Ommetje Cronesteyn
dinsdag 24 november 2020

Een solo-ommetje Cronesteyn op een voorjaarsachtige zondagochtend in november. Een smal paadje met op korte afstand van elkaar twee nog smallere, houten bruggetjes zonder leuning. Voor mij rijdt een zware vrouw in een scootmobiel, voor haar loopt een zware man. Ze zijn al wat ouder; hun ruggen ogen rond en massief in hun winterjassen. Vlak voor het bruggetje stopt de vrouw. Ze stapt moeizaam uit de scootmobiel en, even moeizaam, gaat de man erin zitten. Hij rijdt rustig het bruggetje over, stopt en stapt weer uit. De vrouw, achter hem aan geschuifeld over de planken, stapt weer in haar scootmobiel. Zo gaan ze ook het tweede bruggetje over, zonder een woord met elkaar te wisselen. Als ik hen voorbij loop en achterom kijk om hen te groeten, zie ik twee blije, montere mensen.
De ganzen zijn vandaag een verre streep van rafelig wit. Gisteren rustten ze op een weilandje dichtbij - waardoor we honger kregen, mijn dochter en ik. We stonden stil en vroegen ons af hoe een gans te vangen, te stoven en op te eten. Het doden en plukken sloegen we over, deze ganzen waren te werkelijk om daarover zelfs maar te fantaseren. Ons beider inborst is vrijwel vegetarisch.
Ik herinner mij mijn oma, zoals zij zittend op een harde, houten stoel naast het turf fornuis een kip plukte op haar schoot. Vaardige handen had ze, en ik durfde er bijna niet naar te kijken. De kippensoep vond ik wel lekker; kippensoep was zondagse gezelligheid aan een lange eettafel. Kippensoep was jarig zijn en hopen dat oma een kip had opgestuurd. Gelukkig kan ik soms weer kip eten, na veertig jaren van weloverwogen sojabrokken kauwen.
Laatst in de supermarkt was er dat andere stel. We waren gelijktijdig bij de kassa, de man en ik. Hij met een vrijwel leeg karretje, ik eigenlijk ook. Maar ja, hij was al wat ouder en hij had een charmante glimlach - dus reed ik een stukje achteruit en liet hem voorgaan. Dan ragt een vrouw haar volle kar voor de mijne met de woorden Wij Horen Bij Elkaar. Superieure glimlach, precies de goede kleur lippenstift. Geen mondkapje dus, ook dat nog. Deze kassa-scene leek verdacht veel op mijn eigen fantasie in een eerder blog, met mijzelf als de vrouw die de tweede lading boodschappen inbrengt. Zou er soms een kracht zijn die mijn verzinsels uitvoert? Dan weet ik er nog wel een paar… Hoe dan ook, de man ging met mij in discussie: ''Wanneer weten twee mensen dat ze bij elkaar horen?'' ''Als ze besluiten om samen met één kassabon de supermarkt te verlaten", snauwde ik. Nee, nee, dat bedoelde hij niet. Ik zag nu alleen nog maar hun ruggen. Rechte, zelfbewuste ruggen. Hoe zou hun rolverdeling zijn op zo'n smal paadje in het park?
Cronesteyn lag daar eigenlijk voor later, voor als ik er geen aardigheid meer in zou hebben om de Leidse Marathon te wandelen; of langs de zee, van Scheveningen Noorderstrand naar Wassenaarse Slag en weer terug. Een ander 'later' begon op woensdag 18 maart van dit jaar, de dag waarop er voor de eerste keer 'ommetje Cronesteyn' in mijn agenda staat. Honderdeenendertig ommetjes hebben we inmiddels gelopen, mijn dochter en ik. We ontdekten dat we meer zagen als we elke dag hetzelfde rondje liepen. We hebben de bomen groen zien worden en weer bruin, de kleine gansjes even groot als de grote ganzen. We hebben de zwanen gevolgd, van de eerste snavels gras op wat aarde tot een gezin met zeven grijze zwaantjes. We hebben de bloeiende daslook gezien en geroken, we hebben de springbalsemienen een handje geholpen door hun zaaddozen open te laten knappen. We hebben gezien hoe de witte ganzen samen dromden om een motormaaier te ontwijken. Steeds weer kwam die maaier langsrazen, en steeds weer verplaatsten de ganzen zich naar hoge gras. Hun paradijs aan diggelen. De volgende dag leken ze het vergeten.
