Mensen kijken en bekeken worden
maandag 5 december 2022
Ik ben dankbaar voor mijn zintuigen. Omdat ik visueel ingesteld ben neem ik meer waar met mijn ogen dan met mijn oren. Wat is het heerlijk als ik – een beetje overdreven – de hele wereld aan mij voorbij zie komen. Dat gebeurt op een paar plaatsen in het bijzonder. In de supermarkt zie ik tijdens het boodschappen doen mensen, die mij bekend voorkomen maar ook onbekende mensen. En ook op straat passeer ik vaak bijzondere figuren.
Terrasjes schijnen een hot spot te zijn voor liefhebbers van mensjes kijken. De tafeltjes die grenzen aan het trottoir en aan elk tafeltje die stoel(en), die (dat) uitzicht biedt (bieden) op de looproute zijn favoriet. Wie er eens op let zal zien, dat die plekjes het eerst bezet zijn. Ik ben als single niet zo’n terraszitter. Dat is gezelliger als ik met z’n tweetjes of met een groepje heb afgesproken. Vaak gebeurt het ook, dat een ober mijn kijkgenot komt verstoren, precies op het moment, dat er een interessant persoon langs loopt. Langs het strand van Bloemendaal en Zandvoort is een boulevard bovenaan de zeereep, waar de gemeentes voor banken hebben gezorgd. Een ideale plek om badgasten en andere passanten gade te slaan, ware het niet dat terwijl ik uitzicht op zee heb de dames en heren veelal achter mijn rug langs gaan, een vluchtige beschouwing wordt mij en andere bankingezetenen aldus onthouden.
Onlangs was ik voor het eerst sinds 3 jaar in een bekend partycentrum voor een dansavond, halverwege de avond stond het koude en warme buffet gereed. Door de coronabeperkingen was dit centrum 2 jaar dicht en zelf heb ik daarna nog een extra jaar pas op de plaats gemaakt voordat ik de danspasjes daar weer eens ging praktiseren. Vanaf mijn favoriete plekje zag ik de dames en heren arriveren. Er was nog niet veel veranderd.
Het kijken naar de binnenkomers was al een belevenis. Sommigen wat grijzer of kaler dan drie jaar geleden, anderen ontbraken op het appèl. Toen de muziek startte ontvouwde zich een ander kijkspel voor mijn ogen. Bewegingen op de dansvloer, ik stortte mij ook in dit feest. Een week later kon ik wederom genieten van muziek en dans, maar dan in een buurthuis met een multicultureel publiek. Sinterklaas kwam ook langs, een dag voor zijn “grote” dag, en ik heb nog even met Witte Pietra gedanst.
Ik realiseerde mij heel goed dat ik ook bekeken werd. In de dancing kwam na een uurtje een oude bekende naar mij toe. Zij is meer een kijkster dan dansliefhebster; heeft altijd een praatje aan de bar met haar kennissen. Kijken naar, bekijken en communiceren gaan hand in hand, en al helemaal op en naast de dansvloer. Ook tijdens het dansen moet ik mijn ogen goed gebruiken, de dansvloer was hutje mudje vol, en botsingen mogen niet ontaarden in aanvaringen. De sfeer was hier opperbest, iedereen gedroeg zich heel respectvol. Toen er zelfs een paar keer aan Line dance werd gedaan was het weer als vanouds.
Op een datingsite is goed kijken naar profielen de eerste stap naar een eventueel contact. Wie vergeet wel eens, dat hij /zij niet alleen kijkt maar ook bekeken kan worden? Daarom vind ik, dat anoniem surfen tot een minimum beperkt zou moeten worden. Ik bezondig mij daar ook wel eens aan, maar alleen om te voorkomen dat iemand mij benadert, met wie ik absoluut geen contact wil hebben. Jammer is dat ik een enkele keer vergeet de instelling anoniem surfen op te heffen. Kort geleden attendeerde iemand mij hierop, ik heb dat meteen aangepast. Dank ! De vormgeving van de foto’s, de keuze, overal valt wat op af te dingen. Maar kijk eens in de poppetjes van mijn ogen! Een oud liedje, een aansporing. Ogen, onze kijkers zeggen veel. Niet voor niets wil de site als profielfoto een plaatje van het gezicht. Wat straalt men uit? Dat is heel belangrijk. Het is de eerste indruk, een afdruk van een persoonlijkheid.
Voor een datingsite geldt hetzelfde als op de markt: Kijkers zijn nog geen kopers. Hoe vaak hoorde ik marktkooplui (ik heb een aantal jaren iemand in een kraam geholpen) klagen: “Het is enkel kijken, kijken, kijken en niets kopen”. Het besluit van wandelaars op de markt om alleen te kijken en niet te kopen is evenwel net zo legitiem als het kijken van mensen, die op een datingsite staan en toch niet of nauwelijks een poging tot daten ondernemen. Niettemin is die terughoudendheid een beetje jammer; waar iemand op de markt allerlei leuke dingen aan zich voorbij laat gaan missen veel kijkers op een datingsite mogelijk mooie kansen op een contact, dat hun toekomst kan verrijken…
geplaatst door Aktivo1 - 1780 keer gelezen
Vorige berichten
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.