nare tijd van de voorbije drie jaar, nu positief het leven weer tegemoet zag. Sinds een goed jaar had hij een relatie, ontmoet via een datingsite. Dat mij datingsites niet onbekend waren vond hij in eerste instantie verbazend en komisch, maar voegde er aan toe: ‘Liefde verandert niet”. Hij vroeg of hij naar mijn leeftijd mocht vragen. Zonder schroom vertelde ik hem dat. Hij keek mij verbazend aan, had mij die leeftijd niet gegeven. Een complimentje onder een stralende zon, maakte mijn dag helemaal goed. Maar hij zat met een dilemma. Zijn lief was 10 jaar jonger en verlangde ernaar om samen kinderen te krijgen. Door zijn liefde voor haar kon hij het nog niet opbrengen om haar te vertellen, dat hij i.v.m. zijn ziektegeschiedenis nog niet klaar was voor een kind. Hij was ervan doordrongen, dat hij het haar moest vertellen, maar het verdriet dat hij jaar zou doen, wilde hij nog even uitstellen. “Zeker zal ik de keus moeten maken”, kwam er met een zucht uit.
Keuzes maken doen we ons hele leven. Elke keus die we maken is bepalend. En elke keus maken we zelf. Pakken we wel, of niet die koekjes in de winkel. Schrijven we ons op een datingsite in, of niet. Al enkele dagen maalt ‘keuzes maken’ door mijn hoofd. Het is n.a.v. een radioprogramma vrijdag tussen de middag, dat ging over het beleid en de regels over Corona. Vooral de opmerking van degene die werd geïnterviewd, naam en functie is mij ontschoten, over de eigen verantwoording in keuzes die we maken. “Houden we ons wel, of niet aan de regels die het kabinet ons adviseert, of hebben we maling aan de boetes die ons worden opgelegd wanneer we benodigde regels overtreden’. Dat was eigenlijk de insteek waar het programma over ging. Bepalend is hoe wij als bevolking omgaan met onze verantwoordelijkheid om verdere besmettingen zoveel mogelijk te voorkomen. De keuze die we maken, om ons wel, of niet aan de regels te houden. Het blijft een eigen keuze, maar wel met grote gevolgen, welke keus dan ook gemaakt wordt.
Ik fiets weg en kom hem achterop. Hij bedankt voor het leuke gesprek en roept lachend: “Eigenlijk zouden we nog eens een kopje koffie moeten gaan drinken”. “Dan hebben we een date”, zeg ik er humorvol achteraan en we vervolgen onze eigen weg.
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 2568 keer gelezen
Vorige berichten
Soepel Bewegen
Bewegen is zo’n mooi woord, want het kan zoveel betekenen. Er is uiteraard letterlijk bewegen, maar ook figuurlijk.
Hoe je je door het leven beweegt, maar eigenlijk kan ook dat op meerdere manieren uitgelegd worden.
In beide gevallen kan het soepeltjes zijn, of niet.
De reden dat ik hieraan moest denken is dat ik de laatste tijd bezig ben met een nieuwe manier van bewegen. Letterlijk bedoel ik dan. Ik zet dan altijd op laag niveau in, eerst eens kijken hoe het uitpakt. En toen ik ontdekte dat het alsnog best tegenviel, overviel me de vraag, “wanneer is dat eigenlijk begonnen en hoe is dat gekomen?”
Eigenlijk wist ik niet echt een duidelijk antwoord. Het is iets wat erin geslopen is. En de oorzaak bestaat uit meerdere dingen. Eén ervan is een ongeval waarbij ik nekletsel opliep. Ik had jaren geleden al nekletsel opgelopen met een whiplash, dus het was beetje dubbelop.
Ik ontdekte dat ik een automatisme had ontwikkeld om mijn nek en hoofd zo min mogelijk te draaien. Als ik om moest kijken, deed ik dat dus meer vanuit mijn taille. Er zat een diepe angst op dat ik mijn nek en hoofd moest beschermen en dat ik dat kon doen door het zo min mogelijk te bewegen. Toen ik daar bewust van was, ben ik langzaamaan over die angst heen gekomen en nu speelt het me geen parten meer.
Maar omdat ik jaren beperkt ben geweest met bewegen en trainen omdat mijn schouders en nek zo snel op tilt sloegen bij de minste geringste belasting, is dat nog altijd een dingetje als ik wil sporten.
Anderzijds is er hypermobiliteit wat vroeger altijd handig was. Met Taekwondo kon ik daardoor heel hoog trappen, en hard ook, en bewegen was nooit een probleem.
