Een feestje om niet te missen en om nooit te vergeten
maandag 2 september 2024

Ik ben zaterdag 31 augustus 2024 twee en een half uur getuige geweest van een bijzondere reünie op en in een cultureel maritiem media-erfgoed. Daarvoor fietste ik in anderhalf uur naar Amsterdam, met de pont voer ik over het IJ naar de NDSM-kade. Hier ligt het Veronicaschip nu al weer een aantal jaren, van donderdag tot en met zondag kan iedereen die het wil het binnen en buiten bekijken en er wat eten of drinken.
Snel fiets op slot gezet en toen letterlijk de boot in. Iedereen kon vrijuit naar binnen, er stond een standje waar men souvenirs van stichting Norderney (de oorspronkelijke naam van de boot) kon kopen. Vandaag was de laatste uitzending van Veronica 50 jaar geleden. Omdat ik eerder in een deel van de boot geweest wist ik wel hoe dit beroemde schip in elkaar zit. Op het dek boven de studioruimte was een prima plaatsje vrij, beter kon eigenlijk niet. Eerst een heerlijke bak koffie, ter plekke van echte bonen gemalen en mijn dag kon op dat moment eigenlijk al niet meer stuk. Het viel mij direct op dat alle bezoekers en medewerkers zo blij waren, de gezelligheid spatte er af. In de kajuit en in het vooronder hingen overal foto’s uit het verleden, en nu was het wachten op de coryfeeën uit de rijke historie van de zeezender. Er waren in die 50 jaar al velen overleden, maar Ad Bouman(77) en Ad Roland (78, bijnaam Adje Patatje) waren van de partij. Opmerkelijk was de vriendelijkheid van Ad Bouman, en de bekwame manier, waarop hij met het mengpaneel omging. De oudjes doen het nog best! Na zoveel jaar was hij helemaal in zijn element achter de knoppen. Dankzij een medebezoekster sta ik met deze Ad op de foto.
Intussen stroomde de boot vol. Maar het bleef leuk druk, iedereen ging respectvol met elkaar om. Ik raakte met wildvreemde mensen in gesprek. Een echtpaar uit Leeuwarden, naast mij een stel uit Den Haag, mijn “tafeldame” uit A’dam, er waren zelfs Belgen bij. Het viel mij op, dat de oud-medewerkers van de piraat zo toegankelijk waren, oké, er stond wel een klein afzetlint rond de mengpanelen, maar wie wilde kon gewoon naar de dj lopen en foto’s maken. Er werden zelfs boeken gesigneerd. De leeftijd van de meeste bezoekers was voor mij geen verrassing. Meest 70 plus. Velen hadden een speciale oufit, ze droegen oude shirts uit het rijke verleden van de zeezender. En bijna iedereen had een camera of smartphone bij de hand.
Iemand seinde mij in dat Tineke de Nooij uit Hilversum gearriveerd was. Er ging wat door mij heen, toen ik haar zag binnenkomen met een rollator, ze verblijft nu in het Rosa Spierhuis, een soort woonzorgcentrum exclusief voor mensen uit de media – en theaterwereld. Het lukte haar niet de trap naar het vooronder af te dalen, (trouwens, overal in het schip waren gevaarlijke afstapjes) waardoor de uitzending met haar anders verliep dan gepland. Maar, elk nadeel hep zijn voordeel; daardoor was het gemakkelijker haar te fotograferen, ook met haar sta ik op de prent. Bijzonder, zowel mijn schoondochter als mijn zus heten ook Tineke. Ook heeft Tineke de Nooij een boek dat ik al jaren in bezit heb over Veronica gesigneerd. Wat straalde Tineke veel levensvreugde uit!
