Anti-rimpel Crème
vrijdag 24 november 2023
We zijn zo gewend om lineair te denken, ook qua leeftijd en wat je dan nog kunt of jezelf hoort te gedragen. Ook betreffende fysiek bestaat de overtuiging “dat kan ik niet meer”. Vaak is dat daadwerkelijk zo, anders zegt men dat niet, maar wat was er eerder: de kip of het ei?
Is het de gedachte en overtuiging dat je veroudert en dingen minder goed kunt die dat dan ook verwezenlijkt?De wetenschap –epigenetics vooral- leert dat dit inderdaad het geval is.
Wat nou als dat niet zo zou zijn? Gewoon eens even ‘spelen’. Stel dat je nog uit de voeten zou kunnen zoals toen je 20 of 30 was. Wat zou je dan doen?
Hoe zou je denken? Zit daar verschil in met nu? En dan het lijntje verder trekken: hoe zou je lopen, praten, denken, doen? Maar vooral: hoe zou dat voelen?
In hoeverre speelt het maatschappelijke een rol bij wat je wel of niet doet? Er heersen nogal wat dingen in de trend van, ‘dat kan niet meer als 40/50/60+ bent!’
We zeggen makkelijk dat we ons daar niet door laten beïnvloeden, maar het zit gewoon ingebakken in onze cultuur.
Ik weet nog dat ik het podium op ging met het Koninginnedag optreden in 2009 en daarvoor mijn gebruikelijke uitgaanskleding aantrok. Kort zwart strak rokje, off-shoulder zwarte top, laarzen, fishnet panty en overknee kousen, en als extra een lang haar-stukje op mijn halflange haar. Ik was toen 43.
Mijn dochter zei niet heel veel, maar wat ze zei en hoe ze keek sprak boekdelen. Ze vond het duidelijk niet kunnen, in haar ogen was ik al oud, haha. En ik proefde ook jaloezie, wat ik niet helemaal begreep.
Als ik nu weer op het podium zou moeten, maar ook als ik uitga, trek ik weer een dergelijke outfit aan. Dat is “ik” en ik voel me daar goed bij en het staat me ook gewoon goed.
Maar ik vind het wel een mooie om eens over te denken: wat zou je anders doen als je 20 of 30 jaar oud was in plaats van 50+? Ik bedoel dan niet direct te proberen weer in spagaat te gaan of iets dergelijks. Het gaat meer om de manier van denken en voelen. Als dat “jong” is, werkt dat echter op termijn wél fysiek door.
Er liggen in de ongeschreven wetten van de maatschappij zoveel dingen over wat wel of niet kan als je een bepaalde leeftijd hebt bereikt.
Hoe soepel en open ben je nog in je denken en daarmee vanzelf dan ook in je gevoelsleven?
Eén van die foute overtuigingen waarmee we allemaal direct of indirect zijn opgegroeid, is dat de hersenen aftakelen met ouder worden. Het kan niet meer zo snel, schakelen wordt lastiger, je geheugen neemt af enzovoorts.
Als je boven de 45-50 bent en zegt dat je iets vergeten bent, is de standaard reactie van mensen, “Sja, da’s de leeftijd, he!”
Zo word je al gedrild aan te nemen dat het normaal is en dat het een teken is dat je aan het verouderen bent. Maar… dat is dus helemaal niet waar! Neuroscience en epigenetics hebben inmiddels aangetoond dat de neuroplasticiteit –het ‘elastisch’ zijn van de hersentjes- ook op oudere leeftijd gewoon nog intact is.
Als dingen wat ingedut zijn, kun je dat gewoon weer wakker schudden. Het is ook hiermee weer de maatschappelijke verwachting, en reacties als hierboven, dat je inkakt als je ouder wordt, terwijl daar helemaal geen reden voor is.
We hoeven fysiek niet te verouderen. Het is decennia geleden al in het nieuws gekomen vanuit wetenschap dat ze niets konden vinden in ons lichaam, ook niet in DNA, wat veroorzaakt dat ons lichaam veroudert.
