Andere paadjes
vrijdag 19 mei 2023

Laatst liep ik langs de zee, naast een man die het in gloedvolle bewoordingen geweldig vond dat hij de zee zo geweldig vond. Wat gek genoeg aanvoelde alsof hij haar voor mijn neus wegkaapte. ‘‘Die zee zien we de hele wandeling niet meer terug,’’ zei ik van de weeromstuit. Wat niet waar was, maar hij vergaf het me. Of vergat hij het?
Ik hou van de zee. Ze is net als de liefde: altijd weer anders en altijd weer nieuw. De liefde? Ik ben blij dat deze groepswandelingen niet eindigen met de afwas van gisteren op het aanrecht. Of, om met Lennaert Nijgh te spreken, ‘met de peuken op de borden en de kruimels in het bed.’ Wat niet wegneemt dat ik ook blij was om weer naast deze man te lopen. Om mij te laven aan zijn energie, om met hem van gedachten te wisselen. Eh nee, om mij te verwonderen over zijn gedachten. Hé, zullen we samen de zee geweldig vinden?
Mijn meest rustieke route naar de stads-supermarkt is vol met het geroezemoes van toeristen, studenten en andere niet-Leidenaars. Op een drukke brug klinkt boven alles uit het kabaal van een achteruit slaande scheepsmotor. Geschreeuw vanuit de singel. Een rondvaartboot glijdt stil onder de volgende brug door; de sloep vol jongelingen moest hem voorrang geven. Ze dragen donkerblauwe truien, die jongelingen. Schipperstruien. De sloep maakt een wilde zwaai richting de rondvaartboot - die rustig uitwijkt. Dan knalt de sloep, aan de overkant van de singel, tegen de remmingen vlak voor de brug. Alle blauwgetruide armen gaan de lucht in. Een vrouw en een man komen aanlopen. ‘‘Dat ging maar net goed?’’ vraagt de vrouw. ‘‘Wat gebeurde daar?’’ ‘‘Man aan het roer,’’ antwoord ik. De vrouw glimlacht breder dan de man. ‘‘Nou, we hebben veel samen gevaren, en hij kan beter sturen dan ik,’’ zegt ze. Tja, wat dan? Hem complimenteren met zijn stuurmanskunst? Mijn schipper in de strijd gooien? Mijn broer? Mijzelf? En dat alles vanwege Michiel de Ruyter, daar beneden in de singel? Ik glimlach het breedst en knik ten afscheid. Dag! Heel aardig dat je het opnam voor jouw man aan het roer!
Een ommetje Cronesteyn. De scooter stopte op het bruggetje, sprak me aan. (Als een auto een fietser kan aanrijden, kan een scooter mij aanspreken.) Motor uit, fijn. De vrouw zit roerloos achterop. Hij moet naar Zoeterwoude, naar zijn zus, maar ze namen een fietspad te vroeg. (Nu het fout is gegaan, hoort de vrouw er ook bij?) Wat nu? ‘‘Terug rijden en het volgende fietspad nemen?’’, opper ik. ‘‘Nee, volgens mijn scherm kan ik helemaal door het park en dan door een fietstunneltje.’’ ‘‘Nee, u gaat niet met uw scooter door dit park rijden. En dat fietstunneltje is een smal, los op het water liggend vlonder. U kunt daar niet overheen met een scooter.’’ ‘‘Ik kan daar wel langs, zegt mijn scherm.’’ ‘‘Waarom zou u míj dan de weg vragen? U kunt het snelst op het fietspad naar Zoeterwoude komen via de parkeerplaats van de volkstuinen, realiseer ik mij nu.’’ ‘‘Ik rij wel terug.’’ Gas, en daar gaan ze, de stuurman en zijn vrouw. Op weg naar zijn zus in Zoeterwoude.
Na een zonnige wandeldag over grasdijkjes en paadjes met okselhoog fluitekruid, staan we in zo’n de-dag-voor-Hemelvaartsdag-file. We filosoferen wat over de voordelen van openbaar vervoer (dit was zijn wandeling, dus ook zijn vervoer), praten wat over de veerman die ons op de uitkijk-stoelen wees, aan de overkant van de vaart verderop. Te bereiken met een kettingpontje. We draaiden om beurten aan het wiel - om aan de overkant te ontdekken dat de stoelen waren afgesloten. Houtrot! Nou ja, nu zaten we op autostoelen uit te kijken over de snelweg. Ik besloot mijn lippen in te vetten, om de doorgang te vergemakkelijken. Het werkte.
