De loft, deel 2
maandag 18 januari 2021
Voor de 2e keer klingelde de deurbel, gevolgd door een roffel op de deur. Chris doe eens open, ik ben het, je zus Leonie, werd er geroepen. Chris haalde opgelucht adem en liet Leonie de huiskamer binnen. Ze keek nieuwsgierig om zich heen. Ik moet wel zeggen dat het een puike loft is, broertje, zei ze waarderend. Alles is aanwezig, je kan hier best een tijdje wonen.
Ze ging zitten in een van de fauteuils en stak meteen van wal. Je dochter Christien heeft me gisteravond gebeld en alles verteld wat er gebeurd is. Ze heeft me ook het adres van de Loft gegeven en gevraagd of ik vandaag met je wilde praten. Om maar meteen met de deur in huis te vallen : hoe heeft het zover kunnen komen? Je hebt een mooie, lieve vrouw, wat zoek je toch bij andere vrouwen? Ze keek hem vriendelijk aan. Nou, begon hij aarzelend, ik ben nu 33 jaar getrouwd met Annet en de seks is een sleur geworden. Om eerlijk te zijn, vind ik er niks meer aan. Leonie barstte in lachen uit. Volgens mij is vrijen een bezigheid voor twee, dus wat meer je best doen, man! Chris voelde de spanning uit zijn lijf wegebben. Heb je ergens wel gelijk in, grote zus, gaf hij toe.
Is dat alles, of schort er nog meer aan je huwelijk, vroeg ze? Annet is te volgzaam Leonie, zei Chris, ik kan doen en laten wat ik wil, Ze past zich altijd maar aan me aan, ik heb behoefte aan meer tegengas, Alsof je dat echt zou accepteren, snoof zijn zus : je kan soms best dominant zijn. Op je werk deel je ook met gemak de lakens uit. Ik heb af en toe medelijden met je personeel. Heeft je zoon John, je mede-directeur, eigenlijk wel genoeg inbreng? Door John zit ik nu hier, ik mag nomenteel niet eens mijn eigen bedrijf in van hem, dus dat zit wel snor, glimlachte Chris. Schalks antwoordde Leonie, een beetje nadenken word je niet slechter van, Chris. Je huwelijk op het spel zetten is echter niet zo slim, broer. Volgens mij heb je niet geslapen vannacht, je ziet er niet uit. Kruip maar lekker in je mandje, ik ga. Voordat Chris ging slapen, checkte hij nog zijn mobiel of hij berichtjes had gehad. Niets. Vier dagen lang kwam er geen enkel teken van leven, zelfs geen berichten van zijn bedrijf. Chris begon zenuwachtig te worden: hoe lang moest hij nog op het stafbankje blijven zitten?
De 5e dag ging de telefoon, het was John. Pa, ik heb tegen het personeel gezegd dat je lichamelijk niet in orde bent, dus daarom laten ze je nu met rust. Christien is 3 avonden bij mama geweest en ze hebben lange gesprekken gehad. Het blijkt dat je enkele jaren geleden ook al een flinke scheve schaats hebt gereden en mama is haar vertrouwen in jou nu volledig kwijt. Ze wil je niet zien, dus blijf nog maar even weg en neem geen contact op. Op het werk red ik het ook nog wel even alleen. Chris slikte zijn teleurstelling weg en zei:. Ik snap het zoon, ik geef jullie alle ruimte. Laat maar weten wanneer ik weer aan het werk kan. Een week hoorde hij niks, kreeg zelfs geen appje. Op de 12e dag rinkelde zijn mobiel en op het schermpje zag hij dat het Annet was.
Ze vroeg hem of hij nog in orde was en vertelde rustig welke stappen ze had ondernomen. Vorige week was ze naar een reunie van haar middelbare school geweest. Daar had ze haar oude jeufdliefde ontmoet. Hij was 2 jaar geleden weduwnaar geworden en ze hadden lang bijgepraat. Het klikte als vanouds. Na afloop had ze hem in vertrouwen genomen en alles verteld over haar vastgelopen huwelijk. Ze hadden nu iedere dag contact met elkaar. Hij is nog steeds dezelfde fijne en integere man van vroeger. De kinderen weten ervan en vinden allebei dat ik deze kans niet voorbij moet laten gaan. De loyaliteit en mijn warme gevoelens voor jou zijn helemaal verdwenen, ik ben er klaar mee. Je kan morgen weer terugkomen, maar geef je eerst alle sleutels van de Loft af bij John's vrouw. Jullie rijden vervolgens samen naar kantoor. Ik haal de sleutels bij haar op en ben weg als jij thuiskomt. Ik ga nu een tijdje in de Loft zitten. Ik wil daar op mijn gemak uitzoeken of ik in de toekomst nog gelukkige jaren met mijn jeugdliefde kan hebben...