Men weet nu dat de enige reden kort gezegd vervuiling is. Dat is dan letterlijk, bijvoorbeeld lucht-, water-, bodemvervuiling, maar ook figuurlijk. Als eerste is dat dan de verwachting & geloof in de maatschappij dat je veroudert en dat je gemiddeld 85 jaar oud wordt. Een hele grote boosdoener, want daar groeien we allemaal mee op.
Dan zijn er je overtuigingen en gedachtes als individu, maar ook vanuit de maatschappij. Je eigen close circle van familie en vrienden heeft dan een nog grotere invloed, omdat zij dichter bij je staan.
En uiteraard is stress een grote veroorzaker en bijna iedereen op de planeet, en zeker in Westerse landen, verkeert in een continu fight or flight staat van zijn. Dit is het nieuwe normaal. Velen zeggen, “Ik heb helemaal geen stress” maar het is gewoon onderdeel van onze manier van leven.
Eindig ik met weer de vraag: Hoe soepel ben je nog in je denken en daarmee vanzelf dan ook in je gevoelsleven?
En mág je van je omgeving ook ‘jong’ zijn, doen, denken? Of ontvang je dan de misschien niet eens uitgesproken boodschap dat dat echt niet meer kan, zoals ik die reactie destijds kreeg van mijn dochter.
We bezitten allemaal onze eigen natuurlijke anti-rimpel crème. Die zit niet in een potje maar in je denken en voelen!
geplaatst door Roosje - 898 keer gelezen
Vorige berichten
Een geheim bewaren of toch delen?
Kort na elkaar hoorde ik van enkele bekende vrouwen minder prettige berichten. Het eerste bericht verbaasde mij. Ik heb vaak met deze vrouw gedanst, ze gaat altijd in haar uppie naar de dansplekjes, waar ik regelmatig kom. Wel heeft ze al 18 jaar een relatie met een andere dame. Stukje bij beetje heb ik een deel van haar levensverhaal mogen horen, hoewel ze zich vrij terughoudend opstelde. Ik heb ook absoluut geen pogingen ondernomen om haar te verleiden meer te vertellen.
Een paar jaar geleden hoorde ik van een andere vrouw, waarmee ik tot 2016 ruim drie jaar een lat-relatie had, dat bij haar een ernstige, slopende ziekte werd geconstateerd. Ondanks dat wij geen relatie meer hadden was ik geschokt na dit telefoontje. Dan ga ik weer denken aan de mooie momenten, die we hebben mogen delen. Hoewel ze flink wat jonger dan ik is heeft ze nu een beperkte levensverwachting. Last but not least bereikte mij het bericht van een goede kennis, bij wie de beruchte K opnieuw toesloeg.
Deze berichten vallen onder de categorie vertrouwelijke mededelingen. Het is ongepast die gegevens te delen met bekenden, tenzij degene waar het om gaat aangaf, dat anderen het wel mogen weten. Ik kan een en ander wel geanonimiseerd kwijt in een blog, zonder dat iemand de persoon in kwestie er in herkent.
Er zijn stukjes informatie, die maar tijdelijk geheim zijn. De prijs, waarvoor een huis verkocht wordt, de zwangerschap van een goede bekende. Aan de andere kant zijn er ook zaken, die je maar beter niet aan de grote klok kunt hangen. Wie de hoofdprijs van de “Staats” heeft moet erg op zijn / haar handen zitten, anders zwermen de aasgieren om hem of haar heen.
Soms zijn er leuke gebeurtenissen, die ik graag met iemand wil delen, maar waarvan het ook niet handig is er kond van te doen. Stel, dat ik iemand via deze site heb ontmoet, met wie ik een klik heb. Ik weet, dat sommige daters daar heel open over zijn tegenover hun directe familie of een hartsvriend(-in). Dan gaat het er om hoe goed je zo’n persoon uit je intieme groep contacten kunt vertrouwen.
Probleem is namelijk in dit geval, hoe je moet communiceren als het contact toch weer op niets is uitgelopen. Ik heb dat aan den lijve meegemaakt toen mijn relatie stopte, terwijl ik wel al heel wat keren bij mijn zoon en zijn kinderen met haar op visite was geweest.
