In mijn straatje
zondag 14 juli 2024
Alles klopt. In mijn straatje heerst de zondagse rust van een niet heel zonnige dag, en ik ben gesloopt na twee dagen logees over de vloer. Als de liefdevolle aanwezigheid van dochter en kleindochter al zoveel impact heeft, hoe lang zal het dan duren eer die ‘vreemdeling die mij lief is en vertrouwd’ géén logee meer is maar een huisgenoot? Ach, waar is de tijd dat ik geen omkijken leek te hebben naar vier, vijf logees? ‘Die tijd heeft nooit bestaan, het is herinnerings-optimisme.’ Zegt mijn andere ik; de ik die mij altijd zal weerspreken.
Laatst zat ik in de trein te lezen. De twee medereizigers op de bank tegenover mij keken naar mijn boek toen ik het even wat hoger vasthield - en toen verbaasd, haast beschaamd naar mij. O ja. ‘Een helleveeg’ is de titel van mijn boek. Op de omslag staan hoofd en borsten van het mens getekend, zoals dat toen, in 1993, nog kon. Wat ik lees zijn ‘kritische notities’ over kunst, muziek, schrijverij en politiek, van journalist Martin van Amerongen. Wat de onbekende onwetenden tegenover mij zien, is een al wat oudere vrouw die erotische verhaaltjes leest in de trein. Ik laat het zo.
‘If you have been chosen,
It will do it by itself,
And it will keep on doing it,
Until you die,
Or it dies in you’
(uit: ‘So You Wanna Be A Writer’ door Charles Bukowski)
Laatst, toen mijn Leidse vriendin tegenover mij zat in de trein, gaf ze mij een boekje. ‘Jouw naam stond erop’, zei ze - wat ik pas begreep toen ik het boekje had uitgepakt. Er zijn immers wel boeken waar mijn naam in staat, als redacteur of als voorloper van wandelingen, maar tot hoofdauteur heb ik het (nog) niet geschopt. Het boekje bleek het verhaal te bevatten van een bijzondere wandeling, doorspekt met praktische en filosofische overwegingen. Grappig genoeg gebruikte mijn Leidse dochter woorden van gelijke strekking bij een boek dat ze mij gaf: ‘Mam, dit is speciaal voor jou geschreven.’ Ze heeft gelijk, mijn dochter. ‘De jaren’ van Annie Ernaux ís speciaal voor mij geschreven. Én voor iedereen die kind was in de jaren vijftig en zestig, én voor iedereen die, naast het verhaal, de schoonheid van de taal leest in een boek. Of in een blog. Of in een krantenartikel, een reclametekst, een kennismakings-mailtje. Lezen kan zoveel meer zijn dan woorden herkennen. En schrijven kan zoveel meer zijn dan in gelijkmatig Nederlands laten weten waar je tekst over gaat. AI zal nooit verder komen dan dat. Ik hoop nog steeds dat eenieder die zich schrijver waant na het intypen van de juiste zoekopdracht, dat zal beseffen.
Alles beweegt. In mijn straatje zal het een heksenketel zijn vanaf morgenochtend half zeven, zo’n zes weken lang. Sterke mannen zullen de verharding verwijderen, het zand, de plantvakken, de riolering. En andere sterke mannen zullen nieuwe riolering aanleggen, nieuw zand storten en gelijkmatig aanstampen, van de oude stenen en tegels een nieuw straatje maken, nieuwe plantvakken aanleggen. Alleen de bomen blijven staan. De lindebomen voor mijn flat, de berk en de sierappeltjes aan de overkant. De altijd vrolijke halsbandparkieten kunnen hun feestjes blijven vieren, elke avond weer. En ik zal het slagveld van de dag overzien vanaf mijn balkon, en blij zijn dat voor wie de dag vroeg begint, die dag ook vroeg eindigt. Vanaf vier uur ‘s middags kan ik weer rustig buiten zitten lezen.
geplaatst door RodeJas - 1726 keer gelezen
Vorige berichten
Samen
Nu binnenkort steeds dichterbij komt en vroeger ook,
komt alles samen. Ik heb steeds minder tijd of is dat de eeuwigheid?
