Zondagmorgen
zondag 6 december 2020

Ik word wakker en open mijn ogen. Door het licht wat door de gordijnen kiert, weet ik ongeveer hoe laat het zou kunnen zijn. Rond 08.00 uur, vermoed ik. Ik kijk op mijn horloge en zit er dicht bij, exact is het 08.15 uur. Het is stil. Zonder het geluid van wekelijks verkeer in de verte. Het is de stilte van de zondagmorgen. Ik open de gordijnen, laat het licht binnen. Windstil. Enigszins bewolkt, waar de zon achter treuzelt om tevoorschijn te komen. Aarzelend licht. De daken van de huizen zijn wit. Het ontbreekt nog aan sneeuw, witte watten die zonder geluid te maken neerdwarrelen. Het zou het winterplaatje compleet maken. Een sfeerrijk tafereel. Het doet mij denken aan wintertaferelen die schilders op hun doek in ware weergave afgebeeld hebben. Zoals schilderijen uit de vierde kleine ijstijd, die in 1430 begon en zou duren tot 1830 (Bron: Historiek, André Horlings), maar ook aan afbeeldingen uit de 19e -eeuwse schilderkunst. En dat niet alleen. Ook foto’s uit mijn eigen archief en herinneringen aan beelden van de besneeuwde tuin, ijskristallen op de takken van de bomen en op het riet bij de vijver. Gedachten aan schaatsen op de ondergelopen tennisbaan en ijsschotsen op de IJssel in Deventer, veroorzaakt door vorst en stroming.
Zonder buiten te zijn geweest, oogt het koud. De winter is in aantocht, maar binnen is het warm. De kachel slaat steeds aan en ik zie op de daken de witte pluimen van stoom die de kachels uit de andere huizen in mijn omgeving uitstoten. In al die huizen verblijven mensen en koesteren de warmte binnen. Velen zullen gisteravond pakjesavond binnen hun gezin gevierd hebben. Opwindend voor de allerkleinsten en knus en gezellig voor de ouders. En voor de gelovigen onder ons bevinden we ons nu in de Adventsweken in aanloop naar de Kerst. Adventus is de Latijnse naam voor Advent en betekent komst. (Bron: Wikipedia}. De komst wordt herdacht van de geboorte van het Jezuskind, zo’n tweeduizend jaar geleden. Vier zondagen voor de Kerst wordt er elke zondag een kaars aangestoken. En op Kerstavond alle vier.
Kerstmis.
Wat is er wat ik zou missen tijdens de aanstaande Kerst? Voor mij veranderd er niet zoveel t.a.v. de familiebezoeken i.v.m. corona. En dan passen we ons toch aan de omstandigheden aan! Het is natuurlijk jammer, dat we niet allemaal tegelijk samen kunnen zijn, maar we kunnen wel plannen maken voor een andere keer, wanneer het allemaal weer kan. Het hoeft niet zo nodig met Kerst. Vrijheid, blijheid. Onveranderd blijft onze hechte familieband, het gehele jaar door. Niet door de uiterlijke schijn, vastgelegd door de smartphone, om de hele wereld maar te laten zien, hoe knus en gezellig het is. En eenzaam? Eenzaamheid zit in jezelf. En ja, er zijn mensen die zich eenzaam voelen. Ouderen en jongeren. Historisch is het misschien zo gegroeid, dat we de Kerstdagen vooral met familie moeten doorbrengen. Dat beeld wordt nog eens versterkt door alle films en reclames over knusse familietaferelen aan lange tafels volop gevuld met diverse gerechten. Je zou je er als single vanzelf eenzaam door gaan voelen.
