Overwegingen bij een kater
vrijdag 23 juli 2021
Er zaten te veel muizenissen, slangen, katers, ratten en angsthazen in mijn hoofd. De hoogste tijd dus om naar schildpadden te gaan kijken, geschilderde schildpadden bedoel ik. Op een schilderij van Oskar Kokoschka komen ze langzaam, langzaam tevoorschijn uit de klodders en vegen verf, de twee kolossen. Oskar zelf kwam niet langzaam tevoorschijn: Hij paradeerde door de stad met een levensgrote pop, in zijn opdracht gemaakt naar het evenbeeld van Alma Mahler. Ze was de zijne geweest. En nu miste hij haar.
Het begon met een plaatje. Zoals zoveel met een plaatje begint, of zou kunnen beginnen. Het plaatje was op Facebook gezet door Kunstmuseum Den Haag - waardoor het logisch leek om juist naar dat museum af te reizen. Eindelijk weer! Schitterend gebouw, ontworpen om te imponeren. Die ingang, die lange lichte glazen gang! Maar eerst at ik een boterham op een doodgewoon bankje bij de vijver, waar ik verzuimde om een plaatje te schieten van de schildpad die over de rand kwam kijken. Ik keek naar het gebouw, en naar die gang waar ik straks zou mogen lopen. T-shirt jurkje van dunne, zwarte wol, grijs groene barefoot-schoenen; in deze entree klopt het plaatje in mijn hoofd, het plaatje dat mij laat zien wie en wat ik ben. Geen gala-vrouw. Gala is voor het toneel, om me een andere vrouw te laten voelen en daardoor beter te kunnen zingen. Gala wás voor het toneel; ik heb het immers opgegeven, dat zingen. Met terugwerkende kracht val ik steeds meer samen met de rol die ik vervulde bij ´mijn´ Theaterkoor: Tekstschrijfster, voordrachtskunstenares, vat vol ideeën en, na de nodige lessen, steeds meer zangeres. Het koor bestaat niet meer - wat helemaal goed is. Het is zelfs goed dat Corona het mes heeft gezet in mijn Leidse koor-plannen. Zo langzamerhand begin ik blij te worden dat ik al een jaartje ouder ben…
Opdat ik mij niet zou verliezen in de Donkere Blik van Chaissac of in een zeegezichtje van Mondriaan, vroeg ik bij de informatiebalie aan het einde van de lange gang naar de Reuzenschildpadden. De vrouw wist het niet. Hier? In dit museum? Ze bladerde in een dikke catalogus. Geen Reuzenschildpadden. Ze ging het elders vragen. Geen Reuzenschildpadden. ¨Helpt het als ik het objectnummer geef,¨ vroeg ik. Jawel, dat zou kunnen helpen. Ik had het schilderij toch maar even opgezocht, ik heb immers het soort hersens dat mij in de trein naar het verkeerde museum laat stappen. Het hielp. Boven, bij de modernen, daar hingen ze. Vriendelijk de weg gewezen door een museum-vrouw die verliefd werd op mijn schoenen - en op mijn manier van lopen - stond ik dan toch voor de Reuzenschildpadden. Eindelijk. Hoe kwam ik er eigenlijk bij dat ze zouden glanzen? Ach ja, het glanzende plaatje. Ze straalden het moedeloos makende, onverzettelijke optimisme uit dat oudere mannen soms als hun schild gebruiken. Twee keer knipperen en de dieren zijn onzichtbaar; een vlak vol klodders en vegen verf in een barokke omlijsting. Zo mooi. Zo zou ik willen schrijven.
Een verhaal schrijven is niet moeilijk. Het hoeft niet eens zo heel goed geschreven te zijn om gewaardeerd te worden, om een aardig, glanzend plaatje te zijn. Een vlak vol klodders en vegen schrijven en de lezers zelf het verhaal laten ontdekken, dat is wel moeilijk. Het vereist moed - en een perfecte schrijftechniek. Het vereist vooral moed.
Dit is een datingsite. Een soort club voor mensen die elkaar niet kennen en die de club verlaten zodra ze wel iemand hebben leren kennen. Meer specifiek, de opzet van de club is: Je wordt als alleenstaande lid en je vertrekt als de levensgezel van een ander lid. Vertrekken omdat de club - wie dat ook moge zijn - je verblijf ongemakkelijk heeft gemaakt, of omdat je het jezelf wel erg moeilijk hebt gemaakt, slaat gaten in de club. Katergaten. Mijn kater van vandaag is mijn gebrek aan moed: Een vlak vol klodders en vegen zonder duidelijk verhaal, zonder omlijsting. Te laat om het te herschrijven tot een aardig, glanzend plaatje.
geplaatst door RodeJas - 2547 keer gelezen
Vorige berichten
GemEenZaam
Eenzaamheid is een probleem, dat sinds 2019 best wel gestegen is. Hoeveel en bij wie het gestegen is,daarover verschillen de meningen, maar het was in 2023 minstens elf procent (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/39/1-op-de-10-mensen-sterk-eenzaam-in-2023)
Mijn jongste kind is op zichzelf gaan wonen in 2020 en kort daarna is ook nog haar vader overleden, dus ook in mijn persoonlijk leven is de kans op eenzaamheid gestegen sinds 2019. Nu ben ik iemand die zich zelden verveelt en nog goed gezond is, maar toch zijn er soms momenten dat ook ik geconfronteerd word hiermee. Het ergst lijkt mij als je het gevoel krijgt dat je nergens heen kan.
