Vergeet nooit je afkomst
woensdag 20 oktober 2021

Hoezeer iemand ook zijn best heeft gedaan om zijn kennisniveau te ontwikkelen of zichzelf misschien wel een slag in de rondte heeft gewerkt om hogerop te komen, je komt toch uit een bepaald milieu met de daarbij behorende cultuur en opvoeding . Ga ik daar nu een preek over beginnen? Nee, zeker niet. Waarom schrijf ik dan deze blog?
Gisteravond zag ik, halverwege de 2e helft, mijn favoriete Ajax-voetballer, de Braziliaan Antony, het 3e doelpunt voor Ajax scoren tegen Dortmund in de Champions League. De 3 punten en de wedstrijdwinst waren nu zeker en Ajax veroverde ook nog de koppositie in de poule. Waarom is hij mijn favoriete speler? In de praatprogramma's vooraf aan dit soort belangrijke voetbalwedstrijden, wordt soms EEN speler uitgelicht. Wat blijkt ? Antony is in bittere armoede opgegroeid in een favela. Een favela is een krottenwijk in Brazilie, waar de mensen die er wonen bijzonder weinig kans hebben op goede scholing of een uitstekend betaalde baan om zich uit de armoede te werken. Talloze jongens in deze favela's doen hun uiterste best een talentvolle voetballer te worden. Ze hopen daarna door een voetbalscout ontdekt te worden en vervolgens bij een mooie, grote club te mogen voetballen. Uiteraard zijn er maar enkelen die dit lukt. Antony is een daarvan.
Hij heeft zijn riante inkomen voor een groot deel gebruikt om zijn hele familie uit deze favela te krijgen en huizen voor ze gekocht in betere buurten. Is dat dan zo bijzonder, als je zoveel geld verdient? Ja, dat vind ik bijzonder. Er zijn genoeg voetballers die zich wentelen in hun roem, rijkdom en weelde. Zij kopen soms dure landhuizen met veel grond en grote garages, waar dan meerdere peperdure bolides in staan. Die auto's kosten per stuk al meer dan een zeer behoorlijk huis, zeker in een land als Brazilie. Maar het mooiste aan Antony vind ik, dat hij de naam van de favela waar hij vandaan komt, ergens op zijn lichaam heeft laten zetten d.m.v. een tatoeage. Hij wil door deze tatoeage nooit vergeten waar hij eigenlijk vandaan komt. Ik kijk daarom dwars door zijn wit/blond geverfde haren en stoere uitstraling heen.
Ik zal ook niet zo gauw vergeten dat Gerrit van der Valk in een interview lang geleden er beslist geen doekjes om wond dat hij in zijn leven als scholing maar 3 jaar lagere school heeft gehad. Hij moest als jochie van 9 jaar oud, op een stoel staande, urenlang afwassen in de keuken van het restaurant van het hotel. Door zijn arbeidsethos en later natuurlijk ook zijn zakelijk inzicht heeft hij zich opgewerkt tot mede-eigenaar van alle van der Valk hotels. Er kwamen er, onder zijn leiding, steeds meer bij, zodat er nu een grote keten van deze hotels is, tot in het buitenland aan toe. Hij heeft er nooit over opgeschept. Wel zei hij dat hij uit een grote familie kwam en als doel had iedere neef of nicht de leiding te geven en te gunnen over een eigen hotel binnen deze hotelketen
Best veel belangrijke politici, filmsterren en bekende musici kicken op macht en status, zeker als ze doorbreken, bekend en beroemd zijn. Daarover gaat ook de songtekst van Peter Sarstedt : Where do you go to my lovely. Zijn lied gaat over een beroemde vrouw, die zich omringt met de rijken der aarde, maar oorspronkelijk uit een van de achterbuurten van Napels komt. Haar jeugdvriend weet dit allemaal nog precies en herinnert haar daaraan in dit lied. Ik citeer voor jullie het refrein :
Where do you go to my lovely,
when you're alone in your bed?
Tell me the thoughts that surround you
I want to look inside your head.
geplaatst door sixty - 2171 keer gelezen
Vorige berichten
Volgens het boekje
Verliefdheid en liefde is niet hetzelfde, dat is algemeen bekend en best wel een dingetje. Maar waar precies de grens ligt, daarover verschillen de meningen. Er zijn mensen die beweren, verliefdheid is iets tijdelijks, dat voornamelijk door hormonen aangedreven wordt. Liefde is dan iets eeuwigs, of op zijn minst iets dat een stuk langer duurt dan verliefdheid. Nou ga ik daar eens een boekje over opendoen ... en deze stellingen testen aan mijn eigen observaties! Voor de veiligheid neem ik even mijn overleden partner, ik denk dat hij ook weleens meeleest, maar hij zal niet gauw klagen. Toen ik hem voor het eerst zag, dertig jaar geleden op een donderdagavond in april, was ik direct zeer van hem gecharmeerd. Ik had op dat moment een partner, die al met hem bevriend bleek te zijn, en aangezien ik van de oude stempel ben, was er dus geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om iets bij hem te proberen. Maar ik ontdekte al op die allereerste avond, dat hij erg hield van dansen en zwemmen, net als ik. Het leek me dat samen dansen en zwemmen niet al te veel kwaad kon. Maar ik zwom altijd 's ochtends in Oost en hij 's avonds in Zuid, dus het kwam er niet van tegelijk te zwemmen. Voelde ik toen al liefde? Dat denk ik eigenlijk wel. Direct al voelde ik dingen, dat ik graag bij hem was en hem ook wat wilde beschermen, want het was zo'n Dromer.
