Een flinke strandwandeling
zaterdag 27 november 2021
Met de auto ben ik in 12 minuten van mijn huis bij de parkeerplaats bovenop het strandplateau bij Castricum. Vanaf 01 november veranderen de helft van de invalide parkeerplaatsen daar in gratis kort parkeren, maximaal 3 uur. Het zijn maar een stuk of tien parkeerplaatsen, dus je moet net mazzel hebben dat er een plaats vrij is. Ik was er om 10.00 uur in de morgen en ik had het geluk dat er net iemand uit kort parkeren wegreed. Dus de parkeerschijf ingesteld en daarna kon ik vanaf de parkeerplaats zo naar het strand beneden lopen.
Het was eb, er was een breed stuk strand met hard zand, dus goed te belopen met goede wandelschoenen aan. Ik besloot die kant op te lopen waar ik nu lekker de zon in mijn gezicht had, dat was richting Heemskerk. Het was 2 weken terug dat ik daar was en er zwommen op dat tijdstip nog 8 mensen in zee, terwijl ik al een dikke jas aanhad. Er liepen veel mensen met honden, want de honden mogen na 1 november ook weer overdag uitgelaten worden op het strand. Ik zag zelfs een honden uitlaatservice. De dame had ongeveer 10 honden aan de lijn. Het uiteinde van de lijn die ze vasthield was zodanig kunstig in elkaar gevlochten, dat de afzonderlijke lijnen niet met elkaar in de knoop raakten. De honden liepen als het ware in het gelid met haar mee, leuk om te zien.
Af en toe stoof er een mountainbiker over het harde zand voorbij. Op een gegeven moment zag ik een hele groep mountainbikers tegelijk aankomen, goed zichtbaar, doordat ze allemaal een geel reflecterend hesje droegen. Ik ging voor de zekerheid maar even aan de kant. Het strand langs de vloedlijn was wonderbaarlijk schoon, het enige wat er lag waren schelpen en een soort fijnmazig wier, van een beige kleur. In dat wier liepen kleine drieteen strandlopertjes driftig heen en weer, zoekend naar eten. Het leek wel of die vogels op batterijen liepen, zo snel gingen die kleine pootjes. Het was koddig om te zien. Nadat ik een behoorlijk eind gelopen had, maakte het strand een bocht en daar lag bijna het hele strand bezaaid met dat ragfijne wier. Toen heb ik me omgedraaid om terug te gaan.
Teruggekomen bij de strandopgang ben ik nog een stuk de andere kant opgelopen, richting Egmond. Ik zag een eenzame vliegeraar die probeerde zijn vlieger in de lucht te houden, zonder veel succes overigens, want er stond weinig wind. Hier lag praktisch geen wier, maar wel veel schuim. Net iets voorbij het schuim zag ik een aantal blauw-grijze kwallen op het zandstrand liggen. Ze waren allemaal dood, want ze bewogen niet meer. Van dichtbij kon je hun ingewanden zien, best wel mooi eigenlijk. Omdat er weinig wier was, geen strandlopertjes hier. Daarna kwamen er twee strandvissers in mijn vizier, die pal aan de waterlijn stonden te vissen. Ze zagen er apart uit. Hun kaplaarzen zaten naadloos vast aan een waterdichte overbroek, die ophield ter hoogte van het kruis. Ik liep naar ze toe voor een praatje.
Ik vroeg : "waar vissen jullie op? Op platvissen", zeiden ze, maar ik zag nergens een emmer met hun vangst staan. "We gooien ze meteen terug in zee" riep de oudste van de twee, die me zoekend zag kijken. Vervolgens vroeg ik of die waterdichte overbroek apart aangetrokken moest worden. Hij begon te lachen : "nee hoor, die broek zit, inclusief de laarzen, vast het spijkerstof bovenstuk van deze broek. We moeten soms een stukje het water in lopen om de vis van de hengel te halen, vandaar dat we deze broek altijd aantrekken als we gaan vissen". Ik wenste ze een goede vangst en liep nog een stukje verder. Daar vond ik een mooie blauwe schelp met een witte, parelmoerachtige binnenkant. Die schelp besloot ik mee te nemen. Ik vond het toen mooi geweest en liep terug naar de auto. Ik had zeker 5 kwartier gewandeld.
