Sprookjes bestaan (maar soms ruiken ze een beetje naar erwtensoep)
donderdag 5 juni 2025
Het begon allemaal met knarsend gedraai van de Stoomcarrousel, waar Betsy van Driel, 65 en weduwe), fervent breister ( maar alleen op woensdag) zich elegant probeerde te nestelen in een houten wagentje dat, naar haar mening, de vering had van een kerkbank in de winter. Net toen ze haar tas vol pepermuntjes, zakdoeken en een thermoskan met koffie op schoot had gelegd, plofte er iemand naast haar neer.
"Zo, dit is toch beter dan een rollator," klonk het naast haar. Betsy draaide haar hoofd. Naast haar zat een man met een wilde grijze haardos, een brede grijns en een T-shirt met de tekst: ‘Ik ben niet oud, ik ben retro! "Ik ben Harry," zei hij, "70 jaar, weduwnaar. En ú ruikt naar ouderwets geluk. Of is dat koffie?" "Dat is DE koffie," zei Betsy trots. "Filtermaling, Buisman en een vleugje liefde. Als u het lief vraagt, mag u straks wel proeven."
Gillend gefluit kondigde het begin van de rit aan . De paarden galoppeerden, het orgel braakte een polka uit 1923 uit en het duo stuiterde synchroon op hun zitvlak alsof ze al jaren samen trainden op een Olympische tweemansbob. Vriendelijk groetend verdwenen ze even later met de overigen uit hun gezelschap weer uit elkaars leven zoals mensen dat ook vergaat bij roltrappen en bingoavonden. Maar de Efteling had andere plannen. Twee uur later stond Betsy, plukkend aan een suikerspin zo groot als haar hoofd, in de wachtrij voor Vogel Rok. Ze keek opzij. Stond hij daar echt? Ja!
"U weer!" grapte Harry. schertsend." Volgt u mij soms?" "Ha ha! Dat dacht ik van jou," zei Betsy. "Ik had je al bij de Poffertjeskraam gespot, achter een bord van formaat kindermatras. Ze lachten. En gilden samen in de achtbaan alsof ze zestien waren, met losgeslagen kunstgebitten die op het nippertje in de mond bleven.
Bij Fata Morgana kwamen ze elkaar wéér tegen. Dit keer niet door toeval, maar omdat Harry subtiel (lees: uiterst opzichtig) achter haar aan was geslopen. In het bootje, tussengebochelde marktkooplieden en zwevende geesten, raakten ze aan de praat over hun ervaringen bij het daten. "Online daten is niks voor mij," zei Betsy. "Ik had een man die beweerde dat hij 1 meter 85 was. In werkelijkheid was hij 1 meter 60 en stond op een krukje tijdens onze videochat."
"Ik had er eentje die zei dat ze een avontuurlijk type was," zei Harry. "Ze bedoelde: ‘ik rijd zonder gordel naar het tuincentrum’." "En de laatste man die me mee uit vroeg," zuchtte Betsy, "nam me mee naar een lezing over composteren." "Sexy," zei Harry. "Inderdaad."
Bij Villa Volta ging het mis. Of goed, afhankelijk van hoe je ‘evenwicht’ en ‘chemie’ definieert. Terwijl het huis begon te tollen en de kamer ondersteboven leek te draaien, greep Betsy Harry beet. En Harry Betsy. In elkaars armen, klem tegen elkaar gedrukt, terwijl de wereld om hen heen duizelde, was er een blik. Een vonk. Een giechel.
"Volgens mij ben ik verliefd," fluisterde Betsy. "Of misselijk," zei Harry. "Maar ik gok op het eerste." "Of allebei." Hand in hand strompelden ze naar buiten, hun harten kloppend als drumslagen van de Droomvlucht. Alles leek perfect.
Totdat beiden na een kwartier vaststelden dat ze in het Sprookjesbos waren beland. "Ach, laten we hier nog even wandelen," stelde Betsy voor. "Even afkoelen na al die opwinding."
Het begon met een kwinkslag, een praatje met Langnek en , een selfie met de Boze Wolf. Maar toen moesten ze toegeven… “We zijn verdwaald.” "Was dit al de derde keer dat we Roodkapje passeren?" vroeg Harry. "Ik denk het wel," zei Betsy. "Of ze heeft een tweelingzus."