Maar ergens is dat leuke van hypermobiel zijn omgedraaid en is het een probleem gaan worden. Gewrichtsbandjes zijn dan los waardoor je makkelijk last kunt krijgen. En als een gewricht per ongeluk een keer een tik heeft gehad, blijft het met wat pech lastig.
Mijn therapeute van lang geleden vertelde me dat hypermobiliteit met hormonen van doen heeft. En sja, alles bij elkaar bekeken begonnen mijn problemen met relaxt kunnen bewegen en sporten ook ergens in de perimenopauze.
Maar ik ben nu toch van plan door te zetten met mijn nieuwe manier van oefenen en bewegen. Dat gaat dan om fascia (bindweefsel). Dat wordt met de jaren stijver en stugger maar kun je ook weer soepeler krijgen en heel veel kracht uit halen.
Ter verduidelijking, het zit feitelijk overal in je lijf om spieren en zenuwen. Het is een beetje als een wet-suit wat stug en stijf kan zijn of soepel en sterk.
Maar sjonge, het is best pittig al merk ik wel dat ik vooruitgang begin te boeken!
De oefeningen lijken zo simpel en dan denk ik, “Oké, dat doe ik!” En dan blijkt dat ik waanzinnig slechte balans heb met op de bal van de voet en tenen staan. Ik moet er een stok bij gebruiken. Daar moet ik dan gewoon om grinniken. Over een tijdje sta ik gewoon stabiel!
En niet omdat ik bergen wil beklimmen of zo. Dat boeit me niet. Maar weer nét dat beetje soepeler bewegen, nét een tikkeltje sterker zijn.
Dan het bewegen in het leven. Sta je er soepel in, in staat met de stroom mee te bewegen, makkelijk door situaties te manoeuvreren of is het meer gespannen en stug?
Op zich een goede vraag. Misschien is het niet altijd het één of het ander is. Het kan ook per situatie verschuiven. Maar mogelijk zie je alsnog dat eentje de boventoon voert, dat je meestal één van de twee bent.
Dat speelt absoluut ook een rol in daten en relaties. Dingen als compromissen sluiten, niet persé je zin moeten hebben, niet de controle moeten hebben, met teleurstellingen om kunnen gaan, maar ook met spontane dingen om kunnen gaan. Het vergt allemaal beweging en soepel kunnen zijn.
In mijn leven heb ik dat momenteel niet in relatie omdat ik single ben. Behalve als mijn poesjes iets nodig hebben waardoor ik moet stoppen waar ik mee bezig ben. Zoals nu net kleine Meggie even aandacht kwam vragen. Dat is ook soepel kunnen reageren en in die zin mee bewegen in plaats van stug doorgaan met wat ik aan het doen ben en haar negeren.
Qua relaties kan ik er wel mee spelen in de boeken die ik schrijf. En in eerste instantie lijkt dat voorbeeld misschien wat plat, maar ik moet die karakters leven in blazen, me erin kunnen verplaatsen, hen kunnen voelen. Ook interactie moet ik kunnen voelen anders zijn het slechts getypte woorden. En net als met een schilderij, moet ook een verhaal bezieling hebben.
Het gekke met schrijven is dat ik een bepaalde richting op wil met mijn verhaal, maar dat na een tijdje het verhaal met mij aan de haal gaat! Net alsof de karakters iets anders willen. Ze zijn dan zo te voelen met een eigen persoonlijkheid dat ze soms een andere kant op willen bewegen dan ik had gepland.
En dan kom je weer op het stukje: beweeg ik mee of blijf ik bij mijn geplande route?
Het is wel ontzettend leuk om daar mee te spelen.
Om af te sluiten vind ik wat de trainer van de fascia oefeningen zei wel een mooie: Als je je balans dreigt te verliezen, moet je niet krampachtig proberen die terug te krijgen. Denk aan een kat. Die gaat ook niet krampachtig doen.
Soepel bewegen is soms simpelweg een stapje (opzij) zetten.
Een praatje
k moest verleden week in Hardenberg zijn en het kwam wel goed uit om er dan een herfstwandeling in de omgeving van de Overijsselse Vecht aan vast te knopen. Beginnend bij de stuw van Junne is een wandelroute uitgezet van een paar uur lopen, geknipt voor deze dag. Ik had er geen al te hoge verwachting van, het was bovendien bewolkt, dus ik had niet eens mijn camera meegenomen, wat achteraf wel jammer bleek. Want het was er prachtig en sereen, bomen en struiken volop in herfsttooi, een geruisloos feestje van neerdwarrelende blaadjes, de wegen en paden bedekt met een verse laag van organische confetti, een explosie van kleuren.