Toen ik terugreed naar huis genoot ik nog van de mooie herfstkleuren van de bladeren aan de bomen, die aan beide kanten van de zeeweg stonden. De weg naar het strand loopt namelijk dwars door het duingebied en 2 weken terug stonden alle bomen nog volop in dat mooie gekleurde blad. Ik dacht, eigenlijk zou ik dit veel vaker moeten doen. Ik hield aan deze strandwandeling in ieder geval een voldaan en blij gevoel over...
geplaatst door sixty - 2021 keer gelezen
Vorige berichten
Een geheim bewaren of toch delen?
Kort na elkaar hoorde ik van enkele bekende vrouwen minder prettige berichten. Het eerste bericht verbaasde mij. Ik heb vaak met deze vrouw gedanst, ze gaat altijd in haar uppie naar de dansplekjes, waar ik regelmatig kom. Wel heeft ze al 18 jaar een relatie met een andere dame. Stukje bij beetje heb ik een deel van haar levensverhaal mogen horen, hoewel ze zich vrij terughoudend opstelde. Ik heb ook absoluut geen pogingen ondernomen om haar te verleiden meer te vertellen.
Een paar jaar geleden hoorde ik van een andere vrouw, waarmee ik tot 2016 ruim drie jaar een lat-relatie had, dat bij haar een ernstige, slopende ziekte werd geconstateerd. Ondanks dat wij geen relatie meer hadden was ik geschokt na dit telefoontje. Dan ga ik weer denken aan de mooie momenten, die we hebben mogen delen. Hoewel ze flink wat jonger dan ik is heeft ze nu een beperkte levensverwachting. Last but not least bereikte mij het bericht van een goede kennis, bij wie de beruchte K opnieuw toesloeg.
Deze berichten vallen onder de categorie vertrouwelijke mededelingen. Het is ongepast die gegevens te delen met bekenden, tenzij degene waar het om gaat aangaf, dat anderen het wel mogen weten. Ik kan een en ander wel geanonimiseerd kwijt in een blog, zonder dat iemand de persoon in kwestie er in herkent.
Er zijn stukjes informatie, die maar tijdelijk geheim zijn. De prijs, waarvoor een huis verkocht wordt, de zwangerschap van een goede bekende. Aan de andere kant zijn er ook zaken, die je maar beter niet aan de grote klok kunt hangen. Wie de hoofdprijs van de “Staats” heeft moet erg op zijn / haar handen zitten, anders zwermen de aasgieren om hem of haar heen.
Soms zijn er leuke gebeurtenissen, die ik graag met iemand wil delen, maar waarvan het ook niet handig is er kond van te doen. Stel, dat ik iemand via deze site heb ontmoet, met wie ik een klik heb. Ik weet, dat sommige daters daar heel open over zijn tegenover hun directe familie of een hartsvriend(-in). Dan gaat het er om hoe goed je zo’n persoon uit je intieme groep contacten kunt vertrouwen.
Probleem is namelijk in dit geval, hoe je moet communiceren als het contact toch weer op niets is uitgelopen. Ik heb dat aan den lijve meegemaakt toen mijn relatie stopte, terwijl ik wel al heel wat keren bij mijn zoon en zijn kinderen met haar op visite was geweest.
Er zijn ook geheimen uit je verleden, die je zelf liever wegstopt. Maar ze kunnen goed in de weg zitten bij het beginnen van een nieuwe relatie. Tot op welke hoogte kan / moet je die geheimen delen met je date, en vooral: wanneer? Er moet mijns inziens een geschikt moment voor zo’n gesprek gevonden worden. Het helpt op den duur niet essentiële zaken die een smet op het verleden wierpen te verzwijgen.
