Kalverliefde
donderdag 11 maart 2021
Zowel op de lagere school als de middelbare school zat ik op een katholieke school. Dit hield in dat jongens en meisjes streng gescheiden werden door aparte scholen. De aanwezigheid van jongens in de klas zou immers de leerprestaties maar nadelig beinvloeden? Zo dachten mijn ouders. Het gekke was dat de twee basisscholen pal naast elkaar stonden. Bij de middelbare school was het idem dito : het lyceum was voor de jongens, daarnaast stond de Meisjes School. Twee bolwerken met een brede stoep langs alle leslokalen. Die stoep werd iedere dag gebruikt door alle leerlingen van beide scholen.
Het probleem was de "pauze". Zowel de meisjen als de jongens mochten onder de middag circa 20 minuten de benen strekken buiten. Als de pauze van de jongens na of voor die van de meisjes was, konden de leraren amper lesgeven omdat de jongens dan buiten lawaaierig de aandacht van de meisjes trokken. Gelijktijdig met pauze kon niet in die tijd, want mijn school werd geleid door 3 nonnen en die wilden "de kat niet op het spek" binden. Dit pauze-probleem werd handig opgelost : als de zoemer ging, moesten de meiden weer naar binnen. De jongens waren ongeveer 5 minuten daarvoor naar buiten gekomen. Had je een oogje op een van de jongens en wilde je hem even zien, moest je hard terugrennen om nog op tijd in het volgende lesuur te zijn. Hem aanspreken was uit den boze, want de 3 zusters stonden tijdens de pauze als levensgrote pinguins op te letten in de luchtbrug tussen de twee gebouwen van mijn school. Vermoedden ze dat je een vriend had, belden ze je ouders. Bij mij thuis zouden dan mijn rapen zeker gaar zijn geweest.
Mijn buurjongen, die even oud was als ik, zat op het lyceum en had een hele leuke jongen in zijn klas, die veel op Ard Schenk leek, de beroemde schaatser. Hij was vrij groot en ook blond. Aangezien Ard Schenk onbereikbaar was, werd ik verliefd op zijn look-a-like. Dus ben ik heel wat keren teruggerend naar mijn eigen school, nadat de zoemer al was gegaan om nog een glimp op te vangen van "Piet". Mijn buurjongen had dat in de gaten en liep altijd mee in het groepje van Piet, zodat ik amper durfde te kijken. Dat was ook verlegenheid, want mijn hart bonkte in mijn keel.
Ik hoopte altijd dat Piet een keer bij mijn buurjongen thuis op visite zou komen, zodat ik hem kon laten merken waar ik woonde, maar dat gebeurde nooit. Toen ik al 2 jaar van de middelbare school af was, kwam ik mijn buurjongen tegen, met zijn inmiddels vaste vriendin, in een jongerencafe. Hij grijnsde en zei : je hebt je zeker weleens afgevraagd waarom mijn andere vrienden wel, maar Piet nooit bij mij thuis kwam? Ik had zelf een oogje op je in die tijd, dus hij moest niet onder mijn duiven schieten. Hij gaf me een plagerige knipoog en liep vervolgens naar de bar om drank te halen, mij sprakeloos achterlatend...
geplaatst door sixty - 2369 keer gelezen
Vorige berichten
Een geheim bewaren of toch delen?
Kort na elkaar hoorde ik van enkele bekende vrouwen minder prettige berichten. Het eerste bericht verbaasde mij. Ik heb vaak met deze vrouw gedanst, ze gaat altijd in haar uppie naar de dansplekjes, waar ik regelmatig kom. Wel heeft ze al 18 jaar een relatie met een andere dame. Stukje bij beetje heb ik een deel van haar levensverhaal mogen horen, hoewel ze zich vrij terughoudend opstelde. Ik heb ook absoluut geen pogingen ondernomen om haar te verleiden meer te vertellen.
Een paar jaar geleden hoorde ik van een andere vrouw, waarmee ik tot 2016 ruim drie jaar een lat-relatie had, dat bij haar een ernstige, slopende ziekte werd geconstateerd. Ondanks dat wij geen relatie meer hadden was ik geschokt na dit telefoontje. Dan ga ik weer denken aan de mooie momenten, die we hebben mogen delen. Hoewel ze flink wat jonger dan ik is heeft ze nu een beperkte levensverwachting. Last but not least bereikte mij het bericht van een goede kennis, bij wie de beruchte K opnieuw toesloeg.
Deze berichten vallen onder de categorie vertrouwelijke mededelingen. Het is ongepast die gegevens te delen met bekenden, tenzij degene waar het om gaat aangaf, dat anderen het wel mogen weten. Ik kan een en ander wel geanonimiseerd kwijt in een blog, zonder dat iemand de persoon in kwestie er in herkent.
