Boekensteunen, verhalen en ontmoetingen
zondag 4 september 2022

In mijn wandmeubel in de huiskamer staan diverse boeken ondersteund aan weerszijden door boekensteunen. Ze zijn bijna net zo oud als ik nu ben. Boekensteunen die, als ze de mogelijkheid hadden, een verhaal zouden kunnen vertellen. Een verhaal over mijn leven, mijn interesses, een soort levenscyclus. Ze zijn al oud en aan het eind van de reeks worden ze nog steeds verplaatst voor nieuwe aanwas. Van het verleden naar het nu. Een historie waarin te zien is hoe de tijd is veranderd. De schrijfstijl, het woordgebruik, maar vooral ook de vooruitgang van kennis en wetenschap. Vanaf mijn huwelijk staan er boeken die mij lief zijn en ik nog steeds bewaar. Exemplaren zijn er in de loop van mijn leven ook verdwenen. O.a. de encyclopedie. Door al onze digitale communicatie zijn ze nu helaas overbodig geworden. Hoewel ik nu wel eens het naslagwerk op papier mis. Om ruimte te maken heb ik afscheid genomen van boeken en gebracht naar de bibliotheek, of een kringloopwinkel, en wie weet staan ze nu tussen boekensteunen bij iemand anders in huis die ervan kunnen genieten.
Achter gesloten deurtjes in mijn kast liggen verborgen de fotoalbums, Een heel leven zichtbaar in beeld en met vergezeld van die beelden is het een heel verhaal. Wanneer ik vanaf het allereerste begin over die foto’s zou gaan vertellen en zou gaan opschrijven zou ik mijn levensverhaal inzichtelijk kunnen plaatsen tussen de boekensteunen. Gelukkig zijn boekensteunen om te verschuiven, want het verhaal van mijn leven is nog lang niet ten einde.
Mijn moeder zei dikwijls: ‘Wie veel reist kan veel verhalen’. Mijn laatste reis, eind Juli, was naar het Noord Westen van Spanje. Ik verbleef in de stad Oviedo, gelegen in de provincie Asturië. Tijdens het reizen ontmoet je en zie je op afstand veel mensen en kom je gewild, of ongewild in diverse situaties terecht. Ik zat ingeklemd in het vliegtuig tussen twee mensen. Ze zijn totaal onbekend voor mij en weet niet uit welk land ze komen. Stiekem ben ik dan benieuwd naar de achtergrond van hen, de taal en het doel van de reis. Ja in 1e instantie naar Madrid waar het vliegtuig heen ging en ik moest overstappen. Soms lukt het om een gesprek te voeren, maar de mensen naast mij hadden er kennelijk geen behoefte aan. Aan de krant te zien die mijn medepassagier las die links van mij zat, kon ik opmerken dat de taal Duits was, maar ja… Duitsland? Zeker weten doe ik het nog niet.
