Treinontmoetingen
maandag 22 november 2021
Leuk aan het vervoer per trein zijn de mensen, die in dezelfde coupé plaatsnemen, en zelfs op de banken voor of naast je, Het lijkt een beetje op een terrasje, het primaire doel van iedereen is alleen anders, men wil van A naar B vervoerd worden. De tijd die daarmee gepaard gaat wordt tegenwoordig vaak ingevuld door de sociale media, velen hebben geen oog voor wat er om hen heen gebeurt. Dat schept voor mij weer een unieke kans om in alle rust mijn reisgenoten te observeren. Ik voel nu hoe Simon Carmiggelt aan al zijn weergaloze verhalen kwam. Mensen niet alleen zien maar ook naar ze luisteren.
De interactie tussen Simon en de personen uit zijn boeken was door het gemis aan smartphones en mobieltjes in zijn tijd geheel anders. Maar met een beetje fantasie en durf kan ik er ook nu wat van maken. En ik kan pogen iets van mijn ontmoetingen op te schrijven. Ik kan evenwel niet tippen aan de kwaliteit van het proza, waarmee hij de Nederlandse literatuur heeft verrijkt.
Afgelopen week had ik mijzelf getrakteerd op een dagje Maastricht. Mijn trein was net op zijn eindstation Maastricht gearriveerd, veel te vroeg nestelde ik me aan het eind van de dag op een ideaal plekje voor mijn terugrit, rechts van het gangpad, bij het raam met het gezicht in de richting waar de trein zou gaan rijden. Tegenover mij kwam een niet onaardige jongedame te zitten, die gewapend met haar laptop druk aan de slag ging. In de bank links van het gangpad wurmden zich drie jongens met een immense hoeveelheid bagage. Wellicht op de thuisreis van een bootcamp.
Het meest apart was de man, die een bank verder ging zitten. Een vijftiger, zo schatte ik hem in, vrijwel geheel kaal, en heel druk. Tot Sittard ging er niemand bij hem zitten. Hij begon een bijzonder gesprek op zijn smartphone, zich excuserend naar een broer voor, ja, voor wat? “Nee, het ligt niet aan jou, alles is mijn schuld. Ik ben nu al anderhalf jaar clean, ik drink niet meer”. Ik gluurde tussen de spleet naast mijn medepassagiere op de bank voor mij en zag tot mijn stomme verbazing, dat de inhoud van het ene blikje pilsener na het andere tussen neus en lippen van de kale man gleed. Liegen alsof het gedrukt staat… De jongens van de andere bank hielden zich in, evenals mijn overbuurvrouw. Ik kon hun gedachten raden.
Bij Sittard nam een man die duidelijk roots in een Aziatisch land had tegenover de drinker plaats. Nu gooide meneer het over een andere boeg. Bent u een Chinees? Zachtjes vertelde de Aziaat, dat hij uit Indonesië kwam. Hij: Waarom komen al die mensen uit warme landen zo nodig naar ons kouwe kikkerlandje? Bij hen is het toch veel lekkerder weer! Opnieuw moesten mijn omstanders en ikzelf ons bedwingen zich niet in het gesprek te participeren. ‘t Riekte al naar discriminatie… De voorvechter van Kick off Zwarte Piet zou tegenover meneer Kaalmans moeten zitten. Van schrik liet de dame tegenover mij haar tas voor mijn voeten vallen.
In Utrecht verliet de kale man de trein, hij moest een andere trein halen. Niet nadat hij omstandig had geïnformeerd of dit nu wel Utrecht was. Ik miste de regelmatige rondgang van de conducteur. Niet voor de treininformatie, maar wel voor een correctie van het tafereel. In Amsterdam CS stapten de jongedame en ik na een rit van ruim twee uur uit de intercity. We hadden nauwelijks wat tegen elkaar gezegd, maar ik voelde een zeker contact. Zij haastte zich bepakt, bezakt en beladen naar de uitgang, ik snelde naar mijn aansluitende trein. Weer een bijzondere treinreis…
Vind u het ook moeilijk om in zo’n geval niet in te grijpen? Of bent u – terecht – bang voor wat er dan gaat gebeuren? Ingrijpen in een situatie die niet bedreigend maar tegelijk ook niet passend is, doen we dat, en zo ja, hoe? Wie werpt de eerste steen? Ik bemerk dat ik me steeds meer voorzichtig opstel. Ik ben ook hier heel terughoudend als ik iets lees, wat feitelijk niet correct is. Waar ligt de grens?
geplaatst door Aktivo1 - 2186 keer gelezen
Vorige berichten
Is december een feestmaand voor iedereen?