Er zijn stukjes informatie, die maar tijdelijk geheim zijn. De prijs, waarvoor een huis verkocht wordt, de zwangerschap van een goede bekende. Aan de andere kant zijn er ook zaken, die je maar beter niet aan de grote klok kunt hangen. Wie de hoofdprijs van de “Staats” heeft moet erg op zijn / haar handen zitten, anders zwermen de aasgieren om hem of haar heen.
Soms zijn er leuke gebeurtenissen, die ik graag met iemand wil delen, maar waarvan het ook niet handig is er kond van te doen. Stel, dat ik iemand via deze site heb ontmoet, met wie ik een klik heb. Ik weet, dat sommige daters daar heel open over zijn tegenover hun directe familie of een hartsvriend(-in). Dan gaat het er om hoe goed je zo’n persoon uit je intieme groep contacten kunt vertrouwen.
Probleem is namelijk in dit geval, hoe je moet communiceren als het contact toch weer op niets is uitgelopen. Ik heb dat aan den lijve meegemaakt toen mijn relatie stopte, terwijl ik wel al heel wat keren bij mijn zoon en zijn kinderen met haar op visite was geweest.
Er zijn ook geheimen uit je verleden, die je zelf liever wegstopt. Maar ze kunnen goed in de weg zitten bij het beginnen van een nieuwe relatie. Tot op welke hoogte kan / moet je die geheimen delen met je date, en vooral: wanneer? Er moet mijns inziens een geschikt moment voor zo’n gesprek gevonden worden. Het helpt op den duur niet essentiële zaken die een smet op het verleden wierpen te verzwijgen.
Ik ken een vrouw, die pas bij haar ondertrouw hoorde dat haar partner 15 jaar ouder was dan hij altijd had voorgegeven. Maar toen durfde ze niet meer terug te krabbelen, ze was van hem in verwachting… Zelf hoorde ik bij een date van een vrouw, dat ze vijf jaar ouder was dan ze had gemaild (“Dat heb ik zo op mijn profiel ingevuld, want anders krijg ik allemaal oude mannetjes achter mij aan”). Natuurlijk is dit ook een vorm van jokken.
Wie van u liep ook aan tegen het dilemma van een geheim bewaren?
Kies wijs! Wijs kiezen...
Kies wijs! Wijs kiezen…
dat laatste, zou dat mogelijk zijn? Ik, jij, jij en jij maken dagelijks keuzes. Wat zal ik eten vandaag, of bij het winkelen, welke keus maak ik bij het kiezen van mijn broodbeleg. Waarschijnlijk kies je dan voor dat gene wat je al in je hoofd had, waar je zin in hebt. Eenvoudige keuzes, welke niet veel om het lijf hebben. Oftewel… wanneer je na het opstaan in je hempie voor je kast staat en moet bedenken wat je wat vandaag aan zult gaan trekken. Mooi, die keuze heb je de vorige avond al gemaakt en alles ligt/hangt al klaar. Slim en misschien ook wel wijs! Zeker wanneer je vroeg in de morgen nog half in dromenland bent.
Wijs kiezen.
Zou dat vooraf ook opgaan bij het aangaan van een relatie? Wanneer we een training zouden volgen waarbij wij erachter kunnen komen hoe en op welke vlakken we een partner zouden kunnen kiezen? Of zouden we eerst bij onszelf moeten beginnen! Reflecteren op onze wensen, mogelijkheden en behoeften.
Hebben we iemand op het oog, kunnen we ons zelf natuurlijk een aantal vragen voorleggen. Is hij/zij integer. Zal ik me bij hem/haar veilig, voelen. Zal alles bespreekbaar zijn met de nieuwe partner.. Hoe is de levensstijl? De Familie? Passen we bij elkaar betreffende onze interesses, huisdieren, of hobby’s. Zijn we bereid concessies ’s te doen?
Wijzer kiezen
Hoe dan ook op 50 plus match zijn we allen al wat ouder en qua levenservaringen ook wat wijzer. Dat maakt, denk ik, dat we zelfbewuster zijn, zelfkennis hebben en daardoor beter weten wat we zoeken en nodig hebben in een partner. We zijn in een andere levensfase belandt met andere wensen met daar aansluitend andere keuzes.
Toch hoe wijs wij ook mogen zijn geworden, het vinden van een nieuwe metgezel is niet zo eenvoudig. Voorbij zijn de dagen, dat je op scholen verliefd werd. Je naar de disco ging. Plaatsen waar men langdurig elkaar tegenkwam en elkaar ongemerkt al vast beter leerde kennen. Een datingsite is een middel, maar zeker niet heiligmakend.