Dat was op de terugweg anders. Door omstandigheden wegens de treinstaking, stremden veel reizigers op het treinstation van vliegveld Brussel Zaventem, waaronder ook ik. Leed brengt veel mensen samen. De gesproken woorden van mijn moeder nog maar eens aanhalen: ‘In tijden van oorlog, gaat iedereen naar de kerk’. Dit is nu natuurlijk al lang niet meer het geval, maar deze uitspraak geeft wel de situatie weer zoals afgelopen week in Brussel. Mensen met volle koffers dromden op het station bij elkaar. Mensen uit diverse landen, met bestemmingen naar Nederland, maar ook om verder te reizen onderweg naar Schiphol en andere luchthavens. Ik heb met diverse mensen uit verschillende landen, maar ook Nederlanders gesproken. Maar één ontmoeting is mij bijgebleven. Een man van ongeveer vijfenveertig tot vijftig schat ik, vroeg mij om hulp. We raakten in gesprek. Hij vertelde, dat hij uit Oekraïne kwam en onderweg was naar vrienden in Almere. In het Engels konden we redelijk communiceren. Hij was vriendelijk en behulpzaam. Droeg mijn koffer waar nodig en samen hebben we onze weg gezocht om zo dicht mogelijk bij de grens te belanden. Na een aantal uren, het was ondertussen bijna middernacht, zijn we op station Roosendaal beland. We staan op het station nog wat te praten, maar opeens zie ik op het bord een trein die hem dichter bij Almere kan brengen. Haastig rent hij de trappen af naar het andere perron en hij was verdwenen. Een ontmoeting met iemand die vreemd is, maar die toch een saamhorigheid met zich meebracht, namelijk samen een doel te bereiken. Ik zal hem nooit weer ontmoeten en nooit weten hoe het hem gelukt is en hoe het verder met hem gaat. Een kortstondige ongeplande ontmoeting van een aantal uren, waarover ik nu een verhaal kan vertellen. Maar ik zal bij altijd blijven afvragen…
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 1878 keer gelezen
Vorige berichten
Voldoende inspraak hebben
Vorige week dinsdag kreeg ik een appje van mijn museumvriend. Om 22.40 uur is er op NPO2 een documentaire over schilder, beeldhouwer en architect Rudi van de Wint en zijn immens grote kunstwerken op het uitgestrekte duinterrein "De Nollen" in Den Helder. Weet je nog dat we vele jaren geleden daar zijn geweest en er een rondleiding hebben gehad? Ja, dat weet ik nog, ik ga kijken, appte ik terug. Rudi van de Wint is in 2006 overleden, zijn 2 zonen Ruud en Gijs beheren nu samen De Nollen.
Kunstenaar en architect Rudi van de Wint heeft in de 60-iger jaren van de vorige eeuw een voormalige vuilnisbelt omgetoverd tot een uniek natuurgebied in de binnenrand van het duingebied van Den Helder en met zijn eigen, grote kunstwerken opgesierd. Hij is een van de bekendste kunstenaars in Nederland, want ook de fel gekleurde muren in de vergaderzaal van de Tweede kamer, een kruising tussen een beeldhouwwerk en een schilderij, waren een werk van zijn hand. Bijna iedereen heeft die wanden bij een tv-uitzending van een debat in de Tweede Kamer weleens gezien. Ik ben blij dat ik de documentaire heb gezien, want vooral de beelden vanuit de lucht lieten dit prachtig geworden natuurterrein in al zijn glorie zien.
Het onderhoud van het landschap en het in goede staat houden van alle kunstwerken wordt door zoon Ruud gedaan, zijn broer Gijs doet het financiële gedeelte, zoals alle contacten met de gemeente Den Helder, het Rijk en de Museumkaart. Jaarlijks ontvangt De Nollen ongeveer 7000 bezoekers, maar dat kan beter vinden de ambtenaren van de stad Den Helder. De grote loodsen waarin vader Rudi zijn gigantische kunstwerken maakte kunnen heel goed omgebouwd worden tot een museum van Internationale allure, maar dat kost geld, veel geld. Ik zag de 2 zonen als paradijsvogels tussen al die belangrijke heren in kostuum zitten, die speculeerden over het aantal bezoekers wat dat nieuwe museum zou kunnen ontvangen, mogelijk wel 100.000 per jaar.
Daarom moesten er ook wisseltentoonstellingen komen van jonge kunstenaars, zodat de stroom bezoekers na het 1e bezoek zal blijven komen. Oudste zoon Ruud opent nu voor de 1e keer zijn mond en zegt : zoveel mensen? Het is wel een kwetsbaar natuurgebied en mijn broer en ik zijn eigenaar hiervan. De mensen kunnen niet zomaar overal gaan lopen, vandaar dat we rondleidingen hebben. Ik moet wel de vrijheid houden om nieuwe paden naar de kunstwerken in het open veld aan te leggen, als ik dat nodig vind. Hij had tevens zijn bedenkingen over allemaal exposities van andere kunstenaars : het is wel het levenswerk van onze vader, die hier zijn nalatenschap van heeft gemaakt, zei hij nadrukkelijk.