Na een uur begon Harry zich zorgen te maken. "Volgens mij worden we in de gaten gehouden door een kabouter." "Dat is Klaas Vaak," zei Betsy. "Die ziet alles. Zelfs jouw warrige haar." De avond viel. Even verderop galmde de stem van Holle Bolle Gijs door het bos: "Papier hier…". “ Ik begin te denken dat we in een loop zijn beland," fluisterde Betsy. "Een sprookjesloop. We zijn de nieuwe bewoners van het Sprookjesbos!" lachte ze. "Ik mag hopen van niet," zei Harry. "Hoewel, als ik dan maar naast jou kom te wonen. In een paddenstoel of zo. Met centrale verwarming." Ze keken elkaar aan. Lachten. En liepen verder, hand in hand, op zoek naar de uitgang waar hun beider nageslacht zou moeten staan, inmiddels bezorgd over waar zij zich hadden verstopt en onwetend van het begin van hun ontluikende vriendschap.“
Want als sprookjes ergens bestaan, dan is het in een oud wagentje, een draaiende villa, en misschien, heel misschien, in de ogen van iemand die je per ongeluk drie keer op een dag tegenkomt. Die verdere zoektochten in datingland overbodig maakt, die hongerige magen vult. En zo geschiedde. Met erwtensoep !
geplaatst door Solo - 748 keer gelezen
Vorige berichten
Fietsen of wandelen?
Het komt mij zo voor dat we het dating gemeenschap kunnen onderscheiden in fietsers enerzijds en wandelaars anderzijds. Weliswaar zijn er ook leden die zowel wandelen als fietsen op hun to-do-lijstje zetten, ze zijn fluïde zogezegd, maar dat zijn er denk ik niet zoveel. Nu zit ik als Wandelaar ook wel regelmatig op de fiets, maar dat is dan met een doel, de fiets als vervoersmiddel. Een Fietser fietst om het fietsen zelf, om het plezier dat fietsen verschaft. Van het voorbijglijdende landschap, de eeuwig vliedende horizon, van wind om de oren, van bikkelen bij tegenwind. Knap als je zowel Wandelaar als Fietser kan zijn, want het zijn twee verschillende werelden.
De wandelaar is niet gehaast, voor hem (m/v) geen hartritmemonitor, snelheidsmeter en andere prestatiegadgets. De wandelaar is sowieso niet erg van de gadgets. Want dat is de meest kenmerkende eigenschap van wandelen: je hebt er niets meer dan je eigen ‘benenwagen’ nodig, Meer autonomie kun je niet hebben en voor wandelaars is het een gevoel van vrijheid om zonder ballast in een rustig tempo de omgeving te ervaren. Hoewel... menigeen is gevallen voor de verleiding van de Stappenteller, maar dat terzijde. De wandelaar is van alle tijden, h was er al voordat het wiel werd uitgevonden,. Oms bewegingsapparaat is optimaal afgestemd op de uiteenlopende omstandigheden die van nature op aarde voorkomen. Van rul zand tot rotspartijen, kom daar maar eens voor met de fiets.
De fietser beziet de wereld op een iets abstracter nivo. Aan de kleinere details gaat hij al peddelend voorbij. Eens even ergens bij stilstaan is voor de fietser al helemaal niet weggelegd, nee, de fietser kijkt alweer verder, want zijn vervoersmiddel houdt niet van oneffenheden. Het is in hoge mate afhankelijk van een min of meer effen en verhard lint waaroverheen de wielen kunnen rollen en een kei of scheurtje in het wegdek kan fataal zijn. De blik dient altijd vooruit gericht te zijn, maar met die vooruitziende blik legt hij dan wel grotere afstanden af en overziet een groter gebied. Heeft hij daarmee ook ook méér gezien, of een rijkere ervaring opgedaan? Daarover kan je natuurlijk twisten, het is vooral ánders. In mijn optiek is wandelen een meebewegen met de natuur, met gebruikmaking van onze natuurlijke aanleg. Het fietsen is – letterlijk - een uiting van het vooruitgangsdenken, de maakbare wereld, die ons afhankelijk maakt van technologie, maar waardoor ook onze horizon wordt verbreed.
De fiets kun je zien als een van de grote verworvenheden van de industriële revolutie, in de 19e eeuw tot ontwikkeling gekomen, ruwweg in dezelfde tijd dat ook de automobiel ontstond. In een tijdsbestek van zo’n 50 jaar ging het van Draisine (loopfiets) naar Safety Bicycle, het oermodel van onze fiets-met-ketting. Daarvoor moesten wel wegen worden aangelegd; de natuur, die we nu dus infrastructuur noemen, ging grondig op de schop om de vooruitgang mogelijk te maken. De evolutie van loopvermogen heeft wel ietsje langer geduurd. Het verschil is dan ook dat daarvoor de mens zelf, en nog niet de wereld, werd aangepast.
Wij hebben nu de keuze. De fietser kan zich uitleven met een fraai stukje moderne technologie, al dan niet met carbon frame, al dan niet met trapondersteuning. En voor de wandelaar is er gelukkig ook nog genoeg te beleven in dit mooie land en laten we hopen dat dat zo blijft.
De sterren van de hemel
Een hele tijd terug zat ik op een datingsite met heel actief forum.
De gesprekken gingen van gezellig en leuk tot dieper en soms best confronterend.