Zeven jaren lang kwam hij bij ons over de vloer, op feestjes, barbecues in het park, met de sloep over de grachten en ook kwam hij ons helpen als er geverft moest worden of onkruid uitgetrokken en zo. Voelde ik toen al verliefdheid? Niet echt denk ik, ik was altijd druk met dingen en hielp hem ook af en toe, maar er gebeurde niets gevaarlijks verder. Op een dag echter was het klaar met mijn partner, die remigreerde naar Denemarken en toen was ik dus single, wat ik toen ook geen punt vond -ik kon eindelijk weer gerechten koken die hij vies vond en die houten vloer leggen waar hij op tegen was geweest.
Maar er veranderde iets bij deze Dromer. Hij ging me elke vrijdagavond bellen en had opeens steeds concertkaartjes over, dus dat was reuzefijn. Voelde ik toen verliefdheid? Eigenlijk nog niet, ik voelde nog steeds dezelfde liefde als de voorgaande zeven jaar. Maar toen gebeurde er iets heel grappigs. Er was een etentje met een groepje vrienden en ik kwam ruim een half uur te laat binnen en ging me omstandig verexcuseren tegenover alle aanwezigen voordat ik ging zitten. Terwijl ik zat, hoorde ik achter me een deur piepen. Ik draaide me om en daar stond hij, in een hele andere outfit, en lachte naar me.
Opeens gebeurde het, het was net zoals bij kindertjes in Frankrijk die de heilige maagd zien, ik zag opeens heel iets nieuws in hem!
Ja, dat was verliefdheid, het kwam gewoon als een bonus er bovenop, want die liefde, ja die was er allang al. Kortom, het ging weer helemaal niet volgens het boekje, en dat overkomt me wel vaker! Was het iets tijdelijks, die verliefdheid? Ik herinner me wel dat we zware tijden gehad hebben, onze werktijden liepen niet synchroon, er kwamen ook financiele problemen bij. Het kwam er eigenlijk op neer dat we elkaar nog nauwelijks zagen en als we elkaar zagen, moesten we steeds een of ander probleem oplossen. De verliefdheid sneeuwde hierdoor wel een beetje onder. Maar af en toe hadden we een vrij weekend, en ja, dan kwam gelukkig die verliefdheid weer terug:)
Dus als ik dit zo beschouw, dan ligt die grens tussen verliefdheid en liefde bij mij vooral in het hebben zorgeloze vrije tijd, ook weer niet volgens het boekje! Gelukkig ben ik een veelschrijver en kan mijn eigen boekjes schrijven:)
Veilig voelen
Geborgenheid
Soms gebeuren er dingen in het leven, verdrietige, maar ook zorgwekkende situaties die onverwachts je leven binnen vallen. Dikwijls in het verleden, kroop ik dan achter mijn computer en begon te schrijven. Niet altijd voor de openbaarheid geschikt, maar ik kon de woorden vinden. Afgelopen periode is mij dat niet gelukt. Mijn gedachten tolden en beelden in mijn hoofd liepen over. Wanneer je gaat schrijven, is het nodig om met woorden zinnen te vormen. Zinnen die pas ontstaan nadat je de gedachten over een onderwerp, of een gebeurtenis ordent en vastlegt. Hetzij op papier, of d.m.v. de letters op een toetsenbord. Echter gebeurtenissen worden door de zichtbaarheid van het geschrevene extra bevestigd, worden meer werkelijkheid. Het maakte mij alleen maar angstiger en verdrietiger. Ik kon de woorden niet vinden.
Anders is het bij de taalcursisten die proberen nieuwe woorden en de betekenis daarvan in een voor hen andere taal te leren. Het enthousiasme waarbij ze dit doen, ondanks de moeilijke situatie waarin ze soms verkeren, geeft mij de energie om ze daarin te ondersteunen. Onlangs vertelde een Syrische vader mij, dat de vrouw van zijn zoon, die bij hem verblijft, door een ongeluk in Syrië was overleden. 23 Jaar oud. Over twee maanden zou ze naar Nederland zijn gekomen. “Mijn zoon doet niets anders dan huilen” vertelde hij. Vaak zijn gezinnen nog niet compleet en verblijven de partner en eventuele kinderen nog in het onveilige land. Ieder geval is apart, hoe de discussie over immigratie op dit moment ook wordt gevoerd. Ieder mens wil zich geborgen en veilig voelen.