Ooit heb ik mij zorgen gemaakt om dit park; er kwam immers bijna niemand. Ik liep daar alleen met een paar mensen die hun hond uitlieten. Alleen met een vriend die de rondlopende sloot waar nu de verrotting uit walmt 'slotgracht' noemde. Er had een kasteel gestaan op het eiland, het bruggetje werd onklaar gemaakt om ongewenste bezoekers te weren. Er hoorde een half gezonken bootje bij, een bevoegde veerman en een bankje tussen de wilgen. Noch het bootje, noch het bankje (waaraan hij wilde erotische fantasieën verbond), heb ik terug kunnen vinden. Maar toen was het daar schemerdonker. Nu loop ik hier in het volle licht, vrijwel elke dag. En is het park vrijwel altijd vol met mensen.
geplaatst door RodeJas - 2547 keer gelezen
Vorige berichten
Verfrissend of Sleur?
Ik kom op FB een bericht tegen van een kennis dat ze vandaag 21 jaar getrouwd is met haar 2e man.
Dat doet me even denken aan mijn eigen leven de afgelopen 21 jaar.
Er wordt dan altijd gezegd dat je jezelf niet moet vergelijken.
Maar eigenlijk is dat als je het doet vanuit een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Dan ga je door je te vergelijken nog minder waard voelen.
Om eens te vergelijken als je jezelf niet minderwaardig voelt, maar puur uit nieuwsgierigheid, kan best leerzaam en verhelderend zijn. Even een heel andere blik geven op je leven en kan het je zelfs een boost geven!
Ik kijk zo wel eens meer naar mensen die al langere tijd getrouwd zijn, en in sommige gevallen nog altijd bij hun eerste partner zijn.
Als ik dan kijk hoe zij leven, best heel leuk. Carnavallen, elk jaar op vakantie met de sleurhut, kinderen, nog altijd hetzelfde werk, enzovoorts.
Ik heb dat niet omdat ik gescheiden ben na 10 jaar huwelijk. Daarna nog een relatie van 10 jaar en een korte relatie van anderhalf jaar.
Maar ik kan niet zeggen dat ik weemoedig terugkijk en denk “Ik wilde dat ik ook zo’n leven had als zij!”
Wat ik wel denk is meer in de richting van, “Wat saai!” En voorspelbaar.
Ik zou echt een lange relatie willen, het was ook waar ik voor ging toen ik mijn ja-woord gaf.
Maar hoe dat inhoudelijk zou zijn, zie ik nu heel anders..
Omdat ik nu zoveel beter weet wie ik ben, wat ik nodig heb in het leven om vervuld te zijn.
Ik ben ook een aantal keren van beroep gewisseld. Van administratief naar doktersassistente, dan docente Engels & Nederlands, en coach van vrouwen.
Ik ben niet onder één noemer te vangen, op geen enkel vlak eigenlijk, en ik sta nog altijd niet stil.
Toen ik rond de 30 was zei ik gekscherend “Ik ben een eeuwige studente” omdat ik weer aan het studeren was, voor doktersassistente.
Dat was echt bedoeld als grap, maar jaren later besefte ik me dat het de waarheid is. Ik blijf altijd groeien & ontwikkelen.
Ik moet er echt niet aan denken om in een relatie te zitten zoals ik bij sommigen zie. Heel voorspelbaar, lijkt me een vreselijke sleur van jaar in, jaar uit hetzelfde. Ik voel me al gillend gek worden van het idee alleen!
Kan het dan anders?
Ja, dat zie ik dan bij een vriendin.
Zij is stewardess, haar man was captain op Boeings bij de KLM, inmiddels in zijn 50e en gestopt met werken.
Die hebben een top leven. Echt gelukkig, stralend, en nog altijd verliefd op elkaar.
Een heel afwisselend leven dankzij hun werk. Meer dan genoeg geld, kinderen goed gestudeerd en die goed in hun vel zitten.
Veel vakanties en absoluut geen doorsnee leven waarbij elke dag hetzelfde is, jaar in, jaar uit. Ook niet continu samen zijn door hun werk.
Maar wel heel gelukkig zijn.
Zij zijn elkaars eerste echte partner. Niet eerder getrouwd geweest, samen kinderen gekregen, nooit gescheiden.
Op die manier zou ik dan ook wel in een lange relatie willen zitten. Afwisseling in plaats van voorspelbaar, uitdaging, genoeg geld om te doen wat je wilt doen, geregeld heerlijk uitgebreid op vakantie.
Met zo’n leven heb je veel meer ontspanning dan de meeste mensen en is het leven vanzelf al makkelijker en stukken leuker.
Ik bedoel niet te zeggen dat een lange relatie met een normale baan en meer geregeld & voorspelbaar leven niet gelukkig kan zijn.
Ik zeg alleen dat dat voor mij niet is waar ik gelukkig van zou worden. Normale baan en redelijk geregeld is prima, zolang het cirkeltje maar niet te klein wordt en geen sleur.