Op een gegeven moment vroeg ik waarom een man een oudere vrouw zou willen. Ik kon me daar niet zoveel bij voorstellen.
Een man had een 18 jaar oudere vrouw waarmee hij samenwoonde, en hij antwoordde, “Omdat ik geen vrouw wil die nog door de menopauze heen moet!”
Dat schokte me behoorlijk. Wat oppervlakkig! Wat hard en liefdeloos!
Ik kon niet bevatten dat zoiets een reden was voor een man om dan maar voor een oudere vrouw te gaan.
Om eens te checken hoe mannen globaal erover dachten, vroeg ik hoe ze tegenover een vrouw in de menopauze stonden.
Dit keer kwam er meer inzicht uit de antwoorden. Een vrouw die ’s nachts in bed lag te woelen en zweten en die niet kon slapen, daarmee ook zijn slaap verstorend, was niet iets waar men naar uitkeek.
Gossie, ik was toch echt wel met stomheid geslagen. Ik had eerlijk nooit gedacht dat de menopauze zo’n invloed kon hebben op je liefdesleven!
En ik had geen relatie, ik was zoekende naar een leuke man.
Maar zoals altijd ben ik een optimist en geloof ik in het goede. Ik was ervan overtuigd dat als iemand van je hield, hij je echt niet in de steek zou gaan laten omwille van zoiets.
Een aantal jaren later kwam ik zelf in die fase. De voortekenen waren er achteraf gezien al langer, maar het echte beginnen, kwam letterlijk van de ene minuut op de andere.
Zo stond ik heerlijk buiten de heg te snoeien, zo stortte ik ineens bijna in elkaar van de honger? De rest van de dag zat ik als een zoutzak in mijn stoel. De honger ging niet weg als ik at, als ik niet oppaste werd ik kotsmisselijk als ik een normale hoeveelheid at.
Ik wist niet wat me overkwam?!
Ik leek wel weer zwanger, want toen had ik dat ook. Maar hallo, ik was 52, had geen partner, en een onbevlekte ontvangenis leek me niet voor de hand liggend.
Naar de huisarts dus!
Gesprek. Bloedprikken. Uitslag: je zit in de menopauze.
En zo ging ik weer aan de pil. Nu dan om mijn lijf weer te stabiliseren, want ik kon door die hongeraanvallen en heftige bloedsuikerdips niet functioneren. En ik kon amper in slaap komen.
Het werkte, die klachten gingen weg. Top toch?
Maar iets was anders door de pil. Ik hoorde hetzelfde van een jonge vrouw. Dat het was alsof de pil een stukje levensvreugde van je wegnam. Het dempt iets.
Dat voelde ik ook heel sterk.
Mijn inspiratie om boeken te schrijven was in één klap weg, idem met mijn vreugde om cursussen te geven aan vrouwen.
Daten had ik ook net de zin niet meer in. Ik wilde wel, maar de normale drive was te afgevlakt om echt actie te ondernemen.
Logica zegt dan toch dat je ook niet echt aantrekkelijk bent als je je zo voelt? Al kleed je je nog zo leuk aan, je vibe & uitstraling is ‘vlak’. Onsexy. En daten en relatie is niet alleen seks, maar seksualiteit maakt er wél groot deel van uit. Het is enorm bepalend voor de gehele interactie.
Een paar jaar gingen zo voorbij, en ik moest stoppen met de pil want gevaren bladibla. Een alternatief werd niet geboden.
Toch kwamen die heftige klachten van eerst niet meer dezelfde mate terug. Maar ook de zin om te daten en een partner te zoeken bleef weg.
Eerder dit jaar kwam ik héél toevallig op een interview van een gynaecologe die een menopauze kliniek had.
Wat zij vertelde over klachten en risico’s. Mijn kakement hing op half elf!
Dat was de start om me zelf erin te verdiepen. Met mijn nieuw verworven kennis wist ik dat ik alleen op recept kon krijgen wat ik nodig had.
Ik moest dus naar de huisarts.
Huilend van de zenuwen liep ik bij haar binnen. Ik was zo bang dat ze niet mee zou gaan met wat ik wilde: lichaamseigen hormonen.
Maar mijn huisartse was enorm lief, luisterde echt en schreef ook voor waar ik om had gevraagd.
Heel de weg naar huis, 25 minuten lang, heb ik zitten lachen en juichen van vreugde en opluchting!
Nu, 3,5 maand later ben ik zo ongelofelijk blij dat ik dit heb gedaan. Dat ik me uren en dagen heb verdiept in de materie totdat ik meer erover wist dan de gemiddelde arts. Dat ik gedurfd heb naar de dokter te gaan, al was ik nog zo bang voor afwijzing. Dat las ik van zoveel vrouwen. Dat gebeurt anno nu nog steeds.