Na het vertrek van alle ambtenaren gingen de broers daarover in discussie. Er wordt voor miljoenen geïnvesteerd in dit museum, zei jongere broer Gijs, daardoor krijgen deze heren onvermijdelijk inspraak hoe dit museum zo rendabel mogelijk te maken. Door de gestegen inkomsten kunnen we misschien ook wat ouder werk van vader terugkopen om dat ook in het museum ten toon te stellen. Bovendien krijgt vader nu veel naam en faam in het buitenland met dit unieke museum. Het terrein ligt op korte loopafstand van NS-station Den Helder Zuid, je bent dan ook meteen in duingebied.
Opeens ging me een licht op waarom zoveel 50plusleden niet meer willen samenwonen. We hebben allemaal een klein koninkrijkje thuis ingericht in de loop der jaren. Als je gaat samenwonen krijgt de ander daar onvermijdelijk inspraak is, anders is de relatie niet gelijkwaardig. Maar tot hoever laat je dingen in de kamer(s) van jouw koninkrijk veranderen, zodat hij/zij zich daar ook goed thuis kan voelen? En hoe doe je dat zonder onenigheid te krijgen? Vandaar dat velen van ons (ikzelf incluis) toch de voorkeur geven aan een LAT-relatie...
Een vriendschapsaanzoek 2.0
Van het fenomeen liefdesbrief hebben veel jongeren alleen van hun (groot-) ouders iets gehoord, onze kinderen zullen smakelijk lachen of een beetje schouderophalend reageren, als ze horen hoe hun voorouders aan iemand lieten weten, dat ze verliefd op hem of haar waren.
Wat gaat dat tegenwoordig toch anders. Een appje als je iemand leuk vindt, een reactie op Facebook of Tinder. Toch was die papieren liefdesbrief nog zo gek niet. Die manier van communiceren via de PTT had “wat”. Het handschrift, de adressering op de (liefst een roze gekleurde) enveloppe waren de eerste binnenkomer. Een slordig handschrift en fouten in de tenaamstelling waren een breekpunt.
Dan de brief zelve. Als je al met elkaar verkering had of zelfs als je al verloofd of getrouwd was zond je zo’n schriftelijke ontboezeming van je diepste gevoelens aan jouw geliefde. En dan wachten op een reactie. Veel ontvangers (meestal vrouwen) van die brieven bewaarden ze consequent. Wat gebeurde er dan als de liefdesgloed verbleekte, als de relatie stopte?
Er waren ook liefdesbrieven aan iemand, waar je in stilte verliefd op was, maar je durfde dat niet vis-a-vis uit te spreken.
Het komt ook nu nog voor dat ik iemand “in het wild” ontmoet waarvan ik zeg “Wow!”. Bijvoorbeeld op de dansvloer. Het is bijzonder, dat in die context deze gevoelens niet zo snel uitgesproken worden. Ik verbaasde mij hierover, waar zou dat door komen. Opeens viel het kwartje. In zo’n omgeving zijn de vrouw, die ik leuk vind en ik niet alleen. Ik ben terughoudend in het en plein public uitspreken van wat er in mij borrelt. Is dat een verkeerde schaamte of is het zelfbescherming?
Als iemand gezellig met je danst wil dat nog niet zeggen dat diegene wat voor jou voelt, als jij zelf diegene wel in je armen zou willen sluiten. Er zijn allerlei signalen die je kunt oppakken, waardoor je weet of je een kansje maakt.
Digitaal werkt dat geheel anders. Hét grote pluspunt bij digitaal dateverzoeken doen is mijns inziens dat je de tekst die je naar een potentiële date zendt voordat je op de knop drukt onbeperkt kunt aanpassen / corrigeren. Je kunt zelfs op het laatste moment besluiten het bericht toch maar niet te zenden.