December heeft de naam dé feestmaand bij uitstek te zijn. Sint Nicolaas, de kerstdagen en oud – en nieuwjaar. Allemaal dagen die uitnodigen om eens goed uit te pakken. Traditioneel werden die feestdagen zeker buiten de grote steden vaak in familie / gezinsverband doorgebracht. Het was dan ook gebruikelijk dat ouderen die door overlijden van hun partner of door andere oorzaken alleen kwamen te staan bij familie mochten aanschuiven.
Na Sinterklaas komen de kerstfilms op de t.v. en reclames voor kerstartikelen; vervolgens lees ik over de wedstrijden die (vroeger door het Algemeen Dagblad) georganiseerd werden over de lekkerste oliebollen. Is het weer dezelfde kraam, die gaat strijken met de hoogste eer ?
De ontwikkeling van de individualisering, nieuwe interesses en drukke agenda’s van jongvolwassenen hebben namelijk een kentering veroorzaakt in de gewoonte, dat grootouders, kinderen en kleinkinderen deze feestdagen en vooral de kerstdagen samen doorbrengen. Veel twintigers of dertigers gaan in de kersttijd met hun veelal kleine gezin elders vertoeven. Het is veel minder dan vroeger gebruikelijk dat zij thuis met hun mam of paps de feestdagen doorbrengen. En vaak willen de ouders zich niet meer op sleeptouw laten nemen door hun kroost, omdat ze de jongelui niet door hun meedoen met de korte vakantie willen belasten.
Daar zijn verschillende goede redenen voor. Grootouders willen zich wel eens bemoeien met de opvoeding van hun kleinkinderen. En dat gaat schuren. Verder is er het financiële aspect. Soms zitten de grootouders ruimer in hun slappe was, maar tegenwoordig hoeven ook omgekeerd hun kinderen vaak minder op elk dubbeltje te letten. Dan komt schaamtegevoel om de hoek kijken. Natuurlijk kun je daar afspraken over maken, maar toch.
In de wintertijd zijn er in mijn familie en vriendenkring naast de eerder genoemde feesten nog enkele verjaardagen. Het kan niet op! Op verjaarsvisite gaan kan ontaarden in opzitten en pootjes geven. Natuurlijk zijn er nog steeds familieverbanden waarin zowel Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuwjaar heel gezellig gevierd worden.
Ik vind het zelf prettig om in elk geval op Nieuwjaarsdag even bij mijn zoon en zijn gezin aan te wippen. Dat is dan een life onderstreping van de al eerder telefonisch, met kaarten of via mail uitgewisselde goede wensen. Een traditie die ik graag in ere houd. Wel moet ik dan het zo inkleden dat mijn bezoek niet stoort in het kijken naar de bekende Nieuwjaars programma’s zoals het concert uit Wenen en het schansspringen.
Tegenwoordig boek ik geruime tijd voor de kerstweek al een paar jaar een kerstreisje naar het buitenland, meestal met wat culturele inhoud. Er zijn nog steeds single-reizen, hoewel die formule minder populair is dan pakweg tien jaar geleden, Ik beschouw deze opzet dan niet als een vlucht maar als een kans andere mogelijkheden die de kerstweek biedt mee te maken. Plusje: Ik kan ook weer onbekende mensen ontmoeten. Het zoeken naar een leuke reis is voor mij eigenlijk al een soort feestje, een feestelijke zoektocht.
Het zou voor een onderzoeker (socioloog) wellicht interessant zijn na te gaan, hoeveel mensen de feestdagen bij familie of bekenden vieren en hoeveel er net als ik voor kiezen buiten de vertrouwde kring kerst en misschien ook de andere feestdagen te vieren.
Een dag ben ik altijd in mijn uppie thuis. Oudejaarsdag vier ik met oliebollen en appelflappen, bij de t.v. in afwachting van het aftelmoment om twaalf uur ’s nachts.
Hoe vieren lezers van deze ontboezeming zelf de feestdagen? Is er in de loop der jaren iets veranderd in de invulling van de decembermaand? Is er een bepaalde trend te bespeuren, zoals ik dat suggereerde? Ik weet vrij zeker, dat het veel uitmaakt of je wel of niet in een relatie zit.
