Dagboek vol herinneringen
zondag 10 oktober 2021
Wat ben ik zonder herinneringen. Ik weet wel, dat er verschillend over herinneren wordt gedacht. Dat in een reactie op een eerdere blog het beter is om kalverliefdes in de sloot te laten, omdat het nu oude koeien zijn. Maar herinneringen zijn niet altijd vervelend, zeker niet naar de betekenis van dit spreekwoord luidt: het opvissen van kadavers en verdronken koeien. Er zijn talloze vervelende, droevige, maar ook liefdevolle herinneringen. En ik zou ze om wat voor reden, of ziekte dan ook ze niet graag kwijtraken.
Onlangs heb ik na vijftig jaar de buurkinderen van het gezin wat naast ons woonde weer ontmoet. Acht meisjes en één jongen. De oudste tweeëntachtig en de jongste negenenvijftig. Het was bijzonder iedereen weer te ontmoeten na zo’n lange tijd. Toch voelde het als vanouds, al moest ik wel even diep graven voordat ik iedereen weer herkende in dat beeld van vroeger. En natuurlijk werden er herinneringen opgehaald. Het is ook het enige wat ons bindt na vijftig jaar.
Niet alleen in persoonlijke zin, maar ook in de diverse media worden herinneringen opgehaald. Onlangs de NPO laat beelden zien van 70 jaar televisie. Op facebook worden er van diverse steden foto’s van vroeger getoond. O.a. ‘Ook al weun je d’r niet meer’. ‘Uit een ver verleden’.
Door al de ontwikkelde techniek in de loop der jaren is het mogelijk geweest om alles wat we leuk, of belangrijk vonden vast te leggen. Het is niet enkel meer het geheugen waar herinneringen in liggen opgeslagen. Foto’s uit het verleden, de eerste films die we zelf konden maken. En alles kan nu digitaal verwerkt worden. Massaal maken we dan ook gebruik van die mogelijkheden.
Er zijn eigenlijk twee kanten in mij vertegenwoordigd. Hoewel ik word aangetrokken door het onbekende, word ik aan de andere kant ook aangetrokken door het avontuur. Natuurlijk spelen herinneringen voor nieuwe ontdekkingen daarbij een rol. Fouten gemaakt in het verleden zal ik niet zo snel meer maken. Maar iedere ervaring is telkens weer een andere beleving. Dat houdt het spannend. Maar of ik daten nu nog zo spannend vind. Die bijzondere spanning ligt al een tijdje achter mij. Het nieuwe is er vanaf. En dat is maar goed ook. Nu is iedere nieuwe ontmoeting een mogelijkheid om iemand te leren kennen zonder bijwerkingen van spanningen, van hoopvolle verwachtingen. Ik lees enkele slogans van 50plusmatch in een advertentie: ‘Vindt de liefde van je leven’ en ‘50plusmatch brengt jou weer samen’. Dat laatste klinkt ietwat vreemd. Het woord ‘weer’ zou moeten ontbreken. Maar wie weet vind ik opnieuw nog eens de liefde van mijn leven.
Op mijn eigen website ben ik in opvolgbare blogs het verhaal aan het schrijven over de droom van mijn man: een huis in Frankrijk. Een droom die gerealiseerd is, maar nu alleen nog maar herinneringen zijn, omdat hij er niet meer is. Herinneringen aan hem, herinneringen aan ons beiden. Vanaf het begin heb ik een dagboek bijgehouden van al onze belevenissen tijdens de speurtocht naar een huis, het realiseren ervan en ons leven in Frankrijk. Het is een dik boekwerk geworden. Ik lees en kijk er regelmatig in en ben dan weer helemaal terug op de plek van onze mooie jaren samen. Het verhaal gaat over dit dagboek.