Ruim tweeënveertig kilometer lopen is best ver. Oh ja, tweeënveertig mag dan het antwoord blijken op de ultieme vraag des levens, het heelal en alles - wanneer het te lopen kilometers zijn, zijn het er veel. Juist deze dagen, deze zonnige dagen, bevind ik mij in het vacuüm tussen de weldadige tevredenheid ‘erna’ en de langzaam opkomende zekerheid dat er waarschijnlijk nooit meer een spannend ‘ervoor’ komt. Hoewel. Deze marathon ging mij beter af dan de vorige. Minder warm, luchtiger kleding, betere schoenen. En wat was het weer super gezellig! Maar ver vond ik het wel...
Anders dan wandelen, waar de ene stap als vanzelfsprekend volgt op de andere (of andersom), is schrijven een raadselachtig proces van keuzes maken. Schrijven is twijfelen - en vaak zie ik pas achteraf dat het toch goed was wat ik schreef. Goed zoals ik het schreef. Of niet, zoals bij het weglaten van die laatste alinea in mijn vorige blog. Ik begon aan dit blog te schrijven met in mijn hoofd de bepijlde route naar die alinea. Maar onderweg stuitte ik op andere paadjes. Het kan nu eenmaal altijd anders.
geplaatst door RodeJas - 1511 keer gelezen
Vorige berichten
Reuring
Het woord reuring heeft meerdere betekenissen. Het betekent meestal drukte en bedrijvigheid in positieve zin, een levendige sfeer, zoals op een feestje. Maar het kan ook ophef betekenen over iets, of een gevoel van onrust. Ook is het vaak een opwindend gevoel, veroorzaakt door een mix van geluid en beweging bij een evenement. In ieder geval duidt het altijd op veel activiteit. In dit blog is het een straattheater festival in Purmerend, genaamd : Reuring.
Reuring vindt elk jaar plaats in het laatste weekend van juni. Meestal op het grote plein tussen alle horecazaken aan weerszijden van de Koemarkt, pal voor theater Purmaryn, op het plein voor het museum en nog een 4e podium in een van de winkelstraten. De voorstellingen duren een half uur met een korte pauze daarna. Allemaal op loopafstand van elkaar, zodat je alles rustig kan bezoeken, want ze wisselen elkaar af in locatie en tijd. Ieder jaar ga ik er trouw heen, want de acts zijn leuk en van goede kwaliteit. Na afloop van ieder optreden gaan de artiesten, plus enkele mensen van de organisatie met de hoed rond, want het festival is gratis. Het publiek wordt daarom wel geacht een bijdrage in de kosten te geven aan de organisatie of een gulle gift aan de artiesten zelf te doen;
De 1e voorstelling was een complete circusact met risicovolle acties in de lucht, uitgevoerd door een jong echtpaar uit Argentinië. Geen vangnet of kussens op de grond. Een verkeerde beweging zou een keiharde smak op de stenen betekenen. Er zat veel humor in hun act. Regelmatig werd er gelachen, of hard geapplaudisseerd voor hun lenige acrobatiek. Na afloop hadden ze nog een kleine toegift ; hun zoontje van 4 jaar klom op blote voeten in rap tempo omhoog in een houten paal van circa vier meter, direct gevolgd door beide ouders voor het geval hij een verkeerde beweging zou maken. De kracht van dit jonge kind en zijn lenigheid waren opvallend. Het vertederde het publiek. Veel mensen liepen daarna rechtstreeks naar de artiesten zelf toe om ze een mooi bedrag te geven, ik natuurlijk ook.
De andere voorstellingen waren ook prima, maar de 1e act had toch de meeste indruk gemaakt op zowel mij als mijn festivalmaatje. Rond 1500 uur streken we neer op een van de terrassen op de Koemarkt voor een biertje en over het plein kwamen toen nog 3 muzikanten langs, die een lopende voorstelling gaven tussen alle podia. Even later reed er ook nog een mini-volkswagen bus voorbij, volgepropt met festivalgangers, die luid toeterend deze mensen als taxi vervoerde over het festivalterrein. Het weer was prima, het was afgelopen zaterdag gelukkig nog niet zo heet. We hadden een geweldige middag meegemaakt, waar we op de terugweg met veel plezier nog over zouden napraten...
