Herdenken om niet te vergeten
donderdag 6 mei 2021

Dat eenvoudige zinnetje, evenwel met daarachter verborgen een grote betekenis, zingt de laatste dagen maar door mijn hoofd. Ongetwijfeld de oorzaak van de afgelopen twee emotionele dagen. Herdenken om niet te vergeten… nog maar eens. Twee dagen achtereen. Eén dag met diepe pijn, een dag van verdriet door rouw. Eén dag om te vieren als een groot feest. Herdenken van de bevrijding 76 jaar geleden. Een grotere tegenstelling in twee dagen kan er niet zijn. Toch zijn het twee momenten uit de geschiedenis die er zijn om te herdenken en niet te vergeten. Als boreling van na de oorlog probeer ik mij de gevoelens van beleving uit die periode voor te stellen. Maar ik weet, dat ik het niet echt kan benaderen zoals de werkelijkheid zich voor heeft gedaan. Je moet het hebben meegemaakt om die gevoelens van diepe pijn, verdriet, vrijheidsberoving te hebben ervaren. De gevoelens van eindelijk die bevrijding. Alles weer kunnen. Door al die verhalen en getoonde films van de afgelopen dagen ben ik geraakt. Ik ben geïnteresseerd in documentaires en films over die tijd. Ik heb o.a. gekeken naar ‘The pianist”, “Sobibor”. Ik denk velen met mij zullen deze films wel herkennen.
Ik heb de doos gepakt. Een doos die al jaren op zolder staat. Een doos met brieven van jou, jij zoals je schreef aan mij, lang geleden. Ik heb jouw verhalen weer bij mij teruggebracht. Jouw verhalen hier bijeen, nog in het donker, bij mij op tafel in de huiskamer. Niet dat je weg bent van mij, want net zoals dat zinnetje wat nu in mijn hoofd rond zingt, ben jij er altijd. Alleen dat zinnetje “Herdenken om niet te vergeten” verdwijnt weer, net zoals een liedje dat mij soms een tijdje niet loslaat. Op de vreemdste momenten kom je om de hoek kijken. Echter dat zinnetje verdwijnt, maar jij niet. Dikwijls dacht ik aan die doos. Maar verwierp die gedachte dan weer om hem te halen. Ik kon mij er niet toe brengen hem te halen, of ook maar te openen. Het zijn de herinneringen. Herinneringen die ik niet wilde toelaten. Herinneringen van vreugde, die tegelijkertijd ook weer verdriet doen. De afgelopen twee dagen zullen bij velen dezelfde gevoelens een rol hebben gespeeld.
De emotionele gevoelens van de afgelopen twee dagen hebben mij ertoe gebracht de doos te openen. Een leven in een doos. De ene brief na de andere. Het werd al donker en moest nu toch echt het licht aan doen om verder te kunnen lezen. Wanneer ik moe word en de doos sluit, blijft een passage in mijn gedachten hangen: “Woorden lijken ontoereikend, om uit te drukken, wat ik voor jou voel”.
En dan is het stil.
Net zo stil als op de Dam.
Zelfs de duiven zijn verbaasd.
De klok slaat
en klinkt luid op het verlaten plein.
Het plein waar velen samen hoorden te zijn.
Vijf mei vieren wij met juichkreten.
Vier mei herdenken wij
om niet te vergeten.
Herinneringen zijn er en horen bij mij. Net zoals bij iedereen. Herinneringen kunnen mij overvallen, of ik het wil, of niet. En soms moet ik herinneringen toelaten. Ze zijn een onderdeel van mijn bestaan. Het leven er is om geleefd te worden, in al zijn facetten. En daar ga ik voor. “Hoop is het leven van de toekomst”.
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 2344 keer gelezen
Vorige berichten
Grenzen verleggen
Twee dingen zijn belangrijk om je eigen grenzen te verleggen : je lichaam in goede conditie en een sterke geest. Je zult dus goed getrainde spieren moeten hebben. Ook doorzettingsvermogen, dat heb ik duidelijk gezien bij de grote wielerkoersen die op tv werden uitgezonden. Bijvoorbeeld de tijdrit, waarin iedere seconde telt. Voordat de renner start zit hij al een tijd warm te draaien op zijn fiets. Het is belangrijk dat zijn spieren goed opgewarmd zijn voor hij aan deze snelle rit begint, zodat hij meteen de vaart erin kan zetten. Na de rit neemt hij opnieuw plaats op een fiets om de verzuring uit zijn benen te fietsen en om blessures te voorkomen.
Je kan ook niet bang aangelegd zijn. Ik heb afdalingen in bergetappes gezien, waar ik op de snelheidsmeter van de motor die achter de renner reed, snelheden zag die wij met de auto op de snelweg halen. Bijna 100 km, doodeng. Een verkeerde manoeuvre en je kan zo in het ziekenhuis belanden. Uiteraard zijn wij maar amateurs en bovendien te oud hiervoor, maar ook wij kunnen onze grenzen verleggen. Een goede conditie valt op te bouwen. Maar hoe zit het met de durf? Ik heb al decennia lang last van hoogtevrees en daar komt maar weinig verandering in. Ik weet dat dit in mijn hoofd zit. Als ik een borstwering of hoge rand voor me heb in een toren, durf ik wel over de rand te kijken en kan ik ook van het uitzicht genieten. Achter glas, zonder rand voel ik me niet veilig en blijf ik op gepaste afstand staan.