Hieronder een passage uit ‘Ons huis in de Provence’
We zitten op een drempel aan de voorkant van ons in aanbouw zijnde huis. Niks geen aanblik van nostalgie, of romantiek van een typisch Frans oud huis. De buiten kant is grijs evenals de binnenkant, allemaal nog grijze muren en op de vloeren betonkorrels die knerpen onder onze voeten. Er staat in de hal op het noorden een ladder naar de bovenverdieping en uiteraard kunnen we het niet laten die te beklimmen en boven een kijkje te nemen. In mijn hoofd ben ik de twee slaapkamers al aan het inrichten. Hoe de inloopkast naast onze slaapkamer er uit zal gaan zien. Ik zie de ruimte waar de badkamer zal komen en het toilet. Beneden is een L-vormige ruimte en aan de uitstekende leidingen zien we al waar de keukenruimte zal worden gesitueerd. De mistral giert door de nog open ramen en deuren, maar hier op de drempel waar de terrasdeuren zullen komen, zitten we op het Zuiden enigszins uit de wind. Op de weg voor ons komt een tractor aangereden, bestuurd door een man met openstaand hemd, gebruinde huid en een grote glimlach op zijn gezicht. Hij parkeert zijn tractor in de berm, stapt uit, kijkt eens rond en komt dan op ons toegelopen. Hij vraagt of we hier gaan wonen. Hij zegt de omgeving hier goed te kennen. Dat hij aan de overkant van het riviertje een terrein heeft met druivenstruiken. “La Gardette” heet het hier. De weg voor ons heeft eigenlijk geen naam. De aanduiding op de kaart wordt genoemd “Route de Buis les Baronnies”. De D147. Hij vertelt over hoe het riviertje in september 1992 veranderde in een woest kolkende massa en tot een catastrofe leidde. Rivieren in de naaste omgeving overstroomden door het noodweer. In de vijftien kilometer verder gelegen plaats Vaisson la Romaine vernielde de watermassa de historische brug. Hij legt uit waarom grote betonblokken omringd met gaas van staal op de helling van het riviertje liggen. Om de weg tegen overstroming te beschermen. Hij vertrekt en we zien hem een eindje verder naar beneden rijden. Hij steekt de nu droge rivier over en vervolgt rustig zijn weg naar boven, op weg naar zijn druivenranken.
“Wie van zijn herinneringen kan genieten leeft tweemaal” Martialis
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 2279 keer gelezen
Vorige berichten
Zeeman (2)
Lang, héél lang geleden schreef ik dit blog en ik recycle het met veel plezier naar aanleiding van het laatste blog van een ander lid; vandaar de (2). Komtie.
‘Wat vind jij spannend?’, vraagt ze terwijl ze haar been tussen dat van mij inwurmt.
‘Pardon?’ Er zijn natuurlijk genoeg dingen die ik spannend vind, maar we zitten in een openbaar dranklokaal met een goede akoestiek en ze heeft een vrij luide stem. Bovendien is dit onze eerste ontmoeting en ik heb bij mijn weten nog geen signalen afgegeven die erop zouden kunnen wijzen dat ik na een half uur al toe ben aan gewenste intimiteiten als deze. Dus ik kies een veilige route.
‘Ik heb nog niet zo lang geleden The Killing 3 gezien; ik vind deel drie wel weer erg goed ondanks de matige kritieken.’
‘Nee’, kirt ze, ‘je weet best wat ik bedoel.’
Mijn gezicht is een en al vraagteken, maar ze laat zich niet van de wijs brengen. ‘Houd je van lingerie?’ Ik besluit om maar een beetje mee te bewegen. Niet met haar been dat nog steeds terrein wint, maar als in de LOI-cursus ‘Omgaan met opdringerige mensen’.
‘Nou, houden van, houden van, dat is misschien wat sterk uitgedrukt, maar ik ga niet graag de deur uit zonder onderbroek, dus in dat opzicht ben ik er wel op gesteld.’
Ze doet net of ze me niet hoort en begint uit te weiden over haar omvangrijke lingeriecollectie3. Er komen allerlei namen voorbij waarvan alleen die van Marlies Dekkers blijft hangen. Die naam herken ik, omdat ik haar lange tijd heb verward met die van Inge Dekker, een zwemster, totdat iemand me daarop wees. Sindsdien weet ik dat Inge zwemt en Marlies ondergoed maakt.
‘En jij, wat draag jij?, vraagt ze.
‘Ik koop mijn onderbroeken altijd bij Zeeman.’