Op reis - vervolg
Alleen op reis, dat heeft zeker zo zijn voordelen. Er is geen overleg nodig, geen ... en het is ook altijd duidelijk wie de rekening zal betalen. Niemand die mij verwijtend aankijkt als ik een verkeerde weg heb genomen, niemand die mijn zweetsokken hoeft te ruiken, niemand die bezorgd is of ik niet te weinig zus of teveel zo. Is dit nu vrijheid? Ik moet zeggen, het went snel, nieuwe routines vormen zich in een mum van tijd. Het helpt natuurlijk dat het meestal mooi weer is en genoeg te beleven , maar toch verbaast het me wel. Ik kreeg warempel een beetje spijt dat het alweer op zijn eind loopt. Ik had met alle plezier nog een dagje extra in dat oogstrelende natuurgebied willen wandelen. En in de verrassende stad B. had ik had ook wel wat meer tijd willen doorbrengen. Ik merk ook dat ik na een tijdje wat gemakkelijker word in het maken van contact, zoals ik me dat ook herinner van vroeger. Ik had eigenlijk verwacht dat de heimwee harder aan mij zou trekken. Maar het bevalt prima zo.
Anderzijds, een van de voornaamste zorgen van de eigentijdse reiziger is, of er wel “bereik” is, een rare uitdrukking eigenlijk, waarmee we bedoelen of we met onze smartphone in verbinding kunnen staan met onze reguliere contacten en informatiebronnen. Op dit moment is dat bijvoorbeeld niet het geval en het levert onmiskenbaar een gevoel van verlatenheid op, van teruggeworpen zijn op een kwetsbaar wereldje. Nu pas lijkt het een beetje op het backpacken van een halve eeuw geleden, ergens ‘in the middele of nowhere’, zo noemdem we dat toen, met de telefoon als enige contactmiddel. Want ook toen moest het wel heel gek lopen als je zelfs geen telefoon kon vinden. Verstoken van het internet ervaar ik sterker die andere kant van vrijheid, het niet-verbonden zijn.
Een quote van Em. Levinas komt in mij op: er is geen onafhankelijkheid die niet ergens afhankelijk van is. Ik zou niet vrij kunnen zijn als ik me niet tevens verbonden weet, ook al ben ik op dit moment niet ‘live’. Misschien is dat ook wel een verslaving van deze tijd, het altijd ‘online’ zijn. Onze voorvaderen hadden dat toch ook niet nodig; ze schreven elkaar brieven en wisten zich verbonden door in elkaars gedachten te zijn.
Inmiddels ben ik weer met het Internet verbonden, anders had ik dit bericht immers niet kunnen versturen. Ik denk dat ik dit vrije leventje nog wel een tijdje had kunnen volhouden; maar toch zou ik nou niet willen beweren dat alleen reizen fijner is dan met iemand samen. Het is in feite totaal anders. Samen ben je voortdurend elkaars back-up als het ware. In mijn eentje moet ik alerter zijn, althans dat voel ik zo. Veel meer bewust van mijn kwetsbaarheid maar daardoor ook in het algemeen oplettender. Het legt een dusdanig beslag op mijn aandacht dat er ook maar weinig ruimte overblijft voor beslommeringen aan het thuisfront (terwijl die, wanneer je samen bent, nu juist het meest voor de hand liggende onderwerp van gesprek zijn ;-). Kortom, ook al is samen reizen gezelliger, aan het reizen in je eentje zitten zeker positieve kanten.
Het is geen slecht gevoel, zo vrij en losgeweekt van het normale leven en het helpt natuurlijk als het mooi zomerweer is. Het komt denk ik aardig in de buurt van wat Eckhart Tolle ‘Leven in het nu’ noemt. Echter volgens mij doet het op langere termijn geen recht aan de realiteit, met verantwoordelijkheden en verpichtingen, met een verleden en een toekomst. Leuk voor een tijdje, dat oude backpackergevoel, dat je paspoort en American travelercheques - nu is dat mijn smartphone - de enige link zijn met je roots (want als je niet over geld kunt beschikken is de lol er gauw af). :-P
Ouwe jongens krentenbrood of de krenten in de pap
In de jaren voor mijn pensionering en ook een behoorlijk aantal jaren daarna deed ik jaarlijks mee met het uitje voor alle actieve medewerkers en na 2004 met het uitstapje voor de “oudjes”. Onder de actieve medewerkers waren er veel, die tegen hun pensioen aanliepen; bij de gepensioneerden was een aantal “echt” bejaard. Het bedrijf heeft de faciliteiten voor de ouderen in fasen beëindigd. Hun uitstapje werd een etentje, ze kregen geen kerstpakket meer en de gratis jaarkaart voor de natuurterreinen werd geschrapt. Tenslotte moest ook het etentje voor de oudjes van bedrijfswege er aan geloven, wel organiseerde de personeelsvereniging nog voor hun oudere leden met hun vaste partner eens in de twee, drie jaar een bijeenkomst.