Een paar maanden woonde ik in een prachtig huis in een forensendorp niet ver van Den Haag, maar ik kende daar echt geen sterveling. Vanwege covid was het mij ook niet toegestaan met lijn E naar Den Haag te gaan waar mijn dochters studentenkamer is. Natuurlijk fiets ik veel en graag maar opeens voelde ik hoe dicht ik al bij een potientiele eenzaamheid zat; stel dat mijn fiets gestolen werd of dat mijn been brak, dan zou ik zomaar bij die elf procent komen! Gelukkig ging juist op dat moment de telefoon: "Mevrouw De Optimist, u staat al meer dan tien jaar op onze wachtlijst en er is nu een appartement leeg gekomen in onze GemEenZaamHeid*, wilt u het komen bezichtigen?"
Dat liet ik mij natuurlijk geen twee keer vragen, de bezichtiging was best ingewikkeld omdat we met mondkapjes op meters afstand van elkaar moesten lopen, en bovendien was het twee keer zo duur en drie keer zo klein, maar binnen 48 uur zei ik ja tegen mijn nieuwe avontuur in de GemEenZaamHeid! En nu woon ik hier dan alweer vier jaar naar tevredenheid, kijk uit over de daken van Leidse hofjes en luister tevreden naar het carillion van de Hooglandse kerk.
Vorig jaar werd ik zestig en leidde ik mijn vrienden en kennissen, de meesten totaal onbekend met dit concept, rond en legde uit hoe het werkt in de praktijk. "Kijk, hier zijn kippen en moestuintjes en bloemen, zelf heb ik geen groene vingers maar om toch iets bij te dragen doe ik eens per jaar een hele dag takken in de hakselaar met een koptelefoon op, echt een rotklus die niemand graag doet en waardoor ik me niet schuldig voel, dat ik graag tussen de bloemen en de moestuintjes buiten ontbijt.
Dit is de fitness, en daar wordt dan yoga gedaan en de pingpongtafel staat daar om de hoek bij de zaagtafel! Zijn er nog vragen of is er nog iets anders dat jullie willen zien?" Vragend keek ik rond naar mijn bezoekers. "Is het niet heel erg duur of vervelend om steeds te moeten vergaderen?" Ja, want daar had ik ook nog over verteld, omdat alles democratisch wordt besloten, duren vergaderingen vaak wel tot elf uur 's avonds, vijf of zes keer per jaar. Als bestuurskundige ben ik niet vies van vergaderingen natuurlijk maar echt erg efficient lijkt het niet te verlopen. "Ach, duur, duur, wat zal ik zeggen, goedkoop is anders, maar ik hoef niet meer op een club of een volkstuin erbij te huren, ook hoef ik me niet druk te maken als de wasmachine stuk gaat en tal van dat soort dingen. En bovendien, als er weer covid uitbreekt dan zit ik hier goed, nooit meer eenzaamheid en altijd genoeg liefhebbers om een potje te pingpongen!"
Hebben jullie ook maatregelen bedacht om de eenzaamheid te voorkomen, of is het voldoende om elke dag eens op T2S rond te kijken?
*Officiele naam is natuurlijk ietsje anders:)
Als de rook om mijn hoofd is verdwenen
Dat is een bekend lied van Boudewijn de Groot uit 1969. De eerste 2 regels van dit lied : Valt het je op dat de zon feller schijnt als de rook om je hoofd is verdwenen. Valt het je op dat de wind harder waait, als je hem tegen hebt in plaats van mee. Eigenlijk is dit lied tijdloos, want als we eerlijk zijn, hebben we allemaal weleens momenten dat dingen ons boven het hoofd dreigen te groeien.
Wat mij persoonlijk helpt, is antwoord krijgen op iets belangrijks d.m.v. gerichte vragen te stellen. Ik hoop dan een duidelijk antwoord te krijgen, zodat die rook om mijn hoofd echt verdwijnt. Ik krijg hopelijk meer grip op iets, of beter nog, ik kan de kwestie afvinken, zodat ik het niet meer hoef te onthouden en van me af kan zetten. Mijn beste vriendin zit anders in elkaar : ik vraag het wel als het zover is, dat is vroeg genoeg, zei ze. Voor mij gaat dit niet op, gaf ik haar als antwoord. Ik ben bang dat ik het vergeet, plus dat ik liever niet te lang in onzekerheid wil blijven, zeker met belangrijke zaken.
Maar wat is nou wijsheid? Maak ik me te druk over iets, wat misschien zonder mijn vraag ook wel op zijn pootjes terecht komt? Misschien wordt die vraag verderop in het gesprek beantwoord, zei ze ook nog. Onmiddellijk komt er een "maar"... in me op. In een persoonlijk gesprek kan ik meestal geen dingen opschrijven om later te vragen, dus word ik onrustig. Ik hoor dan niet meer goed de rest van wat de ander zegt. Aan de andere kant besef ik goed dat iemand onderbreken niet zo fijn is voor degene die me net iets aan het vertellen is.