Wat is mij in totaliteit opgevallen? Als er een grote groep mensen bijeen is die elkaar voor het merendeel niet kennen is een goede sfeer heel wel mogelijk. Wanneer men er met de juiste intentie naar toe gaat en ook open staat voor elkaar. Het hoeven dan geen diepgaande gesprekken te zijn, maar om met elkaar herinneringen te delen is heel fijn. Wanneer mensen ergens met hetzelfde doel naar toe gaan en open staan voor elkaar kunnen er heel prettige contacten zijn, ook zijn die maar vluchtig.
In wezen kregen al die mensen in die paar uur ongemerkt een band met elkaar, misschien was die al in wording voordat ze via de loopplank de boot betraden. Verder werkte het weer die dag bijzonder goed mee. Niet te warm, droog, niet te veel wind, alles was perfect.
Wat miste ik? Ik had het euforische gevoel graag willen delen met een maatje. Toen ik op de fiets richting pont en daarna naar Haarlem reed wilde ik over mijn gevoelens graag met iemand praten. En dat ging niet. Af en toe pinkte ik een traantje weg van vreugde vanwege deze geweldige dag. Thuisgekomen heb ik gauw de foto’s gedownload. Een mooie herinnering. Misschien zweem ik in nostalgie, een stukje jeugdsentiment; maar dit waren wel mensen, die voor de radio-omroep van veel betekenis zijn geweest.
geplaatst door Aktivo1 - 1964 keer gelezen
Vorige berichten
Voldoende inspraak hebben
Vorige week dinsdag kreeg ik een appje van mijn museumvriend. Om 22.40 uur is er op NPO2 een documentaire over schilder, beeldhouwer en architect Rudi van de Wint en zijn immens grote kunstwerken op het uitgestrekte duinterrein "De Nollen" in Den Helder. Weet je nog dat we vele jaren geleden daar zijn geweest en er een rondleiding hebben gehad? Ja, dat weet ik nog, ik ga kijken, appte ik terug. Rudi van de Wint is in 2006 overleden, zijn 2 zonen Ruud en Gijs beheren nu samen De Nollen.
Kunstenaar en architect Rudi van de Wint heeft in de 60-iger jaren van de vorige eeuw een voormalige vuilnisbelt omgetoverd tot een uniek natuurgebied in de binnenrand van het duingebied van Den Helder en met zijn eigen, grote kunstwerken opgesierd. Hij is een van de bekendste kunstenaars in Nederland, want ook de fel gekleurde muren in de vergaderzaal van de Tweede kamer, een kruising tussen een beeldhouwwerk en een schilderij, waren een werk van zijn hand. Bijna iedereen heeft die wanden bij een tv-uitzending van een debat in de Tweede Kamer weleens gezien. Ik ben blij dat ik de documentaire heb gezien, want vooral de beelden vanuit de lucht lieten dit prachtig geworden natuurterrein in al zijn glorie zien.
Het onderhoud van het landschap en het in goede staat houden van alle kunstwerken wordt door zoon Ruud gedaan, zijn broer Gijs doet het financiële gedeelte, zoals alle contacten met de gemeente Den Helder, het Rijk en de Museumkaart. Jaarlijks ontvangt De Nollen ongeveer 7000 bezoekers, maar dat kan beter vinden de ambtenaren van de stad Den Helder. De grote loodsen waarin vader Rudi zijn gigantische kunstwerken maakte kunnen heel goed omgebouwd worden tot een museum van Internationale allure, maar dat kost geld, veel geld. Ik zag de 2 zonen als paradijsvogels tussen al die belangrijke heren in kostuum zitten, die speculeerden over het aantal bezoekers wat dat nieuwe museum zou kunnen ontvangen, mogelijk wel 100.000 per jaar.
Daarom moesten er ook wisseltentoonstellingen komen van jonge kunstenaars, zodat de stroom bezoekers na het 1e bezoek zal blijven komen. Oudste zoon Ruud opent nu voor de 1e keer zijn mond en zegt : zoveel mensen? Het is wel een kwetsbaar natuurgebied en mijn broer en ik zijn eigenaar hiervan. De mensen kunnen niet zomaar overal gaan lopen, vandaar dat we rondleidingen hebben. Ik moet wel de vrijheid houden om nieuwe paden naar de kunstwerken in het open veld aan te leggen, als ik dat nodig vind. Hij had tevens zijn bedenkingen over allemaal exposities van andere kunstenaars : het is wel het levenswerk van onze vader, die hier zijn nalatenschap van heeft gemaakt, zei hij nadrukkelijk.