‘Bij de Zeeman?’ schreeuwt ze, goed hoorbaar voor de voltallige clientèle. ‘Koop jij je onderbroeken bij dé Zeeman?’ Het misplaatste, ik wil niet zover gaan om te zeggen foutieve gebruik van het lidwoord 'de' vóór bedrijfsnamen die zijn afgeleid van een eigennaam, is me al jaren een doorn in het oog: de Bart Smit, de Blokker, de V&D en ga zo maar door. Dat zij het ook doet, brengt ons beslist niet nader tot elkaar. Hoe kom ik in godsnaam van dat been af?
‘Ja, drie voor vijf euro. Ik koop altijd zwarte, dat is in de meest voorkomende gevallen een goede schutkleur.’ Haar been verhuist met een bruuske beweging terug naar haar eigen helft.
Mijn ex zaliger droeg in de winter vaak wollen onderbroeken en zelfs daardoor liet ik me niet uit veld slaan. Het kwam in die tijd trouwens helemaal niet in me op om het woord spannend ook te betrekken op ondergoed. Twee kinderen, twee banen, twee auto’s, twee huizen, twee vakanties, twee poezen en twee cavia’s stonden gedurende enkele decennia garant voor meer dan voldoende spanning in huize Plan B. Van een bh die meer bandjes heeft dan de Erasmusbrug tuidraden zouden we alleen maar in de war zijn geraakt. En bovendien, wat is spannend? De belofte is vaak zoveel spannender dan de vervulling. Dat geile ondergoed laat zo weinig aan de verbeelding over. Het is zo voorspelbaar. Nu weet ik ook wel dat er tussen ondergoed van Zeeman en geile rompertjes nog een wereld te ontdekken valt in lingerieland, maar ik vind het niet direct een onderwerp om de vergadering mee te openen en zeker niet op zo’n broeierige toon.
‘Ik weet niet of ik op een man val die onderbroeken van de Zeeman draagt hoor’, zegt ze. Dit is een vreemd gesprek, denk ik. Vertel mij welke onderbroek u draagt en ik vertel u wie u bent. Als ik weer thuis ben, kan ik het niet laten om mijzelf aan een kritisch onderbroekenonderzoek te onderwerpen, want je moet altijd openstaan voor andere meningen. Maar als ik voor de spiegel sta, slechts gekleed in dat voor sommige mensen blijkbaar cruciale kledingstuk, zie ik geen reden om mijn aankoopbeleid te wijzigen. De Zeeman kan op mij blijven rekenen.
Inmiddels is die laatste zin niet meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Ik koop nu bij Wibra. En natuurlijk is ook dit soweiso allemaal verzonnen. Was het maar waar.
De Lingerie Afdeling
Allemaal uitstappen, we zijn op de lingerie afdeling aangeland!
Al vaker besproken dat uiterlijk een ding is, belangrijk, kleding speelt hierbij zeker ook een rol.
De een zal het liefst een man in overhemden hebben, de ander in een lekker casual T-shirt of leuke sweater. En de ene man heeft mogelijk het liefst een vrouw in een jurk, de ander lekker casual in jeans en leuke top of sweater.
Maar wat daar dan weer onder zit, maakt ook weer uit. En kan ook weer wat zeggen over het soort persoon.
Ik vergeet nooit meer dat mijn man toen ik hem leerde kennen van die ouderwetse witte onderbroeken droeg. Met gulp ook nog?! Hij was toen 26!
Zijn moeder kocht zijn ondergoed en sja, dan krijg je dat blijkbaar.
Dat was heel snel afgelopen, want dat ging mij toch echt 10 straten te ver. Het interesseerde hem allemaal niet zo.
Dat is dus een mogelijkheid, dat iemand iets draagt wat niet aantrekkelijk is maar dat het hem/haar niet kan schelen.
En laten we eerlijk wezen, ondergoed ziet op zich ook niemand anders dan jij.
Lang geleden hadden we leuke buurtjes, ook jonge mensen met jonge kindjes. Ik weet nog dat ik het hier wel eens over had met mijn buuv. Dat ze grapte, “Als er ooit brand uitbreekt en we moeten in ons ondergoed de straat op, staan we goed te kijken!”
Hij had een hele goede baan, maar ze hadden ook 3, en later 4, jonge kids.
Het is dus niet alleen wel of niet geïnteresseerd zijn in wat er onder je kleding zit, geld speelt ook een rol.