Dat alles wat er is, kan, zal zijn en was, er is op één moment? Ik weet het niet.
Weet wel dat vroeger samen vroeger was en dat back to the future een film is.
Maar misschien is dat het geheim van mijn toekomst, hem loslaten, mijn beeld ervan, jou niet meer laten figureren in deel vier van de trilogie.
Samen straks bestaat niet, nu niet, nog niet. We hebben tijd, een eeuwigheid. Om gewaar te zijn, te worden van ons ontstaan, bestaan, vergaan. Ook dat hoort bij de eeuwigheid.
Zullen we ons de eeuwigheid inschieten? Eens kijken waar het eindigt? Oud? Nieuw? Samen?
Alleen met kerst
Hoe lang zal het nog zal duren dat er vrijwilligers van een of andere liefdadigheidsorganisatie aan de deur staan om naar mijn status te informeren? Of ik misschien eenzaam ben, als alleenstaande oudere man, nu tiijdens de donkere dagen rond Kerst? En dat ze mij vriendelijk en welgemeend zullen wijzen op de wekelijkse kaartspelavond, de schaakclub, de schilderklas of anders de gezamenlijke maaltijd in het buurthuis? Niet dat ik daar iets op tegen heb hoor, ieder zijn ding en ik juich het alleen maar toe als mensen elkaar daarin vinden. Het punt is dat ik graag vanuit interesse aan een activiteit wil deelnemen, niet om eenzaamheid te bestrijden. Dus in die zin ben ik blij dat ik mijn eigen gang kan gaan en hopelijk blijft dat zo. Maar wie weet zoek ik nog wel een keer aanlsluiting bij een leesclub, of ik begin er zelf een.
Nee, meer dan een bescheiden winterdipje heb ik niet te duchten. Ik mag mezelf gelukkig prijzen met een paar lieve mensen die om mij geven, bij wie ik mij geborgen kan voelen ook al lopen we de deur bij elkaar niet plat. En een netwerk dat weliswaar afbrokkelt maar voorlopig nog wel perspectief biedt. Natuurlijk zijn er momenten dat ik een partner mis, dat ik bijvoorbeeld een receptie maar oversla omdat ik geen zin heb om er in mijn eentje naar toe te gaan. Maar zolang er fijne ontmoetingen zijn om naar uit te kijken hoor je mij niet klagen. Er zijn genoeg aanknopingspunten om een zinvol en expressief leven te leiden, ook en misschien wel juist als je alleenstaand bent. Je moet er wat harder voor werken, denk ik, want een aantal dingen zijn een stuk minder vanzelfsprekend. Daar krijg ik dan wel weer verrassende of leerzame ervaringen voor terug.
Ik begrijp natuurlijk wel dat allenigheid best moeilijk kan zijn voor mensen die betere tijden hebben gekend, toen hun geliefde partner er nog was, of toen de kinderen, nu uitgevlogen, nog geen eigen nest hadden. Toen de toekomst nog in kannen en kruiken leek te zijn. Herinneringen kunnen een mens behoorljjk parten spelen op zulke momenten waarop familie en samenzijn centraal staan. Ik ben ook wel eens alleen rond de feestdagen en ook al heb ik heb er niet heel veel last van, ik ontkom toch niet helemaal aan het dubbele gevoel van het had ook anders kunnen zijn...
.
Dit jaar ben ik uitgenodigd voor een kerstdiner bij vrienden. Dat zou ik niet zo gauw doen, omdat ik vind dat kerst toch vooral een familiefeest is. Maar ik ben deze keer omgepraat en mijn zoon gaat ook mee dus dan mag het. Ongetwijfeld zal de gastvrouw zich veel moeite getroosten om er een memorabele avond van te maken, met heerlijk eten, geserveerd met het mooiste servies. Ik zal mij uitputten in dankbaarheid voor zoveel weelde. En de gastheer zal mij verzekeren dat het geen gewoonte is om er zo’n werk van te maken, dat ze in het dagelijkse leven ook van doe-maar-gewoon zijn, dat het dat het mooie porcelein maar hoogst zelden op tafel komt. Alleen met kerst.