Gisteren sprak ik een tachtigjarige man. Vier jaar weduwnaar. Hij kon er maar niet aan wennen dat hij nu alleen was. Alleen, in een huis wat steeds groter lijkt te worden en alleen in dat nog steeds aanwezige grote bed. Hij mistte de warmte van zijn maatje, zoals hij haar noemde. De warmte van haar aanwezigheid. Hij mistte de warmte van haar lichaam in dat grote bed. Niet meer koude voeten kunnen hullen in een warm lijf naast hem. “Dat zal ze vast niet zo leuk hebben gevonden”, was mijn reactie. “Nee”, zei hij, en hij moest wel lachen. Maar dat is nu juist hetgeen ik mis. ‘Een kus voor het slapen gaan en elkaar een goede nacht toewensen’. Tegen de Kerstdagen zag hij niet op. “Ik vermaak mij wel”. “Het gemis blijft, maar niet alleen doordat het Kerstmis is”.
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 2506 keer gelezen
Vorige berichten
Verlangen
Wat is leuker, iets hebben of ernaar verlangen?
Ik kan ook zeggen: íemand hebben of naar íemand verlangen.
Even los van het woke geneuzel, dat je iemand niet kunt hebben, waarop ik dan zou kunnen antwoorden dat je ook 'iets' niet kunt hebben, omdat bezit een illusie is, even los daarvan, is dat voor mij wel een gewetensvraag om eerlijk te zijn en waarom zou ik dat niet zijn. O ja, en laten we ook niet gaan zeuren over het woord 'leuker'.
Gewetensvraagje dus. Er is iemand, wat is het juiste woord, beschikbaar? Vooruit, zij is beschikbaar. Ik verlangde naar haar en zij wilde niet (meer). Let op, ik gebruik de onvoltooid verleden tijd. En nu wil zij wel, joepie, dan wil ik toch ook? Of niet? Gewetensvraagje met twee vraagtekens.
Herken je dat? Eerst is er: ja natuurlijk met drie uitroeptekens. Wanneer spreken we af, appt ze. En dan zie je één uitroepteken als sneeuw voor de zon verdwijnen, zonder dat je er iets van snapt. En dan ga je malen, voor graan prima, voor de menselijke geest zelden, dus je gaat slapen. En de volgende dag denk je: misschien moet ik haar mailen, maar dat is eigenlijk schriftelijk malen, dus dat doe je niet.
Langzaam maar zeker verdwijnt er een tweede uitroepteken. Wat is hier nu eigenlijk aan de hand Plan B? Het is een mooie vrouw, intelligent, interessant, enz., enz., enz.
Nou, dat is ongeveer waar ik ben in het gesprek met mezelf over verlangen an sich en/of naar haar. Misschien hebben jullie een goed advies voor haar.
Verfrissend of Sleur?
Ik kom op FB een bericht tegen van een kennis dat ze vandaag 21 jaar getrouwd is met haar 2e man.
Dat doet me even denken aan mijn eigen leven de afgelopen 21 jaar.
Er wordt dan altijd gezegd dat je jezelf niet moet vergelijken.
Maar eigenlijk is dat als je het doet vanuit een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Dan ga je door je te vergelijken nog minder waard voelen.
Om eens te vergelijken als je jezelf niet minderwaardig voelt, maar puur uit nieuwsgierigheid, kan best leerzaam en verhelderend zijn. Even een heel andere blik geven op je leven en kan het je zelfs een boost geven!
Ik kijk zo wel eens meer naar mensen die al langere tijd getrouwd zijn, en in sommige gevallen nog altijd bij hun eerste partner zijn.
Als ik dan kijk hoe zij leven, best heel leuk. Carnavallen, elk jaar op vakantie met de sleurhut, kinderen, nog altijd hetzelfde werk, enzovoorts.
Ik heb dat niet omdat ik gescheiden ben na 10 jaar huwelijk. Daarna nog een relatie van 10 jaar en een korte relatie van anderhalf jaar.
Maar ik kan niet zeggen dat ik weemoedig terugkijk en denk “Ik wilde dat ik ook zo’n leven had als zij!”
Wat ik wel denk is meer in de richting van, “Wat saai!” En voorspelbaar.