Tijdens een taalcursus vroeg ik aan de cursisten om een verhaaltje te schrijven. Eén van de cursisten schreef: ‘Ik kwam aan op een station in Nederland. Het was een raar gevoel. Ik wist niet waarheen en kon niemand verstaan. Ik hoorde mensen praten en lachen en wist niet waar ze het over hadden. Maar nu ben ik gelukkig. Mijn gezin is bij mij. We wonen in een klein huis. Het huis heeft een prachtig dak.” Deze zin intrigeerde mij en heb hem er naar gevraagd. Hij wilde ermee zeggen, dat hij zich veilig voelde.
“Thuis is denk ik, slechts het idee van een kind. Een huis in de nacht, en een lamp in huis. Een plek om je veilig te voelen.” Quote van V.S. Naipaul
Wanneer de wind rondom het huis waait en de regen tegen de ruiten klettert voel ik mij binnen veilig, ook al leven we in de tegenwoordige tijd in een onzekere wereld. Ik voel mij geborgen achter de gesloten gordijnen. Veilig onder de deken in mijn warme bed. Dikwijls denk ik nog aan de tijd dat mijn man en ik nog samen waren. Aan het veilig en geborgen voelen naast hem. Het gaat niet alleen om die arm om mij heen, maar weten dat er iemand is die vertrouwd is, waar je je zorgen, angsten en verdriet bij kwijt kunt. Dat is wat ik nu wel mis nu ik alleen ben.
Geborgen voelen, net zoals ik als kind mijn handje in mijn vaders hand legde.
Mijn vader
Mijn grote sterke beer, dat kind in mij hoe ik je zag.
Jij liet de wereld aan mij zien,
een buiten dat nog geheel voor mij open lag.
Jij kon dan weliswaar niet alles voorzien,
je begon mij te leiden over mijn levenspad.
Nam mijn handje in jouw grote hand,
leerde mij hoe bloesems appels worden,
de blaadjes tellen van het klaverblad.
Ik schaterde toen je nadeed hoe varkens knorden.
Samen op de schommel aan de appelboom.
Hoger papa, hoger in de lucht, ik kan er bijna bij!
uit ‘Wolken die gedachten toveren’
Liefs,
Monique
Dag huis, hallo huis
Heb ik alles bij me? Even checken, ja, alle sleutels, paspoort, portemonnee voor boodschappen, alles is aanwezig. Op weg naar de auto ontmoet ik de nieuwe buurvrouw met hond, even kennismaken en dan gauw naar de auto want de tijd tikt door. Oei, bevroren ramen dus gauwgauw krabben en de blower op volle toeren en op weg. Vlakbij huis gaat mijn mobieltje maar die moet even wachten, het is vast de makelaar. Voor de flat is ruim plaats voor de auto en voor de laatste keer open ik de algemene voordeur, de lift is er al dus meteen naar boven. In de flat zijn de makelaar en twee jongere mannen, even kennismaken en dan de flat doorlopen, ondertussen vertel ik wat over mijn ervaring gedurende de afgelopen 19 jaar en bewonderen we het heldere uitzicht, het is als altijd boeiend, zodat ook de koper onder de indruk is.
Er staan nog wat vergeten spullen in een klein kastje dus we nemen alles mee naar buiten, voor de laatste keer draai ik de deur op slot en brengen alles naar de auto. Nog even een kijkje in de berging kijken en dan naar buiten, voor de laatste keer als bewoner.
Bij de notaris is het veel verplichte ambtelijke taal, gelukkig met een cappuccino erbij en dan is het moment daar en geef ik alle sleutels af en ga ik naar buiten.
Nu eerst wat boodschappen doen, ook een paar gebakjes want het is toch een mijlpaal, een nieuwe fase in mijn leven en die ga ik vieren met mijn dochter en kleinzoon. Dan rijd ik de inmiddels al wat bekende route op weg naar mijn nieuwe woning, ik parkeer en neem de boodschappen mee. Ik doe de deur van het slot en loop naar binnen, het is er warm en licht, en ik denk terwijl ik alles opruim: het is goed zo, dit voelt als thuiskomen.
Wat zal ik hier gaan meemaken, welke ervaringen zal ik hier opdoen, hoe zal het voelen in alle jaargetijden? In de toekomst kan ik niet kijken maar ik heb al wel wat koolmeesjes en roodborstjes gezien en dat was een prachtige binnenkomer.
Voor de rest ligt veel aan mijzelf en ik neem mij voor om open te staan voor wat er op mijn pad gaat komen.
En wie weet is er hier in de buurt wel een leuke loslopende buurman………. Ach, dat heeft nu niet mijn prioriteit, eerst maar de verhuisdozen uitpakken!