Waar gaan we in het nieuwe jaar naar toe?
In de jaren ’50 en ’60 van de twintigste eeuw vormde deze zin het begin van het afsluitende lied van de jaarlijkse oudejaarsconference van Wim Kan. Door zijn fabuleuze vermogen om heel goed en integer in te spelen op de actualiteit, door zijn milde humor en door zijn persoonlijkheid is Wim naar mijn mening een van de beste conferenciers van ons land, zo niet de beste.
In de tijd van de oudejaarsconferences van Wim zaten mijn vader, mijn moeder en mijn zusje altijd bij de radio (we hadden toen nog geen tv). De “Oh ja” kreten waren niet van de lucht. Als de conference uitgezonden werd zaten ook veel politici gespitst te luisteren, er wordt beweerd, dat zij het vreselijk vonden, als zij ontbraken in de teksten van Wim. Wim en zijn echtgenote Corry Vonk hebben veel prachtige stukjes cabaret nagelaten. De titel van deze blog is een vraag, die verschillend geïnterpreteerd kan worden.
Als ik het algemeen houd, dus in de “we” (waar gaan we naar toe) - vorm kan ik mij niet onttrekken aan de onzekere tijden en verwachtingen. Ik wil niet somberen, maar als ik het nieuws volg wordt er voor 2026 weinig positiefs verwacht. Mag ik daarnaast en vooral kijken naar wat een ieder van ons voor hem of haar in ons persoonlijk leven verwacht? Heb ik / heb jij een doel voor ogen? Staat er op de kalender of in de agenda van volgend jaar al iets met stip genoteerd? Of laat ik het maar gebeuren, over mij heen komen?
Er zijn ijkpunten, die een vaste plek op de kalender hebben: De verjaardagen, een geplande verbouwing, voor sommigen een vaste oppasdag, voor diegenen, die nog in het betaalde arbeidsproces verkeren de dagen, waarop zij vrij zijn. Anderen hebben al een dag aangestipt waarop hun zoon of dochter gaat trouwen of de dag, waarop hun dochter of schoondochter uitgerekend is. Of een heel mooi concert, waarvoor ik al maanden geleden een kaartje heb bemachtigd.
Veel toch wel belangrijke gebeurtenissen kunnen wij – kan ik niet van tevoren aanstrepen op de kalender. Als ik hoop iemand te ontmoeten met wie ik de rest van mijn leven samen kan zijn, dan is er geen datum ergens in het jaar bekend. Als anderzijds mijn relatie op de klippen dreigt te lopen, dan weet ik niet of en zo ja wanneer dat speelt. Hoop op en uitkomst van wat ik verwacht, die twee aspecten corresponderen meestal niet met elkaar.
Het refrein van het lied van Wim Kan speelt nu wel door mijn hoofd. Met het gevaar, dat dit voor een stukje onzekerheid zorgt. Zou het helpen als ik op mijn agenda eens probeer positieve dingen neer te schrijven? Het plan voor een of twee bijzondere vakanties. Nadat ik de evenementenagenda’s heb afgestruind, even vermelden wat er gaat komen en dan zodra het kan kaartjes bestellen?
Er is ook nog iets als goede voornemens. Als ik het afgelopen jaar de revue laat passeren moet ik tot mijn schaamte bekennen, dat ik vaak de plank heb misgeslagen, fouten heb gemaakt, die ik voor een groot deel had kunnen voorkomen. Jammer, dat ik die blunders niet ergens heb opgeslagen. Gelukkig waren er ook geslaagde zaken in 2025.
Ik wens iedereen een mooi, verrassend en positief 2026 toe!