Een gezonde geest in een gezond lichaam, is dat bij een date bespreekbaar?
maandag 22 april 2024
Na het wakker worden, douchen en aankleden is mijn eerste loopje naar de brievenbus. Zes keer per week ligt de krant op de mat; vervolgens neem ik even tijd voor mijn meditatief momentje en het ontbijt, en dan wordt de krant opengeslagen. Het plaatselijke en landelijke nieuws en de columns bereiken mijn hersencellen en dan gebeurt het: De puzzelpagina! Eerst de viersterren Sudoku – loopt soms vast- en dan Fillipinne en Zweedse puzzel. Inmiddels heb ik de Senseo aan het werk gezet, mijn eerste koffie is de beloning voor het goed oplossen van de puzzels.
Dat puzzelen heeft nog een ander effect, het zorgt in combinatie met meditatie ervoor dat mijn geest gespitst blijft. Niets is erger als mijn rust op die momenten verstoord wordt. Gelukkig gebeurt dat zelden. Niettemin is er nog een aspect dat bijdraagt aan mijn welzijn: Bewegen. Dat doe ik liefst “Functioneel”, ik fiets graag naar de super en een of twee keer per week naar Amsterdam voor het dansen, of naar een ander doel. Ook het zelf schoonhouden van mijn woning behoedt mijn spieren voor een lui bestaan.
Hoe belangrijk is het evenwicht tussen het op orde houden van je geest en je lichaam? Is dat niet een van de meest essentiële gedeeltes van het dagritme? De Latijnse spreuk : Mens sana in corpere sano, waarvan een deel van de titel boven deze blog de vertaling is heeft niets aan waarde ingeboet. Toegegeven, in allerlei advertenties van fabrikanten van apparatuur om de beweging te stimuleren en advertenties van organisaties die cursussen aanbieden om de geest helder te houden wordt hier ruimschoots aandacht aan besteed. Maar waarom kan ik dat zelf niet zonder al die vaak dure hulpmiddelen? Kom nou!
Nu de jaren gaan tellen is het niet meer vanzelfsprekend, dat er geen fysieke ongemakken zijn. De inspanningen om de gezondheid van mijn lichaam en geest op het juiste niveau te houden leveren mij de nodige voordelen op (trouwens. als dat peil niet op orde is, moet ik daar wel aan werken). Ik loop minder kans om gekweld te worden door allerlei kwaaltjes, die mijn leven minder aangenaam maken. Plusje is dat ik mij goed kan blijven bewegen, liefst zonder ondersteuning. Als laatste, maar niet geheel onbelangrijk, vergroot ik de kans, dat ik bij een date uiterlijk in de smaak val bij de dame, die ik ontmoet. Immers, het oog wil ook wat!
Het zou mijns inziens heel dom zijn om met de acties, die ik pleeg voor een gezond leven te minderen of ermee te stoppen zodra ik “onder de pannen” ben, oftewel wanneer ik in een duurzame relatie verkeer. In cartoons zie ik zo vaak afbeeldingen van stellen waarvan een van beiden heel onaantrekkelijk is, ook lees ik dat velen ook mentaal op niet eens zo vergevorderde leeftijd al aftakelen. Natuurlijk zijn dit ontwikkelingen, waar deze mensen vaak niet altijd zelf wat aan kunnen doen, er zijn ziekteprocessen, die ze niet kunnen beïnvloeden, of ze kunnen domweg pech hebben gehad door een ongeluk.
Als ik iemand voor de eerste keer ontmoet weet ik al het een en ander van de ander ( en zij van mij), door wat er in het profiel staat, gesteld dat die date via een datingsite tot stand komt. Zowel bij de ontmoetingen die ik zelf had als ook uit wat ik van anderen hoor is duidelijk geworden, dat niet iedereen de behoefte heeft om in een profiel de plussen en minnetjes van de geestelijke en lichamelijke gezondheid aan te stippen. Soms komt dat bij de eerste date wel aan de orde, soms pas later. Het is mijns inziens wel essentieel in een relatie! Door er in elk geval al iets over in het profiel of in het mailcontact te vermelden zal het dategesprek soepeler verlopen, en ik vind, dat het ook eerlijker is dan dit te verhullen.