Terugkijkend zie en voel ik de veranderingen. Nu weet ik ook dat de meeste menopauzale dingen niet duidelijk op te merken zijn. Ze sluipen erin.
En ja, ik snap uit eigen ervaring én van alle –vaak heftige- verhalen die ik heb gelezen, dat het een enorm impact kan hebben op je liefdeleven!
The spring in my step is back! Ik wist niet eens dat die weg was! Alles wat je kwijtraakt, zo heel langzaam, zie je pas als je het een halt toeroept met weer aanvullen van de broodnodige hormonen!
Mijn passie is terug, op alle gebied, van weer schrijven, me goed voelen, tot zin hebben in een fijne liefdespartner en de sterren van de hemel vrijen!
Meer energie, meer vreugde, meer… meer…
Ik was niet finaal futloos, verre van. Maar nu is er dat extra, wat ik eerst ook had en wat toen normaal was.
Ook hier geldt: You don’t know what you’ve got till it’s gone!
Ik heb het weer, en waardeer het enorm.
The spring in my step!
Trouwbelofte is geldig tot aan de dood
Dat is een boute uitspraak, zei ik tegen mijn fietsvriendin, geldt dat voor jou in alle gevallen? Niet als hij mij opeens gaat mishandelen, ons geld vergokt, of het gezin ten onder gaat, maar in alle andere gevallen wel, zei ze beslist. Ze vervolgde haar verhaal "ik ben meer dan 50 jaar met hem getrouwd. Ik wist toen ook al dat hij niet zo romantisch was, maar hij is wel een goede man. Ik was al wat ouder, bijna dertig, maar ik wilde trouwen. het was en is nog steeds een verstandshuwelijk". Maar jullie hebben wel 2 kinderen, dacht ik, maar dat durfde ik niet tegen haar te zeggen.
Alsof ze mijn gedachten kon lezen vervolgde ze. Ik wou ook nog graag moeder worden. Hij heeft een stug karakter en is een man van weinig woorden, maar hij is wel een goede minnaar. We hebben twee prachtige dochters gekregen en ik heb lieve kleinkinderen. Ik was perplex door haar ontboezeming. Heeft hij ooit weleens tegen je gezegd, ik hou van je, vroeg ik? Nee, zei ze, maar dat hoeft ook niet, we laten elkaar leven in de eigen routine. Deze manier hebben we gevonden, waardoor we vredig kunnen samenleven onder een dak. Hij is een avondmens, hij gaat nooit voor drie uur 's nachts slapen en komt pas tegen tegen een uur 's middags beneden. Ik ben een ochtendmens. Ik ga vroeg naar bed en sta om 07.00 uur 's morgens op.
In die ochtenden doe ik mijn eigen ding, ga ik naar hobbyclubjes, koffie drinken bij een vriendin of lekker met jou fietsen, zei ze lachend. Hij vindt alles prima als ik maar rond 13.00 uur weer terug ben. Als ik verder weg met jou ga fietsen meld ik hem tevoren dat het gaat uitlopen. Dan zet ik zijn brunch voor hem klaar, inclusief de koffie. Hij hoeft dan alleen nog maar het knopje van de Senseo in te drukken. Dat ging allemaal goed tot hij ongeneeslijk ziek werd. Toen heeft ze bijna 3 jaar alles op non-actief gezet en tot zijn dood week ze niet meer van zijn zijde. Maar na zijn dood leek zij een ander mens geworden. Alle veranderingen die zij graag wilde in hun huis, maar waar hij zich altijd tegen had verzet, werden nu in een snel tempo doorgevoerd.
Vrij snel ging ze ook weer zwemmen, opnieuw op tai chi en naar de 50plus-bioscoop. Ze deed onmiddellijk de auto weg omdat zij zelf nooit reed en kocht een elektrische fiets. Nu kan ik overal komen zonder stress of met iemand rekening te hoeven houden, zei ze. Leve de vrijheid!! Die vrijheid heeft ze nog ruim 5 jaar volop van genoten, veel deed ze met mij. Tot haar buurvrouw, die al 35 jaar 2 huizen naast haar woonde, ook weduwe werd. Zij werd door haar meegetroond naar alles wat ik eerst met haar alleen deed. We liepen ook niet meer samen naar tai chi en ze ging steeds vaker met haar naar de film. Ik raakte steeds meer uit beeld, hield de eer aan mezelf en liet haar met rust.
Toen werd ze zelf ernstig ziek. Die laatste periode heb ik niet meer met haar meegemaakt. Ze koos er bewust voor om nu exclusief nog contact te hebben met haar (klein)kinderen, deze buurvrouw en de hartsvriendin uit haar jeugd. Het ging heel snel, in 3 maanden tijd was ze weg. Ik denk nog vaak aan haar als ik langs haar huis fiets. Haar kinderen hebben het huis verkocht, er wonen nu andere mensen...