Klavertje vier
maandag 12 augustus 2024
Klavertje vier
Het was heerlijk wakker worden vanmorgen. Zo waarlijk had ik de lege dekbedhoes over mij heengetrokken. Ik voelde een ietwat verfrissende wind door het openstaande raam. Ik houd van de zomer, van de lange avonden buiten zitten, maar met die hoge temperaturen overdag zou ik het liefst in de koelkast stappen. Een beetje overdreven natuurlijk, maar verkoeling is meer dan welkom met deze hoge temperaturen van boven de 30 graden. Inspannende activiteiten zijn uit den boze en mijn dagelijkse wandelingen laat ik maar even varen totdat de temperaturen weer aangenamer worden. Wel ben ik al vroeg op de fiets gestapt om toch wat beweging te krijgen. Door de gordijnen heen zag ik het al lichter worden in de slaapkamer. Ik probeer altijd in te schatten hoe laat ik wakker ben geworden voordat ik op mijn horloge kijk. De digitale wekker heb ik uitgezet, omdat ik soms wanneer het slapen niet goed lukt, niet iedere keer weet hoe laat het is en hoelang ik al niet kan slapen. Ik had goed gegokt, het was half zes. Je kunt aan de opkomst en ondergang van de zon al goed merken, dat we steeds meer in het zomerseizoen vooruitgaan. De tijdschakelaars van de lampen heb ik de vorige week een half uur teruggezet en de korte nachten in eind Juni zijn al even een tijdje gepasseerd. Ik herinner mij nog de eerste keer, dat ik in Juni, enkele dagen na mijn 21e geboortedag, na een avondje uitgaan op een warme zwoele avond een nacht heb doorgebracht aan de IJssel. Het was het eerste afspraakje met wat later mijn lief en mijn man zou worden. Maar dat wist ik natuurlijk toen nog niet. We praatten, praatten en we hebben de zon zien opkomen, de lucht zien kleuren en het water van een donker lint zien veranderen door de weerkaatsing van het licht. Een belevenis met een sfeervolle en intense herinnering om nooit te vergeten. Zeker, nu met deze temperaturen en zwoele nachten komt die herinnering weer dichterbij. Een intense beleving doordat ik daar zomaar zat met iemand die ik niet verwacht had te ontmoeten. Een intense beleving door de aandacht, doordat ik hem leuk vond, het spannende, de nieuwsgierigheid om meer van hem te ontdekken. En ik merkte, dat het wederzijds was.
Maar goed, vanmorgen dus vroeg op de fiets gestapt. Een aangename temperatuur nog, een helder blauwe lucht en de typische schaduwen van een nog lage stand van de zon. De sfeer voelen van een ontwakende nieuwe dag. Gefietst langs de Oude Maas en gestopt bij de Oude Barendrechtse brug Er is geen brug meer, maar wel zijn er ter herinnering restanten bewaard en daar staan dan ook bankjes. Schepen op hun tocht naar de zee, of landinwaarts in hun eigen tempo op het water voorbij zien glijden. Het was rustig aan en op het water. Aan de waterkant een bijna standbeeld van een reiger en enkele zwanen die dobberden op de boeggolven van een schip. Een stuk rustiger dan gisteren toen ik op het veerpontje zat. Nu op deze vroege ochtend nog geen jetski te zien. Jetski’s die met een behoorlijke snelheid de inzittenden heen en weer bonken door het stuiteren op de golven.
Nu ik zit te schrijven heb ik mij gewapend tegen de hitte. Een heel klein ventilatortje aangesloten op mijn laptop en die houdt mij behoorlijk koel, zodat ik niet met zwetende handen mijn toetsenbord hoef te beroeren. Ook de planten in de tuin hebben last van de warmte. Hortensia’s waarvan de bloemen bruin worden en de druivenstruik laat zijn dorre bladeren vallen. Vorige week was ik het onkruid in de tuin aan het uittrekken. Mijn kleindochter zag mij bezig en zei, maar Oma, dat is mooi, dat zijn roze klavertjes. “Ik ga een foto maken”. Ik vond het onkruid, maar zij liet mij het niet uittrekken. Zijn er hier ook klavertjes vier tussen? Nee, Oma ze hebben maar drie blaadjes. Ik vertelde haar, dat ik jaren geleden in het grasveld bij ons huis in Frankrijk op één plek vijf klavertjes vier had gevonden. Ooh…? En… wat heb je toen gedaan? Iets gewenst? Ik heb ze in een boek gelegd en gedroogd en later in een schilderijtje gestopt voor de verjaardag van mijn toenmalige vriend.
Ik vond het op dat moment heel bijzonder dat ik ze had gevonden en nadien heb ik nergens nog een klavertje vier ontdekt. Ik heb het opgezocht en het is een fout in de genen van het plantje. En het komt uiterst zelden voor, maar dan is er wel een mogelijkheid, dat er dan op dezelfde plek meerdere klavertjes vier gevonden worden.
De symbolen van de vier blaadjes: hoop, vertrouwen, liefde en geluk. Alles waar we in het leven op hopen, maar ook kunnen ervaren.
Ik heb de roze/paarse klavertjes laten staan. De naam is klaverzuring en is wel onkruid…! Maar ja… mijn kleindochter…
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 1480 keer gelezen
Vorige berichten
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.