Na het vertrek van alle ambtenaren gingen de broers daarover in discussie. Er wordt voor miljoenen geïnvesteerd in dit museum, zei jongere broer Gijs, daardoor krijgen deze heren onvermijdelijk inspraak hoe dit museum zo rendabel mogelijk te maken. Door de gestegen inkomsten kunnen we misschien ook wat ouder werk van vader terugkopen om dat ook in het museum ten toon te stellen. Bovendien krijgt vader nu veel naam en faam in het buitenland met dit unieke museum. Het terrein ligt op korte loopafstand van NS-station Den Helder Zuid, je bent dan ook meteen in duingebied.
Opeens ging me een licht op waarom zoveel 50plusleden niet meer willen samenwonen. We hebben allemaal een klein koninkrijkje thuis ingericht in de loop der jaren. Als je gaat samenwonen krijgt de ander daar onvermijdelijk inspraak is, anders is de relatie niet gelijkwaardig. Maar tot hoever laat je dingen in de kamer(s) van jouw koninkrijk veranderen, zodat hij/zij zich daar ook goed thuis kan voelen? En hoe doe je dat zonder onenigheid te krijgen? Vandaar dat velen van ons (ikzelf incluis) toch de voorkeur geven aan een LAT-relatie...
Een vriendschapsaanzoek 2.0
Van het fenomeen liefdesbrief hebben veel jongeren alleen van hun (groot-) ouders iets gehoord, onze kinderen zullen smakelijk lachen of een beetje schouderophalend reageren, als ze horen hoe hun voorouders aan iemand lieten weten, dat ze verliefd op hem of haar waren.
Wat gaat dat tegenwoordig toch anders. Een appje als je iemand leuk vindt, een reactie op Facebook of Tinder. Toch was die papieren liefdesbrief nog zo gek niet. Die manier van communiceren via de PTT had “wat”. Het handschrift, de adressering op de (liefst een roze gekleurde) enveloppe waren de eerste binnenkomer. Een slordig handschrift en fouten in de tenaamstelling waren een breekpunt.
Dan de brief zelve. Als je al met elkaar verkering had of zelfs als je al verloofd of getrouwd was zond je zo’n schriftelijke ontboezeming van je diepste gevoelens aan jouw geliefde. En dan wachten op een reactie. Veel ontvangers (meestal vrouwen) van die brieven bewaarden ze consequent. Wat gebeurde er dan als de liefdesgloed verbleekte, als de relatie stopte?
Er waren ook liefdesbrieven aan iemand, waar je in stilte verliefd op was, maar je durfde dat niet vis-a-vis uit te spreken.
Het komt ook nu nog voor dat ik iemand “in het wild” ontmoet waarvan ik zeg “Wow!”. Bijvoorbeeld op de dansvloer. Het is bijzonder, dat in die context deze gevoelens niet zo snel uitgesproken worden. Ik verbaasde mij hierover, waar zou dat door komen. Opeens viel het kwartje. In zo’n omgeving zijn de vrouw, die ik leuk vind en ik niet alleen. Ik ben terughoudend in het en plein public uitspreken van wat er in mij borrelt. Is dat een verkeerde schaamte of is het zelfbescherming?
Als iemand gezellig met je danst wil dat nog niet zeggen dat diegene wat voor jou voelt, als jij zelf diegene wel in je armen zou willen sluiten. Er zijn allerlei signalen die je kunt oppakken, waardoor je weet of je een kansje maakt.