geplaatst door sixty - 2493 keer gelezen
Vorige berichten
Voorland
Ik lig op mijn rug. Wakker. Het plafond staart me aan. Ik kan de aanblik niet verdragen. Staar naar rechts. Een nachtkastje. Naast de wekker die half drie aanwijst, mijn favoriete tijdstip om wakker te worden, een glas met een kunstgebit op een laagje water. Aftakeling on the rocks. Het is niet mijn gebit. Niet mijn wekker, niet mijn nachtkastje. Wanneer heeft ze dat uitgedaan? Lig ik aan haar kant? Jeuk in mijn kruis. Nu ik toch wakker ben, kan ik maar het best even krabbelen, denk ik. Waar is mijn inlegkruisje XXX? Ik heb het vast uitgedaan, voordat we ons schuchter, maar ook gulzig overgaven aan het liefdesspel. Als het maar niet ergens rondslingert. We hadden best wat wijn op. Ik staar naar links. Ze is mooi. En snurkt. Ik prik mijn wijsvinger in haar zij, zacht maar beslist. Het snurken stopt. Ik draai me om op die van mij en laat onbedoeld een keiharde wind. Die was hard, zegt ze. Sorry, zeg ik. Ik dacht dat je sliep, zeg ik. Was ook zo, zegt ze, maar ik werd wakker van je gedraai. Voortaan eerst draaien en dan een scheet laten, denk ik, én morgen op zoek naar oefeningen om de bejaarde sluitspier te versterken. Het is drie uur. Ik draai me om. Zij ook. Ze kijkt me aan. Ik haar. En we vrijen onbevreesd ons voorland tegemoet.
Kibbelen, sparren, brainstormen
Af en toe kibbelen houdt je relatie gezond, zegt men wel. Vervolgens las ik op internet dat kibbelen ook vaak komt door een wederzijds gebrek aan inschikkelijkheid. Hoezo is kibbelen dan gezond? Een beetje onenigheid over iets onbenulligs toont aan dat je niet zomaar de ander in alles volgt, dat je een eigen mening hebt. Het is meestal een woordenstrijd over kleinigheden.
Mijn ouders hielden ontzettend veel van elkaar. Ze bleven elkaar dan ook trouw tot de dood hen scheidde, maar ze kibbelden ook regelmatig met elkaar. Mijn vader was een dominante man. Hij dacht dat zijn wil wet was, daarom gaf mijn moeder duidelijk haar grenzen aan. Het gaf hun relatie evenwicht. Hij leerde tot hoever hij kon gaan, zij zag veel door de vingers, maar liet zich ook niet ondersneeuwen door hem. Dat is 60 jaar lang prima gegaan. Broers en zussen kibbelen ook wel met elkaar, dat hoort bij het volwassen worden en ook met een eigen identiteit ontwikkelen. Dat kibbelen is vaak maar van korte duur en wordt in de meeste gevallen weer snel bijgelegd.
Iets heel anders is sparren, dat is toch meer informeel. De opzet daarvan is om over een specifiek onderwerp snel van gedachten te wisselen met elkaar. Het doel van brainstormen is een vraagstuk oplossen of om ideeën uit te werken. In de zakelijke wereld wordt brainstormen meestal gebruikt om nieuwe kansen te verkennen. De collega's mogen elkaar kritische vragen stellen om een idee verder uit te werken. In een gespreksgroep is het toch meer een communicatiemiddel om verschillende gedachten van en bij elkaar te toetsen. Het horen van een ander standspunt en daar iets van opsteken, is meestal de bedoeling. Daar hoeft niet per se een oplossing uit te komen.
Maar hoe gaat het dan bij het daten? Daar komt vaak meer onzekerheid om de hoek kijken. Je wilt niet de indruk wekken dat je de ander aan het uithoren bent. Tegelijkertijd wil je er toch wel graag achter komen hoe hij of zij denkt over dingen die je zelf belangrijk vindt, hoe de normen en waarden zijn. Dat kan mogelijk ook een valkuil zijn. Ervaringen uit het verleden kunnen een rol spelen en dat is niet altijd eerlijk. Je hebt namelijk een nieuw onbekend persoon tegenover je. Geduld hebben wat er uit het gesprek komt, is dan niet verkeerd. Het zou je best weleens kunnen verrassen. Door goed te luisteren, eventueel wat aanvullende vragen te stellen, kom je erachter of je (voor)gevoel klopt. Ik geef iemand vervolgens graag het voordeel van de twijfel, daar is niks mis mee...