Ik zou echt een lange relatie willen, het was ook waar ik voor ging toen ik mijn ja-woord gaf.
Maar hoe dat inhoudelijk zou zijn, zie ik nu heel anders..
Omdat ik nu zoveel beter weet wie ik ben, wat ik nodig heb in het leven om vervuld te zijn.
Ik ben ook een aantal keren van beroep gewisseld. Van administratief naar doktersassistente, dan docente Engels & Nederlands, en coach van vrouwen.
Ik ben niet onder één noemer te vangen, op geen enkel vlak eigenlijk, en ik sta nog altijd niet stil.
Toen ik rond de 30 was zei ik gekscherend “Ik ben een eeuwige studente” omdat ik weer aan het studeren was, voor doktersassistente.
Dat was echt bedoeld als grap, maar jaren later besefte ik me dat het de waarheid is. Ik blijf altijd groeien & ontwikkelen.
Ik moet er echt niet aan denken om in een relatie te zitten zoals ik bij sommigen zie. Heel voorspelbaar, lijkt me een vreselijke sleur van jaar in, jaar uit hetzelfde. Ik voel me al gillend gek worden van het idee alleen!
Kan het dan anders?
Ja, dat zie ik dan bij een vriendin.
Zij is stewardess, haar man was captain op Boeings bij de KLM, inmiddels in zijn 50e en gestopt met werken.
Die hebben een top leven. Echt gelukkig, stralend, en nog altijd verliefd op elkaar.
Een heel afwisselend leven dankzij hun werk. Meer dan genoeg geld, kinderen goed gestudeerd en die goed in hun vel zitten.
Veel vakanties en absoluut geen doorsnee leven waarbij elke dag hetzelfde is, jaar in, jaar uit. Ook niet continu samen zijn door hun werk.
Maar wel heel gelukkig zijn.
Zij zijn elkaars eerste echte partner. Niet eerder getrouwd geweest, samen kinderen gekregen, nooit gescheiden.
Op die manier zou ik dan ook wel in een lange relatie willen zitten. Afwisseling in plaats van voorspelbaar, uitdaging, genoeg geld om te doen wat je wilt doen, geregeld heerlijk uitgebreid op vakantie.
Met zo’n leven heb je veel meer ontspanning dan de meeste mensen en is het leven vanzelf al makkelijker en stukken leuker.
Ik bedoel niet te zeggen dat een lange relatie met een normale baan en meer geregeld & voorspelbaar leven niet gelukkig kan zijn.
Ik zeg alleen dat dat voor mij niet is waar ik gelukkig van zou worden. Normale baan en redelijk geregeld is prima, zolang het cirkeltje maar niet te klein wordt en geen sleur.
Ik realiseer me dat wat ik als “sleur” zie voor een ander juist heerlijk fijn vertrouwd en veilig kan voelen.
Wat zijn we toch allemaal anders!
Ik vraag me ergens ook af of het niet altijd bij elkaar zijn een factor kan zijn voor blijvend geluk en verliefdheid in een langdurige relatie.
Een ander koppel wat ik ken wat zo’n 12 jaar samen is. Ze zijn elkaars 2e partners en zijn ook nog altijd dolgelukkig samen.
Ze zijn een jaar of 8 terug naar een land vertrokken waar ze zich thuis voelden.
Zij werkt niet, hij zit voor zijn werk geregeld 4-6 weken in het buitenland. Daarna is hij dan een paar weken thuis, dan weer 4-6 weken weg.
Dus net als het stewardess-captain koppel, zitten ze niet dagelijks bij elkaar.
Zelf zou ik daar dan toch weer wel voor moeten schakelen. Want je hebt dan toch elke keer weer het afscheid moeten nemen en dat vind ik altijd moeilijk. Anderzijds doen zij dat dan wel vanuit het volle weten dat hun partner van hen houdt, dat het goed zit. Er is geen onzekerheid in die zin, wat je met telkens weer afscheid nemen in een datingfase van een relatie wel hebt zolang er nog geen echt commitment is.