Digitaal werkt dat geheel anders. Hét grote pluspunt bij digitaal dateverzoeken doen is mijns inziens dat je de tekst die je naar een potentiële date zendt voordat je op de knop drukt onbeperkt kunt aanpassen / corrigeren. Je kunt zelfs op het laatste moment besluiten het bericht toch maar niet te zenden.
Digitaal daten kan heel uiteenlopend uitpakken, vanaf eindeloos wachten op een reactie op een berichtje, tot een snel akkoord gaan met een afspraak, tot een tijdje mailen of een afbericht per omgaande. Maar dat is weer vergelijkbaar met de dansvloer. Iemand vraagt een dame ten dans, zij kan twee dingen doen: met hem de vloer opgaan of beleefd danken voor de invitatie en blijven zitten.
Op een digitaal afbericht kun je heel divers reageren, op een weigering om te dansen is er doorgaans geen discussie. Ik denk dat de manier van reageren individueel heel verschillend is. Sommigen zijn op hun staart getrapt als ze een blauwtje lopen, anderen doet het niet veel.
Zo’n blauwtje kan ook leerpunten opleveren.
We zijn dus van vriendschapsaanzoek 1.0 via misschien 1.1. naar 2.0 gegaan. Ik vraag me af of iedereen met name als iemand ouder is die veranderingen heeft kunnen bijbenen.
Mijn roots
Mijn roots
Na mijn trouwen vertrok ik op drieëntwintig jarige leeftijd naar een niet zo’n groot dorp in Zeeuws Vlaanderen en nu woon ik sinds tweeduizendzestien in de Hoeksche Waard. Maar mijn roots liggen in de historische regio Salland in de provincie Overijssel. Om precies te zijn In Schalkhaar en Deventer.
Roots: “Mijn afkomst, mijn oorsprong, waar mijn wortels liggen”. Mijn culturele identiteit.
De plek waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Het behelst mijn opvoeding, de cultuur van de regio, het dialect, maar ook de jeugdherinneringen. Schalkhaar de plaats waar ik geboren ben, waarin ik de eerste tien jaren ben opgegroeid. Waar mijn vader mij leerde schaatsen en leerde fietsen. Alle belevenissen voor de eerste keer ervaren maken herinneringen intenser.
Met zoonlief afgelopen week enkele dagen in Deventer verbleven. De stad waar ik de middelbare school heb bezocht, waar ik verliefd ben geworden en waar ik mijn man heb ontmoet. De stad waarin ik als jong volwassene het uitgaansleven heb ontdekt. De levendigheid van een stad heb ervaren. Tijdens de pauze van mijn werk even de stad in om bij goed weer te lunchen op een terras, of de van huis meegebrachte lunch met collega’s te nuttigen op de Welle langs de IJssel. Of een ijsje eten bij de zeer bekende Italiaanse ijssalon.
We hebben op de fiets Deventer en omgeving verkend. Plaatsen bezocht waar ik gewoond, gewerkt heb en naar school ben geweest. Het huis waar ik geboren ben. Wat is het leuk om aan mijn zoon de plekken van mijn jeugdherinneringen te kunnen laten zien en het vertellen van de bijbehorende belevenissen. Maar wat is alles veranderd in de loop der jaren. Routes die ik in mijn hoofd had naar school, naar het werk, ik herkende ze in 1e instantie moeizaam. Nieuwe gebouwen, nieuwe wegen en… het is veel drukker.
We logeerden in een honderdvijftig jaar oud Hotel in het historische centrum van Deventer. Een architectonisch gebouw met tradionele elementen met modern comfort. De brede lange trappen naar de verdiepingen met op iedere verdieping prachtig grote ramen. Op de hoogste verdieping een mooi uitzicht op de Brink en de stad. Wanneer je je ogen sluit kun je je wanen in een film van Sherlock Holmes. De vloeren die kraken, zowel in de oude lift. Er zijn veel oude historische gebouwen verdwenen, maar dit hotel is er gelukkig nog. Het sloot goed aan bij mijn herinneringen en het opnieuw teruggaan naar de regio van mijn roots.
Liefs,
Monique