Ook maakt het uit of ik nog terug kan. Dat was bij het fietsen over de drukke en hoge Brienenoordbrug niet het geval. Ik kon dus niet meer terug. De zon scheen op het water van de Nieuwe Maas aan de linkerkant en rechts zag ik in de diepte het Feyenoordstadion liggen, dat ging nog wel goed. Toen ik de brug ging afdalen en het fietstempo ook nog eens hoger was, begon ik bijna om mijn moeder te roepen, zo bang was ik. Voor geen goud wilde ik aan het eind van die dag weer terug over die brug terugfietsen naar Rotterdam. Mijn maatje moest door mij dan ook vele kilometers omfietsen, zodat we bij Ridderkerk met de pont het water konden oversteken en zo terug naar het hotel.
Bij het daten heb ik pas geleden ook een keer geprobeerd mijn grenzen te verleggen. Eigenlijk heb ik niks met vissen, maar ik had een interesse-bericht gekregen van een leuke man die als hobby vissen heeft. Ik heb hem uitgenodigd om dicht bij mijn huis een keer een paar uurtjes te komen vissen bij onze mooie, grote visvijver. Helaas is dat niet doorgegaan, hij viste liever alleen, in alle rust, bij zijn eigen mooie visstek. Ook had hij bij nader inzien niet veel op met mijn hobby's. Een afspraak is er dus niet van gekomen. Maar ik geef de moed niet op, ik sta open om ook andere hobby's uit te proberen, mits ik het durf natuurlijk...
Recepties bij jubilea of afscheid: een noodzakelijk kwaad?
Het bedrijf, waar ik gewerkt heb besteedde destijds veel aandacht aan de jubilea van haar medewerkers en medewerksters. Tegenwoordig is de bedrijfscultuur sober geworden, en langdurige dienstverbanden komen steeds minder voor. In de laatste jaren van mijn dienstverband kregen ouderen vaak een aanbod om vervroegd met pensioen te gaan, iets wat ze gelet op de financiële consequenties dikwijls maar al te graag accepteerden. Zij kregen 80 % van hun bruto salaris en dat resulteerde in 90 % netto. De grote vrijheid lokte, en evenzo het benutten van die vrije tijd nu men nog een redelijke gezondheid had.
Ik maakte ook dankbaar gebruik van de 55plus regeling, en ik kon op een leuke manier afscheid nemen met een receptie. Bij mijn afscheid kreeg ik onder anderen een fototoestel als cadeau, dat heb ik vaak gebruikt om foto’s te maken van afscheidsbijeenkomsten van andere (ex-) collega’s. Als ik uitgenodigd werd voor zo’n receptie en er naar toe ging vielen mij een paar dingen op. Het programma voor die bijeenkomsten was gevuld met toespraken, drankjes, hapjes, attenties voor de jubilaris of aanstaande pensionado maar vooral door ontmoetingen met oude bekenden: “Verrek, zeg kerel ben jij dat?”.
Evenals bij een afscheid vanwege een overlijden worden bij een jubileumviering of een bijeenkomst omdat iemand het bedrijf wegens pensionering verlaat in de toespraken vrijwel uitsluitend positieve dingen aangereikt. Hooguit stippen de sprekers een kleine faut pas aan, maar altijd met een stukje humor. Niet iedereen verstaat de kunst om zo’n toespraak te schrijven en te houden. Intussen worden hapjes en drankje in min of meer overvloedige mate aangereikt en geconsumeerd. Er zijn mensen die alleen daarom allerlei recepties afstropen..
De jubilaris / pensionado krijgt vervolgens een cadeautje van zijn collega’s, het bedrijf had al voor een passende beloning gezorgd. Eigenlijk begint daarna het belangrijkste deel van de middag: het elkaar ontmoeten. In het verleden waren er behalve de genoemde “feestjes” ook nog nieuwjaarsessies. Die verliepen ook volgens een protocol, zij het dat daarvoor meestal de ochtend ingeruimd was. De directeur hield een toespraak, waarin hij (later werd het een zij) de aanwezigen bedankte voor hun inzet in het afgelopen jaar en vooruitblikte op wat er in het nieuwe jaar gepland werd.
De nieuwjaarsessies werden ook druk bezocht door gepensioneerden. Een chef – pensionado had dan de gewoonte op iedereen die onder zijn bewind actief was geweest af te stevenen met de woorden: “Jou heb ik nog niet gehad!”, gevolgd door de welbekende handdruk. Ontwijken hielp geen zier, de man speurde je feilloos op tussen de honderden aanwezigen. Als je ooit op niet al te goede voet stond met deze baas voelde het dubbel, dat hij nu zo enthousiast voor de dag kwam.