Omdat ik nog steeds lid ben van de personeelsvereniging schreef ik me in voor het event van de pv. Ik fietste op een maandagochtend naar het bezoekerscentrum van het bedrijf, de plek waar het ouderenevenement zou plaats hebben. Het was fris weer en krap een half uur voor aankomst begon het te regenen. Ik kwam als eerste na ruim 25 km. trappen zeiknat aan op locatie. Al snel kwamen een paar andere deelnemers opdagen, ik kende ze niet, ook niet verwonderlijk, het bedrijf had op haar hoogtijdagen 1000 medewerkers.
De koffie met taart stond klaar en die liet ik mij net als de overige 180 aanwezigen goed smaken. Twee boswachters boden aan wie dat wilden de kans een stukje van het natuurgebied te zien, hij en zij vertelden ons over dit deel van het duin, waar ik nog nooit geweest was.
Een half uur later werden we uitgenodigd voor de hoofdmoot van de dag, de “feestlunch”. De personeelsvereniging pakte daar goed mee uit. Ik ging zitten bij een collega die weliswaar op een andere afdeling had gewerkt, maar met wie ik toen goed contact had. Hij was verhuisd naar Drenthe en mede voor deze dag hadden zij en zijn vrouw een campingplek niet zo ver van de reünie (want dat was het in wezen) geregeld.
Opeens herinnerde hij mij er aan dat zijn en mijn zoon ooit op hun middelbare school een project over stropdassen hadden uitgevoerd. Hè? Dat moet dan minstens dertig jaar geleden hebben plaatsgehad. Ik kon het me niet meer herinneren. Wat dat project inhield wist hij niet meer. Bij thuiskomst heb ik mijn zoon er even over opgebeld, hij bevestigde het verhaal, maar ging er niet ander op in. Druk, druk. Onder het eten kwam een oudere dame naar mij toe lopen en vertelde, dat zij nog steeds leuke herinneringen bewaart aan de dag, waarop ik tijdens een uitstapje van de personeelsvereniging naar Antwerpen de groep daar rondgeleid heb. Die dag staat mij weer heel helder voor de geest.
Op zo’n bijeenkomst van de oudjes probeer ik vergelijkingen te maken tussen het uiterlijk nu van diegenen, die ik goed gekend heb, hoe zij er een paar jaar geleden uitzagen bij vorige events en hoe ik mij hen herinner 20 jaar geleden, toen ik nog werkte. Het verbaast mij dat velen mij wel en ik de meesten niet herken. Het onthouden van namen begint ook een issue te worden. Soms word ik geraakt door de veranderingen die ik zie: een collega met wie ik nauw samengewerkt heb duwt nu zijn vrouw voort in een rolstoel. Maar, zo is het leven nu eenmaal. Het rollator gehalte van de groep was niettemin nog bescheiden.
Ik heb opnieuw ervaren, hoe verschillend de beleving van zo’n dag is voor singles als ik en voor mensen, die er met hun partner naar toe gaan. Zij kunnen over wat ze zien en horen direct met hun maatje communiceren. Anderzijds ben ik weer zo vrij als een vogeltje. Ik kan zelf bepalen wanneer ik weg ga. Gelaafd en gevoed stapte ik dus weer op de fiets, vol van de indrukken ging ik onder een aangenaam zonnetje alleen naar huis. Tenminste, alleen?
Op de pont was ongemerkt een lieveheersbeestje op mijn hand neergestreken. Toen moest ik nog tien kilometer naar huis fietsen. Het diertje bleef tot mijn stomme verbazing de hele terugweg verder zitten, pas voor mijn woning heb ik het bij een boom voor mijn raam neergezet, hoewel hij / zij mij maar met tegenzin losliet. Zo had ik onvoorbereid toch nog gezelschap. Helaas kon ik met dit levende schepsel niet echt communiceren, hooguit voelde ik de pootjes af en toe als-ie mijn hand verkende. Misschien werd hij aangetrokken door de restgeuren van de lunch? Dat torretje was toch een van de krenten in de pap die dag.