Stil en vredig
Stil en vredig
Zondagmorgen. Ik ben al vroeg op pad en onderweg naar het station om een vriendin op te halen. Ik rijd door het dorp. Een wandelaar met een hond, maar voor de rest zijn de straten verlaten en is alles stil. Bijna geen verkeer. Stil en vredig voelt het haast. Alle gordijnen en rolluiken zijn nog bij vele huizen gesloten. Bij enkele huizen is alles open en branden binnen de lichten. Ik zie een moeder zitten met een baby op schoot. Waarschijnlijk de baby aan het voeden, denk ik. Een Kerstboom in de hoek van de kamer. Sommige huizen en tuinen zijn versierd met lichtjes. De donkere dagen voor de kerst.
Ik ben ruim op tijd en besluit op het perron te gaan wachten. Geen haastende reizigers, ook hier is het rustig. Ik heb koffie en bekertjes meegenomen voor ons straks onderweg. Naast mij op de bank komt een jonge man zitten. Hij pakt zijn telefoon en belt. “Over drie kwartier ben ik thuis.” “Alles goed?” En even later sluit hij af. Hij gaapt. Een lange nacht? Hij vertelt over zijn nachtdienst als verpleger. Koffie? Oooh? Ja graag. Dan arriveert zijn trein. Ons gesprek onderbroken. Ik wens hem wel thuis.
Zo anders is het doordeweeks op de busstations en perrons van de treinen. Meestal wanneer ik op reis ga, neem ik genoeg de tijd. Reizen kost toch veel wachttijden. Overstaptijden. Ik vind het altijd wel makkelijk om voldoende tijd te hebben om een andere trein, of vervoermiddel te kunnen nemen. En… ik vind wachten niet erg. Zoveel verschillende mensen kunnen observeren. Mensen die haast hebben. Nog snel een trein instappen net voor de deuren sluiten. Mensen met grote koffers, die waarschijnlijk een grote reis gaan maken. Misschien wel naar een cruise op weg zijn, of misschien wel gaan vliegen naar een voor hen fijne bestemming. Of op familiebezoek gaan, naar kinderen die ver weg wonen. Genoeg om over te fantaseren. Bovendien ontmoet ik onverwachts dikwijls iemand waar ik een leuk gesprek mee heb. Soms zou ik willen, dat dit kortstondige contact wat langer had kunnen duren.
Dat laatste doet mij herinneren aan een reis naar Frankrijk toen ik met meerdere reizigers op een vol perron in Breda stond te wachten op de internationale trein naar Brussel. De vertrektijd was aanstonds, maar opeens werd het informatiebord zwart. Daarna werd er omgeroepen op welk perron de trein zou vertrekken. Ik moest deze trein halen om op tijd te zijn voor de TGV die zou vertrekken in Brussel Midi naar Avignon in Frankrijk. Het perron stroomde leeg en ik en allen haastten zich naar het andere perron. Terwijl ik rende nam Iemand naast mij de rugzak van mij over en we gingen de trein in bij de eerste de beste nog geopende deur. Hijgend ploften we neer op zitplaatsen in de 1e klasse. Een Belgische conducteur kwam al snel de kaartjes controleren. Hij deelde mij mede, dat ik moest verhuizen naar de 2e klasse waarop ik hem vriendelijk heb gevraagd om nog even te mogen blijven zitten om even bij te komen. We begonnen samen te lachen en de behulpzame man bleek een Belg te zijn. Hij vertelde, dat hij onderweg was naar zijn vriendin in Parijs die daar voor haar bedrijf een beurs organiseerde. Ik ben blijven zitten tot in Antwerpen.
Het zijn maar momentopnamen van korte ontmoetingen, met vaak wel bijzondere herinneringen. Of de man waarmee ik samen door een tolpoortje liep toen bleek dat ik een verkeerd kaartje had mij nog kan herinneren, dat vraag ik mijn nog dikwijls af. We hadden samen een uur tegenover elkaar gezeten in de trein naar Nijmegen. We kwamen in gesprek nadat de conducteur mijn kaartje had gecontroleerd en waaruit bleek, dat ik had ingecheckt bij het verkeerde tolpoortje. Spontaan bood hij aan om mij te helpen. En ja, dat gebeurt ook, soms zijn er ontmoetingen waarbij ik denk had ik maar meer mogelijkheden om elkaar te ontmoeten om elkaar beter te leren kennen. Dat had ik ook bij deze ontmoeting in de trein naar Nijmegen. We gingen uit elkaar met elkaar nog een prettige reis en verblijf te wensen en dat was het dan. Toch blijven dit mooie herinneringen, waarbij het in gesprekken klikt en er in korte tijd een gevoel van verbondenheid ontstaat.