Ik ken een vrouw, die pas bij haar ondertrouw hoorde dat haar partner 15 jaar ouder was dan hij altijd had voorgegeven. Maar toen durfde ze niet meer terug te krabbelen, ze was van hem in verwachting… Zelf hoorde ik bij een date van een vrouw, dat ze vijf jaar ouder was dan ze had gemaild (“Dat heb ik zo op mijn profiel ingevuld, want anders krijg ik allemaal oude mannetjes achter mij aan”). Natuurlijk is dit ook een vorm van jokken.
Wie van u liep ook aan tegen het dilemma van een geheim bewaren?
Kies wijs! Wijs kiezen...
Kies wijs! Wijs kiezen…
dat laatste, zou dat mogelijk zijn? Ik, jij, jij en jij maken dagelijks keuzes. Wat zal ik eten vandaag, of bij het winkelen, welke keus maak ik bij het kiezen van mijn broodbeleg. Waarschijnlijk kies je dan voor dat gene wat je al in je hoofd had, waar je zin in hebt. Eenvoudige keuzes, welke niet veel om het lijf hebben. Oftewel… wanneer je na het opstaan in je hempie voor je kast staat en moet bedenken wat je wat vandaag aan zult gaan trekken. Mooi, die keuze heb je de vorige avond al gemaakt en alles ligt/hangt al klaar. Slim en misschien ook wel wijs! Zeker wanneer je vroeg in de morgen nog half in dromenland bent.
Wijs kiezen.
Zou dat vooraf ook opgaan bij het aangaan van een relatie? Wanneer we een training zouden volgen waarbij wij erachter kunnen komen hoe en op welke vlakken we een partner zouden kunnen kiezen? Of zouden we eerst bij onszelf moeten beginnen! Reflecteren op onze wensen, mogelijkheden en behoeften.
Hebben we iemand op het oog, kunnen we ons zelf natuurlijk een aantal vragen voorleggen. Is hij/zij integer. Zal ik me bij hem/haar veilig, voelen. Zal alles bespreekbaar zijn met de nieuwe partner.. Hoe is de levensstijl? De Familie? Passen we bij elkaar betreffende onze interesses, huisdieren, of hobby’s. Zijn we bereid concessies ’s te doen?
Wijzer kiezen
Hoe dan ook op 50 plus match zijn we allen al wat ouder en qua levenservaringen ook wat wijzer. Dat maakt, denk ik, dat we zelfbewuster zijn, zelfkennis hebben en daardoor beter weten wat we zoeken en nodig hebben in een partner. We zijn in een andere levensfase belandt met andere wensen met daar aansluitend andere keuzes.
Toch hoe wijs wij ook mogen zijn geworden, het vinden van een nieuwe metgezel is niet zo eenvoudig. Voorbij zijn de dagen, dat je op scholen verliefd werd. Je naar de disco ging. Plaatsen waar men langdurig elkaar tegenkwam en elkaar ongemerkt al vast beter leerde kennen. Een datingsite is een middel, maar zeker niet heiligmakend.
Ik begon met een retorische vraag: Wijs kiezen, zou dat mogelijk zijn? Ik laat hem voor alle lezers open om over na te denken.
Liefs,
Monique
Rondje kamer
Er staat sinds kort een rode stoel in mijn woonkamer. De stoel staat half voor de bank, met zijn rugleuning naar de bolletjes gordijnen en de wereld in mijn straatje. Hij is perfect, mijn rode stoel. Hij is precies wat ik nodig heb, nu het leven draait om een rafelrandje aan mijn linkerheup. En ik zie, zittend in die stoel, de kamer om mij heen met nieuwe ogen.