Hoe los ik dat op? Bij de dokter of een belangrijke instantie kan ik iemand meenemen die met me meeluistert, maar in een persoonlijk gesprek gaat dat niet op. Dan blijft die vraag me kwellen, daar heb ik moeite mee. Ik heb er het volgende op bedacht. Op een gegeven moment las ik toch een moment in waarop ik zeg : als ik je goed begrijp wil je dit zeggen... De ander kan er dan nog op terugkomen of er nog iets aan toevoegen.
Is dit nou het gevolg van mijn gevorderde leeftijd? Als ik eerlijk ben, heb ik al veel langer last van het vast moeten houden van een vraag of een directe reactie ergens op. Ik moet gewoon op mijn handen gaan zitten en proberen de concentratie van het gesprek vast te houden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe gaan jullie hiermee om?
Over sokken enzo
De al wat oudere man van nu heeft het niet makkelijk. Is hij zijn hele volwassen leven door om het even welke vrouw beschimpt vanwege zijn hoog opgetrokken witte sokken, nu verachten jonge vrouwen hem vanwege zijn enkelsokken. Kijk naar ons, roepen ze, kijk hoe wij dat doen, hoge witte sokken dragen! Ach, hoe vaak is hij wel niet afgewezen omdat hij bij een date fier zijn witte sokken droeg?
Nog niet zo lang geleden, op een veel te warme dag, had ik een wandeldate met een man die speciaal voor de gelegenheid zijn onzichtbare sokken had aangetrokken. Nou was deze man een ervaren wandelaar, hij wist dus dat zijn ijdelheid zere voeten zou opleveren. Soms zijn zere voeten niet erg - en soms dus wel. Als de beloning uitblijft, bijvoorbeeld. Had ik zijn kuiten niet genoeg bewonderd, of deed het er niet meer toe of ik hem aantrekkelijk vond of niet? Hoe dan ook, op een bankje aan de bosrand trok hij zijn onzichtbare sokken uit en verving ze door functionele wandelsokken, sokken tot boven de enkel. Ik keek gebiologeerd toe - wat hij niet zo leuk vond, geloof ik. En ik? Ach, ik wilde alleen maar weten of ik de gedachte kon verdragen om zijn teennagels te knippen. Daar heb ik ooit een blog over geschreven. Maar toen, tijdens die wandeling, was het te warm om er een samenhangend verhaal van te kunnen maken…
Bij gebrek aan geschikte wandelingen in het algemeen en aan date-wandelingen in het bijzonder, besloot ik op een ochtend om naar Rotterdam te reizen. In het Natuurhistorisch Museum liep de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ - wat mijn denkhoofd vertaalde als ‘zich herhalende patronen, een rij opeenvolgende gebeurtenissen met één constante factor’.
Op station Rotterdam Centraal hangen twee in oranje werkkleding gehulde mannen de kerstverlichting op: Hoogwerker, trapje, pylonnen, afzethek, afzetlint; dit is andere koek dan de kerstboom thuis. Het is koud in Rotterdam, en het is er vooral veel te druk. Een fietser laat me met een galant handgebaar het zebrapad oversteken, maar de auto naast hem rijdt door, zodat ik stop en alsnog bijna onder de fiets kom. Pas in het Museumpark voel ik me weer op mijn gemak. Het Depot, die gigantische, met spiegelglas beklede bloempot, laat zich prima lenen als testobject bij een date - bedenk ik terwijl ik naar mezelf sta te staren. Zijn we blij om elkaar samen te zien lopen? Besluiten we om de Eerste Kus te vereeuwigen in de bolle spiegels? Maar om mij heen lopen al wat oudere vrouwen, twee aan twee, en ze praten over culturele dingen. Oh ja, de mogelijk toekomstige geliefden lopen natuurlijk langs de zee…
In het Natuurhistorisch Museum ziet de tentoonstelling ‘Stippen, strepen en spiralen’ er kinderlijk uit. Niks zich herhalende patronen. Ik kies voor het best interessante ‘Nationaal Park Rotterdam’. Rotterdam is immers de stad van mijn vader.
Terug op station Leiden Centraal, blijkt ook daar de kerstverlichting te zijn opgehangen. En op het bureaublad in mijn werk/logeerkamer liggen sokken te wachten tot ik er met een gedicht en vrolijk papier een sinterklaascadeautje van maak. Het zijn sokken voor mijn schoonzoons, sokken met fietsen erop, en met treinen. Ik koop graag sokken. Zelf heb ik vierentachtig paar sokken: zomer sokken, winter sokken, hoge sokken, lage sokken, enkelsokken, teensokken, compressie sokken, wandelsokken, te oude sokken, nieuwe sokken - en witte sokken. De witte draag ik voornamelijk ‘s nachts, ook wanneer jij naast, bij, of met mij slaapt. Dan weet je het alvast.