Een ander iets waarbij ik denk, speelt dat ook een rol bij langdurig liefdesgeluk: een jongere man.
Bij 2 van mijn “voorbeeldkoppels” is de man zo’n 10-15 jaar jonger dan de vrouw. De KLM captain niet maar die is heel actief & fit, én breed ontwikkeld.
Dat laatste is voor mij wat ik sowieso nodig heb in een partner, dat ie net als ik breed ontwikkeld is. En ook blijft ontwikkelen.
Dan wordt het leven eigenlijk al geen sleur.
Ik zoek iets wat verfrissend is en blijft. Dan is een lange relatie geweldig!
Grenzen verleggen
Twee dingen zijn belangrijk om je eigen grenzen te verleggen : je lichaam in goede conditie en een sterke geest. Je zult dus goed getrainde spieren moeten hebben. Ook doorzettingsvermogen, dat heb ik duidelijk gezien bij de grote wielerkoersen die op tv werden uitgezonden. Bijvoorbeeld de tijdrit, waarin iedere seconde telt. Voordat de renner start zit hij al een tijd warm te draaien op zijn fiets. Het is belangrijk dat zijn spieren goed opgewarmd zijn voor hij aan deze snelle rit begint, zodat hij meteen de vaart erin kan zetten. Na de rit neemt hij opnieuw plaats op een fiets om de verzuring uit zijn benen te fietsen en om blessures te voorkomen.
Je kan ook niet bang aangelegd zijn. Ik heb afdalingen in bergetappes gezien, waar ik op de snelheidsmeter van de motor die achter de renner reed, snelheden zag die wij met de auto op de snelweg halen. Bijna 100 km, doodeng. Een verkeerde manoeuvre en je kan zo in het ziekenhuis belanden. Uiteraard zijn wij maar amateurs en bovendien te oud hiervoor, maar ook wij kunnen onze grenzen verleggen. Een goede conditie valt op te bouwen. Maar hoe zit het met de durf? Ik heb al decennia lang last van hoogtevrees en daar komt maar weinig verandering in. Ik weet dat dit in mijn hoofd zit. Als ik een borstwering of hoge rand voor me heb in een toren, durf ik wel over de rand te kijken en kan ik ook van het uitzicht genieten. Achter glas, zonder rand voel ik me niet veilig en blijf ik op gepaste afstand staan.
Ook maakt het uit of ik nog terug kan. Dat was bij het fietsen over de drukke en hoge Brienenoordbrug niet het geval. Ik kon dus niet meer terug. De zon scheen op het water van de Nieuwe Maas aan de linkerkant en rechts zag ik in de diepte het Feyenoordstadion liggen, dat ging nog wel goed. Toen ik de brug ging afdalen en het fietstempo ook nog eens hoger was, begon ik bijna om mijn moeder te roepen, zo bang was ik. Voor geen goud wilde ik aan het eind van die dag weer terug over die brug terugfietsen naar Rotterdam. Mijn maatje moest door mij dan ook vele kilometers omfietsen, zodat we bij Ridderkerk met de pont het water konden oversteken en zo terug naar het hotel.
Bij het daten heb ik pas geleden ook een keer geprobeerd mijn grenzen te verleggen. Eigenlijk heb ik niks met vissen, maar ik had een interesse-bericht gekregen van een leuke man die als hobby vissen heeft. Ik heb hem uitgenodigd om dicht bij mijn huis een keer een paar uurtjes te komen vissen bij onze mooie, grote visvijver. Helaas is dat niet doorgegaan, hij viste liever alleen, in alle rust, bij zijn eigen mooie visstek. Ook had hij bij nader inzien niet veel op met mijn hobby's. Een afspraak is er dus niet van gekomen. Maar ik geef de moed niet op, ik sta open om ook andere hobby's uit te proberen, mits ik het durf natuurlijk...