Recht tegenover me hangt, aan de werkloze schoorsteen, een grote, ronde klok; een stille klok die soms toch blijkt te tikken. De klok hangt boven het rode kastje op wielen waar de tv op staat, en hij is onverbiddelijk: ‘Het is tien voor tien, er is niet genoeg tijd om de laffe smaak van de nieuwe Witcher weg te spoelen met een deeltje Sex and the City.’ ‘Ja maar ik hoef morgen niks.’ ‘Niks ja maar. Zelfs met niks hoeven kom jij nog tijd tekort om alles te doen wat je wilt doen. En je weet best hoe onwijs veel tijd je neemt om vanuit je stoel je bed in te komen.’ De klok wint.
Links van mijn stoel staan twee ronde tafels, half over elkaar geschoven. Op de bovenste tafel staan drie goudpalmen, een platte schaal met gekregen engeltjes, en drie van de vijf Iittala Festivo kandelaars, kandelaars die ik ooit heb gewonnen door het beste argument te schrijven waarom ik ze zou moeten winnen. De onderste tafel is mijn kleur-, teken-, knutsel-, speel-, eet- en schrijftafel. Deze tafels zijn de voorposten van de lege, witte hoek tussen de staande spiegel en de boekenkast. In die spiegel zie ik de witte hoek nog een keer. Die spiegel staat daar best.
Vanuit deze stoel kijk ik bijna recht de boekenkast in - wat voor de boeken niets uitmaakt, maar voor de foto’s wel. De drie zusjes in hun geruite jurkjes en met grote strikken in hun haren, de drie volwassen zussen en hun broer, zittend op een boomstam tijdens die laatste wandeling; ze kijken vanuit hun gouden lijstjes vragend aan: ‘Waarom zit jij in zo’n stoel, ben je moe?’ ‘Ja, ik ben moe.’ ‘Waarvan, van het leven?’ ‘Nee hoor, niet van het leven, van de dag.’ ‘Jij ook altijd!’
Een droom: In een witte hoek van de sportschool ligt een briefje op een roeitrainer; het is volgeschreven met argumenten waarom mijn zus mij nooit weer wil zien. Ik kras twee kolommen tekst door en heb daar onmiddellijk spijt van. Haar wandelvrienden zitten rond een lange tafel; ik vraag hen wat er aan de hand is. Een man antwoordt met een vrolijke anekdote over zichzelf; hij snapt niet dat ik het zo niet snap. Ze bestellen eten. Wanneer het eten wordt geserveerd, zet de bediening een bruin scherm tussen de lange tafel en het tafeltje waaraan ik zit, tegenover twee vrouwen. Wij krijgen geen eten. Ik vraag ook hen wat er aan de hand is, maar ze kijken me verbaasd aan.
Het is feest in de sportschool, knutselfeest, verkleedfeest. Overal staan tafeltjes met blije, knutselende gezinnetjes in fluffy fantasie-outfits. Alleen de roeitrainer met het briefje staat er nog, in de witte hoek. Een mannenstem vraagt of ik die wil opruimen. De knuffelbeesten, de tekeningen, de doos met boeken, ik leg alles in een oude kinderwagen. We (wie?) gaan naar buiten, langs de Turkse receptioniste. Ze is verkleed als Hollandse Huisvrouw: gebreid streepjes vest met knoopjes onder een schort met een vaal motiefje.
De zus die boos op mij zou zijn en ik lopen blij met elkaar te praten. Er is ook een man, een grote man met wie ik zomaar plotseling sta te zoenen.
En rechts van de rode stoel, tegen de muur met het landschap van Kandinsky, staat mijn bank, mijn knalblauwe slaapbank met de kleurige kussens, de bank van waaraf ik mezelf zie zitten in de staande spiegel. Deze bank is het enige bed in dit huis dat, met luttele centimeters tussenruimte, breed genoeg zou kunnen zijn voor twee naast elkaar slapende mensen. We moeten elkaar dus wel heel lief vinden.