Ook leeftijd zal een factor zijn. Misschien in combi met vertrouwde gewoontes van vroeger. Volgens mij dragen veel mensen op leeftijd een hemd. Misschien is dat dan ook nodig voor extra warmte, misschien is het vasthouden aan de gewoonte?
Vroeger toen ik jong meisje was, droeg iedereen een hemd. Maar dat was logisch. In die tijd was er nog geen dubbel glas of geen verwarming, en zeker niet boven op slaapkamers. En de winters waren koud.
Ik weet nog dat ik in de winter niet alleen een katoenen hemd aan kreeg, maar daarover ook een wollen borstrok.
Ik had er een bloedhekel aan, want ik kan niet tegen wol, dus dan had ik heel de dag geprik en gejeuk van dat rotding.
Of volwassenen ook zo’n borstrok droegen, weet ik eigenlijk weer niet. Volgens mij niet.
En dan is er comfort.
Dat is er één die voor mij een grote rol speelt. Ik hou er niet van als iets dan misschien wel mooi of sexy is maar de hele godganse dag prikt, schuurt, zweet of hoe dan ook irriteert.
Ik heb een gevoelige huid die niet houdt van synthetisch gedoe, dus ik val dan toch voor huidvriendelijkere stoffen.
Wat mij qua damesondergoed nog het meest heeft verbaasd eigenlijk is de komst van de zg. ‘reetveter’.
Ik vond dat iets voor af en toe onder een rokje. Groot was mijn verbazing toen mijn jonge tienerdochter ineens geen normale slipjes meer wilde maar g-strings?
Dit omdat alle meisjes dat droegen. Sja… dan kun je natuurlijk niet achterblijven. Maar dat die dingen een blijvertje zouden zijn en ‘normaal’ zouden worden, had ik ergens toch niet verwacht.
Maar niet alleen voor vrouwen, ook voor mannen is er verandering en vernieuwing gekomen in ondergoed.
Ik kan me toch niet heugen in ieder geval dat er vroeger boxers waren. Volgens mij was het al heel wat dat de gewone heren onderbroek in een versie zonder gulp op de markt kwam. En in kleurtjes.
En ergens in de tijd van mijn opa waren er ook nog lange onderbroeken. Ik kan me nog heel ver weg herinneren dat mijn opa die droeg in de winter.
Anno nu is de boxer heel normaal.
Ik vind zelf een man in een strakke boxer het meest aantrekkelijk om te zien.
Er zijn ook van die losse katoenen boxers. Veel Amerikaanse mannen dragen die volgens mij nog altijd.
Eerlijk gezegd lijkt het mij zo oncomfortabel zo’n ding te dragen als man! Je hele lunchpakket hangt dan aan één kant in die boxer, die niet mee rekt, in je broekspijp.
Prettig lijkt het mij dan niet.
En uiteraard zijn er ook strings voor mannen.
Ik weet nog dat ik het wel eens met mijn osteopathe aankaartte omdat mannelijke cliënten dan ook uit de kleren moeten.
Ik vroeg haar of ze wel eens mannen kreeg in een string en hoe ze daarmee omging.
Ze zei dat ze hen dan behandelde, maar wel aangaf dat ze de volgende keer iets anders aan moesten trekken.
Dan lingerie. Ook zo’n dingetje. In quizzen kwam ik nog wel eens tegen dat mannen vroegen hoe je dat zou vinden, als hij lingerie voor jou zou kopen.
Tja, liever niet!
Als manlief iets zou kopen wat hij mooi vindt, maar waar ik me absoluut niet prettig in voel, schiet het toch het doel voorbij. Lingerie is alleen aantrekkelijk en sexy als je je als vrouw er mooi in voelt. Dan geeft het je zelfvertrouwen ook een boost.
Ik weet zelf ook het beste wat mij goed staat en wat niet.
Dus als het op lingerie aankomt, koop ik dat wel zelf! Samen kopen zou een optie kunnen zijn.
Ik denk dat er wel een verband is tussen het type ondergoed en de bovenkleding die iemand draagt.
Maar wat als dat niet zo is en je partner perse iets wil dragen wat jij absoluut niet aantrekkelijk vindt?