Is het begrijpelijk dat een aantal jubilarissen / aspirant pensionado’s niet kozen voor een officieel afscheid maar alleen op hun afdeling met de directe collega’s een borrel dronken?
Onwillekeurig denk ik dan aan de rouwadvertenties waarin staat, dat het afscheid in besloten kring plaats heeft gevonden.
Is een jubileum / afscheid in de traditionele vorm wel leuk? Of ziet / zien degene(n), om wie het gaat en die het moeten organiseren er tegen op? Hangt het er misschien van af, of je het leuk vindt om een keer in het middelpunt van de belangstelling te staan waar je vroeger niet zo op de voorgrond trad?
Het is heel essentieel, of je bij zo’n bijeenkomst alleen of met een partner bent. Datzelfde geldt nog sterker bij algemene bedrijfsfeestjes. Voor singles zijn bedrijfsfeesten waar partners wel maar goede vrienden niet mee mogen doen geen pretje. Of juist wel? Dit is dé kans om net die collega, waar je in stilte al een oogje op hebt in een informele sfeer te ontmoeten…
Fietsen of wandelen?
Het komt mij zo voor dat we het dating gemeenschap kunnen onderscheiden in fietsers enerzijds en wandelaars anderzijds. Weliswaar zijn er ook leden die zowel wandelen als fietsen op hun to-do-lijstje zetten, ze zijn fluïde zogezegd, maar dat zijn er denk ik niet zoveel. Nu zit ik als Wandelaar ook wel regelmatig op de fiets, maar dat is dan met een doel, de fiets als vervoersmiddel. Een Fietser fietst om het fietsen zelf, om het plezier dat fietsen verschaft. Van het voorbijglijdende landschap, de eeuwig vliedende horizon, van wind om de oren, van bikkelen bij tegenwind. Knap als je zowel Wandelaar als Fietser kan zijn, want het zijn twee verschillende werelden.
De wandelaar is niet gehaast, voor hem (m/v) geen hartritmemonitor, snelheidsmeter en andere prestatiegadgets. De wandelaar is sowieso niet erg van de gadgets. Want dat is de meest kenmerkende eigenschap van wandelen: je hebt er niets meer dan je eigen ‘benenwagen’ nodig, Meer autonomie kun je niet hebben en voor wandelaars is het een gevoel van vrijheid om zonder ballast in een rustig tempo de omgeving te ervaren. Hoewel... menigeen is gevallen voor de verleiding van de Stappenteller, maar dat terzijde. De wandelaar is van alle tijden, h was er al voordat het wiel werd uitgevonden,. Oms bewegingsapparaat is optimaal afgestemd op de uiteenlopende omstandigheden die van nature op aarde voorkomen. Van rul zand tot rotspartijen, kom daar maar eens voor met de fiets.
De fietser beziet de wereld op een iets abstracter nivo. Aan de kleinere details gaat hij al peddelend voorbij. Eens even ergens bij stilstaan is voor de fietser al helemaal niet weggelegd, nee, de fietser kijkt alweer verder, want zijn vervoersmiddel houdt niet van oneffenheden. Het is in hoge mate afhankelijk van een min of meer effen en verhard lint waaroverheen de wielen kunnen rollen en een kei of scheurtje in het wegdek kan fataal zijn. De blik dient altijd vooruit gericht te zijn, maar met die vooruitziende blik legt hij dan wel grotere afstanden af en overziet een groter gebied. Heeft hij daarmee ook ook méér gezien, of een rijkere ervaring opgedaan? Daarover kan je natuurlijk twisten, het is vooral ánders. In mijn optiek is wandelen een meebewegen met de natuur, met gebruikmaking van onze natuurlijke aanleg. Het fietsen is – letterlijk - een uiting van het vooruitgangsdenken, de maakbare wereld, die ons afhankelijk maakt van technologie, maar waardoor ook onze horizon wordt verbreed.
De fiets kun je zien als een van de grote verworvenheden van de industriële revolutie, in de 19e eeuw tot ontwikkeling gekomen, ruwweg in dezelfde tijd dat ook de automobiel ontstond. In een tijdsbestek van zo’n 50 jaar ging het van Draisine (loopfiets) naar Safety Bicycle, het oermodel van onze fiets-met-ketting. Daarvoor moesten wel wegen worden aangelegd; de natuur, die we nu dus infrastructuur noemen, ging grondig op de schop om de vooruitgang mogelijk te maken. De evolutie van loopvermogen heeft wel ietsje langer geduurd. Het verschil is dan ook dat daarvoor de mens zelf, en nog niet de wereld, werd aangepast.
Wij hebben nu de keuze. De fietser kan zich uitleven met een fraai stukje moderne technologie, al dan niet met carbon frame, al dan niet met trapondersteuning. En voor de wandelaar is er gelukkig ook nog genoeg te beleven in dit mooie land en laten we hopen dat dat zo blijft.