Digitaal daten kan heel uiteenlopend uitpakken, vanaf eindeloos wachten op een reactie op een berichtje, tot een snel akkoord gaan met een afspraak, tot een tijdje mailen of een afbericht per omgaande. Maar dat is weer vergelijkbaar met de dansvloer. Iemand vraagt een dame ten dans, zij kan twee dingen doen: met hem de vloer opgaan of beleefd danken voor de invitatie en blijven zitten.
Op een digitaal afbericht kun je heel divers reageren, op een weigering om te dansen is er doorgaans geen discussie. Ik denk dat de manier van reageren individueel heel verschillend is. Sommigen zijn op hun staart getrapt als ze een blauwtje lopen, anderen doet het niet veel.
Zo’n blauwtje kan ook leerpunten opleveren.
We zijn dus van vriendschapsaanzoek 1.0 via misschien 1.1. naar 2.0 gegaan. Ik vraag me af of iedereen met name als iemand ouder is die veranderingen heeft kunnen bijbenen.
Mijn roots
Mijn roots
Na mijn trouwen vertrok ik op drieëntwintig jarige leeftijd naar een niet zo’n groot dorp in Zeeuws Vlaanderen en nu woon ik sinds tweeduizendzestien in de Hoeksche Waard. Maar mijn roots liggen in de historische regio Salland in de provincie Overijssel. Om precies te zijn In Schalkhaar en Deventer.
Roots: “Mijn afkomst, mijn oorsprong, waar mijn wortels liggen”. Mijn culturele identiteit.
De plek waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Het behelst mijn opvoeding, de cultuur van de regio, het dialect, maar ook de jeugdherinneringen. Schalkhaar de plaats waar ik geboren ben, waarin ik de eerste tien jaren ben opgegroeid. Waar mijn vader mij leerde schaatsen en leerde fietsen. Alle belevenissen voor de eerste keer ervaren maken herinneringen intenser.
Met zoonlief afgelopen week enkele dagen in Deventer verbleven. De stad waar ik de middelbare school heb bezocht, waar ik verliefd ben geworden en waar ik mijn man heb ontmoet. De stad waarin ik als jong volwassene het uitgaansleven heb ontdekt. De levendigheid van een stad heb ervaren. Tijdens de pauze van mijn werk even de stad in om bij goed weer te lunchen op een terras, of de van huis meegebrachte lunch met collega’s te nuttigen op de Welle langs de IJssel. Of een ijsje eten bij de zeer bekende Italiaanse ijssalon.
We hebben op de fiets Deventer en omgeving verkend. Plaatsen bezocht waar ik gewoond, gewerkt heb en naar school ben geweest. Het huis waar ik geboren ben. Wat is het leuk om aan mijn zoon de plekken van mijn jeugdherinneringen te kunnen laten zien en het vertellen van de bijbehorende belevenissen. Maar wat is alles veranderd in de loop der jaren. Routes die ik in mijn hoofd had naar school, naar het werk, ik herkende ze in 1e instantie moeizaam. Nieuwe gebouwen, nieuwe wegen en… het is veel drukker.
We logeerden in een honderdvijftig jaar oud Hotel in het historische centrum van Deventer. Een architectonisch gebouw met tradionele elementen met modern comfort. De brede lange trappen naar de verdiepingen met op iedere verdieping prachtig grote ramen. Op de hoogste verdieping een mooi uitzicht op de Brink en de stad. Wanneer je je ogen sluit kun je je wanen in een film van Sherlock Holmes. De vloeren die kraken, zowel in de oude lift. Er zijn veel oude historische gebouwen verdwenen, maar dit hotel is er gelukkig nog. Het sloot goed aan bij mijn herinneringen en het opnieuw teruggaan naar de regio van mijn roots.
Liefs,
Monique