Zou het dan ook een dealbreaker kunnen zijn?
Valt reageren ook nog te leren?
Elke vorm van tweezijdige communicatie, verbaal of non verbaal, bij een fysieke ontmoeting of bij digitaal contact, en zelfs bij schriftelijke uitwisseling draait om reacties.
Actie roept reactie op. Als een woord, een mening door iemand uitgedragen niet goed landt bij de luisteraar, de lezer kunnen er verschillende dingen gebeuren.
Een gesprek is een woordenspel, het ontaardt niet zelden in een woordenstrijd. Of er wordt door een van de partijen iets gezegd, wat in het verkeerde keelgat schiet. Soms wordt een uitspraak niet bedoeld om de ander te kwetsen, maar ook komt het voor dat er iets opzettelijk wordt gezegd of geschreven, dat de hoorder / lezer op een verkeerde manier raakt.
Van iemand die heel snel reageert en vooral met een onplezierige uitspraak op de proppen komt wordt gezegd, dat die persoon het hart op de tong heeft. De spreker gebruikt dit ook wel als excuus voor een lompe niet doordachte uitspraak. En dat excuus wordt echt niet door iedereen geaccepteerd.
Voordat ik ergens op reageer probeer ik waar mogelijk mijn woorden goed te kiezen. Bij schriftelijke communicatie gaat dat wat eenvoudiger dan in een “een op-een” gesprek. Wie wel eens een toespraak voor een groter gezelschap moest houden kan zich bedienen van een uitgewerkt verhaal, dan gaat de spontaniteit er een beetje af. Toch kan zo’n uitgewerkte toespraak op papier de redenaar voor veel ellende begoeden.
Er zijn politici die hun uitspraken heel zorgvuldig afwegen en dan nog onderuit gehaald worden door heel kritische luisteraars en commentatoren. Andere sprekers uit de landelijke en internationale politiek blunderen zonder blikken of blozen; soms kiezen zij ervoor een volgende keer een mening te verkondigen, die geheel tegengesteld is aan wat zij aanvankelijk te berde brachten.
Hoe gaat dat bij een gesprek tijdens een date? Ik kan mij niet voorstellen dat iemand gewapend met een blocnootje de ontmoeting met een potentiële geliefde aangaat! Ik zie het al voor me, met een potloodje achter oor geklemd zittend aan het tafeltje in het bruine café. Mijn date zou mij meteen vragen of ik soms bij een krant of roddelblad werk als journalist of schrijver van smeuïge artikeltjes.
Er zijn situaties, waarin het niet verwacht wordt dat iemand reageert of pas reageert nadat de spreker zijn verhaal heeft afgerond. Reageren in een vergadering verloopt heel anders dan antwoorden in een gesprekje bij een date. In een vergadering hoort een voorzitter de touwtjes in de handen te houden. Ik heb veel vergaderingen zowel beroepsmatig als in het vrijwilligersleven bijgewoond, vaak als secretaris / notulist en daarom heb ik ook heel wat voorzitters “versleten”. In het kader van een leergang discussie- en vergadertechniek heb ik ook een les voorzitterschap gekregen. Daardoor ontdekte ik dat er goede en belabberde voorzitters zijn (evenals goede en slechte notulisten). Een vergadering die verzandt in oeverloos gezwam is een ware ramp.
Ik kan pas reageren als ik in een gesprek datgene wat diegene die tegenover mij zit uitgesproken heeft goed beluisterd heb. Helaas betrap ik mij er zelf op, dat ik dan vooral daarop reageer, wat mij geraakt heeft maar niet op dat, waar mijn gesprekspartner mee zit. Dat lijkt een beetje op opportunistisch reageren. Of is het weer zelfbescherming? Doordat ik niet inga op zaken, waardoor ik in een moeilijk parket zou kunnen geraken voorkom ik dat ik dingen noem, die ik eigenlijk voor me wil houden.
Het kan geen kwaad voorzichtig te zijn in zowel de woordkeuze als de keuze van de gespreksonderwerpen. Soms raak ik door een van die keuzes een gevoelige snaar. Maar, dat doen anderen ook bij mij! Ik wens iedereen fijne gesprekken toe en heel mooie reacties…