Ik realiseer me dat wat ik als “sleur” zie voor een ander juist heerlijk fijn vertrouwd en veilig kan voelen.
Wat zijn we toch allemaal anders!
Ik vraag me ergens ook af of het niet altijd bij elkaar zijn een factor kan zijn voor blijvend geluk en verliefdheid in een langdurige relatie.
Een ander koppel wat ik ken wat zo’n 12 jaar samen is. Ze zijn elkaars 2e partners en zijn ook nog altijd dolgelukkig samen.
Ze zijn een jaar of 8 terug naar een land vertrokken waar ze zich thuis voelden.
Zij werkt niet, hij zit voor zijn werk geregeld 4-6 weken in het buitenland. Daarna is hij dan een paar weken thuis, dan weer 4-6 weken weg.
Dus net als het stewardess-captain koppel, zitten ze niet dagelijks bij elkaar.
Zelf zou ik daar dan toch weer wel voor moeten schakelen. Want je hebt dan toch elke keer weer het afscheid moeten nemen en dat vind ik altijd moeilijk. Anderzijds doen zij dat dan wel vanuit het volle weten dat hun partner van hen houdt, dat het goed zit. Er is geen onzekerheid in die zin, wat je met telkens weer afscheid nemen in een datingfase van een relatie wel hebt zolang er nog geen echt commitment is.
Een ander iets waarbij ik denk, speelt dat ook een rol bij langdurig liefdesgeluk: een jongere man.
Bij 2 van mijn “voorbeeldkoppels” is de man zo’n 10-15 jaar jonger dan de vrouw. De KLM captain niet maar die is heel actief & fit, én breed ontwikkeld.
Dat laatste is voor mij wat ik sowieso nodig heb in een partner, dat ie net als ik breed ontwikkeld is. En ook blijft ontwikkelen.
Dan wordt het leven eigenlijk al geen sleur.
Ik zoek iets wat verfrissend is en blijft. Dan is een lange relatie geweldig!
Grenzen verleggen
Twee dingen zijn belangrijk om je eigen grenzen te verleggen : je lichaam in goede conditie en een sterke geest. Je zult dus goed getrainde spieren moeten hebben. Ook doorzettingsvermogen, dat heb ik duidelijk gezien bij de grote wielerkoersen die op tv werden uitgezonden. Bijvoorbeeld de tijdrit, waarin iedere seconde telt. Voordat de renner start zit hij al een tijd warm te draaien op zijn fiets. Het is belangrijk dat zijn spieren goed opgewarmd zijn voor hij aan deze snelle rit begint, zodat hij meteen de vaart erin kan zetten. Na de rit neemt hij opnieuw plaats op een fiets om de verzuring uit zijn benen te fietsen en om blessures te voorkomen.
Je kan ook niet bang aangelegd zijn. Ik heb afdalingen in bergetappes gezien, waar ik op de snelheidsmeter van de motor die achter de renner reed, snelheden zag die wij met de auto op de snelweg halen. Bijna 100 km, doodeng. Een verkeerde manoeuvre en je kan zo in het ziekenhuis belanden. Uiteraard zijn wij maar amateurs en bovendien te oud hiervoor, maar ook wij kunnen onze grenzen verleggen. Een goede conditie valt op te bouwen. Maar hoe zit het met de durf? Ik heb al decennia lang last van hoogtevrees en daar komt maar weinig verandering in. Ik weet dat dit in mijn hoofd zit. Als ik een borstwering of hoge rand voor me heb in een toren, durf ik wel over de rand te kijken en kan ik ook van het uitzicht genieten. Achter glas, zonder rand voel ik me niet veilig en blijf ik op gepaste afstand staan.
Ook maakt het uit of ik nog terug kan. Dat was bij het fietsen over de drukke en hoge Brienenoordbrug niet het geval. Ik kon dus niet meer terug. De zon scheen op het water van de Nieuwe Maas aan de linkerkant en rechts zag ik in de diepte het Feyenoordstadion liggen, dat ging nog wel goed. Toen ik de brug ging afdalen en het fietstempo ook nog eens hoger was, begon ik bijna om mijn moeder te roepen, zo bang was ik. Voor geen goud wilde ik aan het eind van die dag weer terug over die brug terugfietsen naar Rotterdam. Mijn maatje moest door mij dan ook vele kilometers omfietsen, zodat we bij Ridderkerk met de pont het water konden oversteken en zo terug naar het hotel.
