De gevolgen van Corona
zaterdag 3 oktober 2020
Na de oproep onder mijn vorige blog "Avondklok" heb ik 3 Coronaverhalen te vertellen. Van alle 3 heb ik toestemming gekregen om het volledige verhaal te plaatsen, waarvoor mijn hartelijke dank.
Het 1e verhaal is van een dame van boven de tachtig jaar dat ik kreeg via een PB. Ik heb alleen haar tekst iets aangepast. Hier is het verhaal. Eind Januari werd ik op een maandagmorgen wakker met een soort keelpijn. Ik zeg een soort keelpijn, want mijn keel zat helemaal dicht. Ik was schor en onverstaanbaar voor mijn zoon die me opbelde. Hij belt elke morgen als hij naar zijn werk gaat om even te vragen hoe het met zijn moeder is die alleen woont. Ik voelde me niet lekker, koortsig en al gauw begon ik ook te hoesten. Dus ik bleef een paar dagen in bed, Ik dacht, het is een stevige griep, dus ik moet even uitzieken. Ik had geen eetlust en niks smaakte me. De koffie waar ik 's morgens altijd mee begon, had ik ook geen zin meer in. Ik knapte maar niet op, dus toch maar de dokter gebeld. Of ik langs kon komen, vroegen ze aan de balie. Daar voelde ik me te ziek voor, dus ik zei " laat maar". De volgende dag was het vrijdag en mijn zoon vond het niet oke en heeft toen zelf de dokter gebeld. De dokter is langsgekomen zonder bescherming en heeft in mijn keel gekeken en me onderzocht. Corona bestond nog niet in Nederland. Achteraf bleek dat ik ook longontsteking had en ik kreeg een penicilline kuur. Langzaam knapte ik op en na 3 weken liep ik weer rond. Maar ik was nog wel erg moe, sliep veel en ik had geen eetlust. Toen in maart Corona in Nederland uitbrak kwam ik erachter dat ik dezelfde verschijnselen had gehad. Ik ging denken "zou ik het gehad hebben?" Toen na weken de vermoeidheid bleef en ik nog steeds veel moest slapen en nergens zin in had, heb ik gevraagd of mijn bloed nagekeken kon worden. Dat is gebeurd en het corona-virus was nog duidelijk in mijn bloed te zien. In eerste instantie was ik blij, want ik dacht, nu krijg ik het niet meer. Dat is echter niet zeker, ze weten het nog niet, dus ik blijf voorzichtig. Wel ben ik nog steeds moe na een half uurtje huishoudelijk werk, maar langzaam ga ik daar meer aan wennen. Nou, ik heb mijn verhaal verteld en achteraf ben ik er nog goed vanaf gekomen. Ik woon ik Brabant, niet ver van het ziekenhuis Bernhoven waar zoveel is gebeurd en wie weet wat er nog meer komt.
Het 2e verhaal. Dit verhaal heb ik binnnen gekregen via WhatsApp. het is van een man die gratis lid is van 50plus, maar wel mijn blogs leest. Hij had mijn oproep gelezen. Dit is het verhaal < ik heb een dilemma: mijn kleinzoon is zaterdag jarig. Zijn moeder is verpleegster en het hele gezin heeft milde Corona-klachten gehad in maart. Zelfs de baby kreeg hoestklachten, huilde veel en had longontsteking. Zelfs kleine kinderen kunnen dus Corona krijgen. Ondanks verplichte medische mondkapjes voor verpleegsters in het ziekenhuis, is ze besmet geraakt. Op de verjaardag van mijn kleinzoon zal ik zeker komen met een mondkapje op, want ik denk dat dit inderdaad helpt, in combinatie met afstand houden. De kans op een 2e besmetting is namelijk realistisch>
Het 3e verhaal heb ik van kennissen die via de algemene blogpagina mijn blogs lezen. Hun nicht is 20 jaar oud. Zij was eind juni, begin juli met een vriendin op vakantie gegaan naar Spanje. Toen ze weggingen was de reis veilig, de regio was geel gekleurd. Tijdens de vakantie veranderde dat in oranje en moesten ze halsoverkop terug naar huis. De ongeruste ouders haalden de dames van Schiphol op. Oma kwam ook nog even op de koffie om haar kleindochter gedag te zeggen. Oma woont in het bejaardenhuis, op loopafstand. Oma kan dat, want ze is nog fit. Na enkele dagen, toch ziekteverschijnselen bij (klein)dochter en ze werd getest : positief. Haar ouders hebben een volledige baan, waarbij ze niet kunnen niet thuiswerken. Ze moesten daarom allebei 14 dagen in quarantaine en de ziektewet in. In het bejaardenhuis wonen veel kwestsbare ouderen, dus mocht oma 14 dagen haar kamer niet uit, zodat ze niemand kon besmetten. Omdat de 20-jarige milde verschijnselen had en op zichzelf woonde heeft ze haar ouders gelukkig niet besmet en ook oma ontsprong de dans...
P.S. Deze blog is geinspireerd op de reactie van R60 onder mijn blog Avondklok dat we wel allemaal het aantal besmettingen en de weekcijfers doorkrijgen, maar dat hij een rapportage betreffende herstelproblematiek en gevolgen van Corona miste. Ik heb met dit blog daartoe een kleine poging gedaan.
geplaatst door sixty - 4166 keer gelezen
Vorige berichten
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.