Maar wat vinden de lezers van de blog van dit alles? Voor alle duidelijkheid tenslotte: Je mag niemand discrimineren op grond van fysieke of psychische onvolmaaktheden. Anderzijds blijft een ieder vrij een contact aan te gaan met wie hij of zij dat wil… Niemand is verplicht om ongeacht de omstandigheden met iedereen die op zijn of haar pad komt in zee te gaan. Mogelijk heb ik door mijn verhaal een tere snaar geraakt, hopelijk heb ik deze dilemma’s zo verwoord, dat het niet stoort. Verder heb ik, laat daar geen twijfel over bestaan, veel bewondering voor diegenen, die zich als mantelzorger voor het welzijn van hun partner of andere verwant(e) inspannen, als diegene wat meer zorg nodig heeft!
geplaatst door Aktivo1 - 1664 keer gelezen
Vorige berichten
Voorland
Ik lig op mijn rug. Wakker. Het plafond staart me aan. Ik kan de aanblik niet verdragen. Staar naar rechts. Een nachtkastje. Naast de wekker die half drie aanwijst, mijn favoriete tijdstip om wakker te worden, een glas met een kunstgebit op een laagje water. Aftakeling on the rocks. Het is niet mijn gebit. Niet mijn wekker, niet mijn nachtkastje. Wanneer heeft ze dat uitgedaan? Lig ik aan haar kant? Jeuk in mijn kruis. Nu ik toch wakker ben, kan ik maar het best even krabbelen, denk ik. Waar is mijn inlegkruisje XXX? Ik heb het vast uitgedaan, voordat we ons schuchter, maar ook gulzig overgaven aan het liefdesspel. Als het maar niet ergens rondslingert. We hadden best wat wijn op. Ik staar naar links. Ze is mooi. En snurkt. Ik prik mijn wijsvinger in haar zij, zacht maar beslist. Het snurken stopt. Ik draai me om op die van mij en laat onbedoeld een keiharde wind. Die was hard, zegt ze. Sorry, zeg ik. Ik dacht dat je sliep, zeg ik. Was ook zo, zegt ze, maar ik werd wakker van je gedraai. Voortaan eerst draaien en dan een scheet laten, denk ik, én morgen op zoek naar oefeningen om de bejaarde sluitspier te versterken. Het is drie uur. Ik draai me om. Zij ook. Ze kijkt me aan. Ik haar. En we vrijen onbevreesd ons voorland tegemoet.
Kibbelen, sparren, brainstormen
Af en toe kibbelen houdt je relatie gezond, zegt men wel. Vervolgens las ik op internet dat kibbelen ook vaak komt door een wederzijds gebrek aan inschikkelijkheid. Hoezo is kibbelen dan gezond? Een beetje onenigheid over iets onbenulligs toont aan dat je niet zomaar de ander in alles volgt, dat je een eigen mening hebt. Het is meestal een woordenstrijd over kleinigheden.
Mijn ouders hielden ontzettend veel van elkaar. Ze bleven elkaar dan ook trouw tot de dood hen scheidde, maar ze kibbelden ook regelmatig met elkaar. Mijn vader was een dominante man. Hij dacht dat zijn wil wet was, daarom gaf mijn moeder duidelijk haar grenzen aan. Het gaf hun relatie evenwicht. Hij leerde tot hoever hij kon gaan, zij zag veel door de vingers, maar liet zich ook niet ondersneeuwen door hem. Dat is 60 jaar lang prima gegaan. Broers en zussen kibbelen ook wel met elkaar, dat hoort bij het volwassen worden en ook met een eigen identiteit ontwikkelen. Dat kibbelen is vaak maar van korte duur en wordt in de meeste gevallen weer snel bijgelegd.
Iets heel anders is sparren, dat is toch meer informeel. De opzet daarvan is om over een specifiek onderwerp snel van gedachten te wisselen met elkaar. Het doel van brainstormen is een vraagstuk oplossen of om ideeën uit te werken. In de zakelijke wereld wordt brainstormen meestal gebruikt om nieuwe kansen te verkennen. De collega's mogen elkaar kritische vragen stellen om een idee verder uit te werken. In een gespreksgroep is het toch meer een communicatiemiddel om verschillende gedachten van en bij elkaar te toetsen. Het horen van een ander standspunt en daar iets van opsteken, is meestal de bedoeling. Daar hoeft niet per se een oplossing uit te komen.