Er zijn ook geheimen uit je verleden, die je zelf liever wegstopt. Maar ze kunnen goed in de weg zitten bij het beginnen van een nieuwe relatie. Tot op welke hoogte kan / moet je die geheimen delen met je date, en vooral: wanneer? Er moet mijns inziens een geschikt moment voor zo’n gesprek gevonden worden. Het helpt op den duur niet essentiële zaken die een smet op het verleden wierpen te verzwijgen.
Ik ken een vrouw, die pas bij haar ondertrouw hoorde dat haar partner 15 jaar ouder was dan hij altijd had voorgegeven. Maar toen durfde ze niet meer terug te krabbelen, ze was van hem in verwachting… Zelf hoorde ik bij een date van een vrouw, dat ze vijf jaar ouder was dan ze had gemaild (“Dat heb ik zo op mijn profiel ingevuld, want anders krijg ik allemaal oude mannetjes achter mij aan”). Natuurlijk is dit ook een vorm van jokken.
Wie van u liep ook aan tegen het dilemma van een geheim bewaren?
Kies wijs! Wijs kiezen...
Kies wijs! Wijs kiezen…
dat laatste, zou dat mogelijk zijn? Ik, jij, jij en jij maken dagelijks keuzes. Wat zal ik eten vandaag, of bij het winkelen, welke keus maak ik bij het kiezen van mijn broodbeleg. Waarschijnlijk kies je dan voor dat gene wat je al in je hoofd had, waar je zin in hebt. Eenvoudige keuzes, welke niet veel om het lijf hebben. Oftewel… wanneer je na het opstaan in je hempie voor je kast staat en moet bedenken wat je wat vandaag aan zult gaan trekken. Mooi, die keuze heb je de vorige avond al gemaakt en alles ligt/hangt al klaar. Slim en misschien ook wel wijs! Zeker wanneer je vroeg in de morgen nog half in dromenland bent.
Wijs kiezen.
Zou dat vooraf ook opgaan bij het aangaan van een relatie? Wanneer we een training zouden volgen waarbij wij erachter kunnen komen hoe en op welke vlakken we een partner zouden kunnen kiezen? Of zouden we eerst bij onszelf moeten beginnen! Reflecteren op onze wensen, mogelijkheden en behoeften.
Hebben we iemand op het oog, kunnen we ons zelf natuurlijk een aantal vragen voorleggen. Is hij/zij integer. Zal ik me bij hem/haar veilig, voelen. Zal alles bespreekbaar zijn met de nieuwe partner.. Hoe is de levensstijl? De Familie? Passen we bij elkaar betreffende onze interesses, huisdieren, of hobby’s. Zijn we bereid concessies ’s te doen?
Wijzer kiezen
Hoe dan ook op 50 plus match zijn we allen al wat ouder en qua levenservaringen ook wat wijzer. Dat maakt, denk ik, dat we zelfbewuster zijn, zelfkennis hebben en daardoor beter weten wat we zoeken en nodig hebben in een partner. We zijn in een andere levensfase belandt met andere wensen met daar aansluitend andere keuzes.
Toch hoe wijs wij ook mogen zijn geworden, het vinden van een nieuwe metgezel is niet zo eenvoudig. Voorbij zijn de dagen, dat je op scholen verliefd werd. Je naar de disco ging. Plaatsen waar men langdurig elkaar tegenkwam en elkaar ongemerkt al vast beter leerde kennen. Een datingsite is een middel, maar zeker niet heiligmakend.
Ik begon met een retorische vraag: Wijs kiezen, zou dat mogelijk zijn? Ik laat hem voor alle lezers open om over na te denken.
Liefs,
Monique
Rondje kamer
Er staat sinds kort een rode stoel in mijn woonkamer. De stoel staat half voor de bank, met zijn rugleuning naar de bolletjes gordijnen en de wereld in mijn straatje. Hij is perfect, mijn rode stoel. Hij is precies wat ik nodig heb, nu het leven draait om een rafelrandje aan mijn linkerheup. En ik zie, zittend in die stoel, de kamer om mij heen met nieuwe ogen.