Het was een doordeweekse dag, maar toch waren er behoorlijk wat wandelaars op pad, ik was al diverse stelletjes tegengekomen. Het is een heel goed jaar om paddenstoelen te spotten, dat maakt het extra aantrekkelijk. Zo zat ik geregeld gehurkt bij een of andere zwam en dan wil het wel gebeuren dat iemand, die mij toevallig tegemoet loopt, nieuwsgierig is. Is daar wat bijzonders te zien? Nou ja, een zwam dus, geen zeldzame of bedreigde soort, maar evengoed een wonderbaarlijk stukje natuur. Het is maar wat je bijzonder vindt. Maar daar gaat het feitelijk helemaal niet om. Want het gaat erom dat er een aanleiding is om een praatje te maken. En het zijn meestal alleengaande wandelaars die zo’n gelegenheid aangrijpen.
Bijvoorbeeld een man van rond de vijftig met een goeiige uitstraling, gekleed in de bij fervente wandelaars gangbare Human Nature outfit: “Verderop staan ook mooie”. Ze groeien hier dan ook uitbundig, maar evengoed: “Bedankt hoor, is dat ook langs het Junnepad?” Nee, hij loopt het Pieterpad. Ah ja die loopt hier ook, vandaar natuurlijk de relatieve drukte. Hij is onderweg van Hardenberg naar Ommen, 22 kilometer! zegt hij niet zonder trots. Zo ontstaat er dus een gesprekje en voor je het weet wordt er een levensverhaal voor je opgedist. Want mensen die alleen wandelen hebben vaak wel een verhaal te vertellen hoe dat zo gekomen is.
Een eind verder zat ik weer gebogen over een stel roze hoedjes. Een vrouw van ook zo tegen de vijftig kwam van de andere kant aangelopen en hield in. “Mooi is het hier hè”. “Jazeker, we genieten van de herfst...”. Ik wilde mij alweer naar de aarde buigen maar ik merkte dat de dame een aarzeling had. Dus ik bedacht me en stelde de geijkte vragen. Zij was ook onderweg op het Pieterpad. Elke keer een klein stukje, nu het nog kon. Want door een slopende spierziekte zou het binnenkort niet meer mogelijk zijn. Het was erfelijk, ook haar zus was ziek, ze konden al niet meer samen wandelen. Ja wat kan je dan anders doen dan luisteren naar het verhaal, een paar bemoedigende woorden. Als we elkaar wat later weer een goed vervolg van de wandeling wensen weet ik niet eens hoe ze heet, geen gelegenheid gehad om mij voor te stellen.
Het maakt wel indruk, zo’n ontboezeming ergens op een bospad. Zomaar iemand die ontspanning zoekt in de natuur, maar die ook zoekt naar verbinding met een andere ziel. Contact maken is lastig maar een kleine aanleiding kan voldoende zijn. Zoals het fotograferen van een paddenstoel. :-P
Oktober
Wind en regen
Nu we geleidelijk het herfstgetij inglijden en we overal de prachtige kleurenpracht van de bladeren zien moet ik bekennen, dat ik altijd een beetje triest wordt van deze periode. De herfst overgaand in de winter. Een periode met weinig licht, donkere en korte dagen. Hoewel ik het gezellig maak in huis. Kaarsjes die weer branden , de verwarming aan, geeft mij ook wel weer een warm en knus gevoel. Maar iedere keer geeft het mij weer een afscheidsgevoel. Een afscheid van lange dagen, de zon die veelvuldig schijnt, makkelijk de deur uitgaan, zonder jas, sjaal en handschoenen. Het positieve is, dat ik weer uitzie en verlang naar een nieuw begin; De lente. Vandaar onderstaand gedicht.
Oktober
De bomen lijken te zweven,
te dansen op het ritme van de wind.
Standvastig de wortels,
ondergronds elkaar omstrengelen,
alsof men elkaar bemint.
De nog zware takken verliezen de gekleurde bladeren.
Doorheen de tijd heeft elk leven een eind en een begin.
Ze zouden mij hebben omarmd
wanneer ik zou vertellen, dat ik bemin.
Liefde kan alleen maar helen
na het afscheid bij verdriet en pijn.
Het kleurrijke eind van ieder blad
laat zien hoe waardevol leven kan zijn.
De takken kaal, de bomen gaan in rust de winter in.
Niet het eind, maar wachtend op een nieuw begin.
Weet dat ik bemin.
Liefs,
Monique