Bij het daten heb ik pas geleden ook een keer geprobeerd mijn grenzen te verleggen. Eigenlijk heb ik niks met vissen, maar ik had een interesse-bericht gekregen van een leuke man die als hobby vissen heeft. Ik heb hem uitgenodigd om dicht bij mijn huis een keer een paar uurtjes te komen vissen bij onze mooie, grote visvijver. Helaas is dat niet doorgegaan, hij viste liever alleen, in alle rust, bij zijn eigen mooie visstek. Ook had hij bij nader inzien niet veel op met mijn hobby's. Een afspraak is er dus niet van gekomen. Maar ik geef de moed niet op, ik sta open om ook andere hobby's uit te proberen, mits ik het durf natuurlijk...
Recepties bij jubilea of afscheid: een noodzakelijk kwaad?
Het bedrijf, waar ik gewerkt heb besteedde destijds veel aandacht aan de jubilea van haar medewerkers en medewerksters. Tegenwoordig is de bedrijfscultuur sober geworden, en langdurige dienstverbanden komen steeds minder voor. In de laatste jaren van mijn dienstverband kregen ouderen vaak een aanbod om vervroegd met pensioen te gaan, iets wat ze gelet op de financiële consequenties dikwijls maar al te graag accepteerden. Zij kregen 80 % van hun bruto salaris en dat resulteerde in 90 % netto. De grote vrijheid lokte, en evenzo het benutten van die vrije tijd nu men nog een redelijke gezondheid had.
Ik maakte ook dankbaar gebruik van de 55plus regeling, en ik kon op een leuke manier afscheid nemen met een receptie. Bij mijn afscheid kreeg ik onder anderen een fototoestel als cadeau, dat heb ik vaak gebruikt om foto’s te maken van afscheidsbijeenkomsten van andere (ex-) collega’s. Als ik uitgenodigd werd voor zo’n receptie en er naar toe ging vielen mij een paar dingen op. Het programma voor die bijeenkomsten was gevuld met toespraken, drankjes, hapjes, attenties voor de jubilaris of aanstaande pensionado maar vooral door ontmoetingen met oude bekenden: “Verrek, zeg kerel ben jij dat?”.
Evenals bij een afscheid vanwege een overlijden worden bij een jubileumviering of een bijeenkomst omdat iemand het bedrijf wegens pensionering verlaat in de toespraken vrijwel uitsluitend positieve dingen aangereikt. Hooguit stippen de sprekers een kleine faut pas aan, maar altijd met een stukje humor. Niet iedereen verstaat de kunst om zo’n toespraak te schrijven en te houden. Intussen worden hapjes en drankje in min of meer overvloedige mate aangereikt en geconsumeerd. Er zijn mensen die alleen daarom allerlei recepties afstropen..
De jubilaris / pensionado krijgt vervolgens een cadeautje van zijn collega’s, het bedrijf had al voor een passende beloning gezorgd. Eigenlijk begint daarna het belangrijkste deel van de middag: het elkaar ontmoeten. In het verleden waren er behalve de genoemde “feestjes” ook nog nieuwjaarsessies. Die verliepen ook volgens een protocol, zij het dat daarvoor meestal de ochtend ingeruimd was. De directeur hield een toespraak, waarin hij (later werd het een zij) de aanwezigen bedankte voor hun inzet in het afgelopen jaar en vooruitblikte op wat er in het nieuwe jaar gepland werd.
De nieuwjaarsessies werden ook druk bezocht door gepensioneerden. Een chef – pensionado had dan de gewoonte op iedereen die onder zijn bewind actief was geweest af te stevenen met de woorden: “Jou heb ik nog niet gehad!”, gevolgd door de welbekende handdruk. Ontwijken hielp geen zier, de man speurde je feilloos op tussen de honderden aanwezigen. Als je ooit op niet al te goede voet stond met deze baas voelde het dubbel, dat hij nu zo enthousiast voor de dag kwam.
Is het begrijpelijk dat een aantal jubilarissen / aspirant pensionado’s niet kozen voor een officieel afscheid maar alleen op hun afdeling met de directe collega’s een borrel dronken?
Onwillekeurig denk ik dan aan de rouwadvertenties waarin staat, dat het afscheid in besloten kring plaats heeft gevonden.
Is een jubileum / afscheid in de traditionele vorm wel leuk? Of ziet / zien degene(n), om wie het gaat en die het moeten organiseren er tegen op? Hangt het er misschien van af, of je het leuk vindt om een keer in het middelpunt van de belangstelling te staan waar je vroeger niet zo op de voorgrond trad?
Het is heel essentieel, of je bij zo’n bijeenkomst alleen of met een partner bent. Datzelfde geldt nog sterker bij algemene bedrijfsfeestjes. Voor singles zijn bedrijfsfeesten waar partners wel maar goede vrienden niet mee mogen doen geen pretje. Of juist wel? Dit is dé kans om net die collega, waar je in stilte al een oogje op hebt in een informele sfeer te ontmoeten…