Maar hoe gaat het dan bij het daten? Daar komt vaak meer onzekerheid om de hoek kijken. Je wilt niet de indruk wekken dat je de ander aan het uithoren bent. Tegelijkertijd wil je er toch wel graag achter komen hoe hij of zij denkt over dingen die je zelf belangrijk vindt, hoe de normen en waarden zijn. Dat kan mogelijk ook een valkuil zijn. Ervaringen uit het verleden kunnen een rol spelen en dat is niet altijd eerlijk. Je hebt namelijk een nieuw onbekend persoon tegenover je. Geduld hebben wat er uit het gesprek komt, is dan niet verkeerd. Het zou je best weleens kunnen verrassen. Door goed te luisteren, eventueel wat aanvullende vragen te stellen, kom je erachter of je (voor)gevoel klopt. Ik geef iemand vervolgens graag het voordeel van de twijfel, daar is niks mis mee...
Donald komt op bezoek
Toen mijn zoon leerde lezen heb ik een abonnement op de Donald Duck genomen. Vele jaren eerder hebben mijn ouders mij met de Pep bedacht. De Pep was een Nederlands stripweekblad dat van 1962 tot 1975 verscheen, speciaal voor hen, die de Donald Duck ontgroeid waren. Ik was stiekem jaloers op mijn vriendje wiens ouders wel op de DD geabonneerd waren. Daarom las ik dat blad altijd bij hem thuis. De verhalen in de Pep vond ik wat belerend. Leren deed ik wel op school.
Gek genoeg heb ik mijn abonnement op DD niet stopgezet toen mijn zoon op eigen benen ging staan en verhuisde naar een appartement niet zo ver van mij vandaan, maar ik heb het blad wekelijks bij hem gebracht. Nu hij zelf kinderen heeft breng ik het weer naar zijn huis, maar dan als leesvoer voor mijn kleinkinderen. Donald en ik komen eens per week, soms na wat langere tijd op visite, en dat bezoek wordt gewaardeerd. Alleen moet de hond, die zij nog niet zo lang hebben, eerst een kwartiertje wennen aan mijn bezoek voordat er ook maar enige vorm van communicatie mogelijk is.
Dit is een onschuldige Donald die met mij op visite gaat. Ik moet er niet aan denken dat ik voor hun deur sta met de Donald, waar de kranten steeds vol van staan. Misschien heeft het geblaf van de hond dan een positief effect. Laat DT maar blijven waar hij is.
Soms moet er een aanleiding zijn om bij iemand in levende lijve aan te wippen. De huidige media als telefoon, beeldbellen vooral, maken het naar mijn mening te gemakkelijk om iemand even “te woord” te staan zonder echt contact, waarbij je elkaar de hand kunt schudden. Uiteraard is digitaal / telefonisch contact een uitkomst bij een grote fysieke afstand of als er omstandigheden zijn, waardoor een van beiden de afstand niet echt kan overbruggen. Denk daarbij aan ziekte, een volgepropte agenda, slechte weersomstandigheden.
Een klassieke aanleiding is de verjaardag. Mijn ouders waren altijd heel blij als ik destijds met mijn partner op visite kwam; nu kwamen wij wel vaker buiten de verjaardagen om. Na hun overlijden en na mijn scheiding was de familie wat uitgedund. Bezoekjes vonden meer en meer plaats bij goede vrienden en bij groepen mensen, dei ik goed ken. Toch is dat anders. Dan nam ik geen DD maar wel een bloemetje of een flesje wijn mee.
Maar ook dan moest er een aanleiding voor zijn. Minder plezierig is een visite als ik op ziekenbezoek ging. Ik heb een tijdje iemand bezocht die ALS had. Raar genoeg ging ik daar altijd weer blij vandaan; een paar maanden geleden is hij overleden. Zijn lichaam kon de strijd tegen die gevreesde ziekte niet meer aan. Maar hij bleef tot het laatste moment blijheid uitstralen.
Het grote geheim van visite is naar mijn stellige overtuiging tweerichtingsverkeer. Er zijn allerlei cartoons over ongewenst bezoek, stereotiep is dan de schoonmoeder met partner, die voor de deur staat terwijl haar schoonzoon zijn handen uit wanhoop omhoog heft.
Dat zo’n visite altijd ongewenst zou zijn is door de cartoonisten en haters van schoonmoeders geopperd. Een Duits liedje verwoordt de andere kant van de medaille: “Wenn du eine schwiegermutter hast”… Dat lied geeft aan, dat we zonder schoonmoeders ook geen dochters zouden zijn, en dus geen partners om een relatie mee aan te gaan.
Er zijn wel visites die spontaan plaatsvinden, visites die een verplicht nummertje zijn, en visites die je uit mededogen doet of om iets te vieren. Een bezoekje heeft in elk geval meer impact dan een contact via de telefoon of de mail. Of zijn er mensen, die daar anders over denken?