Recht tegenover me hangt, aan de werkloze schoorsteen, een grote, ronde klok; een stille klok die soms toch blijkt te tikken. De klok hangt boven het rode kastje op wielen waar de tv op staat, en hij is onverbiddelijk: ‘Het is tien voor tien, er is niet genoeg tijd om de laffe smaak van de nieuwe Witcher weg te spoelen met een deeltje Sex and the City.’ ‘Ja maar ik hoef morgen niks.’ ‘Niks ja maar. Zelfs met niks hoeven kom jij nog tijd tekort om alles te doen wat je wilt doen. En je weet best hoe onwijs veel tijd je neemt om vanuit je stoel je bed in te komen.’ De klok wint.
Links van mijn stoel staan twee ronde tafels, half over elkaar geschoven. Op de bovenste tafel staan drie goudpalmen, een platte schaal met gekregen engeltjes, en drie van de vijf Iittala Festivo kandelaars, kandelaars die ik ooit heb gewonnen door het beste argument te schrijven waarom ik ze zou moeten winnen. De onderste tafel is mijn kleur-, teken-, knutsel-, speel-, eet- en schrijftafel. Deze tafels zijn de voorposten van de lege, witte hoek tussen de staande spiegel en de boekenkast. In die spiegel zie ik de witte hoek nog een keer. Die spiegel staat daar best.
Vanuit deze stoel kijk ik bijna recht de boekenkast in - wat voor de boeken niets uitmaakt, maar voor de foto’s wel. De drie zusjes in hun geruite jurkjes en met grote strikken in hun haren, de drie volwassen zussen en hun broer, zittend op een boomstam tijdens die laatste wandeling; ze kijken vanuit hun gouden lijstjes vragend aan: ‘Waarom zit jij in zo’n stoel, ben je moe?’ ‘Ja, ik ben moe.’ ‘Waarvan, van het leven?’ ‘Nee hoor, niet van het leven, van de dag.’ ‘Jij ook altijd!’
Een droom: In een witte hoek van de sportschool ligt een briefje op een roeitrainer; het is volgeschreven met argumenten waarom mijn zus mij nooit weer wil zien. Ik kras twee kolommen tekst door en heb daar onmiddellijk spijt van. Haar wandelvrienden zitten rond een lange tafel; ik vraag hen wat er aan de hand is. Een man antwoordt met een vrolijke anekdote over zichzelf; hij snapt niet dat ik het zo niet snap. Ze bestellen eten. Wanneer het eten wordt geserveerd, zet de bediening een bruin scherm tussen de lange tafel en het tafeltje waaraan ik zit, tegenover twee vrouwen. Wij krijgen geen eten. Ik vraag ook hen wat er aan de hand is, maar ze kijken me verbaasd aan.
Het is feest in de sportschool, knutselfeest, verkleedfeest. Overal staan tafeltjes met blije, knutselende gezinnetjes in fluffy fantasie-outfits. Alleen de roeitrainer met het briefje staat er nog, in de witte hoek. Een mannenstem vraagt of ik die wil opruimen. De knuffelbeesten, de tekeningen, de doos met boeken, ik leg alles in een oude kinderwagen. We (wie?) gaan naar buiten, langs de Turkse receptioniste. Ze is verkleed als Hollandse Huisvrouw: gebreid streepjes vest met knoopjes onder een schort met een vaal motiefje.
De zus die boos op mij zou zijn en ik lopen blij met elkaar te praten. Er is ook een man, een grote man met wie ik zomaar plotseling sta te zoenen.
En rechts van de rode stoel, tegen de muur met het landschap van Kandinsky, staat mijn bank, mijn knalblauwe slaapbank met de kleurige kussens, de bank van waaraf ik mezelf zie zitten in de staande spiegel. Deze bank is het enige bed in dit huis dat, met luttele centimeters tussenruimte, breed genoeg zou kunnen zijn voor twee naast elkaar slapende mensen. We moeten elkaar dus wel heel lief vinden.