Donald komt op bezoek
Toen mijn zoon leerde lezen heb ik een abonnement op de Donald Duck genomen. Vele jaren eerder hebben mijn ouders mij met de Pep bedacht. De Pep was een Nederlands stripweekblad dat van 1962 tot 1975 verscheen, speciaal voor hen, die de Donald Duck ontgroeid waren. Ik was stiekem jaloers op mijn vriendje wiens ouders wel op de DD geabonneerd waren. Daarom las ik dat blad altijd bij hem thuis. De verhalen in de Pep vond ik wat belerend. Leren deed ik wel op school.
Gek genoeg heb ik mijn abonnement op DD niet stopgezet toen mijn zoon op eigen benen ging staan en verhuisde naar een appartement niet zo ver van mij vandaan, maar ik heb het blad wekelijks bij hem gebracht. Nu hij zelf kinderen heeft breng ik het weer naar zijn huis, maar dan als leesvoer voor mijn kleinkinderen. Donald en ik komen eens per week, soms na wat langere tijd op visite, en dat bezoek wordt gewaardeerd. Alleen moet de hond, die zij nog niet zo lang hebben, eerst een kwartiertje wennen aan mijn bezoek voordat er ook maar enige vorm van communicatie mogelijk is.
Dit is een onschuldige Donald die met mij op visite gaat. Ik moet er niet aan denken dat ik voor hun deur sta met de Donald, waar de kranten steeds vol van staan. Misschien heeft het geblaf van de hond dan een positief effect. Laat DT maar blijven waar hij is.
Soms moet er een aanleiding zijn om bij iemand in levende lijve aan te wippen. De huidige media als telefoon, beeldbellen vooral, maken het naar mijn mening te gemakkelijk om iemand even “te woord” te staan zonder echt contact, waarbij je elkaar de hand kunt schudden. Uiteraard is digitaal / telefonisch contact een uitkomst bij een grote fysieke afstand of als er omstandigheden zijn, waardoor een van beiden de afstand niet echt kan overbruggen. Denk daarbij aan ziekte, een volgepropte agenda, slechte weersomstandigheden.
Een klassieke aanleiding is de verjaardag. Mijn ouders waren altijd heel blij als ik destijds met mijn partner op visite kwam; nu kwamen wij wel vaker buiten de verjaardagen om. Na hun overlijden en na mijn scheiding was de familie wat uitgedund. Bezoekjes vonden meer en meer plaats bij goede vrienden en bij groepen mensen, dei ik goed ken. Toch is dat anders. Dan nam ik geen DD maar wel een bloemetje of een flesje wijn mee.
Maar ook dan moest er een aanleiding voor zijn. Minder plezierig is een visite als ik op ziekenbezoek ging. Ik heb een tijdje iemand bezocht die ALS had. Raar genoeg ging ik daar altijd weer blij vandaan; een paar maanden geleden is hij overleden. Zijn lichaam kon de strijd tegen die gevreesde ziekte niet meer aan. Maar hij bleef tot het laatste moment blijheid uitstralen.
Het grote geheim van visite is naar mijn stellige overtuiging tweerichtingsverkeer. Er zijn allerlei cartoons over ongewenst bezoek, stereotiep is dan de schoonmoeder met partner, die voor de deur staat terwijl haar schoonzoon zijn handen uit wanhoop omhoog heft.
Dat zo’n visite altijd ongewenst zou zijn is door de cartoonisten en haters van schoonmoeders geopperd. Een Duits liedje verwoordt de andere kant van de medaille: “Wenn du eine schwiegermutter hast”… Dat lied geeft aan, dat we zonder schoonmoeders ook geen dochters zouden zijn, en dus geen partners om een relatie mee aan te gaan.
Er zijn wel visites die spontaan plaatsvinden, visites die een verplicht nummertje zijn, en visites die je uit mededogen doet of om iets te vieren. Een bezoekje heeft in elk geval meer impact dan een contact via de telefoon of de mail. Of zijn er mensen, die daar anders over denken?