Ik begon met een retorische vraag: Wijs kiezen, zou dat mogelijk zijn? Ik laat hem voor alle lezers open om over na te denken.
Liefs,
Monique
Rondje kamer
Er staat sinds kort een rode stoel in mijn woonkamer. De stoel staat half voor de bank, met zijn rugleuning naar de bolletjes gordijnen en de wereld in mijn straatje. Hij is perfect, mijn rode stoel. Hij is precies wat ik nodig heb, nu het leven draait om een rafelrandje aan mijn linkerheup. En ik zie, zittend in die stoel, de kamer om mij heen met nieuwe ogen.
Recht tegenover me hangt, aan de werkloze schoorsteen, een grote, ronde klok; een stille klok die soms toch blijkt te tikken. De klok hangt boven het rode kastje op wielen waar de tv op staat, en hij is onverbiddelijk: ‘Het is tien voor tien, er is niet genoeg tijd om de laffe smaak van de nieuwe Witcher weg te spoelen met een deeltje Sex and the City.’ ‘Ja maar ik hoef morgen niks.’ ‘Niks ja maar. Zelfs met niks hoeven kom jij nog tijd tekort om alles te doen wat je wilt doen. En je weet best hoe onwijs veel tijd je neemt om vanuit je stoel je bed in te komen.’ De klok wint.
Links van mijn stoel staan twee ronde tafels, half over elkaar geschoven. Op de bovenste tafel staan drie goudpalmen, een platte schaal met gekregen engeltjes, en drie van de vijf Iittala Festivo kandelaars, kandelaars die ik ooit heb gewonnen door het beste argument te schrijven waarom ik ze zou moeten winnen. De onderste tafel is mijn kleur-, teken-, knutsel-, speel-, eet- en schrijftafel. Deze tafels zijn de voorposten van de lege, witte hoek tussen de staande spiegel en de boekenkast. In die spiegel zie ik de witte hoek nog een keer. Die spiegel staat daar best.
Vanuit deze stoel kijk ik bijna recht de boekenkast in - wat voor de boeken niets uitmaakt, maar voor de foto’s wel. De drie zusjes in hun geruite jurkjes en met grote strikken in hun haren, de drie volwassen zussen en hun broer, zittend op een boomstam tijdens die laatste wandeling; ze kijken vanuit hun gouden lijstjes vragend aan: ‘Waarom zit jij in zo’n stoel, ben je moe?’ ‘Ja, ik ben moe.’ ‘Waarvan, van het leven?’ ‘Nee hoor, niet van het leven, van de dag.’ ‘Jij ook altijd!’
Een droom: In een witte hoek van de sportschool ligt een briefje op een roeitrainer; het is volgeschreven met argumenten waarom mijn zus mij nooit weer wil zien. Ik kras twee kolommen tekst door en heb daar onmiddellijk spijt van. Haar wandelvrienden zitten rond een lange tafel; ik vraag hen wat er aan de hand is. Een man antwoordt met een vrolijke anekdote over zichzelf; hij snapt niet dat ik het zo niet snap. Ze bestellen eten. Wanneer het eten wordt geserveerd, zet de bediening een bruin scherm tussen de lange tafel en het tafeltje waaraan ik zit, tegenover twee vrouwen. Wij krijgen geen eten. Ik vraag ook hen wat er aan de hand is, maar ze kijken me verbaasd aan.
Het is feest in de sportschool, knutselfeest, verkleedfeest. Overal staan tafeltjes met blije, knutselende gezinnetjes in fluffy fantasie-outfits. Alleen de roeitrainer met het briefje staat er nog, in de witte hoek. Een mannenstem vraagt of ik die wil opruimen. De knuffelbeesten, de tekeningen, de doos met boeken, ik leg alles in een oude kinderwagen. We (wie?) gaan naar buiten, langs de Turkse receptioniste. Ze is verkleed als Hollandse Huisvrouw: gebreid streepjes vest met knoopjes onder een schort met een vaal motiefje.
De zus die boos op mij zou zijn en ik lopen blij met elkaar te praten. Er is ook een man, een grote man met wie ik zomaar plotseling sta te zoenen.
En rechts van de rode stoel, tegen de muur met het landschap van Kandinsky, staat mijn bank, mijn knalblauwe slaapbank met de kleurige kussens, de bank van waaraf ik mezelf zie zitten in de staande spiegel. Deze bank is het enige bed in dit huis dat, met luttele centimeters tussenruimte, breed genoeg zou kunnen zijn voor twee naast elkaar slapende mensen. We moeten elkaar dus wel heel lief vinden.