Reizen blijft avontuurlijk en er kunnende altijd verrassende ontmoetingen en gebeurtenissen plaatsvinden.
Liefs,
Monique
Bubbels
Het is altijd boeiend om mensen te ontmoeten die een totaal ander leven leiden,of er heel andere denkbeelden op nahouden. Vroeger moest je daar helemaal voor op vakantie naar een ver land, of op eerste paasdag in de rij staan bij de Fata Morgana. Maar tegenwoordig kan het zomaar zo zijn dat je overbuurman of iemand bij je in de trein een wereldbeeld heeft, dat je nog nooit bent tegengekomen!
Omdat ik nogal ondernemend kan zijn, en soms na mijn werk een beetje onder de mensen wil zijn, ga ik dan adhoc naar iemand die die avond iets organiseert, het kan een bordspel zijn, een kringgesprek of zeemansliederen zingen, ik ben voor van alles in. Zo stuurde ik drie weken geleden een appje naar een mij volslagen onbekende dame die een 's avonds een historische wandeling wilde doen. "Ben ter plaatse, alleen nog even parkeren" wat een eufemisme was, want in de binnenstad kan hier best wel tijd in gaan zitten, maar het viel die avond gelukkig mee:)
Op het eerste gezicht leek het gezelschap te bestaan uit net zulke mensen als ik, vrouwen die al geruime tijd uit de kleine kinderen zijn en graag op een woensdagavond in het donker langs historische gebouwen lopen (dit kan toch nooit een erg grote groep zijn?) maar al voor de muntthee op was, bleek er toch iets bijzonders aan de hand te zijn. "Ja, die filmpjes kennen jullie toch wel, van die reuzen uit Tartaria?" Ik keek even of ik hier in de maling werd genomen of dat Ralf Inbar misschien met zijn candid camera mijn reactie stond te filmen. Dat leek niet zo te zijn. "Ik weet alleen maar dat de Tartaren 800 km ten zuidoosten van Moskou wonen en de rosbief hebben uitgevonden, maar die zijn toch niet zo groot van stuk?"
Nu kwam de aap uit de mouw, of eigenlijk de reus: er waren allemaal youtube filmpjes over hoe historische bruggen en gebouwen door reuzen waren gemaakt.
Gefascineerd keek en luisterde ik hiernaar.
Ik die geschiedenis en bouwhistorie had gestudeerd en dagelijks met ingenieurs werk, die technisch zeer vernunftige ontwerpen uitwerken, zat nu naar documentaires over door reuzen gebouwde bruggen te kijken -die al door 91.000 mensen waren bekeken sinds de lancering op 13 november! Voorzichtig merkte ik op: ik wil niet discrimineren hoor maar zijn jullie wel eens in Rusland geweest? Die mensen zijn zo bijgelovig dat ze op bepaalde zenders na het weer rapporteren hoeveel ufo's er geland zijn! Triomfantelijk keek ik om me heen, maar mensen keken terug met een blik vol verstandhouding so what, dus ik begreep dat ufo's erbij halen niet bepaald als overtuigend beschouwd werd hier. Gelukkig was het inmiddels tijd om te gaan wandelen:)
Ik vond het toch wel een buitenkansje om nu eens een reuzenkenner aan de tand te voelen, want in mijn eigen bubbels kom ik zulke mensen nooit tegen:) "Ben je er zelf wel ooit eentje tegengekomen dan?" Dat was niet zo, maar voor haar was het gewoon de enige logische verklaring, hoe konden anders zulke zware en preciese klussen geklaard zijn in de tijd voordat er electriciteit was? Nu stroopte ik mijn mouwen op en gaf even een geschiedenisles over bouwhistorie en romeinen met aquaducten."Dus jij gelooft gewoon al die dingen die ze in schoolboekjes schrijven terwijl mensen zelfs in 2025 nog niet eens een wasmachine kunnen maken die niet al in een paar jaar stuk gaat?"
Even overwoog ik om het verhaal te gaan vertellen over het kapitalisme en hoe er winst gemaakt wordt met spullen die voortdurend stuk gaan, maar toen bedacht ik me dat haar vertrouwen in de mensheid al zoveel op de proef gesteld was, dat ik daar niets meer aan toe te voegen had. "Wat een prachtige heldere maan hè" probeerde ik, op zoek naar toch nog wat gemeenschappelijke gronden. Ja, dat was zo, zij zag diezelfde maan als ik en er zat gelukkig die avond geen jongen met een hengeltje op ....